The Hitchcock Touch. Deel 7: The man who knew too much (1934)

feb 18, 2018   //   by Ivo De Kock   //   actueel, genre, Hitchcock, portret, regisseur, thriller  //  No Comments

THE MAN WHO KNEW TOO MUCH

Alle films van Alfred Hitchcock draaien rond vormen van fysieke en/of geestelijke verlamming. Machteloosheid en angst vergroten steevast de dreiging voor zijn personages. In de twee versies die Hitchcock draaide van The man who knew too much worden de personages getroffen door een morele en emotionele verlamming. In de eerste (Britse) versie (1934) legt Hitchcock vooral het mechanisme bloot, in de tweede (Amerikaanse) versie (1956) toont hij de psychologische geladenheid van het gegeven. Zelf vond Hitchcock de originele versie het werk van een getalenteerd amateur en de remake dat van een professional.

THE MAN WHO KNEW TOO MUCH

In embryonaal stadium was The man who knew too much weinig meer dan een visueel idee en een losse anekdote. Het beeld drong zich op aan Hitchcock tijdens zijn huwelijksreis: de wijdse sneeuwvlakte die hij vanuit zijn hotelkamer in St.-Moritz zag contrasteerde in zijn ogen fel met de beklemmende Londense straten. De dramatische link tussen de twee werd snel gevonden: twee vakantiegangers keren na de ontvoering van hun kind terug naar hun moederland.

Terwijl de anekdote die Hitchcock fascineerde – de waargebeurde confrontatie tussen de Londense politie en een anarchistische bende – in de finale shoot-out zou worden verwerkt. Niet zonder de nodige problemen, want de Britse censuur had bezwaren tegen een vuurgevecht waarbij de (principieel ongewapende) Londense politieagenten betrokken waren. Als compromis toonde Hitchcock dat de agenten geen wapens bij hadden (ze worden gehaald in een wapenwinkel) en liet hij zijn vrouwelijk hoofdpersonage het beslissende schot afvuren.

THE MAN WHO KNEW TOO MUCH

Scenarist Charles Bennett zorgde voor de katalysator van het verhaal: een geplande aanslag in Albert Hall (eveneens een reëel gegeven). De actie start evenwel in Zwitserland. Het Britse echtpaar Bob en Jill Lawrence ontmoet in St.-Moritz een Fransman. Die wordt voor hun ogen neergeschoten maar kan in extremis nog een staatsbelangrijke boodschap doorgeven. Maar de daders van de moord verplichten Bob en Jill te zwijgen door hun dochter Betty te ontvoeren. Bij een poging haar te bevrijden valt ook Bob in de handen van de bende. In haar eentje verijdelt Jill daarop de geplande aanslag in Albert Hall. Bob ontsnapt, de politie omsingelt de bendeleden en Jill schiet de gangster neer die haar dochter achtervolgt op het dak van het schuiloord.

The man who knew too much was een nauwelijks verholen waarschuwing voor het gevaar van het opkomend nazisme. Twee van de bendeleden, met name Abbott en Levine, spreken met een duidelijk Duits accent, al wordt er nergens gezegd dat het om een nazi-spionagebende zou gaan. Maar de leider van de Britse Foreign Service waarschuwt het echtpaar met een manifeste vingerwijzing: “In 1914 had niemand ooit gehoord van Sarajevo, maar een maand later was het oorlog”.

THE MAN WHO KNEW TOO MUCH

De hint was opvallend: er wordt verwezen naar een vroegere ‘onverwachte’ oorlog als voorbode van een mogelijk volgende oorlog. Het gaat hier ook om een typisch Hitchcock-gegeven: een schijnbaar onbeduidend iets dreigt te leiden tot een drama met grote proporties. De ingredi‘nten van de film zijn dan ook vertrouwd: een geheim als MacGuffin, orde die verandert in chaos wanneer de rationele controle wegvalt én een achtervolgingsrace met als doel het herstellen van het evenwicht.

