Na het cerebrale Ex Machina heeft de jonge Britse sciencefiction meester Alex Garland met het emotionele en karaktergedreven Annihilation een boekverfilming gemaakt die onder je huid kruipt. Een staaltje verontrustende cinema verwant met Solaris èn Stalker. Met dank aan een bevreemdende, angstaanjagende sfeer. De industrie wist er geen raad mee.
Zeven jaar na zijn paranoïde existentialistisch epos Synecdoche, New York keert Charlie Kaufman terug als regisseur met een nieuw verhaal over de desintegratie van een ego in een onmenselijk geworden samenleving. Alleen is het samen met Duke Johnson geregisseerde Anomalisa een stop motion animatiesprookje dat onderzoekt wat het betekent om mens(elijk) te zijn in een wereld die bijna volledig bevolkt wordt door clonen.
“Jean Renoir zei dat je steeds opnieuw dezelfde film maakt,” vertelde Mike Leigh aan de pers in Cannes, “volgens mij heeft hij gelijk. Ik maak telkens weer films die kijken naar het leven”. De regisseur van Secrets & Lies, Vera Drake en Happy-Go-Lucky focust in de vier seizoenen-kroniek Another Year op een willekeurig jaar uit het leven van burgers uit de Britse middenklasse. “Dit soort films bevat geen boodschap,” stelt Leigh, “ze stimuleren het publiek om na te denken over een ruim gamma zaken”. Zelf peilt hij met zijn wichelroede naar de bronnen van het leven.
Net wanneer de Marvel superhelden leken meegesleurd te worden in een spiraal van kinetische actie en uitpuilende teams duiken er films op die met hun kleinschaligheid, karaktergedreven plots, humor en surrealistische inslag verfrissend ogen. Films die meta-cinema én een knotsgekke trip zijn: Spider-Man: Into the Spider-Verse en Ant-Man and the Wasp.
Edward Dmytryk (The Caine Mutiny) was een vrij klassiek Amerikaans cineast die uitblonk met enkele film noirs (Crossfire, Murder My Sweet) en een helaas in de vergetelheid gesukkeld oorlogsdrama: Anzio. Een atypische oorlogsfilm die niet focust op een succesvolle militaire operatie maar op fouten en op de prijs die daarvoor in mensenlevens betaald wordt.
‘The End‘. Met dit nummer uit het debuutalbum van The Doors opent Apocalypse Now, de ultieme Vietnamfilm uit 1979. 40 jaar later tracht een 80-jarige Francis Ford Coppola met een Final Cut de film die hem is gaan symboliseren los te laten. “I”ll never look into your eyes again.” Het is nu aan de kijker om van de filmtrip een eindeloos avontuur te maken.
“Appaloosa is een klassieke western over het einde van een tijdperk en het einde van een zekere individuele vrijheid” aldus acteur Viggo Mortensen in Deauville, “doordat vriendschap centraal staat is het verhaal actueel. Maar ik ben blij dat Ed Harris bewust aansloot bij de traditie van de allerbeste westerns”.
François Truffauts liefde voor lichtjes cryptische autobiografische films die zonder nostalgie iets zeggen over het heden wordt door weinig Franse cineasten gedeeld. Uitzondering op de regel is outsider Olivier Assayas die met Après mai een complexe kroniek over de kinderen van mei 68 maakt, een companion piece op zijn seventies adolescentenverhaal L’Eau froide.
Bij een comics adaptatie waar het universum opgehangen wordt aan een superheld die half-mens en half-zeewezen is dreigt een oceaandiepe valkuil: de neiging om parodiërend afstand te nemen van dwaasheid en zo juist een dwaze film te maken. Dat vermijdt James Wan in zijn DC Comics prent Aquaman, een pretentieloze fantasiereis door een onderwaterwereld.
Er wordt in Vlaanderen opvallend veel gekeken én gelonkt naar Hollywood door aanstormend jong filmtalent. Na Welp (Jonas Govaerts) en Black (Adil El Arbi en Bilall Fallah) lijkt ook de romantische modderthriller D’Ardennen een spontane sollicitatie voor een plek in de droomfabriek. Maar Robin Pront wil er films met een ziel maken, auteurcinema met schwung.