John Schlesingers Midnight Cowboy: Droom en realiteit

dec 5, 2017   //   by Ivo De Kock   //   actueel, Algemeen, drama, dvd, film, genre, regisseur, thema, tragedie  //  No Comments

MIDNIGHT COWBOY

I gotta get outta here” roept de aftakelende en in de New Yorkse Vierde Wereld opgesloten Ratso Rizzo in het schrijnende, tragisch realistische Midnight Cowboy. Tussen droom en werkelijkheid vinden John Schlesinger, Dustin Hoffman en Jon Voight pijn maar vooral menselijkheid. Een klassieker uit 1969, toen Hollywoodfilms nog grenzen overschreden.

MIDNIGHT COWBOY

Ik hou van cinema, het is mijn passie,” zei John Schlesinger (1926-2003) in 2002 bij het aanvaarden van zijn Bafta lifetime achievement award, “ik maakte films tijdens de Gouden Jaren van zowel de Britse als de Amerikaanse cinema. Hoe kon ik toen weten dat die periode zo kort zou zijn? Ik had het voorrecht om films te maken in een tijd toen cinema nog durfde te focussen op mensen en hun relatie met elkaar en met de samenleving. Midnight Cowboy zou vandaag niet meer gemaakt worden; nu alles draait om speciale effecten en blockbusters. De cinema waar ik deel van uitmaakte zocht de waarheid, hoe vluchtig die ook was. We namen risico’s, stelden vragen, tasten af, onderzochten. Ik heb de beste van alle mogelijke werelden gekend.”

Niemand had enige verwachting omtrent de film,” bekent Dustin Hoffman in een documentaire op de Blu-ray Special Edtion, “Midnight Cowboy werd gemaakt tijdens de Golden Age toen we gewoon probeerden om goede films te maken.” Het was de eerste film met een strenge ‘X’ classificatie die triomfeerde bij de Oscars (beste film, beste regisseur én beste scenario) en die scenarist Waldo Salt als eerste blacklisting slachtoffer Oscarwinst opleverde.

JOHN SCHLESINGER

“Dat was zijn Fenix moment,” zegt dochter Jennifer (Annie in de film), “het bood een vijftiger die een moeilijke tijd had doorgemaakt de kans om terug te keren.” Daarnaast pionierde Midnight Cowboy ook in het introduceren van homoseksualiteit in mainstream cinema en het creëren van empathie voor marginale figuren die hun Amerikaanse Droom zagen crashen op de Amerikaanse Nachtmerrie. Het is een tijdloos meesterwerk én een masterclass in cinema. Mede door Schlesingers weigering om een praatfilm te maken en zijn resolute keuze voor visueel en auditief prikkelende cinema met een verhaal dat draait rond liefde en loutering.

SUNDAY BLOODY SUNDAY

Een Engelsman in Hollywood

Alhoewel John Schlesinger zijn laatste film The Next Best Thing in 2000 draaide, bleef hij een echte jaren-zestig-cineast. Iemand wiens karaktergedreven films kritisch, eigenzinnig, oneerbiedig en onevenwichtig zijn en narcisme counteren met gemeenschapsgevoel, vrijheidsdrang en humanisme. Iemand ook die ruimte geeft aan individuen zonder individualisme te promoten en die zonder te moraliseren morele cinema maakt.

MIDNIGHT COWBOY

Alhoewel Hollywood hem beschouwde als een Amerikaans cineast bleef Schlesinger Brits. “Door het succes van Midnight Cowboy ging ik films maken in de V.S.,” zei hij ons in Deauville, “maar ik bleef altijd in Groot-Brittannië wonen; het is mijn thuis, mijn centrum. Ik heb er nadien nog films gemaakt en mijn favoriete film is de televisieproductie An Englishman Abroad, over het leven van spion Guy Burgess in Moskou.”

Zijn Britse gevoeligheid en de met Jean Renoir gedeelde filosofie dat iedereen zijn redenen heeft zorgde ervoor dat hij als outsider perfect geplaatst was om figuren aan de rand van de maatschappij te portretteren. “Ik had James Leo Herlihy’s boek ‘Midnight Cowboy’ gelezen en identificeerde me met de persoon van buiten de stad die een droombeeld van New York had en dan met de werkelijkheid geconfronteerd wordt,” stelde Schlesinger in hetzelfde interview, “ik dacht dat ik als Brits cineast geschikt zou zijn om deze film te maken.”

MIDNIGHT COWBOY

Door zijn nadrukkelijke aandacht voor de emoties en de verbeelding van ‘gewone’ mensen brak Schlesinger met de klassieke Hollywood heroïek. Winnen of verliezen is niet belangrijk, wel de moed een droom te volgen. Ook al lijkt die niet realiseerbaar. Voor Joe Buck is dat in Midnight Cowboy een positie als jet set gigolo, in Far From the Madding Crowd zoekt Bathsheba de ideale man, Babe loopt in zijn verbeelding de perfecte marathon (Marathon Man), de inwoners van een klein dorp denken dat een autostrade afrit hen welvaart zal brengen (Honky Tonk Freeway) en Christopher spioneert uit misplaatst idealisme (The Falcon and the Snowman). In de ogen van de ‘normale’ samenleving gaat het om onaangepaste freaks maar voor Schlesinger is een leven in de marge een authentiek leven.

