De bekroning begin dit jaar van Gianfranco Rosi’s op het Italiaanse eiland Lampedusa gedraaide Fuocoammare tijdens het filmfestival van Berlijn was, op het hoogtepunt van de Europese vluchtelingencrisis, een duidelijk politiek statement. Maar de Gouden Beer winnaar is ook een heel sterke documentaire die ons een emotionele mokerslag toedient.
“Wat ons boeit is de dynamiek tussen een gebouw, de wijk en de mensen die er leven” benadrukte het Franse regieduo Fanny Liatard en Jérémy Trouilh toen ze tijdens Film Fest Gent hun langspeelfilm debuut ‘Gagarine’ vertoonden. ‘Rabot’ hadden ze niet gezien maar de problematiek van Christina Vandekerckhove’s documentaire was vertrouwd sinds de eigen kortfilm uit 2014 die hun in de Franse banlieues spelend fictieverhaal inspireert. ‘Gagarine’ is geen somber sociaal drama maar een hoopvol magisch-realistisch modern sprookje over solidariteit, veerkracht en verbeelding.
“Gemma Bovery draait om verbeelding maar vooral ook om verlangen” zegt Anne Fontaine, “dat blijft me fascineren en zorgt ook bij elke nieuwe film voor spanning. Want verlangt het publiek naar jouw creatie? Je kan het maar hopen”.
Girl, het in Cannes met prijzen overladen langspeelfilmdebuut van de jonge Gentenaar Lukas Dhont opent de 45e editie van Film Fest Gent. Dhont kreeg terecht lof voor de subtiele en respectvolle benadering van de transgenderthematiek. Maar Dhont is vooral ook een rastalent, iemand die zijn verhaal heel cinematografisch weet te vertellen. Op zo’n manier dat duidelijk wordt dat hij dit verhaal van een vijftienjarige ballerina die als jongen geboren wordt maar vrouw wil worden, absoluut moest vertellen. En dat enthousiasme werkt aanstekelijk.
De Franse cineaste Rebecca Zlotowski maakt films om het leven te intensifiëren. Eerst het impressionistisch fragiel coming-of-ageverhaal Belle épine en nu het expressionistisch giftig liefdesverhaal Grand Central. Opnieuw met een energieke Léa Seydoux.
“De toeschouwers zijn al die geprefabriceerde, voorspelbare films beu,” zegt Benoît Delépine, “ze willen verrast worden door ongewone onderwerpen en onverwachte filmwijzen”. Samen met Gustave Kervern serveert hij ons daarom de anarchistische komedie Le Grand Soir, waar naast Benoît Poelvoorde en Albert Dupontel zijn eigen hond de show steelt. “Hij is een echte punk, ongemanierd en oncontroleerbaar, de tegenpool van de viervoeter in The Artist!”
Met haar vierde langspeelfilm Home scoort Fien Troch niet enkel op filmfestivals maar breekt ze ook door bij een ruimer publiek. Ook al blijft ze met de Film Fest Gent winnaar trouw aan haar centrale thema, communicatiestoornis tussen generaties, en maakt ze nog altijd cinema die wringt. Home focust op de randleeftijd der jongvolwassenheid en serveert ons een complex drama zonder helden of happy end. In een energieke, documentaire filmstijl die even heftig is als de emoties van de protagonisten.
Met haar vierde langspeelfilm Home blijft Fien Troch focussen op communicatiestoornissen. Maar ditmaal is haar documentaire filmstijl even heftig als de emoties van de protagonisten.
De toekomst van horror? “Het is een hele eer wanneer je idool Quentin Tarantino je zo noemt,” zei Eli Roth (°1972) toen we de regisseur van Hostel in Rome belden, “maar zelf zie ik me zoals Rob Zombie, Alexandre Aja, Park Chan-wook en Neil Marshall, mensen die de films willen maken waarmee ze opgroeiden”.
“Kunst trekt ons aan door wat het onthult over ons geheime leven” merkte Jean-Luc Godard op. Wie de functionering van mannelijke kameraadschap wil onderzoeken, wordt op weg gezet door de in Sundance, Cannes en Deauville (Revelatieprijs) enthousiast onthaalde zedenkomedie Humpday. “Ik wou geen farce maken, wel een authentieke, menselijke film” zegt Lynn Shelton, die haar statuut van onafhankelijk filmmaker koestert “omdat het mijn ziel voedt”.