De Stanley Kubrick Archieven. Deel 4: 2006, de Kubrick Odyssey, een expo in Gent
Wereldgebeuren in Gent! Buitengewoon filmevenement! Ongeëvenaarde primeur! Over alle getoeter rond de grootschalige Stanley Kubrick-tentoonstelling, die zich vanaf 5 oktober tot 7 januari tussen de zuilen, vleugels en hangbogen van het Gentse Caermersklooster neervlijt, hoor je ons niet zeuren. Als smaakmaker keken we de conservator eventjes op de vingers tijdens het klaarstomen ervan. Vlijtig en allround creatieveling Lode Van Pee: “Het wordt gewoon gigantisch”.
“Je ruikt zijn talent”. “Hoe meer je ziet, hoe meer je beseft wat je níet kan zien want er is gewoon te veel”. “Dit is een unieke kans om te turen in de ziel van een genie”. Bezoekers die in het Martin-Gropius-Bau in Berlijn achteloos rondstruinden in ‘The Stanley Kubrick Exhibition’ reageerden achteraf verbluft, geëmotioneerd en verbouwereerd. Verleid door de blik achter de schermen van icoon Stanley Kubrick (1928-1999), die ons onvergetelijke beelden schonk waar de waanzin en passie van afdropen. Eén bewonderaar is kordaat: “Het zijn harde tijden voor elke cineast na hem; zijn filmische erfenis is immens”.
Om elk misverstand uit de weg te schoppen: sinds de expo zijn wereldpremière vierde in Frankfurt am Main op 31 maart 2004, en er 54.000 bezoekers trok, heeft de loftrompet nog geen moment gezwegen. Het is dan ook niets minder dan een eersteklas eerbetoon aan één van de grootste en origineelste moderne regisseurs die in elk genre een invloedrijke film naliet. Wat al die jaren nooit is getoond, wordt nu bijeengeharkt in een expositie die het hele oeuvre van Kubrick omhelst. Daar bestaat een woord voor: fenomenaal.
Het idee van deze overzichtstentoonstelling kwam uit de geest geslopen van weduwe Christiane Kubrick en haar broer Jan Harlan, sinds 1969 Kubricks trouwe rechterhand als regieassistent en uitvoerend producent. Voor de organisatie werden ze bijgestaan door het Duits Filmmuseum, het Duits Architectuurmuseum en de Stanley Kubrick Foundation.
“Naast het Filmmuseum heeft vooral Jan Harlan er enorm aan gesleurd,” zegt Van Pee die instaat voor de bouw van de exhibitie op maat van het klooster, “en zowel hij als Mevrouw Kubrick komen zéker naar de opening op 4 oktober. Die organiseren we in het Gravensteen, volledig in de sfeer van Barry Lyndon, omdat we in het klooster elke millimeter grond benutten. De week nadien zou Malcolm McDowell komen, de hoofdrolspeler van A Clockwork Orange. Momenteel bekijkt de chef van het Filmfestival Gent, Jacques Dubrulle, of we er de Eyes Wide Shut-protagonisten Nicole Kidman of Tom Cruise kunnen bijhalen. Je weet maar nooit!”
Het brandpunt van de expo die nog loopt tot begin januari 2007, ligt natuurlijk tijdens de periode van het festival. Al zijn langspeelfilms worden op groot scherm in retrospectief vertoond, met als bijzondere extraatjes zijn eerste drie korte docs (Day of the Fight, Flying Padre uit 1950-51 en The Seafarers uit 1953), Harlans informatieve documentaire Stanley Kubrick: A Life in Pictures en het door Steven Spielberg na Kubricks dood geregisseerde Artificial Intelligence: AI, een karakteristieke Spielberg-film die de geest van de maverick director trouw bleef.
