Quentin Tarantino’s Kill Bill Vol. 1: Amputatie in Tarantinoland

jul 21, 2017   //   by Ivo De Kock   //   actie, cult, film, genre, regisseur, Tarantino  //  No Comments

KILL BILL VOL. 2

Na zes jaar winterslaap is scenarist/regisseur én cultfiguur Quentin Tarantino opnieuw helemaal «alive and kicking» met een visueel uitbundige wraakorgie gesitueerd in een mijlenver van de realiteit verwijderd filmisch universum.

Films zoals Reservoir Dogs, Pulp Fiction en Jackie Brown waren in de woorden van producent Lawrence Bender al «een enkele reis naar Tarantinoland» maar de filmgekke cineast kiest met dit ultragewelddadig vierde proefstuk ronduit voor een minimaal verhaal en een maximale stilering. Bovendien zijn ditmaal twee tickets vereist, want het langverwachte Kill Bill wordt in twee delen uitgebracht. Helaas draait deze forse amputatie op een pijnlijke zelfverminking uit.

KILL BILL

Volume l van het martial artstweeluik oogt en klinkt als briljante cinema maar laat je, tenzij je een blinde verheerlijker of onvoorwaardelijke journalistieke apostel van filmgod Tarantino bent, als op zichzelfstaande film Siberisch koud. Gepast misschien, want de boodschap «revenge is a dish best served cold» opent de beeldenstroom van dit exploitation opus.

KILL BILL VOL. 1

Ondanks de quasi-afwezigheid van de klassieke Tarantino-dialogen («My name is Buck and l came here to fuck» is veeleer een Blaxploitation-citaat) heeft deze pulp trash met voice-over commentaar, opdeling in hoofdstukken en gebruik van tekstborden een literaire inslag. Bron van inspiratie lijkt wel «Heil Hath no Fury (Like a Woman’s Scorn»), ook de titel van Charles Williams pulpboek. We volgen de emotieloze wraakqueeste van «The Bride», een huurmoordenares die door haar voormalige collega’s van de «Deadly Viper Assassination Squad» en hun enigmatische leider Bill voor dood werd achtergelaten na een moorddadige raid op haar huwelijksdag.

KILL BILL

Vier jaar later ontwaakt The Bride behoorlijk «pissed off» uit de coma en begint ze een doodslijstje af te werken. Daarbij stapt ze telkens in een ander genre. Ze is Blaxploitation-heldin Black Mamba in de suburbs, vecht een spaghettiwesternduel uit, creëert een bloedbad in yakuza samoerai stijl en neemt deel aan een door de Shaw Brothers geïnspireerd kungfu-ballet. Bij deze hommage aan zijn favoriete filmgenres werkt Tarantino met citaten en stijlimitaties. De snelle opeenvolging van gevechten (Tarantino heeft het over «een adrenaline-stoot») gaat gepaard met stijlwijzigingen; zwaardgevechten worden getoond in profiel, zwartwit, te midden van een met sneeuw bedekte tuin en onder de vorm van anime.

KILL BILL VOL. 1

Eclecticisme en middelpuntvliedende krachten overheersen in Kill Bill. Eigenlijk moeten we spreken over Kill Bill Vol. 1 want het gaat om de helft van de oorspronkelijk geplande film. De beslissing om de hakbijl boven te halen was van in het begin discutabel. Maar bij het bekijken van de eerste helft/film worden de vragen naar wie (Weinstein of Tarantino?) en waarom (paniek of geldgewin?) verdrongen door de vaststelling dat het gewoon niet werkt.

KILL BILL VOL. 1

Probleem is dat de non-lineaire vertelstijl van Tarantino, niet alleen zijn handelsmerk maar ook zijn kracht, zich niet leent om te worden gehalveerd. Delen kunnen dan wel onderhoudend (m.n. de opening met Nancy Sinatra’s «Bang Bang» en het letterlijk met de deur in huis vallend gevecht in hoofdstuk 1) of spectaculair (hoofdstuk «Showdown at the House of Blue Leaves») zijn, het geheel wordt nooit meeslepend.

KILL BILL VOL. 1

In zijn vorige drie films bouwde Tarantino iets op; sprongen in tijd en ruimte zorgden voor extra informatie die het totaalbeeld wijzigde en meer dramatische kracht gaf. Bij Kill Bill Vol. 1 krijg je dat gevoel van verdieping en groei niet, ondanks de cliffhanger rond het nog levende kind van The Bride en Bill. Het in volgorde vertelde verhaal van The Bride bevat meer dan een zijsprong en blijft in een karikaturale karakterschets steken. Uma Thurman beult zich fysiek af maar geraakt niet verder dan een oppervlakkige look: de vechtmachine met de gele tracksuit (ode aan Bruce Lee maar «who the **** cares»).

KILL BILL

Dat nevenpersonage O-Ren Ishii wél enige achtergrond én karakterontwikkeling krijgt via een animeuitstapje zou er op kunnen wijzen dat Tarantino toch meer ambitie heeft dan kopiëren en stileren. Ofwel leren we het hoofdpersonage beter kennen in Kill Bill Vol. 2? Ofwel is Tarantino in zijn kinderlijk enthousiasme de pedalen kwijtgeraakt? In beide gevallen kan Kill Bill Vol. 1 niet op eigen benen staan, terwijl Tarantino zich in interviews uitslooft om de amputatie te minimaliseren (lees: rationaliseren) en het over «twee films» heeft.

Over de in beeld gebrachte amputaties en verminkingen kan controverse ontstaan. Zeker in combinatie met Tarantino’s uitspraak dat hij «geweld gewoon leuk vindt». Maar het gaat de cineast overduidelijk om filmgeweld, waarbij theatrale actie in een gestileerd filmuniversum speelt en het geweld bewust wordt overdreven (met bloedfonteinen en afgehakte ledematen). Het is moeilijk daarin een realistisch pleidooi voor geweld te zien. Het abstracte, cartoonachtige en quasi surrealistische karakter van het geweld heeft trouwens een vervreemdend effect.

KILL BILL VOL. 1

De zwakte van Kill Bill Vol. 1, nl. het onvermogen emotionele betrokkenheid te creëren, helpt zelfs identificatie te vermijden. Tarantino maakt wél twee uitschuivers. Wanneer hij de gedeeltelijke verlamming van de pas ontwaakte Bride koppelt aan bruut geweld tegen een verkrachter én wanneer hij bij het afhakken van Sophie Fatale’s arm pijn in beeld brengt. Dat laat vermoeden dat Quentin Tarantino, in zijn ambitie om met Kill Bill een onovertroffen meesterwerk te maken, gaandeweg zowel het overzicht als de controle verloor. Waardoor Kill Bill Vol. 1 dubbel frustrerend is: in zijn onvolledigheid én in zijn stuurloosheid.

IVO DE KOCK

(Artikel verschenen in Film en Televisie, n° 537, december 2003)

 

KILL BILL VOL. 1: reg. & sce. Quentin Tarantino / rof. Robert Richardson / mon. Sally Menke / muz. Lars Ulrich & Ennio Moricone / act. Uma Thurman (The Bride/Black Mamba), David Carradine (Bill), Lucy Liu (O-Ren Ishii/Cottonmouth), Daryl Hannah (Elle Driver/California Mountain Snake), Vivico A. Fox (Vernita Green/Copperfield / pro. Lawrence Bender voor Miramax / USA / 2003 / 110′ / dis. KFD

KILL BILL VOL. 1

Leave a comment