Kort na de, enkel schijnbaar onschuldige, openingsscnes van The man who knew too much wordt de orde verstoord. Dit gebeurt in een scne die symbolisch geladen is en waar humor plots omslaat in dramatiek. Tijdens een avondfeest danst Jill met de (in de ogen van haar man) charmante Fransman Louis Bernard. Bob maakt de draad van een wollen trui die Jill aan het breien is, vast aan de jas van Bernard.

THE MAN WHO KNEW TOO MUCH

Langzaam ontstaat zo een kluwen van dansers die verwikkeld geraken in de draad. De glimlach van Bernard wanneer hij ontdekt wat er aan de hand is, verandert snel in een grimas è. Hij valt neer en blijkt te zijn neergeschoten. Net voor hij sterft zet hij Jill en Bob op het spoor van een geheim bericht. Waardoor hun rol van toeschouwer in deelnemer en snel ook prooi verandert. De symboliek van deze scne is duidelijk: het doorbreken van de (levens)draad én het ontstaan van het kluwen van mensen geven aan dat de hoofdpersonages opgeslorpt en meegesleurd worden door een spiraal van dood en verwarring.

Wanneer de dochter van Bob en Jill wordt ontvoerd, lijkt het alsof een kind én een geheim op het spel staan. Alsof de betrokkenen verscheurd worden tussen hun persoonlijke gevoelens en hun morele en patriotische plicht. Er is echter meer aan de hand. The man who knew too much is immers ook het verhaal van de crisis van het gezin. Vanaf de allereerste beelden toont Hitchcock ons de desintegratie van een gezin: het koppel Bob en Jill valt uit elkaar door verveling en sleur.

THE MAN WHO KNEW TOO MUCH

Jill reageert door zich te meten met mannen in een wedstrijd kleiduifschieten en door te flirte èn met Bernard, Bob verschuilt zich achter cynische humor en een openlijk tonen van zijn verveling. Maar het schijnbaar luchtig schouwspel dat het tweetal opvoert, verhult amper een pijnlijke emotionele storing. Wanneer dochter Betty ontvoerd wordt, ligt de gezinsharmonie volledig aan scherven. Maar het is net de beproeving die een externe vijand (de fanatieke bende) oplegt, die voor herstel zorgt.

Het echtpaar wordt gedwongen te vechten voor hun kind en voor hun overleving als gezin. Daarbij worden ze aanvankelijk gescheiden: Bob valt in de handen van de bende in zijn poging Betty te bevrijden en Jill verijdelt in extremis een geplande aanslag in de Londense Albert Hall. Toch eindigt het in harmonie: Bob ontsnapt en staat bij Jill wanneer die verplicht wordt de belager van hun dochter te doden.

THE MAN WHO KNEW TOO MUCH

Hierbij overwinnen de hoofdpersonages hun fysieke onmacht en emotionele verlamming. Bob door te ontsnappen uit het beklemmend schuiloord van de bende. Jill door eerst de opgelegde stilte te doorbreken met een schreeuw (door haar kreet mist de schutter zijn doel in de concertzaal) en door daarna (de man die haar dochter achternazit) te doden. De aan het schilderij van Edvard Munch herinnerende schreeuw is een uiting van verzet en de aankondiging van een symbolische bevalling: de moeder moet doden om haar creatie opnieuw tot leven te wekken. Zoals de beproeving nodig is om het gezin te doen herleven.

THE MAN WHO KNEW TOO MUCH

Hoe gevaarlijk de fanatieke bende is blijkt uit het feit dat ze er niet voor terugschrikt het symbool voor leven en hoop (een kind) te gebruiken als drukkings- en ruilmiddel. Bovendien zijn de bendeleden alomtegenwoordig en moeilijk herkenbaar. Niet zozeer omdat ze de massa misleiden door vermommingen, wel doordat ze door imitatie opgaan in diezelfde massa. Ze verbergen zich in een kapel en doen zich voor als ‘gewone’, godsvruchtige burgers. Zo tovert een schattige oude dame een pistool uit haar tas en eist ze dat Bob zijn wapen in de offerschaal deponeert. Terwijl een tandarts de spilfiguur van de bende blijkt te zijn.

