Teodora Ana Mihai: “Dat ‘La Civil’ in Cannes de prijs van de moed kreeg was gepast”
Een meer dan geslaagd Film Fest Gent opende met de Belgisch-Roemeens-Mexicaanse coproductie ‘La Civil’, het prangende maar wonderlijke langspeelfilmdebuut dat documentairemaker Teodora Ana Mihai (‘Waiting for August’) schreef samen met de Mexicaanse schrijver Habacuc Antonio De Rosario. Via de helletocht van een moeder, die op zoek gaat naar haar ontvoerde dochter, wordt een authentiek en beklijvend portret geschetst van de geweldcultuur in hedendaags Mexico.
La Civil vertelt het verhaal van Cielo (vertolkt door de ervaren actrice Arcelia Ramírez), een Mexicaanse moeder die wanhopig haar door het drugskartel ontvoerde tienerdochter (verdwenen na een kleine moeder-dochter ruzie) tracht terug te vinden. Eerst door het gevraagde losgeld bijeen te schrapen, onder meer door haar overspelige en ruggengraatloze echtgenoot onder druk te zetten, maar wanneer dat niet tot een vrijlating leidt gaat ze actief speuren naar de daders in de hoop zo haar dochter op het spoor te komen.
Dat blijkt niet zonder gevaar. De Belgisch-Roemeense Teodora Ana Mihai blijft in dit fictiedebuut trouw aan haar documentaire roots en gaat resoluut voor authenticiteit, realisme en complexe personage en niet voor een gewelddadige actiefilm of een brutaal wraakepos. La Civil werd een krachtig portret en een boeiende studie over de impact geweld, angst en onzekerheid op gewone mensen. We spraken in Gent met een nieuw filmtalent.
Het loslaten van een geesteskind
La Civil hoofdactrice Arcelia Ramírez vond het niet makkelijk om afscheid te nemen van de filmploeg aan het einde van de opnamen. Hoe moeilijk was dat voor jou? Werd het ook een soort rouw moment?
Teodora Ana Mihai: “Het is een einde maar ook een begin omdat de film na de première tijdens Film Fest Gent zijn eigen leven gaat leiden. Je moet als regisseur-scenarist nu eenmaal je geesteskind laten gaan. Op dat moment is die film niet meer van jou als maker. Bij de release is La Civil van zichzelf en van het publiek. Als filmmaker heb ik er alles aan gedaan om er een mooie film van te maken, om mensen te raken met het verhaal en de beelden maar nu moet ik het loslaten. Daar kan ik eigenlijk goed mee om. Er zijn nog zoveel films die ik kan draaien en het afscheid van acteurs en medewerkers is slechts tijdelijk want mogelijk zien we elkaar terug bij andere projecten.”
Hoe tevreden ben je met de film die nu zijn tocht langs filmfestivals (van Cannes over Gent tot Tokyo) en bioscopen start?
“Ik ben heel gelukkig met La Civil. Ik heb veel vrijheid gehad, ben goed omringd geweest en het is een heel harde strijd geweest. Zeven jaar was ik met dit project bezig, wanneer ik de documentaire die ik eerst voor ogen had meetel en ook de 2,5 jaar research. Het was een heel lange weg, een lijdensweg. We draaiden tijdens COVID lockdowns en in gevaarlijke situaties. Niet toevallig kregen we in Cannes 2021 de ‘Prix de l’Audace’.”
Die prijs van de moed creëerde het festival speciaal voor La Civil.
“Dat vond ik heel straf en ook erg mooi. Maar het was passend voor de manier waarop we hebben gedraaid, voor het onderwerp, voor het werk van actrice Arcelia Ramírez en voor Miriam Rodriguez, de helaas in 2017 vermoorde vrouw waarop het hoofdpersonage geïnspireerd is.”
Een fascinatie voor Mexico
Hoe ontstond het idee voor de film?
