‘Fast X’ & Hollywood franchises: Staarteters en popcorn voor de ogen
Hoera, voor het eerst sedert lang scoorde Hollywood niet enkel met sequels! Feestje? Nee, franchise blockbusters zoals ‘Fast X’ en ‘Mission Impossible: Dead Reckoning Part One’ doen immers de scheidingslijn tussen bioscoop en attractiepark steeds sterker vervagen. Algoritmes dicteren de wet en zowel de hebzucht van de industrie als het Artificiële Intelligentie spook maken filmmakers kwetsbaar. “Ik wil niet denken dat de beste dagen achter ons liggen,” zegt regisseur-scenarist Richard Linklater, “dat is niet productief.” Maar zoveel is duidelijk: er schort iets aan een droomfabriek die magie en fantasie inruilt voor ‘content’ en ‘multiverses’.
De malaise was tastbaar in Los Angeles deze zomer. Voor de poorten van verschillende Hollywood studio’s lieten stakende scenaristen en acteurs zich horen (ook de vakbonden van o.m. het hotelpersoneel voerden overigens actie in hartje Tinseltown) terwijl de reuze borden die – naast ‘Messi’s burger’ – traditioneel nieuwe filmproducties aankondigen door aangepaste releasedata plots héél ver vooruit blikten. In Universal Studios Hollywood, een mix van pretpark en filmstudio, business as usual. De meest recente Universal hit, Fast X, is er naadloos geïntegreerd in de klassieke ‘achter de schermen’ tour (met locaties uit Psycho en Jaws als hoogtepunten) via een 4DX ride.
Het begin van het einde
Iets met auto’s, pistolen, explosies, races en overvallen. Voor ons met Macbeth echo: “full of sound and fury, signifying nothing.” Best leuk maar niet onvergetelijk. Eigenlijk een perfecte omschrijving van de tiende aflevering in de reeks die in 2001 startte met de stratenracefilm The Fast and the Furious (Rob Cohen). In de making of documentaire van Fast X, eerste deel van wat eerst een slottweeluik was en ondertussen evolueerde tot een slotdrieluik, heeft regisseur Louis Leterrier het over “ongecompliceerd vermaak op een wit doek” terwijl acteur Vin Diesel benadrukt dat “het begin van het einde bewijst dat het onmogelijke mogelijk is.”
Lees: het absurde is er de norm. Het Fast & Furious universum wordt in Fast X zodanig uitvergroot dat er met het surrealisme geflirt lijkt. De situaties ogen vrij absurd, de plotlijnen en stunts zijn té gek. De personages 200% bordkartonnen clichés. De thema’s (wraak, familie, eer) worden extreem in de verf gezet terwijl ‘tot het uiterste gaan’ zowat het leidmotief van de antagonisten is. De filmmakers tarten de natuurwetten én de geloofwaardigheid maar hun pretentieloze aanpak levert ook kijkplezier op. Als popcorn voor de ogen schakelt Fast X vlotjes naar zesde versnelling. Wat betreft knotsgekke actie en zelfparodie.
De Rubiks kubus
Actrice Michelle Rodriguez, vertolker van sleutelpersonage Letty, ziet “een soort Rubiks kubus. Fast X verwijst naar Fast Five, die refereert aan 2 Fast 2 Furious waar aangeknoopt werd met The Fast and the Furious.” Het was Diesel “die persé alles wou verbinden.” Ook regisseur Leterrier zag aflevering 5 als referentie: “Fast Five heeft alles. Het Fast & Furious universum, de personages, de autostunts. En het is een heist film. Zo ontstond het idee om de slechterik uit die film te halen en een flashback te maken naar een ander perspectief. Daarom werd dat segment uitzonderlijk niet digitaal maar op film opgenomen.”
Het ander perspectief van Fast X is een schaamteloze manipulatie van het oorspronkelijke verhaal. De drugsbaron die in aflevering vijf het loodje legt heeft plots een zoon die als een op wraak beluste psychopaat achter de ‘schuldigen’, Dominic Toretto (Diesel) en zijn kompanen, aangaat. Alle remmen gaan los met bloederige gevechten, een bom die door Rome richting Vaticaan bolt en een ballet van auto’s, helikopters en vliegtuigen dat leidt tot een explosief slot. Met dank aan Dante Reyes (een heerlijk over the top acterende Jason Momoa) die gepast voor een hels inferno zorgt.
De eeuwige cirkel
Fast X zwaait nadrukkelijk met een ‘dit is een franchise’ bordje. “Wij zijn een wereldwijde franchise en ik wil de daad bij het woord voegen” stelt Vin Diesel in een making of die uitpakt met het feit dat deze tiende aflevering in o.m. Londen, Rome, Turijn, Portugal, Los Angeles en Rio speelt. Een knipoog, maar ook een uitspraak die aangeeft dat de franchise meta-cinema is geworden. Met afleveringen die enkel over zichzelf en het eigen universum gaan. In elkaar gepuzzeld met scènes (familie’ BBQ, race confrontaties, gevecht) die als bouwstenen vooral herkenbaarheid nastreven maar narratief amper dramatische impact hebben.
“Om de verhaallijnen te verbinden moest dit personage terugkomen in de mythologie” zegt Vin Diesel over het Hobbs personage van Dwayne Johnson (Fast & Furious presents: Hobbs & Shaw) dat (sorry, spoiler) in de post-credit scène de brug slaat naar Fast XI (of Fast X, part two). Op narratief vlak is dit zeker geen must, maar het illustreert wel hoe Fast & Furious een soort ‘ouroboros’ (‘staarteter’ in Oudgrieks en een antiek mythisch symbool) is geworden.
