Ben Stassens Bigfoot Junior: Belgisch-Amerikaanse animatie avonturen.
Ondanks de commerciële slagkracht van Disney en de creatieve impuls van Pixar is animatie al lang geen puur Amerikaans fenomeen meer. Scandinavische en Franse animatiefilmers manifesteerden zich, de Japanners stampten een heuse industrie uit de grond en een kleine Belg bouwde een stevige reputatie op. Ben Stassen, die doorbrak met Fly Me to the Moon en Sammy’s Avonturen, tracht nu met steun van het Franse Studiocanal de wereld te veroveren met het Amerikaans getinte Bigfoot Junior.
Geboren in Aubel nabij Luik kreeg Ben Stassen (° 1959) het filmvirus te pakken toen hij tijdens zijn studies communicatiewetenschapen aan de KUL zijn zwakke kennis van het Nederlands trachtte te omzeilen door eindwerken op film te maken. Maar zijn echte filmopleiding kreeg hij in de jaren tachtig aan de University of Southern California.
Terug in België geraakte Stassen bij het Brusselse computeranimatiebedrijf Little Big One in de ban van de mogelijkheden van CGI-technologie. Door het ontwikkelen van demonstratiefilms, motion simulation ride films zoals Devil’s Mine Ride (1991), overtuigde hij de filmbusiness van de Belgische knowhow én bewees hij dat computergegenereerde beelden ook boeiende cinema kunnen opleveren. Daardoor vond hij in tv-producent D&D Media Group een geschikte partner voor zijn eigen bedrijf, het in 1996 opgerichte en in Brussel gevestigde nWave Pictures.
Stassen maakte met nWave Pictures aanvankelijk een reeks ride films maar met Thrill Ride: The Science of Fun (1997) schakelde Stassen over naar IMAX 3D-films. Tussendoor gaf hij zijn visitekaartje af aan het reguliere bioscoopcircuit door drie indrukwekkende CGI sequenties te ontwikkelen voor Special Effects: Anything Can Happen (1996).
Via 3D kortfilms zoals Encounter in the Third Dimension (1999), Alien Adventure (1999), Haunted Castle (2001), S.O.S. Planet (2002), Misadventures in 3D (2003), Wild Safari 3D (2005) en African Adventure: Safari in Okavango (2007) timmerde Stassen verder aan de weg. Dat leidde tot een langspeelfilmdebuut. Fly Me to the Moon (2008) was de allereerste vanaf het eerste frame volledig in 3D gemaakte animatiefilm en vertelt het verhaal van drie tiener-vliegen (Nat, IQ en Scooter) die stiekem meeliften met de Apollo 11 missie naar de maan.
Puike animatie maar het verhaal (over vliegen die meeliften met de Apollo 11 ruimtevlucht) was wat mager. Een goede leerschool want Stassen begreep, ondanks zijn passie voor immersieve 3D-animatiecinema, dat inhoud cruciaal is. Vandaar dat hij bij Sammy’s Avonturen: de geheime doorgang (2010) en Sammy’s Avonturen 2 (2012) inspanningen leverde om sterkere verhalen te vertellen.
Met de kleine schildpad die bij zijn geboorte nipt aan de dood ontsnapt en daarna 50 jaar de wereldzeeën verkent, had Stassen een personage met hoog knuffelgehalte te pakken en de ecologische boodschap paste perfect in de tijdsgeest. Het vervolgverhaal voegt daar gevaar en spanning aan toe via een ontsnapping uit gevangenschap (een gigantisch onderwateraquarium). Bovendien is er parallelle actie en worden de scènes strakker geritmeerd. Maar vooral, experimenten met een subjectief point-of-view plaatsen de kijker nog meer in het ‘avontuur’. Die lijn trok Stassen door in The House of Magic (2013) en Robinson Crusoe (2016).
Bigfoot Junior (aka The Son of Bigfoot), de zesde langspeler van Stassen, gebruikt een Noord-Amerikaanse legende (het verhaal van Bigfoot of Sasquatch) om door te breken bij een ruimer publiek in de VS en zo ook de poorten van de wereldmarkt verder open te beuken. De animatie oogt minder spectaculair dan Pixar producties als Coco maar een stevig aangehouden ritme, een dosis humor, overtuigende personages en een verhaal dat kinderen én volwassenen aanspreekt maakt veel goed.
We maken kennis met een verlegen Amerikaanse tiener die in de saaie suburbs woont, op school gepest wordt en vooral zijn mysterieus verdwenen vader mist. Wanneer hij de ‘leugen’ van zijn moeder ontdekt, zijn vader blijkt niét overleden, besluit de 13-jarige Adam om zijn vader op te sporen. Die blijkt niemand minder dan de legendarische Bigfoot (een groot, harig wezen met reuze voeten) te zijn en zich in een woud schuil te houden om zichzelf en zijn gezin te beschermen tegen booswichten. De multinational HairCo wil immers een commercieel succesvol haargroeimiddel lanceren door experimenten uit te voeren op het uitzonderlijke DNA van Bigfoot.
Vader en zoon amuseren zich aanvankelijk kostelijk in het woud (en met hun dieren-vrienden) wanneer ze elkaar terugvinden. Tot Bigfoot gevangen wordt genomen door HairCo en zoonlief familie en vrienden inschakelt om hem te bevrijden en het bedrijf de genadeslag toe te brengen. Het levert een stevige portie spannende actie op. Met enkele plot twists.
Bigfoot Junior spreekt zowel jong als oud aan en ondanks een ‘lichtvoetige’ toon is er een ernstige onderstroom. Van een moraliserende boodschap is er geen sprake maar er worden wel thema’s als natuurbescherming en (on)verantwoord ondernemen aangesneden. Daarnaast komt de relatie tussen kinderen en ouders aan bod en wordt duidelijk gemaakt dat het opvoeden van kinderen én volwassenen niet evident is. Keuzes zijn moeilijk, fouten zijn menselijk en ondanks goede intenties kunnen beslissingen rampzalige gevolgen hebben. Op familiaal én maatschappelijk vlak.
De verdienste van Stassen en co-regisseur Jéremie Degruson is dat de makers hun personages niet veroordelen maar de kans bieden om via actie tot loutering en inzichten te komen. In tegenstelling tot hun Amerikaanse collega’s kiezen de Europeanen niet voor een moraliserende maar voor een humanistische animatiecinema. Op smaak gebracht met humor, tederheid en kinetische energie. Bigfoot Junior blijft ‘in beweging’ (lees: onderhoudende actiecinema) maar tracht het publiek ook emotioneel te ‘bewegen’, te raken. Dat lukt, zonder beroep te doen op vals sentiment. We kijken uit naar het volgende project van Ben Stassen en nWave Pictures: The Queen’s Corgis, met de kleine honden van de Britse koningin in de hoofdrol.
IVO DE KOCK
BIGFOOT JUNIOR: Ben Stassen & Jéremie Degruson, B-F 2017, 92′; met Kobe Verdonck, Roel Vanderstukken, Dieter Troubleyn, Sven De Ridder, Lien Van De Kelder; FILM: *** / EXTRA’S: 0; dis. Belga.