“Ik leerde Mexico kennen als tiener. Dat was toen, voor de drugsoorlog van 2006, een heel ander land. Later bleef ik in contact en zag ik de toestand verslechteren. Heel toevallig leerde ik in Antwerpen romanschrijver Habacuc Antonio De Rosario kennen, de man die mijn co-scenarist voor La Civil zou worden. Hij komt uit het Noorden van Mexico, de regio van Miriam Rodriguez en het gebied waar ik mijn research deed. Het is een van de moeilijkste en gevaarlijkste regio’s van Mexico. De Mexicanen grappen dat de streek, die Tamalipes noemt, eigenlijk Matarlipes zou moeten noemen naar het ‘doden’ (‘matar’) dat er courant gebeurt. Kidnappings zijn er dagelijkse kost en de strijd tussen de drugskartels woedde er heel hevig. Habacuc Antonio De Rosario schrijft nog altijd veel over de situatie in zijn geboorteland, over de escalatie van het geweld en over hoe dat geweld binnen sijpelt in het dagelijkse leven van de gewone burger. In zijn boek ‘Sin trincheras’ (‘Zonder loopgraven’) geeft hij een stem aan twee personages die hun leefwereld beschrijven. De ironische toon van de roman, het lichte sarcasme en de bittere humor, spreken me aan en wou ik absoluut voor mijn film.”
Je vertrekt ook van gewone mensen en niet van de drugshandel of het overheidsoptreden.
“Het gaat me om de impact op mensen, de nevenschade van heel het gebeuren. Gewone burgers zijn bovendien altijd mijn voorkeurpersonages. De gewelddadige realiteit en de sfeer zijn sowieso interessant voor een verhalenverteller maar bij mij ontstond de klik toen ik negen jaar geleden aan het rondreizen was door Mexico en de raad kreeg om niet buiten te komen na zeven uur ’s avonds. Plots werd ik geconfronteerd met een heel ander Mexico dan het land uit mijn positieve herinneringen. Ik begon me vragen te stellen. Hoe kan je bij zo’n escalatie nog kind blijven? Hoe moet je hier opgroeien? Hoe is het om in dergelijke omstandigheden ouder te zijn van een rebellerende tiener?”
En wat gebeurt er met mensen wanneer ze dit alles als normaal gaan beschouwen omdat ze niet meer anders kennen.
“Voilà, dàt is de impact. Ik voerde erg heftige gesprekken met moeders van vrienden omdat wanneer ik sprak over ‘oorlog’ zij reageerden met ‘waar heb je het over?’. Ik zei hen: ‘dit is toch een staat van oorlog. Je gaat buiten en weet niet of je wel gaat thuiskomen.’ Maar mensen hebben blijkbaar een soort ontkenning nodig om te kunnen overleven, om te kunnen ontwaken ’s ochtends.”
Om niet paranoïde, permanent angstig, te worden?
“Leven met gevaar, met dreiging, is mentaal zéér belastend.”
Sporen van de kindertijd
Ben je daar door je jeugd extra gevoelig voor geworden? Hier in België was dat gevoel van gevaar er tot voor Covid niet en springen we heel beschermend om met onze kinderen.
“In België leven we in een luxe maatschappij. Mijn kindertijd in Roemenië was veel precairder. In mijn prille jeugd groeide ik op in een wereld waar men soms de buur, een collega of een vriend niet kon vertrouwen omdat er zeker in de grootsteden heel veel informanten waren van de Securitate, de geheime dienst van Nicolae Ceaușescu. Dat vormt je als persoon. De generatie van mijn ouders heeft dat heel sterk beleefd. Toen ik als zevenjarige bij mijn tante in Boekarest belandde wist ik aanvankelijk niet dat mijn ouders gevlucht waren naar België. Uit angst dat het ontdekt zou worden is het me maar mondjesmaat verteld. Toen ik het uiteindelijk begreep werd ik angstig en kreeg ik het gevoel een dubbelleven te leiden.”
Als kind kan je zo toch moeilijk je naïviteit bewaren?
“Mijn naïviteit ben ik ook heel vroeg verloren. In het werk van Habacuc Antonio De Rosario en in de Mexicaanse maatschappij vind ik het terug, dat gebrek aan vertrouwen in de samenleving, die onzekerheid over de naasten. Dat is heel heftig, het is een existentiële pijn die ervaren wordt in zo’n maatschappij.”
Voor je hoofdpersonage komt daar nog een frustratie, een woede, bij. Het gevoel ‘men doet hier niets aan, verdomme’.
