Mike Flanagans Doctor Sleep: Van Kubrick naar King, van toxic masculinity naar alcoholisme

apr 23, 2020   //   by Ivo De Kock   //   actueel, Algemeen, dvd, film, genre, horror, regisseur  //  No Comments
Doctor Sleep

Omdat hij, zowat als enige, Stanley Kubricks The Shining uit 1980 maar niets vond schreef horrorauteur Stephen King al het scenario voor de zwakke TV-miniserie Stephen King’s The Shining (1997). Nu haalt hij de loftrompet boven voor Doctor Sleep, een verdienstelijke mix van remake en vervolg geschreven en geregisseerd door Oculus-maker Mike Flanagan.

STEPHEN KING’S DOCTOR SLEEP

“Horror is een veilige ruimte waarbinnen we kijken naar de duisterste hoeken van wie we zijn,” zegt Mike Flanagan (°1978) in Laurent Bouzereau’s puike making bij Doctor Sleep, “voor mij is het veel meer dan je laten schrikken in de bioscoop. Onder dit alles bevindt zich een catharsis die niet gaat over toegeven aan deze duistere ideeën maar aan het confronteren ervan. Horror is belangrijk omdat het je aanspoort op te staan wanneer je onrecht ziet, je ‘licht’ te laten schijnen in donkere tijden.”

De regisseur van suburban nightmares zoals Absentia, Oculus, Hush, Before I Wake, Ouija, Gerald’s Game en de spookhuis Netflix serie The Haunting of Hill House is een van de betere horrormeesters van het nieuwe millennium. Onder meer omdat hij telkens weer bewijst dat sterke personages de beste effecten zijn. Als kind ontdekte Flanagan het genre via literatuur en van o.m. Stephen King leerde hij dat overtuigende gruwel altijd verbonden is met mensen. Toen hij later kennismaakte met de jaren zeventig genrefilms van Larry Cohen, Tobe Hooper, Wes Craven en David Cronenberg ontdekte hij dan weer dat angst vaak verbonden is met het uiteenvallen (of de bedreiging) van het gezin. “Daar horen we ons het veiligst te voelen,” aldus Flanagan, “elk gevaar en elke agressie is dan ook extra angstaanjagend.”

Mike Flanagan

Een King/Kubrick/Flanagan cocktail

Dat ‘The Shining’, zowel heb boek van Stephen King (1977) als de film van Stanley Kubrick (1980), met zijn in een afgelegen hotel verder ontsporende dysfunctionele familie Flanagan fascineert mag dan ook niet verbazen. Het maakte zijn adaptatie van Kings vervolgboek ‘Doctor Sleep’ (2013) er echter niet makkelijker op. Flanagan wou immers trouw blijven aan de visie van King (die zich vaak al lovend uitliet over de horrorcineast) maar hij beschouwt Kubricks The Shining wel als een meesterwerk. Terwijl hij ook zijn eigen thema’s en stijl niet wou loslaten. Bovendien schreef King een vervolg dat bepaalde ingrepen van Kubrick terugdraaide.

Doctor Sleep dreigde een complexe en schizofrene oefening te worden maar alhoewel er tekortkomingen en onevenwichtigheden zijn, is Flanagan er toch in geslaagd niet enkel de verhaallijnen te verstrengelen maar ook de emotionele onderstromen verbonden met de verschillende ‘vaders’ (King/Kubrick/Flanagan) samen te brengen in karaktergedreven horror. Sleutel is Kubricks visie dat geestenverhalen te optimistisch zijn omdat ze een leven na de dood beloven. Van dit flirten met het eeuwige leven en strijden tegen de dood maakte Flanagan de dramatische onderstroom van Doctor Sleep.

Doctor Sleep

We duiken het verhaal in via de nu volwassen jongen-met-de-driewieler. Dan(ny) Torrance blijkt nog steeds getekend door het trauma veroorzaakt door de beproeving die hij doormaakte in het Overlook hotel toen zijn alcoholistische vader tilt sloeg in isolement. Dan worstelt nu zelf met alcoholisme en wordt geconfronteerd met de geesten uit het verleden wanneer hij Abra Stone ontmoet. Deze tiener is omwille van haar buitenzintuiglijke ‘shine‘ eigenschap een prooi voor ‘The True Knot‘, monsters die onsterfelijk trachten te blijven door zich te voeden met de krachten van mensen zoals Abra.

