MOOOV 2020 behoudt zijn data, het filmfestival gaat zoals gepland door van 21 april tot 4 mei, maar verhuist naar uw kot. Enkele titels worden verschoven naar latere festival- en bioscoopvertoningen maar het grootste deel van de voorziene programmatie blijft behouden in een online omgeving. Resultaat is een pak films met zicht op de wereld. Te ontdekken vanuit je privé bioscoopzetel.
“In Hollywood is iedereen een expert,” zei de Amerikaanse filmmaker John Frankenheimer, “een expert in montage alleszins. Ze kunnen niet regisseren, niet schrijven, niet acteren maar ze denken wel allemaal dat ze kunnen monteren.” Films maken was voor de regisseur van The Manchurian Candidate, French Connection II en Ronin een constante strijd om controle en zelfstandigheid. Een gevecht ook om “er voor te zorgen dat de regisseur de belangrijkste factor in het creatieproces blijft.”
“De films van Truffaut moet je bekijken én lezen” zei romancier en scenarist Jean-Marc Roberts, “in de 19de eeuw was François ongetwijfeld schrijver geworden.” Maar hij leefde in de 20ste eeuw en verwierf een cultstatus als filmmaker. Als een jager op beelden en woorden die samen met een filmpersonage afscheid nam: “vrouwen zijn magisch, daarom wou ik tovenaar worden.” Negen van zijn wonderlijke films (her)ontek je bij Eyelet.
“Het scherm was zijn leven” schreef Eric Rohmer bij het overlijden van Nouvelle Vague cineast François Truffaut in 1984. Zelf vond de Franse criticus en filmmaker dat cinema hem had gered en zag hij zich als “een man van gevoelens”. Emoties die tot leven komen in de negen films die bij Eyelet te (her)ontdekken zijn.
Aan het einde van zijn carrière draaiden John Frankenheimers films – docudrama’s zoals Year of the Gun, Against the Wall en The Burning Season – alleen maar mee in het betaaltelevisie- en videocircuit. Na zijn eerste stappen (net zoals Sidney Lumet, Martin Ritt en Robert Mulligan) zette Frankenheimer ook zijn laatste stappen als regisseur voor het kleine scherm.
In 1981 draaide de Tsjechisch-Amerikaanse cineast Ivan Passer de in sixties spirit gedrenkte ultieme seventies film Cutter’s Way. Een melancholische en bescheiden neo-noir die samen met de megalomane western Heaven’s Gate kapseisde en later net als Cimino’s film maudit de status van cultklassieker en spiegel van de Amerikaanse nachtmerrie verwierf.
De Franse parttime filmmaker en muzikant Quentin Dupieux is een fulltime absurdist die naast de culthit Rubber ook nog knotsgekke films als Réalité, Wrong en Au Poste! op zijn naam heeft staan. Met Deerskin aka Le daim draaide hij zijn beste film. Een heerlijke, en bloederige, zwarte komedie met Jean Dujardin en Adèle Haenel.
Nu er in Corona-tijden geen bal meer te zien is in voetbaltempels krijgen we tijd om te genieten van een ‘old school’ documentaire over duivelse voetbalgod Diego Maradona. Asif Kapadia verwent ons met heerlijke korrelige beelden van Argentijnse virtuositeit en eivolle stadions maar gaat net als in Senna en Amy op zoek naar de link tussen imago en tragedie.
Omdat hij, zowat als enige, Stanley Kubricks The Shining uit 1980 maar niets vond schreef horrorauteur Stephen King al het scenario voor de zwakke TV-miniserie Stephen King’s The Shining (1997). Nu haalt hij de loftrompet boven voor Doctor Sleep, een verdienstelijke mix van remake en vervolg geschreven en geregisseerd door Oculus-maker Mike Flanagan.
Glimmende en snelle auto’s fascineren Noord-Amerikanen. Getuige zowel auteurfilms (Cronenbergs Crash) als popcorn cinema (The Fast and the Furious franchise). Walk the Line en Logan regisseur James Mangold maakt met zijn karaktergedreven Le Mans ’66 die passie voor auto’s en racen ook voor ‘leken’ boeiend én dramatisch.