Al pogen de organisatoren het evenement toch een beetje uit te spreiden, “kwestie van het niet te houden op één groot vuurwerk maar in the picture te blijven,” aldus Van Pee, “zo klinkt de muzikale hommage aan Kubrick met het Vlaams Radio Orkest in november ook beloftevol”. Na de officiële geboorte in Frankfurt reisde de expo door naar Berlijn, die wegens de volkstoeloop werd verlengd en op 78.000 bezoekers afklokte. Nadien volgde Melbourne en nu is het dus de beurt aan Gent. Gent! Een vanzelfsprekende halte? “Dat vind ik zo plezant,” straalt de
Gentenaar, “dat onze stad in dat rijtje staat! Normaal ging hij eerst nog naar Rome, maar hun gebouw bleek qua infrastructuur ongeschikt.
Alles kwam in een stroomversnelling terecht want we hadden de expo reeds ingepland voor 2007. Budgettair oninteressant, maar we zijn meteen met onze provinciale overheid gaan praten. Pikten wij er niet op in, en Parijs zou er eerst mee aan de haal gaan, dan trokken Kubrick-fans gewoon naar ginder. We stelden onze kandidatuur voor de Benelux en verworven dat alleenrecht voor Nederland, Luxemburg en België. Van hieruit trekt de exhibitie naar Londen en later naar Parijs. Aanlokkelijk én doorslaggevend voor de Gentse stop was de invloed en naambekendheid van het Internationaal Filmfestival.
We werken elk jaar met hen samen voor een tentoonstelling rond film. Jacques Dubrulle kwam met het idee op de proppen: ‘Die expo loopt in Berlijn, het is de moeite, maar het kost handenvol geld’. ‘t Is een geluk dat ik als architect en inrichter van het Nationaal Museum van Rwanda eind jaren 80, én bezieler van het Maritiem themapark Seafront in Zeebrugge, én medeoprichter van het Musée des Arts in Rwanda begin dit jaar, het volste vertrouwen genoot van onze gedeputeerde van Cultuur, Jean-Pierre Van Der Meiren. Die hakte de knoop door. Het ís de grootste expo die de provincie ooit verwezenlijkte”.
Stilte voor de storm Van zo’n druk op de schouders zou een mens het rap benauwd krijgen. Niks daarvan. We treffen de – duur woord op komst – cultuurfunctionaris in één van de knusse dakvleugels van het kloostercomplex, a room with a view – het met bladgroen overwoekerde tweede pandhof. De kamer is een toonbeeld van ruimtelijke chaos en even vanzelfsprekend steekt hij met zijn neus in de ontwerpen, schetsen en werkdocumenten.
Het perfectionisme van de visuele dichter
Stanley Kubrick viel nooit in herhaling. Toch herken je als kijker meteen een Kubrick-film. Aan de visuele kracht, het muzikale ritme, de emotionele geladenheid. En aan de manier waarop het beeld is opgedeeld in ruimtes die draaien rond eenzame personages. Doordat betekenis ontstaat via de interactie van deze ruimtes, moet je kijken om te voelen. En je moet dat zèlf doen, want Kubrick neemt
zijn publiek niet bij de hand. Films zijn voor hem dromen over dromen. Nooit toont hij een foto van de werkelijkheid, altijd het beeld van de foto van die werkelijkheid. Vandaar zijn obsessieve aandacht voor het visuele en zijn streven naar volledige controle en technische perfectie. Elk detail is belangrijk, elk beeld een schilderij. Kubrick gelooft in de suggestieve kracht van het beeld. De ex-fotograaf heeft oog voor compositie en, vanaf 2001: A SPACE ODYSSEY, kleur. Het rood dat in dit enigmatisch ruimteverhaal de dood van computer HAL emotioneel kleurt, speelt ook in A CLOCKWORK ORANGE, BARRY LYNDON en EYES WIDE SHUT een cruciale rol.
Zoals het een gepassioneerd kunstenaar past (terzijde: behalve architect is Van Pee ook antropoloog, designer en schilder), ratelt de man zo enthousiast als een kind terwijl hij om de haverklap tekeningen, catalogussen, papiertjes en nóg meer papiertjes opvist om het visuele opzet toe te lichten. Erg relaxed want dit is “de stilte voor de storm”: “We gaan hier nogal een beetje mogen verbouwen! En we hebben niet veel tijd. (Diept een grondplan van enkele vierkante meters op en doorloopt virtueel het traject) Gewoon omdat we zoveel volk verwachten moeten we de entree en ticketbalie al scheiden om het publiek deftig te ontvangen. Alle vertrekken – de wandelgangen, de kerk, het oud huis, de sacristie, de oude en nieuwe kruisgang en het eerste pandhof – worden tentoonstellingsruimtes. Met zelfs een uitloper naar buiten in een tent. Het wordt een prachtig circuit”.
