Dossier Musical. Deel 1: Het aanstekelijke musicalgevoel van Singin’ in the Rain
Komt er een musical-revival? Het kan. Na het verrassende succes van de Baz Luhrmann-producties Romeo + Juliet en Moulin Rouge zag Gangs of New York-producent Harvey Weinstein immers wel wat in de «New» Hollywood Musical. Hij ging shoppen in Broadway en kwam thuis met Chicago. Deze door Bob Fosse gecreëerde musical uit 1975 kende bij een herneming in 1997 een fenomenaal succes. Ook de door de choreograaf Rob Marshall geregisseerde filmversie met Catherine Zeta-Jones, Renée Zellweger en Richard Gere doet het momenteel goed in de VS. Volgende maand weten we of Chicago creatief omgaat met de Bob Fosse-erfenis én het musical-gevoel doet herleven. In afwachting herontdekken we alvast de musicalmeester zelf. Want Cabaret en All That Jazz (film die o.m. toont hoe Fosse instortte toen hij tegelijk aan Chicago én Lenny werkte) werden uitgebracht op dvd. Net zoals twee musical-klassiekers uit de jaren vijftig: Singin’ in the Rain (1952) en A Star is Born (1953). Goed voor ettelijke uren ‘emoties in beweging’
De Hollywood-musical is nauw verbonden met het ontstaan van geluidsfilm én de nood aan escapisme tijdens een economische crisis. Het muzikale filmentertainment bouwde op de New Yorkse Broadway- en Tin Pan Alley-traditie. Materiaal (songs, shows) werd ontleend en talent (componisten, dansers, choreografen, scenaristen, regisseurs) ingehuurd om filmmusicals te maken in Californische studio’s. Het is passend dat de meest populaire musical aller tijden, Singin’ in the Rain, deze roots blootlegt en eigenlijk ook viert.
Via de film in de film komt de overgang van de stomme naar de sprekende film aan bod, ondanks de onderliggende dramatiek en tragiek heerst de uitbundige vrolijkheid (de subtitel is ook «what a glorious feeling») die het entertainmentsgevoel uitdrukt en de makers van de film (de Freed-unit van MGM met co-regisseurs Kelly en Donen) gebruiken zowel hun eigen Broadway-verleden als bestaande zang- en dansnummers. Stanley Donen en Gene Kelly regisseerden samen ook nog On the Town en It’s Always Fair Weather voor MGM, maar het was hun in de schaduw van An American in Paris (Vincente Minnelli) gemaakte Singin’ in the Rain die tot cultfilm en felgewaardeerd klassieker uitgroeide.
De musical is een kleurrijke satire, een verzameling opgefriste nummers, een demonstratie van het talent van Gene Kelly én een film over film. Het is vooral ook een uitgelaten en moreel liefdesverhaal dat speelt in een wereld waar de grenzen tussen fantasie en werkelijkheid vervagen. Singin’ in the Rain toont hoe een eenvoudig verhaal en complexe uitvoering harmonieus samengaan. De ontluikende liefde tussen een ervaren filmster en een beginnende actrice vormt de leidraad van avonturen voor en achter de schermen. Niet alleen de plot maar ook de zang- en dansnummers ontlenen er hun sprankelende energie aan.
Zo is de bekende scène waarin Kelly zingt en danst in de plensende regen meer dan een dansnummer of een demonstratie van Kelly; het is een fysieke uiting van de liefde van Kelly’s personage, Don Lockwood, voor Kathy (Debbie Reynolds). Die passie valt samen met de liefde van de makers voor musical en film. Maar ondanks het autoreflexieve karakter van Singin’ in the Rain is de ode ook een waarschuwing. De scheiding van beeld en klank maakt immers manipulatie mogelijk.
Kathy moet haar jaloerse tegenspeelster dubben en haar carrière wordt gered wanneer de truc wordt onthuld. Letterlijk doordat een gordijn waarachter ze staat wordt opgetrokken. Toch wordt er geen contrast tussen waarheid en bedrog (lees: realiteit en film) opgevoerd maar wel een tussen eerlijkheid en oneerlijkheid (lees: morele en egoïstische individuen). In een kunstmatige wereld, zoals de studio waar Don zijn liefde voor Kathy in scène zet, zijn waarheid en authenticiteit immers ook perfect mogelijk.
Singin’ in the Rain is 50 jaar oud maar oogt op dvd nog altijd piepjong. Mede dankzij de digitale restauratie van de beelden in technicolor (vergelijk even met ouder beeldmateriaal in de documentaires) en een geremasterde Dolby Digital soundtrack. De audiocommentaar op disk l is leuk en leerrijk. Acteurs Debbie Reynolds, Donald O’Connor, Cyd Charisse, Kathleen Freeman, regisseur Stanley Donen, scenaristen Betty Gomden en Adolph Green, filmhistoricus Rudy Behlmer en fan Baz Luhrmann benaderen elk de film vanuit hun invalshoek. Het gaat hier om een collage van uitspraken (de «making of» werd duidelijk gerecycleerd) maar daardoor krijg je wel een maximum aan informatie en analyses.
Moulin Rouge-regisseur Baz Luhrmann wijst (ook in een verborgen extra) op het meteen aangeven van de filmspelregels (contrast tussen het glamoureus levensverhaal van Don voor de première- micro en de beelden van de realiteit) en de overgang tussen de realiteit en de kunstmatige wereld (ook aanwezig in zijn eigen «rode gordijn»-trilogie). Bij Luhrmann liet de film «een diepe en blijvende indruk na door het plezier van zang en dans».
Deze Special Edition is ook nog uiterst educatief. Schijfje één bevat een optie die het je mogelijk maakt de inspiratiebronnen voor scènes en nummers na te trekken. Op schijfje twee staan behalve een verwijderde scène (het Debbie Reynolds- nummer «You Are My Lucky Star») en 50 minuten fragmenten van de «originele» nummers ook twee uiterst boeiende documentaires. Een making of («What a glorious feeling», 35′) en een boeiende studie over songwriter/producer Arthur Freed («The Arthur Freed Unit at MGM», 96′).
Vooral deze laatste documentaire maakt duidelijk hoe MGM functioneerde, welke inbreng Freed had en wat het belang is van Singin’ in the Rain. Daarnaast krijg je een prima overzicht van de beste MGM musicals: Meet me in St. Louis, The Pirate, An American in Paris, Royal Wedding, The Band Wagon, Gigi. Het musical-gevoel werkte in Singin’ in the Rain aanstekelijk. Deze Special Edition geeft zin om andere
musicals op even schitterende wijze te herontdekken.
IVO DE KOCK
(Artikel verschenen in Film & Televisie, n° 529, februari 2003)
SINGIN’ IN THE RAIN (Warner)