Michael Winners The Mechanic: Paranoïde, nihilistische misdaadfilm met een zwijgzame anti-held

mrt 30, 2018   //   by Ivo De Kock   //   Algemeen, film, genre, misdaad, regisseur  //  No Comments

THE MECHANIC

Nadat eind jaren zestig een nieuwe generatie Amerikaanse filmmakers de Hollywood burcht had bestormd, surften in de jaren zeventig ook Europese filmmakers op de New Hollywood golf. Cineasten zoals de Brit Michael Winner die in 1972 de zwijgzame acteur Charles Bronson op de kaart zette met het brutale, sombere en nihilistische The Mechanic.

THE MECHANIC

Toen actie-regisseur Simon West (Con Air, Lara Croft: Tombraider, The Expendables 2) in 2011 Jason Statham opvoerde in The Mechanic werd amper verwezen naar de originele film van Michael Winner uit 1972 of naar de ondertussen in de vergetelheid belandde maar toen iconische hoofdacteur Charles Bronson. Jammer want een vergelijking tussen beide versies van dit verhaal van een koele, methodische huurmoordenaar is best interessant. Al was het maar om vast te stellen dat actiecinema in het nieuwe millennium lawaai en beweging verkoopt als entertainment en de lichtjes tragische eenzame outcast van weleer omtovert in een uitbundige, zelfbewuste narcistische hedonist.

Gelukkig zijn er nog (vooral Franse) dvd-verdelers zoals Wild Side (maar ook Carlotta en Rimini) die de cinefiele New Hollywood schatten blijven opdelven. Niet altijd klassiekers of cultfilms, maar vaak ook merkwaardige buitenbeentjes die iets zeggen over de tijdsgeest en de cinema van die periode. Films zoals The Mechanic, een bizarre, brutale en mistroostige misdaadfilm uit 1972 die een spectaculaire release krijgt met gerestaureerde Blu-ray en dvd, verschillende documentaires en een boekje met kritische stukken en fraai beeldmateriaal.

THE MECHANIC

Om even een misverstand uit de weg te ruimen: The Mechanic was een film van de Britse cineast Michael Winner, die samen met zijn landgenoten Peter Yates en John Schlesinger de in het slop geraakte Amerikaanse cinema kwam reanimeren op een ogenblik dat New Hollywood de kop op stak, maar dat betekende nog niet dat de film begin jaren zeventig in Europa enthousiast werd onthaald. De release ging zelfs quasi ongemerkt voorbij; Dat was anders in de V.S. waar acteur Charles Bronson, tot dan toe enkel bekend van enkele Europese films (Once Upon a Time in the West, Città violenta), een status van Hollywoodster bereikte dankzij The Mechanic en de legendarische wraakfilm Death Wish die hij twee jaar later met opnieuw Michael Winner maakte.

Het was trouwens Bronson die Winner, na hun samenwerking voor de western Chato’s Land (1972), naar voor schoof als regisseur toen hij betrokken raakte bij het The Mechanic project. Michael Winner herwerkte het scenario van Seconds-scenarist Lewis John Carlino. Hij camoufleerde vooral de homoseksuele ondertoon (“Charlie zou de film nooit gedaan hebben mocht hij zich bewust zijn geweest van de homoseksuele lezing” zei Winner) en accentueerde de paranoia en tragiek.

THE MECHANIC

Winner maakte van The Mechanic ook een film die zijn ambigue en zwijgzame protagonist Arthur Bishop weerspiegelde. Dat blijkt al uit de lange, dialoogloze openingsscène waar we een huurmoordenaar observeren die zijn aanslag nauwgezet voorbereidt door de handel en wandel van zijn doelwit te observeren, zijn appartement te reconstrueren via foto’s en een maquette én een vernuftig scenario te bedenken waardoor een moord enkel een (explosief) ongeval lijkt. Na deze koele intro volgt een minimalistische film waar actie luider spreekt dan woorden, alle personages amoreel en emotieloos zijn, de plot donker en ironisch is én de tragische afwikkeling gedrenkt is in cynisch nihilisme.

Zo’n film kan nu niet meer gemaakt worden, dat bewees de remake van Simon West, maar kon eigenlijk enkel het licht zien in een crisisperiode voor de filmindustrie. De Hollywood studio’s trachtten begin jaren zeventig de leegloop van de zalen (met dank aan televisie) te counteren en hoopten dat via ‘vernieuwing’ te realiseren. Daarom kregen jonge, eigenzinnige filmmakers de kans om hun ding te doen. In de hoop dat ze zouden stuiten op de magische formule die de Amerikaanse film nieuw leven zou inblazen. Het is geen toeval dat tijdens de seventies New Hollywood ontstond. Een generatie regisseurs, scenaristen, producenten en acteurs greep de kans om een nieuw soort cinema te ontwikkelen, sterk beïnvloed door zowel de tegencultuur als het trauma veroorzaakt door Vietnam en de mensenrechten strijd.