HONKY TONK FREEWAY

Leven in de marge

“Toen ik Yanks opnieuw zag, viel de menselijkheid me op,” zegt Richard Gere. Dat humanisme vormt samen met empathie een sleutel tot het werk van Schlesinger. “The grace of Midnight Cowboy was in the vision of human compassion” stelt producent Jerome Hellman, “Schlesinger doet ons geven om mensen in de marge van de samenleving.” Jennifer Salt vult aan dat zijn protagonisten “geen helden zijn maar mensen die je in het echte leven tracht te vermijden. De film verplicht je om hen als een van ons te zien.”

MIDNIGHT COWBOY

Daarin schuilt de subversiviteit van Midnight Cowboy. De klassieke Hollywoodcinema was immers conservatief, blank en gericht op de middenklasse. In haar streven naar consensus organiseerde de droomfabriek een soort gezichtsbedrog: de volgens het WASP-model gemodelleerde samenleving werd voorgesteld als een melting pot waar rassenverschillen weggegomd worden. Zowel arbeiders als sociale conflicten blijven buiten beeld en de landbouwgemeenschap zit veilig opgesloten in het verleden.

Armoede is onzichtbaar maar paradoxaal genoeg duikt er wel een lompenproletariaat van zwervers en vagebonden op. Een gevolg van de Amerikaanse culturele traditie die dweept met een fysieke en spirituele vrijheid die geassocieerd wordt met de periode voor de sendentarisering. Huckleberry Finn is de vader van alle moderne avonturiers, Jack Kerouac de promotor van het leven on the road en Charlie Chaplin een icoon als The Tramp.

MIDNIGHT COWBOY

Alhoewel de zwervers tijdens de Grote Depressie van de jaren dertig economische slachtoffers waren, krijgt hun tragiek in de cinema iets romantisch en heroïsch. Iets wild ook. Maar vooral marginaal. Er is een traditie in de Amerikaanse cinema om deze marginalen te linken aan misdaad. Van Beggars of Life (William Wellman) en You Only Live Once (Fritz Lang), over Bonnie and Clyde (Arthur Penn) en Badlands (Terrence Malick) tot Ain’t them bodies saints (David Lowery). Anderzijds zijn er ook de zoektochten, waarbij de dood steeds om het hoekje loert, van mannelijke duo’s naar een onmogelijke droom. Getuige Easy Rider (Dennis Hopper), The Scarecrow (Jerry Schatzberg) en Of Mice and Men (Gary Sinise).

THE FALCON AND THE SNOWMAN

Licht in de duisternis

Midnight Cowboy vult dat rijtje aan met wat Schlesinger omschreef als “het verhaal van twee mensen die elkaar vinden tussen de miljoenen door de New Yorkse straten zwervende zielen; op een plaats waar hun dromen, verlangens en hoop botsen. Dat is het. Enkel twee mensen en hun hoop en dromen.” Marginalen in de ogen van de middenklasse. “Vriendschap aanvaarden en bereid zijn om de daarmee verbonden verplichtingen te vervullen, familie te worden voor iemand, zorgt ervoor dat Joe Buck een man wordt en geen freak blijft,” zegt Salt, “daardoor kan hij Rizzo’s ogen sluiten.”

MIDNIGHT COWBOY

Rode draad door Schlesingers oeuvre is de evolutie van naïviteit naar ontnuchtering, van droom naar realiteit. Het leven is een constante evenwichtsoefening en de wereld een gevaarlijke plaats. De aandacht gaat daarbij niet naar structuren en mechanismen maar naar de impact op en de reactie van de mens. Zoals The Believers niet in de eerste plaats over geloof gaat en The Falcon and the Snowman geen film over spionage is, zo wil Midnight Cowboy geen kroniek van kansarmoede zijn. Dit is een portret van mensen en menselijke relaties.

THE BELIEVERS

Ook al observeert Schlesinger een vreemde stadswereld en onthult hij daarbij een onderstroom van corruptie en geweld. De film volgt cowboy Joe Buck (Jon Voight), een Texaan die worstelt met zowel een door seksueel misbruik veroorzaakt trauma als een door macho westernidolen verstoord zelfbeeld, en Ratso Rizzo (Dustin Hoffman) een aan tuberculose leidende verpauperde realist. Deze marginale underdogs helpen elkaar overleven. Ratso poogt de would be mannelijke hoer (de filmtitel verwijst naar de codenaam voor een ‘male hustler‘) Joe door een stedelijke hel te gidsen terwijl Joe zijn onafscheidelijke draagbare radio opgeeft om zijn vriend te redden. Een symbolisch overgangsritueel: de constante stroom van culturele indoctrinatie valt weg en Joe ruilt zijn illusies in voor ‘echte’ emoties.

