James Mangolds Le Mans ’66: De race naar perfectie met vriendschap als brandstof.

apr 9, 2020   //   by Ivo De Kock   //   actie, actueel, Algemeen, drama, dvd, film, genre, regisseur  //  No Comments
Le Mans

Glimmende en snelle auto’s fascineren Noord-Amerikanen. Getuige zowel auteurfilms (Cronenbergs Crash) als popcorn cinema (The Fast and the Furious franchise). Walk the Line en Logan regisseur James Mangold maakt met zijn karaktergedreven Le Mans ’66 die passie voor auto’s en racen ook voor ‘leken’ boeiend én dramatisch.

Le Mans

“Wat is er zo belangrijk aan sneller rijden dan iedereen?” vraagt de weduwe van een tijdens een race gestorven piloot aan diens collega Steve McQueen in Le Mans (Lee Katzin). Zijn antwoord: “It’s life. Anything that happens before or after is just waiting.” In deze, tussen fictie en documentaire zwevende, Le Mans uit 1971 trachtte racefan McQueen (zoals ook blijkt uit de documentaire Steve McQueen: The Man & Le Mans uit 2015) de vinger te leggen op hoe een passie voor wagens ook een obsessie kan worden. Terloops refererend aan de legendarische race in het Franse Le Mans waar het Amerikaanse Ford in 1966 de hegemonie van het Italiaanse Ferrari doorbrak.

Met o.m. Grand Prix, Days of Thunder, Driven en Rush zijn er nog films gemaakt die draaien rond auto’s, snelheid en competities maar het in Amerika aanvankelijk als Ford v Ferrari uitgebrachte Le Mans ’66 is de eerste film die de bewuste race centraal plaatst. Het is wel niet de eerste poging. Verschillende producenten waagden zich er al aan, regisseurs zoals Walter Salles en Joseph Kosinski raakten er bij betrokken en acteurs als Brad Pitt en Tom Cruise werden aangesproken. Maar pas toen scenaristen Jez & John-Henry Butterworth een klassiek maar krachtig script uitwerkten zag een studio (Fox met name) er brood in. Met vakman en acteursregisseur James Mangold achter de camera en een complementair acteursduo ervoor: method acteur Christian Bale en underacting specialist Matt Damon.

Walk the line

“Ik wilde altijd al een sportfilm maken, maar een van de uitdagingen daarbij is dat iedereen verwacht dat de underdog de race zal winnen,” zegt Mangold in de making of van Le Mans ’66, “ dat maakt het moeilijk om het spannend en realistisch te houden.” Niet enkel omdat de fans wel weten hoe de race in Le Mans afliep maar vooral ook omdat de klassieke narratieve boog – van mister noboby naar the champ – in dit geval ontbrak. Maar Mangold & co maakten van de nood een deugd. Alhoewel de originele titel verwijst naar de rivaliteit tussen raceteams en autofabrikanten Ford en Ferrari is dit conflict bijkomstig in Le Mans ‘66. Ook al wordt de clash tussen Amerika en Europa, tussen de Californische frivoliteit en de Europese traditie, onderstreept.

De nadruk ligt echter op de vriendschap tussen twee tegenpolen in het team van de Amerikaanse constructeur: de Amerikaanse autobouwer en verkoper Carroll Shelby (Damon) en de Britse rebelse mecanicien en coureur Ken Miles (Bale). Shelby is een voormalige racer die voor de Ford Motor Company een winnend team wil samenstellen en Miles een piloot die zijn opvliegend karakter niet onder controle krijgt maar blijft dromen van overwinningen en perfectie. Wanneer zijn zoon zegt “Je kunt niet elke ronde perfect rijden” antwoordt Miles “Maar ik kan proberen!”. Van een ijdele en naar prestige hunkerende Henry Ford II krijgt het duo de opdracht met een Ford wagen de 24uren race van Le Mans te winnen. Techniek, zakelijke belangen en innerlijke demonen worden daarbij obstakels.

Logan

Regisseur James Mangold (°1963) heeft de reputatie een academisch filmend vakman te zijn. Met dank aan de onderkoelde stijl van thriller Identity, biopic Walk the Line en western 3:10 to Yuma. Maar hij draaide ook de wat absurd-komische actiefilm Knight and Day en grimmige mokerslagen als Girl, Interrupted, Cop Land en Logan. Rode draad daarbij is dat Mangold telkens thema’s en drama injecteert in verhalen die gedragen worden door personages. En door vertolkers. Wanneer acteurs in de making of praten over het respect voor acteurs van Mangold, en zijn vermogen hen op subtiele maar doordachte wijze te dirigeren, is dit voor een keer meer dan een clichématig promo-praatje.

