Arthur Penns Little Big Man: Ontluisterend western epos

feb 16, 2017   //   by Ivo De Kock   //   actueel, Algemeen, dvd, film, genre, regisseur, western  //  No Comments

LITTLE BIG MAN

It makes my heart sad, a world without human beings has no center to it” zegt Jack Crabbs Indiaanse grootvader Old Lodge Skins in Little Big Man, Arthur Penns ontluisterend western epos uit 1970 over de genocide van de Amerikaanse indianen. De blanke indiaan Jack heeft zelf geen middelpunt, is noch bij de blanken noch bij de ‘human beings’ (de indianen) thuis. Moreel staat hij wel aan de kant van de indianen, een volk dat volgens de naar zijn favoriete ‘scalp’ verwijzende Old Lodge Skins gelooft dat “everything is alive. Not only man and animals. But also water, earth, stone. And also the things from them… like that hair. The man from whom this hair came, he’s bald on the other side, because I now own his scalp! That is the way things are. But the white man, they believe EVERYTHING is dead. Stone, earth, animals. And people! Even their own people! If things keep trying to live, white man will rub them out. That is the difference.”

Arthur Penn (1922-2010) maakte zijn laatste film (Inside) pas in 1996 maar reeds in 1982 besefte de regisseur van Bonnie and Clyde “out of time and out of place” te zijn: “Spielberg maakt enorm succesvolle goedaardige films terwijl niemand mijn films met elkaar pijnigende mensen wil zien.” Maar Penn kon enkel zichzelf blijven waardoor zijn jaren 80 films (Four Friends, Target, Dead of Winter, Pen & Teller Get Killed) even obscuur en ondergewaardeerd bleven als The Chase, Night Moves en The Missouri Breaks. Logisch, aangezien Penn zijn eigen advies volgde: “Boor de dingen aan die je niet wil zeggen. Boor die geheime plaats aan ondanks de angst en de pijn.”

LITTLE BIG MAN

Van in het begin was Penn een buitenbeentje in Hollywood. Hij was een typische Oostkust regisseur, iemand die via theater en televisie in de filmwereld belandde. Zijn debuutfilm The Left Handed Gun (1958) was als adaptatie van een Gore Vidal theaterstuk een bijzonder a-typische western zonder weidse ruimtes maar met psychologie, seksualiteit en symboliek.

Dat hij geen traditionele western- of actieregisseur was illustreerde Penn door daarna het waargebeurde drama The Miracle Worker te draaien en tijdens de opnamen van The Train personages te laten primeren op actie waardoor hij snel vervangen werd door John Frankenheimer.

Wat Penn aanzette om zich nog koppiger vast te bijten in een weinig populair idee: een western over de genocide van de indianen. In afwachting van de ideale invalshoek draait Penn met Mickey One, Bonnie and Clyde en The Chase films over personages die hun identiteit zoeken, personages die afgesloten zijn van hun roots. Het werd de rode draad door zijn oeuvre en de insteek voor zijn droomproject die hij vond in de roman van Thomas Berger.

MICKEY ONE

Little Big Man vertelt het verhaal van een man die zijn leven doorbracht afwisselend bij blanken en indianen wat van hem het prototype maakt van de man die zijn plaats zoekt in de samenleving. Achteraf zei Penn dat deze anti-western ging over de jeugd van een in een echtscheiding verwikkeld kind. Met de indianen en de blanken als papa en mama; twee culturen die trekken aan een kind (Jack Crabb) dat verscheurd geraakt tussen twee werelden en uiteindelijk nergens thuis hoort.

Little Big Man weerspiegelt de groeiende desillusie van Penn; zijn melancholische verteller (“ik ben ongetwijfeld de laatste van de ouderen”) blijft eenzaam achter in het hospitaal wanneer de journalist die zijn verhaal optekende vertrekt. Het picaresk avontuur van kameleon Jack Crabb loopt van 17 tot 121 jaar maar hij mist uiteindelijk een thuis en het gevoel iets gedaan te hebben dat meer is dan puur overleven.

Voor Penn was dit zoekende personage geknipt omdat hij het verhaal van de genocide van de indianen niet door blanke ogen wilde vertellen. Hij beoogt demystificatie van het door Hollywood geïdealiseerde westen. Met aandacht voor kolonisering, het breken van beloftes en zowel de verplaatsing als de afslachting van indianen. Jacks coming-of-age gaat gepaard met het ontdekken van hypocrisie, leugens, uitbuiting, seksueel misbruik, cynische handel en religieuze misleiding wanneer hij in de blanke wereld leeft.

LITTLE BIG MAN

Little Big Man is geen klassieke Hollywoodfilm of een historische film over het westen want in beide gevallen gaat het om grote leugens verpakt als waarheid,” zegt Penn in een making of, “in onze film geven we toe dat het een leugen is. Het begint als een grap maar langzaam wordt het een oprecht verhaal. Al te vaak blijft men trouw aan externe details maar ontbreekt de interne waarheid. Zeker wanneer het gaat om de plaats van de Indianen in de Amerikaanse geschiedenis. Geschiedenis is de fabel die we willen geloven en bij de slachtpartij van de indianen ontstond een absurde mythologie met een figuur als generaal Custer.”

Dat maakt Penn met Little Big Man overduidelijk. Een auteur wil Penn daarvoor niet genoemd worden. “Wat belangrijk is bij een film, is weten of hij persoonlijk is” zegt hij aan Robin Wood “een filmmaker moet aan de spontaniteit denken, ze voorzien en filteren tot het geen spontaniteit meer is maar een afgelijnd strijdplan.” Dat levert “in het beste geval enkele persoonlijke toetsen op want echte auteurcinema maken is onmogelijk in Hollywood.” Een eigenzinnige, persoonlijke film kan wel, bewees Penn met Little Big Man.

IVO DE KOCK

(Artikel verschenen in FILMMAGIE, n° 673, maart 2017)

LITTLE BIG MAN: Arthur Penn, USA 1970, 140′; met Dustin Hoffman, Faye Dunaway, Martin Balsam, Chief Dan George, Richard Mulligan, Jeff Corey; extra’s: documentaires, boek; FILM: **** / EXTRA’S: ****; dis. Carlotta.

LITTLE BIG MAN

Leave a comment