Het Caermersklooster, omgedoopt tot Provinciaal Centrum voor Kunst en Cultuur, is zo’n verborgen Gentse diamant, weggemoffeld in een uithoek van het nostalgische stadswijkje Patershol. Al zal het er vanaf oktober wel drummen zijn. Tenminste, dat wordt gehoopt: “Misschien droom ik maar 50.000 man verwelkomen zou ik schitterend vinden. Het is naïef realistisch maar streven mag. Dat doe ik mijn hele leven al. Uiteindelijk is het monopolie voor de Benelux niet niks. Nederlanders en Rijselaars moeten toch niet wachten om naar Parijs te gaan?
Deze expo zal het Caermersklooster op de kaart plaatsen. Alles hangt nauw samen met de publiciteit. De media springen hierop, en daarnaast komt er wellicht een grote lichtprojectie vanaf de Stadsbibliotheektegen het Provinciaal Administratief Centrum aan het Zuid, tijdens de festivalperiode. Als je Gent binnenrijdt, kijk je er onmogelijk langs! Aan zo’n dingen hecht ik belang”.
Het is welbekend dat de erfgenamen van Kubrick zijn filmische nalatenschap met argusogen bewaken. “In het begin dacht ik: ik ben architect, ik doe de expo zelf! (lacht). Néén, dan kwam er niks van in huis. Alles is tot in de puntjes uitgetekend en staat contractueel vast,” vertelt Van Pee die er zich perfect mee verzoent dat hij weinig creatieve armslag heeft want “het is een bestaande expo, ingedeeld per film. Wie ben ik om dat overhoop te smijten?”
Stanley Kubrick, filmlegende
De Amerikaanse filmmaker Stanley Kubrick (1928-1999) was het schoolvoorbeeld van de maverick: een eigenzinnig, non-conformistische individualist. Aan het eind van zijn carrière had Kubrick meer vrijheid (lees: controle) dan eender welke regisseur ooit gehad heeft. Maar hij bleef een zonderling. Gesloten, perfectionistisch, bemoeiziek. Gevlucht uit de wereld waarop hij zijn camera (lees: verbeelding) richtte. Mysterieus en daardoor ultrafascinerend. Kubrick liet zich voor het eerst opmerken in 1945 toen hij aan ‘Look’ een foto verkocht die authentiek leek maar geënsceneerd bleek. Na enkele documentaire kortfilms (DAY OF THE FLIGHT, FLYING PADRE) en lowbudgetfilms (FEAR AND DESIRE, KILLER’S KISS) zag Hollywood wel iets in zijn vermogen om maximaal resultaat te puren uit een minimaal budget. Na racebaanthriller THE KILLING volgde oorlogsdrama PATHS OF GLORY en peplumepos SPARTACUS. Kubrick begreep na enkele conflicten dat alleen volledige controle de films zou opleveren die hij wou maken. Hij verhuisde naar Groot-Brittannië en dwong zijn onafhankelijkheid af met eigenzinnige films zoals LOLITA en DR. STRANGELOVE. Na het verbluffende 2001: A SPACE ODYSSEY en het verbijsterende A CLOCKWORK ORANGE groeide zijn reputatie. Zelfs na het oncommerciële BARRY LYNDON, het door Stephen King-fans uitgespuwde THE SHINING en het ondergewaardeerde FULL METAL JACKET bleef de filmwereld jarenlang uitkijken naar ‘de nieuwe Kubrick’. Dat werd meteen zijn laatste, de tegendraadse labyrintische puzzel EYES WIDE SHUT. Postuum uitgebracht en de eerste film waarbij haast evenveel aandacht uitging naar de acteurs, het koppel Cruise-Kidman. Een teken aan de wand. De auteur lijkt met Kubrick begraven maar de films van de legendarische cineast blijven tijdloos. Ze overleven.
