Interview Lynn Shelton: Humpday is een authentieke, menselijke film

mei 27, 2017   //   by Ivo De Kock   //   actueel, film, interview  //  No Comments

HUMPDAY

“Kunst trekt ons aan door wat het onthult over ons geheime leven” merkte Jean-Luc Godard op. Wie de functionering van mannelijke kameraadschap wil onderzoeken, wordt op weg gezet door de in Sundance, Cannes en Deauville (Revelatieprijs) enthousiast onthaalde zedenkomedie Humpday. “Ik wou geen farce maken, wel een authentieke, menselijke film” zegt Lynn Shelton, die haar statuut van onafhankelijk filmmaker koestert “omdat het mijn ziel voedt”.

“Ik begon als toneelactrice, verhuisde van Seattle naar New York, maar theater vervulde mijn creatieve noden niet,” vertelt Lynn Shelton (°1965), “je bent als acteur machteloos, je moet afwachten, en daar had ik het moeilijk mee. Als gediplomeerde fotografe besloot ik visueel kunstenaar te worden maar monteren bleek lang de enige marketingbare vaardigheid waarmee ik kon overleven. Tot ik bij mijn terugkeer naar Seattle van de nonprofit studio The Film Company We Go Way Back mocht maken. Tijdens de opnames besefte ik dat regisseren mijn roeping was”.

HUMPDAY

Voor een doorbraak was het wachten op haar derde. Humpday opent clichématig. Routine bedreigt het huwelijksleven van Ben en Anna. Tot de ‘gekke’ studievriend Andrew de rust komt verstoren. Interessant wordt het pas wanneer de twee mannen het plan opvatten een pornofilm te maken voor het amateurfilmfestival Hump. Zichzelf casten als acteurs en voor de camera seks hebben met elkaar lijkt tijdens een in drank gedrenkt bohémienfeest cool, maar het ook doen én opbiechten aan Anna blijkt minder evident. Wat volgt is een subtiele, karaktergedreven zedenkomedie die de angstige mannen in hun blootje zet.

Is dit een film over mannelijke vriendschap of over het zoeken naar seksuele identiteit?

LYNN SHELTON: Humpday gaat vooral over vriendschap, huwelijk en de vaststelling dat we niet zijn wie we dachten te zijn. Seksuele identiteit speelt op de achtergrond, maar alles draait wel om relaties. Het huwelijk is daarbij even belangrijk als de vriendschap. Wanneer je niet geeft om Anna en Bens relatie, werkt de rest niet. Want de spanning is verbonden met ‘hoe gaan ze het vertellen’ en ‘wat gaat er met het huwelijk gebeuren’.

Het is mijn derde film. De eerste maakte ik heel traditioneel. Ik bedacht personages, schreef een scenario en zocht dan medewerkers. Mijn volgende films ontstonden in samenwerking. Het begon met iemand met wie ik wou werken en rond wie ik cast en film bouwde. Bij Humpday Mark Duplass. Het klikte tussen ons als filmmakers toen ik hem ontmoette op de set van True Adolescents. Samen met zijn broer Jay maakte Mark The Puffy Chair en Baghead. Hij gaf me een idee voor een nieuwe film. Hump is een bestaand festival en gesprekken over de vertoonde homoporno zetten me aan het denken over de relatie tussen hetero’s, hoe gehecht ze aan hun seksuele identiteit zijn, hoe gespannen hun relatie met homoseksueel zijn is.

Het valt op hoe moeilijk mannen die helemaal niet homofoob zijn het hebben met homoseksualiteit. Ze hebben echt angst. In een hedendaags klimaat waar het niet cool is om homofoob te zijn krijgen mannen zoals Andrew en Ben het moeilijk. Zeker wanneer in het Dionysus huis iedereen open over seks denkt. In die omgeving is het normaal om amateurporno te draaien en ze willen daarmee bewijzen dat ze cool zijn, even hip als iedereen. Maar het blijkt een strijd. Met Mark sprak ik over het feit dat personages uit hun gewoontes halen en ze plaatsen in een situatie die buiten hun comfortzone ligt, het beste startpunt voor een verhaal is. Dat is voor deze twee mannen het idee seks te hebben met elkaar voor een camera.

