Meer dan 35 jaar na zijn dood blijft acteur Steve McQueen een icoon, een legende en een moeilijk te vatten man. Voor criticus Andrew Sarris was hij ”een rariteit onder de rariteiten, een ‘method’ actieheld”. Voor het grote publiek bleef McQueen de ‘King of Cool’, een charismatische superster met hits zoals The Magnificent Seven, The Great Escape, Papillon en Bullitt op zijn naam. Maar de acteur was ook een racefanaat die begin jaren 70 voluit ging voor een passieproject: een epos over de race in het Franse Le Mans. “He wanted to leave his scratch marks on the history of film making,” zegt zijn ex-echtgenote Neile Adams in Steve McQueen: The Man & Le Mans. Een prima documentaire over de impact van een ontspoorde maar grensverleggende film.
“De film die u gaat zien kan uw gewoontes verstoren”. Met deze waarschuwing werd in 1961 L’année dernière à Marienbad, de omstreden Gouden Leeuw winnaar van Venetië, op festival- en bioscoopgangers losgelaten. Voor en tegenstanders vlogen elkaar in de haren maar moesten toegeven dat scenarist Alain Robbe-Grillet en regisseur Alain Resnais de kijkgewoontes doorbraken met een erg extreme en revolutionaire film. “Ik heb nooit bewust getracht om moeilijke films te maken” zou eeuwige vernieuwer Resnais later zeggen, maar zijn cinema was altijd wel ànders. Gedurfd maar altijd ook wonderlijk en magisch.
Het magisch realisme (her)leeft! Met dank aan multitalent – muzikant, ontwerper, fotograaf, filmmaker – Baloji. De Belgisch-Congolese kunstenaar veroverde Cannes met zijn wonderlijke en betoverende langspeelfilmdebuut ‘Augure’. Een speels groepsportret over de druk van samenleving en familie, de verwerking van trauma’s en de zoektocht naar identiteit. Tegelijk een bontgekleurde koortsdroom en een surrealistisch avontuur dat ondanks zware thema’s licht van toon blijft. Een mixtape die nazindert.
“Al wat ik vraag is dat mensen de kans krijgen om de film te zien die ik met hart en ziel heb geleefd, geschreven, geregisseerd en gemonteerd – de volledige vier uur en half lange film – voor ze hun eindoordeel vellen”. Aan het woord is Samuel Fuller(1912-1997), in zijn postuum verschenen autobiografie ‘A Third Face’. De regisseur van Pickup on South Street en Shock Corridor bleef vurig hopen “dat ooit een intelligente studioverantwoordelijke de toestemming zal geven om The Big Red One te restaureren en de ‘director’s cut’ te tonen”. Die smeekbede lijkt, met de bioscoop- en dvd-release van The Big Red One – The Reconstruction, verhoord. Al benadrukt producent Richard Schickel in zijn audiocommentaar dat “dit géén director’s cut is maar een restauratie en reconstructie waarbij we ons trachtten in te beelden wat Fuller voor ogen had”.
Het surfepos Big Wednesday is de beste en meest persoonlijke film van John Milius, een man die liever generaal dan filmmaker geworden was en in Hollywood vooral respect afdwong met scenario’s voor 1941 (Spielberg), The life and times of judge Roy Bean (Huston), Jeremiah Johnson (Pollack) en Apocalypse Now (Coppola). Als regisseur scoorde hij met Dillinger, The Wind and the Lion, Conan the Barbarian, Red Dawn, Farewell to the King en Flight of the intruder minder. Maar Big Wednesday bereikte wel een cultstatus.
“You believe what you want. You work your side of the street, and I’ll work mine.” In Bullitt speelt de iconische King of Cool Steve McQueen een “all guts, no glory San Francisco cop“, een agent met een attitude en een coole auto.
mei 16, 2017 // by Ivo De Kock // actueel, Algemeen, cult, drama, film, genre, regisseur, thema // Reacties uitgeschakeld voor Julie Dash’s Daughters of the Dust: Het symfonische filmgedicht dat Beyoncé inspireerde
DAUGHTERS OF THE DUST
Julie Dash’s Afro-Amerikaanse vrouwenfilm Daughters of the Dust gold in 1991 als de eerste grote bioscooprelease van een zwarte vrouwelijke filmmaker. Ruim 26 jaar later en een cultstatus rijker wordt dit symfonisch filmgedicht in een gerestaureerde versie uitgebracht.
“André de Toth is ‘a director’s director’”, zegt Martin Scorsese als introductie bij De Toths memoires ‘Fragments’, “hij is geen populair regisseur, maar een ‘unsung hero’ die vooral gewaardeerd wordt door filmmakers”. Een van die bewonderaars is Quentin Tarantino, die voor zijn sneeuwwestern The Hateful Eight de mosterd haalde bij De Toths uit 1959 daterende ijzingwekkende western Day of the Outlaw.
Aan sequels en reboots geen gebrek maar cultpotentieel is daarbij zelden van de partij. Uitzondering de straight-to-blu-ray dystopische actiekomedie Roger Cormans Death Race 2050. Leuk zelfrelativerend amateurisme.
“Ik wil films maken waar mensen over spreken,” zegt Richard Kelly in zijn audiocommentaar, “films waar ze drie dagen later nog over praten en die ze graag nog een tweede en derde keer willen zien.” Missie geslaagd met Donnie Darko want de debuutfilm uit 2001 die hij omschreef als “’The Catcher in the Rye’ verteld door Philip K. Dick” groeide uit tot de eerste cultklassieker van het nieuwe millennium. Dankzij een sublieme 4K-restauratie te bekijken en herbekijken, in de bioscoopversie of als Director’s Cut, voor wie zich verwent met de Special Edition box van Arrow.