Het concept is van de hand van Günter Illner, de designer van het Duits Filmmuseum. “Hij komt zelfs veertien dagen naar Gent. Het zit zo: we hebben vijf weken tijd. De eerste drie weken dienen om het huidige gerief te verwijderen, ruimtes in te delen en wanden te plaatsen. Daarna komt de camion met het materiaal – allemaal netjes ingekaderd – en ziet hij op de opbouw toe”. Al klopt het niet volledig dat er geen oor was naar welke smaak de conservator in de aanbieding heeft: “We hádden inspraak”.
Een voorbeeldje? “De mensen van het Filmmuseum kwamen naar hier uitgaande van de plannen. Ze wilden de kerk opdelen in kotjes met een verlaagd plafond. Maar je moet toch geen klooster inpalmen om dan níet uit te pakken met zulke omvangrijke ruimtes? De indeling is gelijk maar de ruimtelijkheid blijft nu wél intact. Er zijn verscheiden projecties – over het hele gebouw staan er 23 schermen opgesteld – en dan zorgt de lichtinval in de kerk soms voor problemen. Dat lossen we op met spandoeken, wat mooi zal zijn”.
Kubricks krabbels
De expo is niet opgesplitst in thema’s maar gidst ons min of meer chronologisch door Kubricks oeuvre: “Je wandelt binnen in de kerk en je botst op zijn levensgrote foto, filmografie en biografie. Plus twaalf monitors met films, die dienst doen als blikvangers”. Het parcours vangt aan bij de wanden die een pak foto’s etaleren uit de duizenden die Kubrick er nam tussen 1945 en 1950 (‘Early Photographs’). Dan volgen zijn eerste films (‘The Early Movies’) van 1951 tot 1953 met Day of the Fight, Flying Padre en The Seafarers.
Zijn langspeelfilmcarrière wordt ingeluid door Fear and Desire, waarop de ene mijlpaal na de andere volgt. Stuk voor stuk komen ze aan bod in een aparte ‘kamer’: Killer’s Kiss, The Killing, Paths of Glory, Spartacus, Lolita, Dr. Strangelove or: How I learned to stop worrying and love the bomb, 2001: A Space Odyssey, A Clockwork Orange, Barry Lyndon, The Shining, Full Metal Jacket en Eyes Wide Shut. “We zetten overal muren omheen om ruimtes te scheppen waarbinnen alles vastligt,” legt Van Pee uit, “en specifieke sferen worden gecreëerd door het gebruik van een vloer van steen of tapijt, diverse kleuren, een ander licht en een verschillende belettering. Kubricks krabbels zijn de visuele leidraad en worden uitvergroot met kleefletters op de muren in allerlei fonts”.
Thema, budget, casting, locatie, opname, montage, promotie, distributie, voorstelling: er bestond geen departement in het creatieproces dat Kubrick niet naar zich toetrok. Legendarische perfectionist, bezeten researcher, gepassioneerde detailfreak: het verhaaltje over de cineast die streefde naar de ultieme controle over zijn werk is al dikwijls afgedraaid. Boeiend wordt het pas écht als we weten dat deze betrokkenheid volledig verweven zit in de expo, door films uit te stallen van de aanloop tot de verdeling en marketing, van het concept tot het artwork voor reclamecampagnes en filmposters.
“48 jaar met film bezig zijn en er maar 13 langspelers uitpuren: uiteraard komt dat maniakale aspect tot uiting,” verzekert Van Pee ons, terwijl hij bij het doorbladeren van het draaiboek stilstaat bij al dat fraais dat wij geserveerd gaan krijgen. Zoals daar zijn: ontelbare Kubrick-citaten, (handgeschreven) scriptversies, setopnames, de belangrijkste decors en filmfragmenten, iconografische rekwisieten, kostuums, werkfoto’s, studiomemo’s, maquettes, researchdocumenten, authentieke brieven, sketches, tekeningen, affiches, enzovoort!
