Asif Kapadia’s Diego Maradona: Duivel en God in een voetbalarena.
Nu er in Corona-tijden geen bal meer te zien is in voetbaltempels krijgen we tijd om te genieten van een ‘old school’ documentaire over duivelse voetbalgod Diego Maradona. Asif Kapadia verwent ons met heerlijke korrelige beelden van Argentijnse virtuositeit en eivolle stadions maar gaat net als in Senna en Amy op zoek naar de link tussen imago en tragedie.
“Ik ben zwart of wit, ik zal nooit grijs zijn” zei de Argentijnse voetballegende Diego Maradona. En “ik maak goals en fouten.” Een kleurrijke figuur die tegelijk held en schurk is, dat is natuurlijk een ideale protagonist voor een modern shakespeariaans drama. Tot dat besef was Emir Kusturica reeds gekomen maar zijn Maradona by Kusturica (2008) botste op het ego van de Servische filmmaker en een handvol andere filmmakers deed niet veel beter. Daardoor kon de Britse documentairemaker Asif Kapadia (°1972), die met Senna en Amy al de tragiek van supersterren aansneed, anno 2019 nog een verfrissende documentaire maken over deze sterk gemediatiseerde iconische voetballer.
Diego Maradona begint chaotisch en kinetisch. Terwijl een colonne auto’s door de Italiaanse stad Napels racet op 5 juli 1984 zien we flitsen van Pluisje, Diego Armando Maradona. Voetbalhoogstandjes, gebroken enkel, een lachende Maradona, een vechtpartij op een voetbalveld, het gescheurde truitje van Barcelona, familieleden en fans, een van ‘het spelletje’ genietende 18-jarige,… Ups en downs, een achtbaanrit die leidt naar (voetbalclub) Napels en de zeven jaar daar die het hoogtepunt van Maradona’s carrière vormden maar ook het begin van zijn ondergang inluidden.
De zenuwachtige sfeer en het wervelende tempo tijdens de begingeneriek van Diego Maradona sluit perfect aan met de bestemming, het Stadio San Paolo van SSC Napoli. Een betonnen bunker, die tijdens voetbalwedstrijden verandert in de hel van Napels, waar Maradona in verdwijnt. Hij wordt door de catacomben geleid om als nieuwe speler voorgesteld te worden aan pers en publiek. Boven zijn hoofd schreeuwen en zwaaien supporters, fotografen omcirkelen hem en wanneer hij achter een tafel met de even excentrieke als arrogante clubvoorzitter wordt geduwd blikt de nieuwe vedette van Napels schichtig naar de fans die door een rooster in het plafond meekijken.
“Het lijkt wel zijn intrede in een amfitheater,” zegt Kapadia in de audiocommentaar van de dvd, “de voetballer die Barcelona ontvluchtte om rust te vinden wordt voor de leeuwen geworpen en lijkt niet te beseffen wat hem overkomt. Vanaf dit moment wordt zijn leven pas echt turbulent.” Ook al omdat ‘gladiator’ Maradona een echte publieksspeler was. Iemand die met zijn dribbels, loopacties en doelpunten de show verzorgde.
Maar ook iemand die energie haalt uit de van de tribunes rollende emoties. Het is geen toeval dat de van gestalte kleine voetballer grote tegenstanders aftroeft, als een soort David die tegen Goliath zijn grinta, snelheid, timing en techniek inzet. Underdog Maradona paste bij het nietige Napels, de luis in de pels van Italiaanse giganten als Juventus, AC en Inter Milaan. Niet toevallig machtige elftallen uit het rijke Noorden van Italië. Met supporters die neerkeken op de ‘marginale’ supporters van het arme Napels. We krijgen ook toe zien hoe Maradona en zijn ploegmaats energie putten uit beledigende spandoeken en spreekkoren (zinspelend op een gebrek aan hygiëne bij Napolitanen). De wraak is zoet, de vreugde groot wanneer Maradona de blauw-witten naar de landstitel voert.