THE MECHANIC

Winner zou nooit tot New Hollywood behoren. Hij was niet enkel Brit en geen Amerikaan maar ideologisch stond hij bovendien ook mijlenver van de progressieve beweging. Het is geen toeval dat The Mechanic fijntjes afrekent met de hippiecultuur en jongeren portretteert als constant feestende narcisten. Wat niet belet dat de psychedelische mise-en-scène, de schizofrene personages en de paranoïde sfeer de tijdsgeest weerspiegelen. Terwijl Winner breekt met conventies van mainstream cinema op het vlak van karakterschets, narratieve structuur en happy ends.

Charles Bronson speelt een ijzige, methodische huurmoordenaar die werkt voor de maffia. Arthur Bishop sluit vriendschap met Steve, de zoon van een man die hij geëxecuteerd heeft, en neemt het op zich om de jongeman op te leiden. Dat resulteert in twee verhaallijnen. Enerzijds volgen we het verhaal van de huurmoordenaar die in een conflict gewikkeld geraakt met zijn opdrachtgevers en ontdekt zelf een doelwit te zijn geworden (“Napels zien en sterven” aldus Bishops ‘aangenomen zoon’ Steve). Anderzijds is er een initiatieverhaal met homoseksuele ondertoon waarbij de relatie tussen de twee outsiders steeds complexer en destructiever wordt.

THE MECHANIC

The Mechanic werkt doordat de verstrengeling van beide verhaallijnen gedrenkt is in een sfeer van geheimzinnigheid en dubbelzinnigheid. De relatie van de twee moordenaars blijft ambivalent, het verhaal op een poëtische manier enigmatisch en de link tussen plezier en zelfvernietiging levert een even ironisch als cynisch slot op. Winner choqueert door het afwijzen van een hoopvol einde, van een goed versus kwaad conflict én een helende samenleving. The Mechanic is een nihilistisch misdaaddrama maar wel een dat voldoende mysterieus is om intrigerend te blijven.

THE MECHANIC

In een bonusdocumentaire wordt acteur Charles Bronson omschreven als “American Samurai” en er is iets voor te zeggen dat The Mechanic geïnspireerd is door Jean-Pierre Melville’s Le Samurai, een in 1972 vooral bij Europese cinefielen en cineasten bekende misdaadfilm. De werkwijze van de protagonist, de tragiek van het uitzichtloos verhaal en de rol van castrerende vaderfiguren ogen gelijkaardig. Maar er is natuurlijk ook een essentieel verschil. Melville abstraheert en laat de geest van zijn anti-held weerspiegelen in zijn omgeving terwijl Winner in Angelsaksische traditie inzet op behaviorisme en het gedrag van zijn anti-helden laat spreken. Dat het fascinerend blijft is ook de verdienste van de zwijgzame Bronson die veel suggereert maar nog veel meer onduidelijk houdt. De mens is bij Bronson manifest een mysterie. En via de schizofrene protagonist van The Mechanic is die mens ook gedoemd. De situatie is hopeloos én ernstig.

THE MECHANIC

The Mechanic is een boeiende, fascinerende seventies film die veel zegt over dit tijdsgewricht. Dankzij de puike Blu-ray en dvd-uitgave van Wild Side, een boekje met teksten en schijfjes, wordt de film ook geduid. In een interview belicht filmhistoricus en Winner biograaf Dwayne Epstein de film en zijn makers terwijl filmcriticus Samuel Blumenfeld in een essay het maken van de film belicht. Best informatief is ook het audio-interview met regisseur Monte Hellman die ingaat op hoe het project tussen zijn vingers glipte. Al tilt hij daar blijkbaar niet zo zwaar aan. De grote trauma’s spelen hier duidelijk op het scherm.

IVO DE KOCK

THE MECHANIC: Michael Winner, USA 1972, 100′; met Charles Bronson, Jan-Michael Vincent, Keenan Wynn, Jill Ireland, Linda Ridgeway, Frank De Kova; extra’s: documentaires, boekje; FILM: *** / EXTRA’S: ****; dis. Wild Side.

CHARLES BRONSON & MICHAEL WINNER

Leave a comment