“De auto’s zijn mooi maar wanneer je niet de juiste personages en het goede verhaal hebt krijg je wel coole objecten met wat sexy belichting maar nooit een dramatisch verhaal,” besefte Mangold, “wat me aantrok in het scenario waren de personages die allemaal tegengesteld waren.” Hij toont wat de racefan verwacht (de fraaie carrosserie, de mooie lijnen en kleuren, de kracht van de motor,…) maar plaatst zijn camera niet enkel op de hoogte van de wagens. Hij zit dicht op zijn personages en duikt met hen in de bolides om de vinger te leggen op de snelheid, de beweging en het gevaar. De protagonisten zijn outsiders bereid om alles op te offeren voor hun dromen (tot daar het cliché) maar hun persoonlijkheid en onderlinge relatie is gelukkig heel wat complexer.

Le Mans

In essentie is deze film over racen in het algemeen en de ultieme race, Le Mans, in het bijzonder, een shakespeariaans drama over vriendschap, de prijs van dromen en geërfde menselijke waarden. “Ik hoop dat Le Mans ‘66, naast de schoonheid van die periode en het racen destijds, naast de schitterende auto’s ook, je vooral laat voelen wat het is om zulke vrienden te hebben,” zegt Mangold, “mensen die je moet koesteren. Voor mij gaat de film over de relatie tussen deze twee jongens. Allebei doen ze hun best om iets te bereiken wat tot dan onbereikbaar leek. De film toont hoe voorbijgaand dingen en belevenissen zijn. Vrienden en partners met wie we dingen bereiken zullen er niet altijd zijn. We moeten die dingen koesteren.”

Le Mans ‘66 is dan ook een wat melancholisch, emotioneel drama. Maar het is ook een erg fysieke en vrij realistische film die de actie en de tragiek tastbaar maakt. We ontdekken zo niet enkel hoe snelheid voelt maar vooral hoe een piloot controle krijgt over zijn wagen. “Ken Miles plant elke beweging die hij gaat maken,” verduidelijkt Mangold, “hij besluit vooraf waar en wanneer hij gaat schakelen. Wanneer hij gaat terugschakelen. Wanneer hij gaat remmen. De vraag voor een piloot is ‘Hoe ga je met deze topografie om?’. Bijna alsof het een maandlanding is.” Vandaar dat deze a-typische sportheld zegt “racen is ballet, geen worstelwedstrijd.”

Mangold serveert ook geen klassieke blockbuster vol CGI en actie. “Wat voor ons belangrijk was, in een tijd van grafische en visuele effecten, was het gevoel om op de weg te zijn,” zegt de cineast, “niet de digitale simulatie ervan, maar de realiteit ervan.” Het is dan ook boeiend dat hij dit in hartje droomfabriek doet. Het project werd opgestart door Fox, geen kleine indie natuurlijk maar wel een studio die auteurcinema genre Fantastic Mr. Fox niet ongenegen was. Maar ondertussen is Fox opgeslokt door het grote Disney en Mangolds ode aan vakmanschap en karaktergedreven op volwassenen gerichte films kan gezien worden als een statement.

Onrechtstreeks kaart de cineast de problematiek ook aan. “De film gaat om personages die geobsedeerd zijn door perfectie,” stelt Mangold, “dat voel ik zeker zo over filmmaken. Hoe vertel je het perfecte verhaal? We hebben parallellen gevonden tussen de racewereld en de filmwereld. We moeten gefinancierd worden. We moeten bedrijven overtuigen om voor onze dromen te betalen. We moeten het binnen het budget draaiende houden zodat ze geen mannen sturen om de stekker eruit te trekken en we moeten zorgen dat we geld verdienen voor hen. Maar we moeten ook ons idee van topkwaliteit bereiken. Tussen ons, zelfs tussen degenen die geen raceauto’s besturen, was er een ongelooflijke band.” Zo kunnen we ook op meta-vlak genieten van Le Mans ‘66.

IVO DE KOCK

LE MANS ’66: regie: James Mangold; USA – 2019 – 152′; met Matt Damon, Christian Bale, Jon Nernthal, Tracy Letts, Caitriona Balfe; scenario Jez & John-Henry Butterworth, Jason Keller; muziek Marco Beltrami, Buck Sanders; fotografie Phedon Papamichael; montage Andrew Buckland& Michael McCusker; FILM: **** / EXTRA’S: ** (making of); distributie: Fox.

Le Mans

Leave a comment