“Cielo is ook geïnspireerd op een dame die haar dochter is verloren op een verschrikkelijke manier. Voor mij kwam de klik wanneer Miriam Rodriguez me zei ‘wanneer ik wakker wordt wil ik doden of sterven. En dat is elke dag zo’. Ik dacht ‘hoe heftig zijn die woorden niet uit de mond van een moeder, iemand die eigenlijk een totaal geweldloos profiel zou moeten hebben.’ Bovendien waren het contrast tussen Miriams fragiele fysiek en haar harde woorden voor mij zo frappant dat ik besliste om haar te beginnen volgen in het dagelijkse leven. Om te zien hoe ze omsprong met die pijn. Het was voor mij echter snel duidelijk dat zo’n documentaire niet de beste manier was om dit verhaal te brengen. Uit veiligheidsoverwegingen en omdat we een zodanig grote ploeg waren, vooral door de aanwezigheid van lijfwachten, vormden we een heus konvooi als filmmakers. Daardoor zag men ons van zover arriveren dat we eens ter plaatse altijd getuige waren van een toneeltje. Zo was het onmogelijk om authenticiteit te capteren. Dat was voor mij bijzonder frustrerend omdat ik wist wat er echt gaande is. Er waren authentieke momenten met Miriam zelf maar ik ging beseffen dat ik fictie nodig had om in totale vrijheid het verhaal te vertellen.”
Fictie versus documentaire
Toch legt je fictiefilm in zijn kleine momenten documentaire accenten.
“Dat is natuurlijk mijn stijl die ik blijf hanteren. Ik heb eerder Waiting for August (2014) gemaakt, een documentaire (n.v.d.a. over een Roemeense tiener die haar broers en zussen onder haar vleugels neemt wanneer hun moeder in Italië gaat werken) die heel veel fictie elementen bevatte en waarvan sommige kijkers dachten dat ze een fictie hadden gezien.”
Door die switch van documentaire naar fictie werd La Civil nog sterker een onderdompeling in de geest van Cielo.
“De aanpassing vroeg ook heel wat schrijfwerk. Mijn scenario was echt een bijbel en het gevolg van jaren werk. We beschikten over ontzettend veel informatie terwijl we ons moesten loskoppelen van de realiteit om het verhaal te vertellen, om die trip door de geest van Cielo te maken. Heel veel nevenpersonages, die vaak in documentaires erg belangrijk zijn, moesten verdwijnen. Zijsprongen komen in fictie immers slordig over terwijl ze in documentaires overtuigen omdat ze daar het leven weerspiegelen. Ons scenario en de psychologie van Cielo was echt minutieus uitgeschreven. Ook op vlak van beeld, make-up, kostuums hebben we alles uitgestippeld om Arcelia Ramírez op alle mogelijke manieren te helpen bij het zichtbaar maken van Cielo’s geestesgesteldheid en emoties.”
Omdat je niet chronologisch kon draaien was die leidraad zeker nodig.
“De continuïteit moest niet enkel op tijd- en beeldvlak bewaakt worden, maar ook wat betreft Cielo’s psychologie en dramatische ontwikkeling. Dat was zowel voor mij als voor Arcelia Ramírez een enorme oefening. We hadden weinig budget en tijd, zo’n zes weken, waardoor we soms stevige chronologische sprongen moesten maken.”
Zette dat aan om het scenario strikt te respecteren?
“Er verandert tijdens het draaien altijd wat maar omdat er zoveel over was nagedacht had ik veel vertrouwen in het scenario en bleef ik er erg trouw aan. Wat wel niet helemaal in het script zat, en wat ik gaandeweg ben gaan aanvoelen, was de vraag hoeveel van het geweld je effectief grafisch gaat tonen. Hoeveel komt in beeld en hoeveel blijft buiten je kader? Dat is gaandeweg geëvolueerd. Ik ben steeds soberder gaan werken. Ik wou echt niet vervallen in misery porn, in miserabilisme, of in gratuit geweld voor de entertainment waarde. Daardoor vroeg ik van mijn acteurs steeds nadrukkelijker om ingetogen te acteren, de dingen meer van binnenuit te laten komen. ‘Hou het zo klein mogelijk, we zullen het wel zien op je gezicht’ was mijn motto. Mexico heeft een traditie van TV soaps, waar een toon wordt gehanteerd die minder introvert is en dat wou ik absoluut niet.”
