De auteurcinema van Fien Troch: Film als doel en als kunstvorm.

mrt 21, 2016   //   by Ivo De Kock   //   actueel, Algemeen, Belgische cinema, regisseur  //  No Comments
Autosave-File vom d-lab2/3 der AgfaPhoto GmbH

FIEN TROCH

“Wel intens om zo de hele tijd in de kijker te staan” blogde Fien Troch (°1978) aan het einde van de promotiecampagne voor Unspoken, haar tweede langspeelfilm. In tegenstelling tot nogal wat collega-filmmakers valt Troch niet op door haar grote mond en dito ego. Ook al oogst ze lof en prijzen voor haar (met ook Een ander zijn geluk en Kid) ondertussen al drie films. Dat succes dankt ze niet aan grootspraak maar aan koppigheid, doorzettingsvermogen en eigenzinnigheid. Aan de verbetenheid waarmee ze aandacht vraagt, niet voor zichzelf maar voor haar films.

Niet toevallig draait Trochs prille oeuvre rond communicatieproblemen. “Dat is iets dat onbewust in mij zit,” vertelde ze ons, “als iets niet echt uitgesproken moet worden dan zal ik dat ook niet uitspreken, ik apprecieer mensen die moeilijk communiceren meer dan mensen die vlot over alles praten”. Zelf wou ze, geïnspireerd door dialooggedreven films, op een bepaald moment dolgraag vlot babbelen maar “als tegenreactie voelde ik me aangetrokken door films van o.m. Bresson die juist het tegenovergestelde doen. En wanneer ik schrijf voel ik me intuïtief altijd meer uitgedaagd door wat niet uitgesproken wordt dan door wat wel gezegd wordt. Terwijl schijnbaar onzinnige uitspraken voor mij altijd meer over personages zeggen dan een resem vlotte dialogen”.

EEN ANDER ZIJN GELUK 1

EEN ANDER ZIJN GELUK

Liefde voor film kreeg de dochter van monteur Ludo Troch met de paplepel mee maar toch wist ze op haar achtiende nog niet precies welke weg ze uit moest. Actrice, dacht ze even maar toen ze niet toegelaten werd voor de opleiding ging het richting hogeschool Sint Lukas in Brussel. Gewoon omdat ze iets artistiek wou doen.

Tijdens die studies ontdekte ze dat film haar passie was. “Films maken; dat is wat ik wil doen” besefte ze dankzij haar kortfilms Verbrande aarde (1998) en Wooww (1999). Na het afstuderen volgden nog kortfilms (Maria, Cool Sam & Sweet Suzie) maar Troch had geen zin om nog jaren dergelijke vingeroefeningen te blijven maken. Ze wou zich evenmin laten opsluiten in de gouden kooi van de reclamefilms; ook al leverde haar dat prijzen (bronzen leeuw op de Reclamefilmfestival van Cannes) en een stevig loon op.

EEN ANDER ZIJN GELUK 2

EEN ANDER ZIJN GELUK

Wat primeerde was die eerste langspeelfilm. Ongeacht het budget. Het ging Troch om de artistieke vrijheid die auteurcinema nodig heeft. Film is voor haar een kunstvorm; geen middel om een verhaal te vertellen maar een doel op zich. Haar debuut Een ander zijn geluk (2005) is een mozaïekfilm die zo’n twintigtal personages (vertolkt door o.m. Jan Decleir, Johan Leysen, Josse De Pauw en Viviane De Muynck) volgt en toont hoe een dorp ontwricht geraakt na een mysterieus ongeval waarbij een jongen, de helft van een identieke tweeling, om het leven komt. De dader-automobilist blijft daarbij buiten beeld.

Wat Troch interesseert is hoe de volwassenen reageren op een drama. Niet om een psychologisch portret van individuen te schetsen maar om te peilen naar de tijdsgeest en de malaise waarin de samenleving verkeert. De opgevoerde verweesde kinderen en narcistische ouders weerspiegelen een platteland gekenmerkt door eenzaamheid, zwijgzaamheid en doodsheid. Resultaat is een stevige sfeerfilm die met beperkte dialogen onderkoelde emoties tot leven wekt. De cineaste balanceert niet altijd even vlot tussen het gekunstelde en het authentieke maar maakt wel indruk met haar toonvastheid.

Autosave-File vom d-lab2/3 der AgfaPhoto GmbH

UNSPOKEN

Met haar tweede film verscherpt Troch haar focus. De afstandelijke benadering van Een ander zijn geluk wordt in Unspoken (2008) ingeruild voor intense betrokkenheid. Dit verstilde dubbelportret van een getrouwd stel dat hun verdriet, omwille van hun spoorloos verdwenen veertienjarige dochter, heeft ingeslikt tracht het mysterie niet te ontsluieren maar gaat in op de vraag hoe zij die achterblijven met elkaar omgaan. Verdriet en pijn worden niet uitgesproken maar komen tot leven via stille, claustrofobe beelden.