De symboolwaarde van de Argentijn voor N apolitanen in de greep van armoede en maffia (en de reden waarom zijn portret in vele gezinnen naast dat van Jezus aan de muur hing) komt goed uit de verf in Diego Mardona. Net als, en dat is zelden het geval in documentaires over voetbal (we willen het nog niet over speelfilms hebben), het voetbaltalent van Maradona en zijn vermogen zich aan te passen aan het harde, rudimentaire Italiaanse voetbal doorgaans eerder geschikt voor krachtpatsers dan voor virtuozen. Maar Asif Kapadia is een Brit en een nationaal trauma, de fameuze frauduleuze goal gescoord met ‘de hand van God’ tijdens de kwartfinale van de Wereldbeker Voetbal 1986 in Mexico tussen Argentinië en Engeland, krijgt dan ook een cruciale plaats in de documentaire.
Voor Kapadia is het de aanleiding om twee aspecten van Maradona’s persoonlijkheid te benadrukken: de bedrieger en het genie. Met een briljant tweede doelpunt van de slalomende Maradona in dezelfde wedstrijd als illustratie. Ook in Senna en Amy kwam hij al gevaarlijk dicht bij het romantische cliché dat sport en entertainment sterren niet kunnen zonder een persoonlijkheid die zowel een lichte en een donkere kant heeft waardoor ze manisch-depressief ogen. Uiteraard klopt het dat Maradona zoals iedereen goede en slechte kanten, sterktes en zwakheden, had maar de impact van de maffia, zijn drugsverslaving en de mediatieke mallemolen verdwijnt hier te zeer naar de achtergrond.
Kapadia voert Fernando Signorini, de trainer van Maradona, op om de gespleten persoonlijkheid van de Argentijn te duiden. Volgens hem was er aan de ene kant Diego – de lieve en onzekere jongeman van bescheiden afkomst – en aan de andere kant Maradona, de zelfzekere en arrogante voetbalgod. Voor de eerste zou hij alles doen, aan de tweede wil hij geen tijd verspillen. Diego Maradona bouwt hierop verder en illustreert het conflict tussen het imago (hoe hij gezien wordt) en de identiteit (hoe hij is) van het voetbalicoon.
Ondanks het feit dat Kapadia toegang kreeg tot het beeldarchief van Maradona en verwanten aan het woord laat, komen we van die identiteit echter niet veel te weten. Waar we wel fragmenten van te zien krijgen is, naast imago en identiteit, een derde aspect: het zelfbeeld van Maradona. We vernemen (gedeeltelijk) hoe hij zichzelf ziet en dat gebeurt met een ontwapenende eerlijkheid. Dat levert, zeker wanneer zijn lange ontkenning van een buitenechtelijke zoon aan bod kot, niet altijd een fraai beeld op maar maakt de vedette wel menselijk.
Daardoor wordt het vertrouwde verhaal van de getalenteerde jongeman die succes kent om daarna zijn ondergang tegemoet te snellen ook een humane tragedie. Tegelijk maakt Kapadia ook Maradona’s passie voor voetbal, “het geluk straalde vaak van zijn gezicht op een terrein” zegt de documentairemaker in de commentaar, overduidelijk. De kracht van Diego Maradona is dat de doc deze passie in dit plezier laat botsen met het nationalisme en het verdriet/de woede van ‘zijn’ even gepassioneerde supporters wanneer hij tijdens de wereldbeker in Italië het thuisland (zijn adoptieland) moet uitschakelen. Goed wetende wat dat met zijn populariteit (en zijn toekomst) zal doen.
Maradona’s passie en loyaliteit dwingen hem echter tot wat haast zelfvernietiging is. Maar tegelijk ook de enige optie. Op dat moment krijgt Pluisje iets heroïsch. Meer dan bij zijn andere voetbal triomfen. Meer ook dan bij het rebelse gedrag dat hij vertoonde in de periode die niet behandeld wordt door Kapadia. Al zijn we blij dat Diego Maradona ook een flard van zijn briljante actie tegen België in Mexico. Dat was ook even vloeken en (toe)juichen.
IVO DE KOCK
DIEGO MARADONA: regie: Asif Kapadia; UK – 2019 – 124′; met Diego Maradona, Pelé, Claudia Villafañe; scenario Asif Kapadia; muziek Antonio Pinto; montage Chris King; FILM: **** / EXTRA’S: *** (commentaar, verwijderde scènes); distributie: Cinéart.