Harry Kümels Malpertuis: De neus van Welles en de lef van Kümel

jun 29, 2017   //   by Ivo De Kock   //   actueel, Algemeen, Belgische cinema, drama, dvd, film, genre, regisseur  //  No Comments

MALPERTUIS

It is a tale told by an idiot, full of sound and fury, signifying nothing”. Het zonder vermelding van Faulkner geleend citaat waar de Engelstalige versie van Malpertuis mee begint, was ongetwijfeld niet de beste manier om deze barokke en moeilijk te begrijpen fantasy van Harry Kümel te verkopen aan het Cannespubliek anno 1972. Achterdochtige geesten zien er zelfs een veroordeling van de film in.

Vraag blijft wie de ‘idioot’ van dienst is. Voor regisseur Kümel is dat beslist monteur Richard Marden, de man die tevergeefs trachtte een onorthodoxe film in een conventionele te veranderen. Waardoor hij deze op een roman van de Gentse schrijver Jean Ray gebaseerde griezelfabel naar de verdoemenis hielp. Ondanks de briljante fotografie van Gerry Fisher, de schitterende muziek van Georges Delerue
en een memorabel optreden van filmicoon Orson Welles. Gelukkig mocht Kümel ook een eigen, Vlaamse, versie maken. Een director’s cut te vinden op een in de reeks ‘Kroniek van de Vlaamse film’ verschenen dubbel-disc dvd. Samen met drie (jawel: 3!) commentaren van Kümel, verscheidene documentaires, een kortfilm, een tv-drama en… de gewraakte ‘unauthorized edition’!

MALPERTUIS

Life, what is it but a dream?”. Het Lewis Caroll-citaat waarmee Harry Kümel (Monsieur Hawarden, Daughters of Darkness, Eline Vere) zijn versie van Malpertuis (1973) begint, licht meteen een tipje van de sluier. In dit van Griekse mythen doordrenkt fantastisch verhaal blijkt een droom de realiteit en de realiteit een droom. “Het huis Malpertuis bestaat in een plooi van de tijd”, zegt de cineast die in zijn (Nederlandse) commentaar ook aanvult: “alles gebeurt in Jan”.

Het hoofdpersonage (Mathieu Carrière) ontdekt in een labyrintisch huis eerst een demiurg die goden gijzelt om een superras te creëren: “Malpertuis wordt de wieg van een nieuwe wereld”. Uiteindelijk ontmoet hij echter zichzelf in wat een mentale gevangenis blijkt. “Kunst is geen realiteit, dus waarom die nabootsen”, vraagt Harry Kümel zich af in De Malpertuis archieven, “het gaat me om het leven van binnen, om te overleven moeten mijn films meer zijn dan de anekdote die ze vertellen”.

MALPERTUIS

Malpertuis was dan ook niet alleen een ‘grote film’ naar Belgische maatstaven (qua budget, cast, crew en ambities), het wou vooral ook genreoverstijgende ‘grote cinema’ zijn. Visueel, gelaagd, eigenzinnig, verrassend, gestileerd en tragikomisch. Met lef gemaakt door een visionair cineast. Of zoals Carrière stelt “ambitieus, geriskeerd en camp (…), 10 jaar voor op zijn tijd”. Autodidact Kümel – hij leerde uit de praktijk bij amateurfilmclub ‘Filmgroep ‘58’ (o.m. kortfilm Aether) en de BRT (o.m. Kafka-verfilming De Grafbewaker) – “wou dingen tonen die logisch lijken en daarna die logica tegen zichzelf keren”. Zijn bedoeling was tegendraads te werken, zonder traditionele narratieve structuur en conventionele montage.

Monteur Richard Marden probeerde in zijn versie net het tegenovergestelde; hij trachtte alles normaal te maken. Een onmogelijke opdracht
omdat Kümel de film zo niet had opgenomen. Bovendien ridiculiseerde valse ernst alles. Het komische werd lachwekkend, theatraal acteren houterig spel, dialogen slogans en het mysterie onverstaanbare onzin. Deze dvd maakt het mogelijk om Kümels versie naast die van Marden te leggen. De vergelijking levert een boeiende filmles op: montage met dezelfde beelden maakt of breekt een film! In zijn commentaar wijst Kümel op de grootste verschillen: een essentiële beginscène ontbreekt, de van Der Blaue Engel (Kümel bewonderde Josef von Sternberg) afgekeken musicalscène werd omgegooid, reflectiemomenten verdwenen,…

MALPERTUIS

Soms faalt het geheugen van de cineast want i.t.t. wat hij beweert, duwt Michel Bouquet wèl een kind neer in de versie van Marden. Een vergissing die geen gevolg is van blinde zelfverheerlijking. Kümel looft héél uitvoerig D.O.P. Gerry Fisher en make up artist John O’Gorman maar is even gul met zelfkritiek. Zo ziet hij het letterlijk uit het boek overnemen van een personage als een vergissing, bekent hij “ik ben niet al te best in het draaien van suspense” en betreurt hij “poëtische dialogen te hebben afgezwakt onder druk van producenten en door eigen lafheid”.

Hoewel zijn originele aanpak getuigt van lef stelt de cineast “ik had veel meer moeten durven”. Kümel is niet alleen een zelfkritisch maar ook een aangenaam verteller. Zijn enthousiasme werkt aanstekelijk en bij elke “nu moeten jullie weten dat…” spits je de oren. Vooral zijn anekdotes over de grillige en achteraf uitgespuwde Orson Welles zijn verrukkelijk. Met als hoogtepunt het gedoe rond de neus van Welles. Orsons voorliefde voor valse (arends)neuzen en theaterschmink, de strijd tegen de verkleuring van de neus en het aanpassen van het licht om het reukorgaan van de maker van Citizen Kane optimaal in beeld te brengen. Gelukkig had Harry Kümel ook een neus voor talent en werd Malpertuis ook nog memorabel voor de acteerprestatie van Susan Hampshire die in predigitale tijden 3 rollen voor haar rekening nam. Eén keer werd haar wipneus zowaar… een Griekse neus!

IVO DE KOCK

(Artikel verschenen in Film en Televisie, n° 557, november 2005)

 

MALPERTUIS ( K o n i n k l i j k F i lma r c h i e f ); Film: **** / Extra’s: ****: Documentaires ‘De Malpertuis archieven’, ‘Orson Welles Uncut’, ‘Susan Hampshire, one actress, three parts’, ‘Malpertuis revisited’, ‘Jean Ray, John Flanders’; audiocommentaar van Harry Kümel in Nederlandse en (met regie-assistente Françoise Levie) in Franse en Engelse versie; Cannes-versie van Malpertuis; kortfilm ‘Aether’; tv-drama ‘De Grafbewaker’; trailer.

HARRY KUMEL

Leave a comment