Met name een serie die geen echte vervolgen oplevert of dramatische evoluties uitwerkt maar herhalingen recycleert, als een slang die in haar eigen staart bijt en zo een eeuwige cirkel vormt. Niet als een filosofische bespiegeling op de cyclische aard van het universum (de eeuwige terugkeer van alles is niet meteen een bekommernis voor Dom ‘I live my life a quarter mile at a time’ Toretto) maar als bevestiging dat voor de filmmakers deze franchise een soort ‘loop’ vormt waarbij het Fast & Furious universum zelf de ‘ride’ is.
De filmmaker als DJ
Fast X is meer van hetzelfde, herinnert aan dingen die de kijker al zag en heeft niet echt een einde (aangezien de dood in actie fantasieën sowieso dicht bij een hergeboorte staat). Op zich hoeft dit ‘eeuwige cirkel’ aspect, verbonden met het snijden en plakken van elementen uit eerdere films, niet dodelijk te zijn voor creativiteit. In zijn studie ‘Quentin Tarantino and the director as DJ’ stelt Michael Rennett dat filmmakers als de regisseur van Reservoir Dogs en Pulp Fiction constant sampling technieken gebruiken om een remix cinema te ontwikkelen die draait rond referenties. Een aanpak die past in de huidige “postmoderne, hip hop remix cultuur.”
Rennett stelt dat zoals een diskjockey nieuwe muziek creëert via oude beats, DJ-filmmakers zoals Tarantino referenties creëren via de visuele, auditieve en narratieve aspecten van een film. We zouden kunnen stellen dat de filmmakers ingehuurd voor de Fast & Furious franchise (Justin Lin, John Singleton, James Wan, F. Gary Gray,,…) ook DJ-filmmakers zijn. Alleen hebben deze DJ’s een narcistische reflex. Ze grijpen enkel terug naar het eigen universum. Draaien telkens dezelfde plaat. Terwijl een Tarantino met het meta-aspect creatief aan de slag gaat. Zo zijn de sterren die hij cast, de locaties waar hij draait en de muziek die hij gebruikt voor Tarantino materiaal-met-bagage. Net door dat extraatje te gebruiken creëert hij een universum dat herkenbaar oogt maar ook nieuw.
Succesformule
De Fast & Furious franchise wil enkel kopiëren, het vertrouwde universum reconstrueren zonder dat er sprake is van evolutie of vernieuwing. Fast X gaat nog een stap verder. Niet alleen is er geen nieuw verhaal, er zelfs amper een verhaal of plot. Wat de makers heel graag uitvergroten. Want een absurd spektakel fungeert prima als popcorn voor de ogen. Het publiek blijft immers komen, hoe extreem en van de pot gerukt het entertainment ook is. De weg naar Fast Twenty lijkt ingeslagen.
Mission Impossible: Dead Reckoning Part One (Christopher McQuarrie) en Indiana Jones and the Dial of Destiny (James Mangold), die andere adrenaline en nostalgie gedreven zomer blockbusters, maken duidelijk dat Fast X niet het enige staaltje remix cinema is. Wanneer sequels niet meer werken kunnen we toch gewoon schaamteloos in herhaling vallen, nadrukkelijk cirkels sluiten of remakes nog een keer maken redeneert Hollywood. Dat opent perspectieven voor scenario’s ontwikkeld door kunstmatige intelligentie of digitale reproductie van (afbeeldingen van) acteurs.
De toekomst van cinema
Het sociale conflict in Hollywood draait dan ook rond de toekomst van cinema. Boyhood en Before Sunrise regisseur Richard Linklater trok in Indiewire aan de alarmbel. Dat de kwaliteit van Amerikaanse films daalde wijt hij aan een gewijzigde cultuur en veranderde technologie. Van de jaren zeventig tot de jaren negentig wist film een prominente positie te verwerven. Om die rond de eeuwwisseling kwijt te spelen. “Dat konden we zien aankomen toen men over ‘content’ begon te spreken,” aldus Linklater, “het is moeilijk voor te stellen dat film nog ooit dezelfde culturele relevantie zal hebben.”
De cineast bekijkt de problematiek ruimer. Hij legt een link naar de mate waarin heel wat mensen losgekoppeld raken van de samenleving en van cultuur: “Veel jonge mensen lezen geen boek meer en zijn niet meer op dezelfde wijze bezig met film omdat ze op hun telefoon zitten. Ze hebben niet meer dezelfde nood aan literatuur en cinema. It doesn’t occupy the same space in the brain.” De filmmaker vreest dat we daardoor “niet langer nood hebben aan zingeving via kunst en fictieve werelden.” Vandaar dat de remix cinema van Fast X, popcorn voor de ogen die niets zegt over de wereld, voor het publiek naar meer smaakt. Liggen de beste dagen achter ons? “Je moet vasthouden aan de dingen waarin je gelooft,” stelt Linklater, “je moet geloven dat alles kan veranderen en zaken weer beter kunnen worden.” Dat blijven we hopen.
IVO DE KOCK
FAST X van Louis Leterrier. USA-China 2023, 141’. Met Vin Diesel, Michelle Rodriguez, Tyrese Gibson, John Cena, Alan Ritchson, Jason Statham, Helen Mirren, Brie Larson, Rita Moreno. Scenario Dan Mazeau, Justin Lin & Zach Dean. Muziek Brian Tyler. Fotografie Stephen F. Windon. Montage Dylan Highsmith, Kelly Matsumoto, Corbin Mehl & Laura Yanovich. Extra’s Blu-ray Gag reel, making of documentaires, audiocommentaar. Distributie: Universal.