HUMPDAY

Was Humpday mogelijk geweest binnen het Hollywoodsysteem?

SHELTON: Nee, slechts een onafhankelijke productie kon ons de vrijheid geven om risico’s te nemen. Wanneer we verantwoording hadden moeten afleggen aan investeerders zou de film niet gemaakt zijn. Qua distributie had ik geen verwachtingen, mijn enig doel was binnenraken op het Sundance festival en toen de film er werd vertoond ontstond er tussen verdelers een opbod. Met de selectie voor de Quinzaine des Réalisateurs in Cannes was de droom compleet.

Kon het gebeuren elders spelen dan in Seattle, Washington?

SHELTON: In Seattle is er niet alleen dat filmfestival én een sterke holebigemeenschap, er leeft ook een seksueel heel open subcultuur. Het alternatieve culturele weekblad ‘The Stranger’ sponsort het door hun hoofdredacteur Dan Savage gestichte festival Hump. Seattle was voor dit verhaal de natuurlijke habitat maar ik vermeed bewust landmarks zoals de Space Needle. Ik heb er een missie van gemaakt om die nooit in mijn films te tonen. Het is leuk dat mensen die Seattle kennen me zeggen dat het aanvoelt en eruitziet zoals Seattle. Dat wou ik op een onnadrukkelijke manier bereiken. Ooit zal ik elders films maken, maar mijn drie films spelen zich af in deze omgeving. Dat is waar ik leef, daar doe ik mijn inspiratie op.

Hoe groot was de bijdrage van de acteurs?

SHELTON: Heel groot. De reden waarom ik acteurs snel benader is dat ik ze graag betrek bij de ontwikkeling van personages. We begonnen met Mark en nodigden snel Joshua Leonard uit. Enkele maanden daarna Alycia Delmore. Ik wil scènes niet te precies uitschrijven voor ik weet hoe de personages er zullen uitzien. Daarom benader ik acteurs niet met een volledig uitgewerkt script. Ik vraag hen om de personages mee uit te werken. Mark en Joshua wonen in LA en in een tijdspanne van 18 maanden voerden we via i-chat conferencing sporadisch gesprekken.

Met hun input schreef ik een scenarioversie uit. We bedachten ook een historiek voor elk personage. Geen enkele dialoog was uitgeschreven. Op de set beschikten we over een outline met de inhoud van elke scène maar ik liet de acteurs hun eigen woorden bedenken. We namen alles met twee camera’s op. Dankzij mijn achtergrond als monteur wist ik welke ingrediënten ik nodig had. We werkten met takes van 10 tot 15 minuten die ik herleidde tot scènes van 5 minuten. Als controlefreak lag deze onorthodoxe werkwijze moeilijk maar ik leerde dat samenwerking voor een betere film zorgt.

De sleutel is controle uit te oefenen op het gepaste moment, de juiste mensen uit te nodigen en te werken met een kleine crew. In de montagekamer kan ik de film dan schrijven. We hadden de luxe om in continuïteit te kunnen draaien. Wanneer we iets moesten aanpassen konden we dat in de volgende scène meenemen. We kenden de emotionele inhoud van elke scène, wisten wat bereikt moest worden. Na een eerste take spraken we over wat wel en wat niet werkte en zo schaafden we dingen bij. Maar we deden meestal slechts twee tot drie, maximum vier, takes.

Wist je vooraf wat er zou gebeuren in de laatste scène?

SHELTON: Dat was het enige wat ontbrak. We hadden de scène maar het eindigde aan de deur van de hotelkamer. Het was de laatste scène die we opnamen en we wilden het openhouden om de dynamiek en suspense te bewaren. De crew bestond slechts uit mezelf, de cameraman, de geluidsman en acteurs. We sloten ons op om 7 uur ’s avonds en kwamen buiten om 7 uur ’s morgens. Het werd een geïmproviseerde, op de set geschreven, scène die we sectie per sectie aanpakten. Ik zei hen ‘jullie wèrden deze personages, beleef gewoon de scène’. Totale eerlijkheid dus en het had op geen andere manier kunnen eindigen.