Van wanhoop tot hoop

Stephen King zag Jack Torrance, de protagonist van The Shining, als iemand aan het eind van zijn Latijn. Een alcoholist bij wie alcohol niet meer werkte. Hij had zijn ultieme dieptepunt bereikt. Totale wanhoop. Uitgedrukt in een writer’s block en resulterend in familiaal geweld. “Ik kijk naar The Shining en Doctor Sleep als ongelooflijk persoonlijke verhalen van King, iemand die zelf te maken had met alcoholisme,” aldus Flanagan, “The Shining gaat over een man die doodsbang is voor wat hij zijn gezin aan kan doen wanneer hij dit probleem niet oplost. Terwijl Doctor Sleep geschreven is door een genezen man, iemand die nuchterheid heeft omarmd en daar steun uit haalt.”

Doctor Sleep

Dat bevestigt King: “Toen ik Doctor Sleep schreef was ik al lange tijd nuchter. Ik wilde Dans verhaal vanuit dat perspectief vertellen. Ik was immers anders, bevond me op een andere plaats dan de kerel die The Shining schreef.” Het omgaan met verslaving, met de angst voor controleverlies en de schuldgevoelens die ermee gepaard gaan, interesseerde Kubrick niet. Zijn focus lag op waanzin, op de verscheurdheid van een gezin en het balanceren tussen werkelijkheid en fantasie. Dat ergerde King. “Ik heb Kubricks film altijd ijzingwekkend gevonden,” herhaalt de schrijver, “net zo koud as de sneeuw die het Overlook-hotel omringt. De film geeft me het gevoel van schoonheid in een sneeuwglobe. Zijn film eindigde met ijs, mijn boek met vuur.”

Daar waar Kubrick gruwel in de menselijke geest verankert – een cyclus van het kwaad verbindt ook tijdsgewrichten – gaat King ervan uit dat er krachten in de wereld rondwaren zich voeden met pijn en geweld. Flanagan volgt dit spoor door het geweld en zijn impact zeer realistisch te tonen, ook al zijn de geweldenaars duidelijk fictie figuren. Niet toevallig knipoogt Doctor Sleep naar de legendarische gruwelijke meisje-met-bloemen-aan-het-water scène uit James Whale’s Frankenstein (1931). In de meest gruwelijke scène uit de film toont Flanagan de martelmoord op een ontvoerde jongen. Onder het motto ‘hoe extremer het lijden, hoe sterker de energie die vrijkomt’. Onversneden horror.

STEPHEN KING’S DOCTOR SLEEP

Empathie en erfenissen

Een bijzonder onaangename scène maar in tegenstelling tot het op effecten terende It tweeluik, de zwakke maar populaire remakes van Andy Muschietti die samen met de Pet Sematary herwerking King weer op de mainstream filmkaart zetten, zijn er hier wel personages en tragische gevolgen in het spel. Flanagan is dan ook een empathisch filmmaker. “Er kan geen horror zijn wanneer er geen zorgzaamheid en liefde is,” stelt King, “dat is héél belangrijk. Ik denk dat veel filmmakers dat missen. Mike niet. Mike begrijpt het.” Dat inlevingsvermogen draagt Flanagan ook over op een protagonist die zijn vader gespiegeld ziet in zichzelf, die door zijn eigen alcoholisme in staat is zich die gekke vader te herinneren als een persoon en niet een monster.

In die zin deelt Flanagan het optimisme van een King die hoopvol blijft, wiens Jack uiteindelijk uit ouderliefde afziet van de kindermoord. In AA-spirit is er altijd kans op genezing, al blijft het een strijd. Terwijl “Here’s Johnny!” bij Kubrick alleen kan gestopt worden door de natuur, door de extreme kou. De waanzin is geen realistische ziekte maar een metafoor. Waar het de regisseur van Lolita en Eyes Wide Shut over gaat is toxic masculinity en hoe het een familie kan verwoesten.

STEPHEN KING’S DOCTOR SLEEP

Zeker wanneer dat kleine gezin in quarantaine belandt in een groot leeg hotel. In Flanagans Doctor Sleep is de familie geëxplodeerd en worstelen de kinderen met trauma’s en genetische erfenissen, met beproevingen en gaven. Het zijn ook deze personages en hun emoties die voor drama en tragiek zorgen. Iets meer mysterie en magie had gemogen maar Doctor Sleep blijft een boeiende en fascinerende trip door zowel de werelden van King en Kubrick als de geest van Flanagan.

IVO DE KOCK

DOCTOR SLEEP: regie: Mike Flanagan; USA – 2019 – 152′; met Ewan McGregor, Rebecca Ferguson, Kuliegh Curran; scenario Mike Flanagan naar Stephen King; muziek The Newton Brothers; fotografie Michael Fimognari; montage Mike Flanagan; extra’s: documentaires; FILM: **** / EXTRA’S: ***; distributie: Warner.

Doctor Sleep

Leave a comment