Al te vaak is in films een sterfgeval een faits divers, de dood een betekenisloos hobbeltje in de plotlijn. Niet zo in Catherine Corsini’s Trois Mondes. Een overlijden is er belangrijk. De dood van een man wordt niet snel vergeten in de daaropvolgende scènes. Want de ethische keuzes waarrond alles draait zijn er mee verbonden.
Hoe snel technologie evolueert merk je aan Tron, een experimentele Disney-film uit 1982 die voor was op zijn tijd maar nu al verouderd lijkt. De combinatie van live action en computergegenereerde beelden was revolutionair, maar ondertussen is CGI ingeburgerd en geperfectioneerd. Wat de film echter nog altijd genietbaar maakt is dat de makers erin slagen een heel eigen cartoonwereld met nieuwe
stripfiguren en een microchipbeschaving te creëren.
Af en toe verrast Hollywood ons door films te maken die ergens over gaan. Films zoals Trumbo, een drama dat de heksenjacht op vermeende communistische sympathisanten in Hollywood in de jaren vijftig als onderwerp heeft. Een foutloze historische analyse van de zwarte lijst is het niet geworden en het verhaal van het communisme in Amerika wordt hier evenmin verteld maar de film van Jay Roach toont wel de impact van fanatisme en repressie op individuen en de samenleving.
Jason Reitman balanceerde in Thank you for smoking en Up in the air ietwat gekunsteld tussen ernst en humor maar in de films die hij draait naar een scenario van Diablo Cody krijgt zijn mix van lichtvoetigheid en zwaarmoedigheid iets authentiek. Dat was zo in Juno en Young Adult, en dat is opnieuw het geval in het moederschapsdrama Tully.
Met zijn derde langspeler tracht Steve McQueen de gruwelen van de slavernij fysiek voelbaar te maken. De Britse regisseur van Hunger en Shame vertelt met 12 Years a Slave het waargebeurde verhaal van een vrij man die na ontvoering twaalf jaar (over)leeft als slaaf en zo ondervindt hoe dehumanisering, uitbuiting en racisme werken. Een oerkrachtfilm met Oscar-potentieel maar helaas nièt het ultieme slavendrama.
Op de vraag waarom hij films maakt antwoordde Monte Hellman (°1932) ooit “om het leed van mijn leven te dragen”. Roger Corman-leerling Hellman is wat de Fransen een cinéaste maudit noemen, een regisseur met meer onafgewerkte projecten en kritische roem dan (commercieel) succesvolle films. Maar met wel één absolute cultklassieker: roadmovie Two-Lane Blacktop.
Colson Whiteheads zowel literair als politiek overweldigende roman ‘De ondergrondse spoorweg’ werd in 2016 meteen onder lof bedolven. Terecht want de auteur fileert in zijn Pulitzer Prize winnaar de geschiedenis van de slavernij in Amerika op even briljante als magisch-realistische wijze. Verfilming van deze instant klassieker leek onbegonnen werk tot Oscarwinnaar Barry Jenkins (‘Moonlight’) in 2021 van ‘The Underground Railroad’ een eigenzinnig tiendelig televisie epos maakte. Kort nadat de Ondergrondse Spoorweg opdook in de biopic ‘Harriet’ en Samuel L. Jackson er naar refereerde in de documentaire reeks ‘Enslaved’.
Het postmoderne cultmeesterwerk Under the Silver Lake bleef ondanks een Cannes selectie wat onder de radar maar David Robert Mitchells opvolger van It Follows houdt Panos Cosmatos’ prettig gestoorde Mandy van de titel ‘cultfilm van het jaar’. De met een popsaus overgoten film noir ontluistert op hilarische, knotsgekke wijze de mythe van Hollywood.
“Last year I spent 322 days on the road, which means I had to spend 43 miserable days at home.” Zo klinkt een satire geschreven door Diablo Cody en geregisseerd door Jason Reitman: Up in the Air.
George Clooneys personage in Jason Reitmans Up in the Air – een kruising tussen satire en rampenfilm – fungeert als een doodsengel van het kapitalistisch systeem. In een samenleving waar sociale netwerken de plaats innemen van intimiteit is Ryan Bingham een onheilsboodschapper die werknemers niet alleen hun job maar ook hun privéleven afneemt. Net zoals Juno is Bingham een spirituele antiheld, maar dan wel een trieste. En in tegenstelling tot het cynische Thank You for Smoking wordt de tristesse wèl tastbaar. Ondanks het rugzakje hoop dat de kijker meekrijgt.