Het verhaal balanceert op de grens van drama en komedie. Waarom helt het over naar het komische?

SHELTON: Ik maakte nog nooit een zuiver drama maar ik ben ook niet geïnteresseerd in een farce. Voor mij gaat het om een balans, humor en dramatiek gaan hand in hand. Ik hou van humor die uit een vreemde maar echte plaats komt. Iets dat herkenbaar is en pijn kan doen terwijl het grappig en waar blijft. Maar ik wou geen pure komedie maken. Zaken waar het meest om gelachen wordt, zoals wanneer Andrew zich verspreekt en Anna Ben ter verantwoording roept, filmden we heel ernstig. Het was immers een crisis in hun leven.

Zou het gegeven werken met vrouwen in de hoofdrol?

SHELTON: Ik denk van niet. Mannen zijn zo testosterongedreven, zo competitief dat ze een put voor zichzelf graven en ‘t blijven uitdiepen. Het is moeilijk om vrouwen zich zo dwaas te laten gedragen. De act zelf zou geen strijd geweest zijn voor vrouwen, wij zijn niet zo fanatiek gehecht aan onze seksuele identiteit. Vrouwen hebben ook niet dezelfde liefde/haat verhouding met elkaar als mannen. Wanneer ze geïnteresseerd zouden zijn om het te doen zouden vrouwen het gewoon gedaan hebben. De uitdaging zou dan ook niet hetzelfde gewicht hebben gehad.

Waarom castte je jezelf?

SHELTON: Omdat ik niemand kende die de rol beter zou doen. Ik had een specifieke visie op het personage en ik wist niet of ik dat kon overbrengen. Het probleem was dat ik het personage te veel in mijn hoofd ontwikkeld had. Wanneer ik er iemand anders vroeger bij betrokken had zou dat niet gebeurd zijn. Ik weet ook niet goed hoe audities te organiseren, ik kan acteurs geen tekst laten lezen. Ik zoek mensen die in andere films verwante zaken deden. Instinctief moet ik het gevoel hebben dat ze het aankunnen. Praten helpt meer dan audities.

Hoe reageerde de homogemeenschap op de film?

SHELTON: Grotendeels positief. Sommigen waren ontgoocheld over het einde. Maar het feit dat het zo’n strijd is voor deze kerels, bevalt velen. In Amerika zijn er mensen die vinden dat homo’s geen rechten hebben omdat ze niet homoseksueel moeten zijn maar er voor kiezen. De film zegt ‘we zijn wie we zijn, je kan niet zomaar kiezen om iets anders te zijn’. Het einde is voor mij authentiek, in overeenstemming met de personages.

Dit is je derde film. Merk je een evolutie?

SHELTON: Ik hoop het. Ik leer van elke film iets zodat ik de lat telkens hoger kan leggen. Met mijn tweede film, My Effortless Brilliance, wou ik naturalisme bereiken, werken met improvisatie en toch een structuur bewaren. Voor mijn derde film zocht ik een sterke narratieve drive. Ik denk dat ik de volgende keer mijn camera verander om het licht beter te vatten. Ik ben bezig met een traditioneel scenario maar de producenten en acteurs die met me willen werken waarderen mijn werkmethode. Misschien gooi ik het scenario nog overboord ten voordele van de acteurs. Ik ontwikkel enkele grotere projecten maar wil eerst nog een klein project maken. Ik hoop alleszins elk jaar een film te maken.

INTERVIEW FESTIVAL DE DEAUVILLE – 9 SEPTEMBER 2009

IVO DE KOCK

(Artikel verschenen in FILMMAGIE, n° 598, oktober 2009)

HUMPDAY: komedie / reg. & sce. Lynn Shelton / fot. Benjamin Kasulke / mon. Nat Sanders / muz. Vinny Smith / act. Mark Duplass (Ben), Alycia Delmore (Anna), Joshua Leonard (Andrew), Lynn Shelton (Monica), Trina Willard (Lily) / prod. Lynn Shelton / USA / 2009 / 95’ / dis. Imagine

HUMPDAY

 

Leave a comment