THE MAN WHO KNEW TOO MUCH

Hier blijkt ook hoe Hitchcock andermaal vertrouwde angsten bespeelt: het gevoel van machteloosheid door de uitzonderlijke situatie (mensen gechanteerd door ontvoerders) wordt gekoppeld aan schrik voor een alledaagse handeling (tandarts in actie). Het resulteert in een origineel, aanslepend en beklemmend gevecht (voorbode van de gruwelijke worsteling in Torn Curtain) waarbij Bob en de tandarts geregeld van positie wisselen. Ook andere angsten komen aan bod: hoogtevrees, claustrofobie, controleverlies, …

Zoals steeds is niets wat het lijkt bij Alfred Hitchcock. Het ene geheim (het bestaan en de schuilplaats van een bende fanatici) verbergt het andere geheim (het plan en de locatie van een aanslag). Een tempel is een schuilplaats voor diabolische krachten, een concertzaal herbergt een sluipschutter en een muziekopvoering verhult een fataal schot. Opzet van de bende is ongemerkt toe te slaan. Daarvoor hebben ze een welbepaald moment tijdens een can ètata uitgekozen: een cimbalenslag die het geluid van het schot moet verdoezelen. De aanslag wordt gerepeteerd door tijdens het afspelen van de plaat van de ‘Storm Cloud Cantata’ (door Arthur Benjamin speciaal voor de film geschreven) aandachtig te luisteren naar het juiste moment.

THE MAN WHO KNEW TOO MUCH

Deze ‘repetitie’ is nauw verwant met de spanningsopbouw van Alfred Hitchcock. De regisseur maakt het de kijker van bij het begin duidelijk dat een cimbalenslag een belangrijke rol zal gaan spelen in de film. Hij onthult het plan van de aanslag en maakt de kijker ook vertrouwd met het geluid van de cimbalen. Daardoor kan de verbeelding van de toeschouwer optimaal werken: de slag wordt verwacht en de gevolgen worden voorgesteld.

Zo creëert Hitchcock suspense: hij onthult wat er te gebeuren staat en rekt dan het wachten zo lang mogelijk om de spanning te verhogen. Een suspense die natuurlijk versterkt wordt door de vraag of het hoofdpersonage zal kunnen (een fysiek probleem) en durven (een moreel en persoonlijk probleem) tussenkomen. Een belangrijk principe is dat de regisseur het bewust ‘clear en simple‘ houdt: de kijker moet zeker begrijpen waar het om gaat. Hij moet weten wat een cimbaal is, welk geluid het maakt, op welk moment men wil toeslaan.

THE MAN WHO KNEW TOO MUCH

Afleiding (een kijker die het niet begrijpt of naar verklaringen op zoek gaat) is absoluut uit den boze omdat het de opbouw van de suspense verstoort. De introductie van het thrillergegeven moet dus eenvoudig en duidelijk zijn. En daarna komt het erop aan een verwachting te creëren, de verbeelding te prikkelen en de actie op te bouwen. Een werkwijze die Alfred Hitchcock steeds zou blijven herhalen en perfectioneren. Niet toevallig opent zijn remake van The man who knew too much met een close-up van de cimbalen. In Hollywood koos Hitchcock meer en meer voor een directe (Amerikaanse) aanpak. In de Britse versie is er nog ruimte voor humor en bizarre intermezzo’s.

IVO DE KOCK

(Artikel verschenen in Film & Televisie)

 

THE MAN WHO KNEW TOO MUCH: reg. Alfred Hitchcock. sce. A.R. Rawlinson & Edwin Greenwood naar een verhaal van Charles Bennett en D.B. Windham-Lewis. fot. Curt Courant. muz. Arthur Benjamin. mon. H.St.C. Stewart. pro. Michael Balcon voor Gaumont British. act. Leslie Banks (Bob Lawrence), Edna Best (Jill Lawrence), Peter Lorre (Abbott), Frank Vosper (Ramon Levine), Nova Pilbeam (Betty Lawrence), Hugh Wakefield (Clive), Pierre Fresnay (Louis Bernard), Cicely Oates (Agnes), … G.B., 1934, 75 min., z/w.

ON THE SET

Leave a comment