Jason Reitman combineert het harde realisme van testimonials (een indrukwekkend ‘j’accuse’ van slachtoffers doorbreekt het fictiekader) met de dromerige sfeer van een romantische komedie (de “you can’t go home again”-boodschap wordt zo in extremis omgekeerd). De toon wordt meteen gezet via de inventieve credits ontworpen door Shadowplay. Dat kleine bedrijf maakte ophef met de geanimeerde credits van de verrassingshit Juno en levert andermaal briljant werk af. Even dramatisch als de generiek die Saul Bass voor Alfred Hitchcocks North by Northwest ontwierp. Volgens medeoprichter Gareth Smith is Shadowplay een “boutique studio gespecialiseerd in motion graphics, visuele effecten en design van generieken”.
George Clooneys personage in Jason Reitmans Up in the air – een kruising tussen satire en rampenfilm – fungeert als een doodsengel van het kapitalistisch systeem. In een samenleving waar sociale netwerken de plaats innemen van intimiteit is Ryan Bingham een onheilsboodschapper die werknemers niet alleen hun job maar ook hun privéleven afneemt. Net zoals Juno is Bingham een spirituele antiheld, maar dan wel een trieste. En in tegenstelling tot het cynische Thank You for Smoking wordt de tristesse wèl tastbaar. Ondanks het rugzakje hoop dat de kijker meekrijgt.
Alles begon met de kortfilm This Guy is Falling. “Ik heb Jason Reitman voor het eerst ontmoet op het Sundance Festival in 2000,” zegt Smith in een bonusdocumentaire, “onze twee kortfilms liepen dat jaar gelijktijdig in het kortfilmcircuit. Jason zag onze film en hield enorm van de combinatie van live-action en animatie. Dat is de reden waarom hij onze hulp inriep voor Thank You for Smoking”. Het begin van een vruchtbare samenwerking. “Wij deden intussen alle begintitelsequenties van Jason: grafisch design voor Thank you for Smoking, illustraties en tekeningen voor Juno, montage voor Up in the air” stelt Smith. Een toeval is dat niet: “Er zitten vele thema’s en emoties in Jasons films, en we zitten op dezelfde golflengte wat de creatieve filosofie van titelsequenties betreft. Het biedt namelijk de kans om het publiek in de juiste geestesgesteldheid te brengen, vooraleer de film begint”.
Voor Up in the air “zijn de titelsequenties het eerste frame van de film; wat de volgende twee minuten volgt noem ik een tone poem. We moesten het isolement weergeven door naar de wereld te kijken van op een aanzienlijke afstand”. Dat heet dan een uitdaging. “Up in the air was helemaal niet makkelijk,” aldus Smith, “de film is rijper dan de voorgaande en qua thematiek is er heel wat aan de hand. Het is grappig en triest, het gaat over de economische situatie in de VS vandaag,… Anderzijds is de sequentie ook tijdloos. Als bedrijf moeten we het niet zo hebben van technologische snufjes; het mag niet alleen in 2008 of 2009 een goeie film zijn maar ook later moet je er van genieten”.
IVO DE KOCK
(Artikel verschenen in FILMMAGIE, n° 606, juli-augustus 2010)
UP IN THE AIR; Jason Reitman; USA 2009; 108’; met George Clooney, Vera Farmiga, Anna Kendrick; extra’s: commentaar, ‘Shadowplay: Before the Story’, verwijderde scènes, trailers; FILM: ** / EXTRA’S: ** dis. Sony.
“Wat een mens tot een mens maakt is dat we ons eigen gezin belangrijker vinden dan dat van de buren,” zegt Jordan Peele, “we kunnen geen door en door goedaardige wezens zijn als de stammencultuur is ons DNA gebrand is. Dat staat haaks op elke poging om onszelf af te schilderen als goede wezens. We zijn dieren. De evolutie heeft ons zo geschapen. Dit zit in ons DNA zodat we kunnen overleven. Het idee van goed en kwaad tegenover de manier waarop we in elkaar zitten om te overleven. Op dat vlak raken wetenschap en godsdienst elkaar. En het menselijke monster is de gruwel ertussen.” Na Get Out is Us opnieuw intelligente popcorncinema én een gruwelijk verontrustende film.