MIDNIGHT COWBOY

In de openingsscène zien we hoe de rusteloze Joe zijn job van bordenwasser in zijn dorp opgeeft, een cowboy uniform (laarzen, hoed, riem) aantrekt en met de koffer in de hand naar de Greyhound bus met bestemming New York stapt. Op de tonen van Harry Nilssons ‘Everybody’s Talkin” (“Everybody’s talkin’ at me, I don’t hear a word they’re sayin’, only the echoes of my mind”) wandelt hij voorbij een vervallen bioscoop waar op de ‘marquee‘ net genoeg letters overblijven om aan te geven dat hier de John Wayne’s The Alamo draaide.

“Dat was een gelukkig toeval,” zegt Jerome Hellman, “ik denk niet dat wij het erop geplaatst hebben. Ik herinner het me alleszins niet meer maar het is natuurlijk lang geleden.” Zeker geen toeval was het openingsbeeld waarin de camera uitzoomt van een drive in scherm terwijl een kind op een schommelpaard zit en op de soundtrack westerngeluiden (galopperende paarden en pistoolschoten) weerklinken. De western wordt meteen gelinkt aan de road movie wanneer we de busrit volgen en interacties met medepassagiers worden afgewisseld met nachtmerrieachtige flashbacks in zwart-wit en kleur.

MIDNIGHT COWBOY

Via deze complexe en soms verwarrende vertelwijze linkt Schlesinger het onderbewustzijn van zijn personage met mannelijkheid, seksualiteit en cowboy machismo. “Het hedendaagse publiek is gewend aan simplistische, lineaire verhalen terwijl de tijdsprongen en stijlbreuken gesofisticeerd waren” benadrukt Hoffman. Midnight Cowboy was het archetype van wat in de jaren zeventig ‘New Hollywood’ zou worden met zijn non-conformistische vertelstijl (waarbij fantasie in de werkelijkheid binnendringt zoals wanneer Joe zichzelf in New York borden ziet wassen) en thema’s zoals vervreemding, seks en drugs, religie, geweld, anti-autoritair verzet en zoektocht naar vrijheid.

MARATHON MAN

Al is de film volgens Salt ook “een klassiek louteringsverhaal” en ziet Hellman “een universeel verhaal, een liefdesverhaal over twee mensen die een engagement aangaan.” Dat commitment is de band die in een stedelijke jungle van verloedering en eenzaamheid ontstaat tussen twee drifters. De ontmoeting tussen de zwervers wordt een kennismaking en wanneer Joe zijn droom van een succesvolle carrière als “a real stud” in duigen ziet vallen, slooft hij zich uit om Ratso’s droom te realiseren en naar Florida te gaan om er een nieuw leven te starten.

MIDNIGHT COWBOY: DE SPIEGEL EN DE AFFICHE VAN HUD

De homoseksuele ondertoon van deze relatie verklaarde, samen met de aanwezigheid van naakt en drugs, de X classificatie maar Schlesinger, die zelf homo was en twee jaar later in Sunday Bloody Sunday openlijk homoseksuele personages opvoerde, wou niet provoceren. Opzet was “de diepmenselijke vriendschap die de personages verbond te tonen.” Een vriendschap die een realist doet wegdromen en een dromer realisme bijbrengt. Waarop hij tijdens de trip naar Florida zijn kleren en die van Ratso weggooit. Hun Florida-shirts doen pijn aan de ogen maar hebben een grote symboolwaarde. Net als het sluiten van de ogen net voor de aankomst in het zonnige paradijs.

MIDNIGHT COWBOY

Een groot gebaar en een symbolisch moment maar Schlesinger werkt vooral met kleine, realistische momenten waarmee hij als een soort antropoloog mensen tot leven brengt. In hun dualiteit en zonder oordeel te vellen. Empathisch en liefdevol. De paradox van Midnight Cowboy is dat er ondanks het unhappy end toch licht in de duisternis (ver)schijnt. Joe sluit zich niet langer op in een kinderachtig alter ego (de cowboy) en koestert het besef dat niemand ooit zo van hem gehouden had als Ratso.

JOHN SCHLESINGER

Ontroerend, maar Schlesinger melkt de emoties niet uit. Hij focust meer op de intieme, tedere momenten tussen de outcasts, subliem vertolkt door Dustin Hoffman en Jon Voight. Ironisch genoeg was het John Wayne, die Joe aanvoert als bewijs dat cowboys geen homo’s zijn, die er voor zorgde dat geen van beiden de Oscar voor best acteur won. Die ging naar Wayne voor True Grit. Een klassieke Henry Hathaway western maar geen klassieker zoals Midnight Cowboy.

IVO DE KOCK

(Artikel verschenen in FILMMAGIE, n° 681, januari 2018)

MIDNIGHT COWBOY; John Schlesinger, USA 1969; 114’; met Dustin Hoffman, Jon Voight Brenda Vaccaro, Bob Balaban, John McGiver, Sarah Miles, Ruth White, Jennifer Salt; FILM: **** / EXTRA’S: **** (audiocommentaar, documentaires); dis.MGM.

MIDNIGHT COWBOY

Leave a comment