De auteur als onderzoeker
Kubrick was veeleisend, ook voor zichzelf. Zijn creatieve rusteloosheid en fascinatie voor technische innovaties leidden tot obsessieve vernieuwingsdrang. De auteur was een onderzoeker die observeert en experimenteert. Zijn proefopstelling test de wereld en de menselijke natuur. Met BARRY LYNDON realiseerde Kubrick, lang voor Dogma, de ‘onmogelijke’ krachttoer uitsluitend kaarslicht te gebruiken tijdens het draaien van sommige scènes. Andere krachttoeren: trendsettende steadycam opnames in THE SHINING en het reconstrueren van Vietnam in… Londen voor FULL METAL JACKET.
Wanneer we er de persmap bijhalen schrikt Van Pee er nog altijd van op: zo’n 800 objecten vullen 65 vitrines, met pronkstukken zoals het schaalmodel van The War Room, een functioneel model van de 2001-ruimteschipcentrifuge en installaties die 3D-objecten, filmstills, geluid, licht en muziek koppelen. “En zo krijg je dus de indruk dat hij fanatiek was! Alle dimensies – van zijn veelzijdigheid tot zijn perfectiedrang – zijn tastbaar. Je voelt het in wat voor hem belangrijk was voor een bepaalde film, je voelt het in de keuze van zijn voorwerpen. Vandaar vind ik het juist dat de Foundation zo ver gaat in haar eisen, zoals welke muur in welke kleur te likken. Het zijn basiskleuren die aansluiten bij de gevoelens die de prent oproept. In één van de ruimtes van A Clockwork Orange moet ik zwart tapijt voorzien. Daar en daar alleen, met een pikzwarte muur eromheen”.
Alles is rigide omlijnd, maar toch lijken de accentverschillen met pakweg de expo in Berlijn – een witte doos waar alles van nul werd opgetrokken – groot. Qua oppervlakte is het inkrimpen van 1200 naar 1075 vierkante meter. De muren in de kloosterkapellen zijn allang gesloopt, wat de adembenemende ruimtes, de rijzige kerkzuilen en de hoge dakplafonds promoveren tot de belangrijkste troeven van het Caermersklooster, die moésten worden uitgespeeld.
“Zeker,” beaamt Van Pee, “en daarover discussieerde ik met de designer. In zijn ontwerp stonden overal muurtjes rondom de kerkzuilen: wand, wand, wand. Heel wat schoons van het klooster stak hij weg. Als er effectief een paneel moet staan, okay, maar waarom álles verstoppen? Bij het tweede bezoekje namen ze die opmerking ter harte”.
Vrouwen, seksualiteit en verbeelding
Pas in het postuum uitgebrachte EYES WIDE SHUT stond de vrouw centraal. Maar seksualiteit bleef problematisch. Kubrick verkiest beeldspraak boven realisme. Ruimteschepen lijken geslachtsorganen (2001: A SPACE ODYSSEY), fallussculpturen linken seks en geweld (A CLOCKWORK ORANGE) en wapens worden seksuele symbolen (FULL METAL JACKET). Wat hem bij LOLITA interesseert, is niet pedofilie maar wel het ontluikend seksueel machtsgevoel van een teenager en de door verlangen op hol geslagen fantasie van een oude man. Dàt werd een rode draad door Kubricks oeuvre: mensen botsen met elkaar omwille van hun emoties, dromen en verbeelding.
De trap van Orson Welles
In sommige vertrekken wordt de ruimte glorieus uitgebuit. Zo kan het schilderachtige picturalisme waar Barry Lyndon in zwelgt, geen beter onderdak vinden dan in het oud huis. “Niet toevallig,” zegt Van Pee, “is deze uitgestald in de plek waar het Caermersklooster in de dertiende eeuw werd gesticht, en waar er nog een stuk van een vermoedelijk vijftiende-eeuwse muurschildering rest. Die film moést daar komen; dat geeft direct een meerwaarde. Toen de lui van het Filmmuseum voor het eerst het gebouw kwamen bestuderen voelde ik dat ze er terstond voor zwichtten. De volgorde van de tentoonstelling is daarom lichtjes aangepast, maar het zou gewoon onverantwoord zijn geweest om hieruit géén profijt te trekken”.