Eenzaamheid, onmacht en isolement hebben een verstikkend effect op de protagonisten (Emmanuelle Devos en Bruno Todeschini) en dat gevoel wordt onderstreept met extreme close-ups, symbolisch geladen beelden en lange stiltes verstoord door aangrijpende replieken. Hoe hevig de emoties van het in tegengestelde richtingen denkende koppel ook zijn (zij wil afsluiten, hij wil doorgaan), Troch weert sentimentalisme. Meer nog, ze serveert de emoties zo onderkoeld dat de kijker er zelf naar op zoek moet naar gaan. Empathie en identificatie zijn werkwoorden bij Troch.

Plezier is voor haar verbonden met een inspanning. Film mag, moet eigenlijk, wringen. Het is goed dat kijkers zich achteraf verward, opstandig of verdrietig voelen. De Amerikaanse onafhankelijke cineast Steven Soderbergh bekloeg er zich onlangs over dat onduidelijkheid en complexiteit ongewenst zijn geworden: “het gevoel heerst dat je alles moet zien en weten. Wanneer een persoon in de zaal verward achterblijft dan is dat slecht”.

Kid 1

KID

Troch deelt die aversie, “niet elke filmervaring moet vlot zijn” benadrukt ze. In die geest bekijkt ze in haar derde film, Kid (2012), de wereld bekeken wordt door de ogen van twee broers – de zevenjarige belhamel Kid en zijn twee jaar oudere en brave broer Billy – die niet alles begrijpen. De verdwenen vader, moeder die belaagd wordt door schuldeisers, de zieltogende boerderij; het wat en waarom van alles blijft vaag. Het is enkel duidelijk dat het vrolijke kind gedwongen wordt om volwassen te worden.

Nadat kinderen tweemaal de verborgen drijvende kracht achter het drama vormden, plaatst Troch ze nu centraal. Ook al omdat dit naadloos past bij haar narratieve stijl. “Mijn manier van vertellen is heel indirect in de zin dat ik vaak situaties niet letterlijk vertel, dat ik soms te laat in scènes kom, dat dingen niet uitgesproken worden,” stelt Troch, “dat was iets dat ik heel goed kan linken met de kinderwereld en het feit dat ze uit volwassen gesprekken geweerd worden en iets niet snappen of niet uitgelegd krijgen”. Door consequent te opteren voor deze kinderlijke, naïeve blik maakt Troch van Kid een tocht door de geest van Kid en Billy, twee erg verschillende broers.

Kid 6

KID

“Wat voor mij telt,” zegt Troch, “is dat hun gevoel, hun verdriet of hun gemis, even groot is. Alleen heeft Billy beslist er het beste van te maken. Terwijl Kid niet kan doen alsof het gevoel er niet is. De film gaat over de liefde van kinderen voor hun moeder. En over de zoektocht naar, als mama er niet meer is, kan iemand dat ooit vervangen? Het antwoord is nee, die liefde vind je bij niemand anders, wat niet wil zeggen dat je nooit meer gelukkig kan zijn. Ook al kunnen ze het niet verwoorden, dat zijn de basis-emoties van de kinderen. Billy verdringt ze omdat hij hard zijn best wil doen bij zijn tante en oom. Terwijl wanneer Kid zich zou kunnen settelen, hij het gevoel zou krijgen zijn moeder te verraden. Ook al weet hij niet wat het woord verraad is”.

Na drie films is het duidelijk dat de cinema van Fien Troch meer emotie-gedreven dan plot-gedreven is. Alleen moet de kijker evenzeer met deze gevoelens worstelen als de personages. Troch gelooft in de regisseur als auteur en in film als kunst. “Ik wil me loskoppelen van wat gangbaar is en onderzoeken hoe ik via muziek, beeld en vertelwijze iets extra’s kan geven aan cinema,” stelt ze, “ik wil me bevrijden van verwachtingspatronen. Omdat cinema een kunstvorm is hoef ik me niet te houden aan conventies. Ik zou heel graag films maken voor 500.000 toeschouwers, maar wanneer ik er een compromis moet voor sluiten, dan niet”. Fien Troch volgt rustig en vastberaden de weg die leidt naar een origineel en eigenzinnig oeuvre. Onder het motto: geen woorden maar daden.

IVO DE KOCK

(Artikel verschenen in ONS ERFDEEL, n° 4, 2013)

Autosave-File vom d-lab2/3 der AgfaPhoto GmbH

UNSPOKEN

Leave a comment