De look van een complexe wereld
Hoe heb je de visuele stijl van La Civil gevonden?
“In samenspraak met DoP Marius Panduru (n.v.d.a. fotografieleider van o.m. Radu Jude’s ‘Sacred Hearts’, Cãtãlin Mitulescu’s ‘Loverboy’ en Corneliu Porumboiu’s ‘Police, adjectiv’). Ik heb hem voorgelegd dat ik heel veel wou werken met de camera op de schouder en in plan sequences omdat ik net als bij documentaires het personage zo weinig mogelijk wou lossen, zo weinig mogelijk van de actie en de reactie wou verliezen. Dat principe heb ik ingeschreven in mijn mise-en-scène en de fotografieleider heeft het visueel vertaald. Daardoor moest ik heel weinig knippen. Er werd soms wel gefoefeld De montage laat het vandaag de dag toe om plan sequences onzichtbaar te knippen, van een take naar een andere take te gaan.”
Duisternis en vuur zijn nadrukkelijk aanwezig.
“Er waren veel nachtopnamen in La Civil en we werkten met heel weinig licht. Tijdens nachtscènes gebruikten we een camera die heel gevoelig was zodat we zonder veel extra licht konden werken.”
Wou je nog hoop aan het einde van deze helletocht?
“Ja, maar ik vond het vooral de meest elegante manier om af te sluiten. Ik heb heel lang gezocht naar het juiste einde. Van bij het scenario tot de montage heb ik verschillende eindes uitgetest maar uiteindelijk besefte ik dat een open einde met verschillende interpretaties het beste was. Sommige interpretaties kunnen heel donker zijn, anderen iets hoopvoller. Het is aan de kijker om aan te voelen wat het einde is. Ik zou verschillende eindes kunnen opsommen en argumenten geven voor elk van hen.”
De film is opgedragen aan de mensen die het meemaakten en soms niet overleefden. Hing dat niet als een schaduw over alles?
“De realiteit is heel donker en juist daarom zou het heel moeilijk geweest zijn om een positief einde te brengen. Het kan gebeuren na de laatste frame maar niet in de film.”
Wat opvalt is de complexiteit van het verhaal en de personages. Dit is geen goed vs kwaad gebeuren, ook boefjes blijven menselijk. Terwijl iedereen een beetje schuldig is. Eens je deel uitmaakt van het geweld, in de gewelddadige wereld leeft, wordt je verplicht om mee te draaien.
“Dat is de moraal van La Civil. Eens geweld je aanraakt ga je er haast onvermijdelijk deel van uitmaken. Het geweld dat slachtoffers maakte creëert een vicieuze cirkel van geweld die iedereen meesleurt. Dat is ironisch maar vooral pijnlijk en tragisch.”
Soms hebben mensen ook geen keuze, worden ze door de situatie en de structuren gestuurd.
“Het is heel moeilijk om keuzes te maken in een wereld waar leven en dood zo dicht bij elkaar liggen. Mijn interesse gaat uit naar complexe, ambigue personages. Niet naar zwart-wit tegenstellingen maar naar grijswaarden. Zelfs de ‘slechte’ personages zijn ouder, zoon, dochter en hebben familie. Er is lijden aan beide kanten en dat maakt alles ingewikkeld. Men kan bijvoorbeeld de manier waarop het leger optreedt in vraag stellen maar er evenzeer begrip voor opbrengen. Terwijl je als kijker ook kan meeleven met een personage dat acties onderneemt die niet echt moreel zijn. Cielo is een sterke en energieke vrouw maar ze is geen heilige of superheldin. Daarvoor is ze te complex en authentiek.”
Film Fest Gent, 12 oktober 2021
LA CIVIL van Teodora Ana Mihai. België-Roemenië-Mexico 2021, 140’. Met Arcelia Ramírez, Alvaro Guerrero, Jordi I. Jimenez, Ayelén Muzo. Scenario Habacuc Antonio De Rosario & Teodora Ana Mihai. Muziek Hugo Lippens & Jean-Stephane Garbe. Fotografie Marius Panduru. Montage Alain Dessauvage. Distributie Cinéart. Release 27 oktober.