Over futuristische decors beschikt het klooster dan weer niet, maar 2001: A Space Odyssey wordt nu gehuisvest in de kerk zelf, met de ronde toren als eyecatcher. “Die film vraagt om een hoogte; anders zou het vloeken. Rond het koor van de kerk kan je wandelen, er is de ruimtelijkheid naar boven én die zuil die eruit vertrekt. Vormelijk zal dit het indrukwekkendst zijn: het gebouw is rond en de constructie ook. In andere tentoonstellingen stond alles opgesteld in een vierkante zaal – hier moét het monumentaal ogen”.
Eigenlijk is elke kamer een eigen wereld, blijft elke ruimte trouw aan de filmsfeer én is elke ervaring anders. “De technische uitrusting met al zijn cameratoestellen – ‘Technical Equipment’ – zie je op de stek waar Orson Welles op de trap stond ten tijde van Malpertuis! En zijn belangrijkste muziek – ‘Musical Scores’ – krijg je te horen in een tent, rechtstreeks verbonden met het gebouw, waar fragmenten worden geprojecteerd terwijl het orkest uit de boxen schalt. In de tussengang heb je een ambetante ruimte. Maar wat komt er daar? Arayan Papers, omdat de constructie met dozen zo statisch is. Dat gaat dus knap zijn!” Knap én pijnlijk, want zowel het Holocaust-drama Arayan Papers als de megaproductie over de Franse despoot, Napoleon, zagen nooit het filmlicht. Terwijl de geëxposeerde ontwikkelingsstadia meer blinken als afgewerkte prenten dan als natte filmdromen, met ontzaglijk wat originele,materialen en schokkend minutieuze voorstudies.
Mysterie en magie
Elke Kubrick-film was een evenement. De mysterieuze filmmaker wou telkens betoveren en verbazen. Extreme personages (THE KILLING, SPARTACUS, A CLOCKWORK ORANGE) en verontrustende onderwerpen (PATHS OF GLORY, LOLITA, DR. STRANGELOVE) zorgen voor fascinatie. Terwijl voice-over (A CLOCKWORK ORANGE, BARRY LYNDON), stilte (SPARTACUS, THE SHINING), muziek (2001: A SPACE ODYSSEY, BARRY LYNDON) en explosies van licht en kleur (PATHS OF GLORY, FULL METAL JACKET) het hypnotische karakter van zijn cinema versterken. Opvallend zijn ook de symmetrische motieven in beeldkader en decor. De vierkanten van het Romeinse leger (SPARTACUS), de rechtlijnige loopgraven benadrukt door een travelling (PATHS OF GLORY), de rechtlijnige chaos van (hotel- en doolhof-)gangen (THE SHINING) en de circulaire constructies van ruimteschepen (2001: A SPACE ODYSSEY) en de oorlogskamer in DR. STRANGELOVE.
Voor AI had Kubrick, samen met illustrator Chris Baker, al 640 tekeningen klaar alvorens hij besliste het project aan Spielberg door te spelen. Een deel ervan staat er ingekaderd, al doet Napoleon toch het felst watertanden. Drie decennia voorbereidend speurwerk en een bibliotheek volgestouwd met 18.000 boeken mochten niet baten want het budget kreeg Kubrick nooit van de grond. “Tja,” mompelt Van Pee terwijl hij liefdevol naar zijn bundeltje staart, “kijk eens aan, al die rekwisieten. Een heel decor, zo’n boekenkast met alle details uit ‘s mans leven. Die film was klaar, hé! Áf! Monnikenwerk! Die volmaaktheid zie je voortdurend, en het ligt me wel. Daarom moet het ook voor mij piekfijn in orde zijn”.
Mens tussen creatie en vernietiging
Kubrick had een zwak voor criminelen en artiesten omdat ze het leven niet nemen zoals het is. Zijn personages worden gedreven door tegenstrijdige verlangens te bouwen en te verwoesten. Een soldaat draagt in FULL METAL JACKET op zijn helm zowel een vredesteken als de slogan ‘Born to kill’. De menselijke geest fungeert als katalysator van creatie en destructie. De losgeslagen schrijver in THE SHINING balanceert zoals elke kunstenaar op de grens van waanzin en verbeelding. “Door je af te schermen van wat je omringt, blijf je weg van de realiteit en kom je terecht bij ondefinieerbare zaken zoals creativiteit” wist Kubrick.
