“There were giants in the industry. Now it is an era of midgets and conglomerates” zei Otto Preminger (1906-1986) aan het einde van zijn carrière. Zelf was hij een reus, een genie zoals de Franse en Amerikaanse aanhangers van de auteurtheorie benadrukten. Zijn films (The Man With the Golden Arm en Exodus o.m.) zagen we als tiener op televisie en later in het Brusselse filmmuseum. Zijn overlijden in 1986 – net voor hij zijn Julius en Ethel Rosenberg film Open Question kon opstarten waar we naar uitkeken – leidde tot eerste artikelen over de Oostenrijks-Amerikaanse cineast. Een essay in het Belgische De Nieuwe Filmgids, een necrologie in het Nederlandse Skoop. Twee filmtijdschriften die ondertussen verdwenen zijn. De uitgebreide auteurstudie in het met het Antwerpse Filmhuis verbonden Filmgids ontsluiten we hierbij.
Zondagavond 3 mei sloot het wereldfilmfestival MOOOV haar editie 2020 af met de bekendmaking van het palmares. Grote winnaar van het eerste Belgische filmfestival dat volledig digitaal liep was This is not a burrial, it’s a resurrection, een film van Lemohang Jeremiah Mosese uit Lesotho. De Sembène Award voor beste wereldfilm te zien in België het afgelopen jaar ging naar het Chinese An Elephant Sitting Still van Hu Bo. Volgens de organisatoren was dit online festival een succes maar voor 2021 plant men opnieuw een ‘fysieke’ editie. In de zalen. Op verschillende locaties.
Met haar eerste, voor de Sembène Award genomineerde, langspeelfilm Atlantique won de Frans-Senegalese Mati Diop de prestigieuze Grand Prix op het filmfestival van Cannes. Haar oom Djibril Diop Mambéty (Touki Bouki) was een monument van de wereldfilm maar dit poëtisch en politiek liefdesverhaal geeft aan dat de cineaste een meer dan waardige erfgename is.
Guts. Dat hadden Peter Brosens en Jessica Woodworth toen ze hun dankzij Khadak en Altiplano verworven arthouse reputatie op het spel zetten met King of the Belgians. Maar de komische roadmovie sloeg aan en leidde tot een onconventionele sequel, The Barefoot Emperor. Een even absurde maar meer urgente, politiek geladen film. Met iconische acteurs als Geraldine Chaplin en Udo Kier.
Apocalypse Now, Platoon, Saving Private Ryan, Paths of Glory, Das Boot, The Thin Red Line en Cross of Iron sieren de meeste lijstjes van beste oorlogsfilm ooit. Mooie titels maar de absolute toppers komen wat ons betreft uit Rusland: Ivan’s Childhood van Andrei Tarkovski en Come and See van Elem Klimov, nu in gerestaureerde versie uit op Blu-ray.
“I knew that fantasy was passing into reality. Have you ever experienced that? It’s like stepping into a mirror.” Het is van de talrijke fraaie dialoogzinnen in The Comfort of Strangers, de dramatische thriller van Paul Schrader geschreven door Harold Pinter naar een roman van Ian McEwan.
Cultsucces kan schadelijk zijn. Zo stond Tobe Hooper een carrière lang in de schaduw van The Texas Chainsaw Massacre. Maar het prettig gestoorde Eaten Alive geeft aan dat de horrormeester zijn schriftuur telkens aanpaste ook al bleef hij focussen op marginaliteit en het verdrongene.
Met zijn de-buurman-is-een-vampier regiedebuut Fright Night reanimeerde de Amerikaanse cineast Tom Holland 35 jaar geleden een vergeten genre. Het door de Ierse schrijver Bram Stoker uit Oost-Europese folklore gepuurde Dracula personage maakte daarna nog verschillende transformaties door maar de vampier beet zich vast in zijn herwonnen populariteit.
The Man with the Golden Arm schreef geschiedenis dankzij de iconische generiek van Saul Bass en Otto Premingers ongemeen realistische schets van drugsverslaving. Het was echter ook een extreme tragedie over obsessie.
Terwijl de meeste documentaires kunst associëren met schoonheid en creativiteit legt cineaste Oeke Hoogendijk (Het Nieuwe Rijksmuseum) in Mijn Rembrandt de link tussen kunst en obsessie, tussen de drang om te scheppen en de drang om te bezitten. Daarbij ontstaat een heel nieuw documentair subgenre: de kunsthistorische thriller.