Star Wars leverde hem eeuwige roem op en na Jurassic Park verzilverde hij zijn goeroe statuut maar de Amerikaanse monster-ontwerper Phil Tippett bleef in zijn hart een dromer die het liefst artisanaal knutselt aan gekke wezens en bizarre werelden. De Franse documentairemakers Gilles Penso en Alexandre Poncet halen hun Mad God liefdevol uit de schaduw.
Walt Disney is dood. Al een tijdje: de Amerikaanse animatiemeester die uitgroeide tot een van de allersterkste merken werd geboren in 1901 en stierf reeds in 1966. Maar toch is hij springlevend. Via pretparken en merchandising, maar ook nog altijd via cartoons en films. Vooral via klassiekers die al generaties overeind blijven. Mickey Mouse, Sneeuwwitje, Dumbo en de Schone Slaapster zijn stevig verankerd in ons collectieve filmgeheugen en de allerjongsten blijven enthousiast reageren op ‘de hondjes’ (101 Dalmatians), ‘de poesjes’ (The Aristocats) en Bambi. Om maar te zwijgen over de ‘stoute mevrouwen’ (Snowwhite and the Seven Dwarfs, Sleeping Beauty) die hen beheksen.
Wanneer Sami Frey, Claude Brasseur en Anna Karina in Jean-Luc Godards Bande à part Engelse les volgen, belanden ze in de realiteit in een imitatie film noir. Godard, die gefascineerd is door zowel het woord als de traditie, laat Brasseur “modern = klassiek” op een schoolbord schrijven. De Franse filmgeschiedenis draait rond modernisme en classicisme, rond het artistieke en het commerciële, rond auteurs en entertainers, rond grote en kleine films. Tegenstellingen die in het land van de cinefilie worden opgeheven door een gedeelde passie. Een overzicht van ruim 110 jaar liefde voor film.
Mark Cousins sluit zijn documentaire A Story of Children and Film af met de vaststelling dat film nog in de kinderschoenen staat: “Films zijn als kinderen, en kinderen zijn als films”. De beeldfragmenten die hij toont maken echter duidelijk dat er al heel wat kinderfilms en films met kinderen gemaakt zijn die zorgden voor een krop in de keel en mateloos plezier. Zeker wanneer de makers vertrouwen op de kracht van beelden.
Alchemie, fantasie en magie rijmen in de wilde wereld van de Tsjechische surrealistische filmmaker Jan Švankmajer op creativiteit en vrijheid. Dankzij crowdfunding werkt de speels subversieve cineast na een carrière van zo’n 30 korte en lange films momenteel aan zijn laatste kunststukje, Insects. Als pionier van stop motion animatie inspireerde hij o.m. Tim Burton, Terry Gilliam en David Lynch. Vier van zijn langspeelfilms worden in fraaie dvd-boekjes uitgebracht.
Animatiecinema is een genre waarin in plaats van levende acteurs getekende figuren (tekenfilm), of levenloze materie (zoals kleifiguurtjes) optreden, en waarbij gefilmd wordt met de enkelbeeldtechniek. Beelden worden één voor één opgenomen en bij het achter elkaar plaatsen van deze beelden (bij voorkeur 24 frames per seconde al is er ook animatie met 10 of 12 frames per seconde) ontstaat de illusie van beweging. Met de digitale techniek heeft het animatiegenre een sterke vlucht genomen. Een overzicht van enkele mijlpalen.
“Ik hou van zijn films, ik bestudeer ze, bekijk ze wanneer ik inspiratie zoek” aldus John Lasseter. De man waarover de regisseur van Toy Story spreekt is Hayao Miyazaki, voor kenners de beste animatiefilmer uit de filmgeschiedenis.
Zeven jaar na zijn paranoïde existentialistisch epos Synecdoche, New York keert Charlie Kaufman terug als regisseur met een nieuw verhaal over de desintegratie van een ego in een onmenselijk geworden samenleving. Alleen is het samen met Duke Johnson geregisseerde Anomalisa een stop motion animatiesprookje dat onderzoekt wat het betekent om mens(elijk) te zijn in een wereld die bijna volledig bevolkt wordt door clonen.
Ondanks de commerciële slagkracht van Disney en de creatieve impuls van Pixar is animatie al lang geen puur Amerikaans fenomeen meer. Scandinavische en Franse animatiefilmers manifesteerden zich, de Japanners stampten een heuse industrie uit de grond en een kleine Belg bouwde een stevige reputatie op. Ben Stassen, die doorbrak met Fly Me to the Moon en Sammy’s Avonturen, tracht nu met steun van het Franse Studiocanal de wereld te veroveren met het Amerikaans getinte Bigfoot Junior.
Indrukwekkend ogen Pixars animatiefilms steevast. Maar echt magisch en betoverend zijn er maar een handvol: Finding Nemo, Ratatouille, WALL-E, Up en nu dus Coco. Een kleurrijke en muzikale parabel die donkere materie – een wereld waarin je tweemaal sterft, een tweede maal door de vergetelheid – warm serveert. Emotioneel maar nooit sentimenteel.