Wie wás Kubrick?
Via zo’n duik in Kubricks archieven is het de bedoeling om zijn herinnering in leven te houden, veel te zien en te leren, de (technische) kwaliteit te betasten én onze kijk op het werk van het selfmade genie uit te diepen. In dat opzicht biedt deze expo behalve een overzicht ook inzicht. “Het is eerst en vooral openbarend omdat zoveel materiaal van hem nooit eerder is samengebracht,” weet Van Pee, “want hoewel de Foundation negentig procent ervan bezit werden er ook 21 privé-eigenaars aangesproken. De samenstelling is ongezien. Een archivaris heeft daarvoor maanden in Kubricks villa in de buurt van Londen rondgesnuffeld”.
Hoewel gestart met het perspectief de wereld rond te gaan, heeft het daverende succes voorlopig nog geen garantie voor een permanente tentoonstelling opgeleverd. “Maar,” vervolgt Van Pee, “het is evenmin zo dat de expo zelf geëvolueerd is. Wij werken nu met de documenten van Frankfurt, de eerste exhibitie. Ze zijn intussen niet gegroeid naar iets ambitieuzer. Hoefde ook niet; het was al áf”.
Groots dus, maar ook toegankelijk, want deze expositie is er niet voor de happy few. Vertrouwdheid met zijn werk is geen vereiste; iedereen wordt geprikkeld om Kubrick te ontdekken of te herontdekken. “Er is voldoende uitleg,” staaft Van Pee, “en het is niet zo dat iemand op het einde van de rit de puzzel zelf moet samenstellen. Sta je in de inkom stil bij de teksten, dan heb je de sfeer vast. Iemand die niet door hem geboeid is, ráákt erdoor geboeid.
Achtergrond is niet nodig; al die indrukken vertellen genoeg. Weet je: velen kennen Kubrick niet, maar wél zijn films. Ook via teksten creëer je lagen. Een leek die ervoor openstaat, heeft nadien een zeker beeld van wie die man was. Terwijl fans niet op hun honger blijven zitten; zij vinden een surplus in kleinere teksten, naast de keuze van decors, objecten en vele filmfragmenten op grote flatscreens. Die flarden zijn doelbewust gekozen in functie van de omringende storyboards en rekwisieten; echt uitgekiend om alles in de context te plaatsen”. Alleen rond de audiocommentaren – die bestaan – rijzen er vragen. “Of we die gaan gebruiken wordt om praktische redenen nog bekeken. Indien ze er komen spreekt Jan Decleir ze in”.
Een wereld uit evenwicht
Kubrick portretteert de donkere zijde van de menselijke natuur, beschaving en samenleving. In zijn visie is de wereld verdorven, beschaving kunstmatig en de mens een potentiële geweldenaar. Harmonie en onschuld blijken ver zoek in een universum uit evenwicht. Reeds in KILLER’S KISS, THE KILLING en PATHS OF GLORY is geweld duister en immoreel maar A CLOCKWORK ORANGE verbindt het met psychotisch gedrag. Kubrick is gefascineerd door geweld, oorlog en macht (en figuren zoals Napoleon) omdat het expressies van de menselijke natuur zijn. Daarom laat hij ons kijken in de geest en via de ogen van een psychopathische persoonlijkheid, “een jongeman wiens principes bestaan uit verkrachten, ultrageweld en Beethoven”.
Om de twijfelaars – zij dwalen – finaal over de streep te trekken: waarom moeten we weeral acht euro dokken? “Dé sterkte,” dixit Van Pee, “is dat zowel freaks als mensen die geen affiniteit met film hebben, worden ondergedompeld in een zeer visuele wereld. Je belandt voortdurend in andere dimensies, tijden, ruimtes, texturen en kleuren. Het is één grote fantasie die beklijft, met een doordachte interactie tussen de modellen en de representatie ervan in de ruimte. Door die sferen en momentopnames uit zijn leven geniet je van dit filmgebeuren. Het doet de expo nog groter lijken dan ze al is”.
Al is het filmwonder Kubrick moeilijke materie, de kracht van de expositie ligt in zijn uitbeeldend vermogen. Toen Christiane Kubrick twee jaar terug in Frankfurt betoogde dat “ze ervan overtuigd was dat Stanley erg trots zou zijn geweest”, kon dat worden betwijfeld, wetende dat hij de mystiek rond zijn figuur en werk dwangmatig in leven hield. Kubrick liet niet zien maar gaf ons zin om te zien. Zou die enigmatische filmer zijn opgezet met een expo die zijn intiemste scripts en nota’s zo gul ontbloot? Misschien.
De eenzame artiest en zijn erfenis
Voor het eerst sinds zijn film noirs KILLER’S KISS en THE KILLING was er in EYES WIDE SHUT een verwantschap te bespeuren met een andere film, m.n. Hitchcocks Vertigo. Kubrick was een eenzaam, eigenzinnig artiest. Slechts beïnvloed door Kubrick. Zijn hedendaagse erfgenamen zijn dan ook veeleer geestesverwanten. Michael Mann, de perfectionist die zijn privé-leven afschermt, een hekel heeft aan thema’s en technologie gebruikt om beelden te schilderen. David Cronenberg, de outsider voor wie het beeld als virus werkt en de malaise in de mens woekert. Terry Gilliam, een andere gevluchte Amerikaan met grootschalige visie, donker wereldbeeld en angst voor creatieve en emotionele gevangenissen. Brian De Palma, de cultuurpessimist die met filmische bravoure de dood aan het werk toont. Gus van Sant, de visuele dichter die platgetreden paden verlaat en experimenteert met non-verbale cinema. Terrence Malick, de enigmatische mediaschuwe filmmaker die met poëtische symfonieën de filmtaal herschreef en zich met 20 jaar zelfgekozen exil zelfs nog mysterieuzer toonde dan Stanley Kubrick.
De exhibitie die niks aan het toeval overlaat, is alvast helemaal opgebouwd in zijn geest: het concept tart grenzen, is visueel bijzonder en technisch gaaf. “Zijn perfectionisme zit erin,” besluit Lode Van Pee, “en daar zou hij blij om zijn. Ik kan me die geheimzinnige waas inbeelden zolang je leeft maar nu… Je vergroot de mythe! Er wordt zo bodemloos diep gegraven dat je je afvraagt: wie wás Kubrick? Je toont nieuwe stukken en je reikt dingen van achter de schermen aan die je alleen maar curieuzer maken. De sluier wordt een beetje opgelicht maar de prikkel wordt minstens even intens gestimuleerd!”
GENT – AUGUSTUS 06
JULIE DECABOOTER & IVO DE KOCK
(Artikel verschenen in FILMMAGIE, n°567, oktober 2006)
Een leven in data:
1928: Geboren in The Bronx, New York op 26/7
1946-1951: Fotograaf voor Look
1951: DAY OF THE FIGHT en FLYING PADRE (kortfilms)
1952: THE SEAFARERS (documentaire)
1953: Eerste langspeelfilm FEAR AND DESIRE
1955: KILLER’S KISS
1956: THE KILLING
1957: PATHS OF GLORY verboden in Frankrijk
1960: SPARTACUS
1961: Verhuist naar Londen
1962: LOLITA
1964: DR. STRANGELOVE OR: HOW I LEARNED TO STOP WORRYING AND LOVE THE BOMB
1968: 2001: A SPACE ODYSSEY
1969: Wint zijn enige Oscar voor de Special Effects van 2001: A SPACE ODYSSEY
1971: A CLOCKWORK ORANGE
1974: Haalt A CLOCKWORK ORANGE in Engeland uit de zalen na felle reacties
1975: BARRY LYNDON
1980: THE SHINING
1987: Controverse rond het voor het Amerikaanse leger te kritische FULL METAL JACKET
1997: Ontvangt de ‘D.W. Griffith Award’ van de Directors Guild
1999: Sterft op 7/3 in Childwickbury Manor nabij Londen, EYES WIDE SHUT wordt postuum uitgebracht