Gus Van Sants Milk: Tedere en toegankelijke biopic

feb 6, 2017   //   by Ivo De Kock   //   Algemeen, drama, film, genre, regisseur  //  No Comments

MILK

“Het is heel menselijk om elkaar te beoordelen en te veroordelen. Daarom is het belangrijk voor homo’s en lesbiennes om uit de kast te komen. Zodat mensen wèten met wie ze praten. Alles draait om angst voor het onbekende. Wanneer mensen nooit openlijke homo’s tegenkomen blijft die angst bestaan”. Een uitspraak van ‘openlijke homo’ Gus Van Sant die klinkt als een Harvey Milk-speech. De regisseur van de tedere en toegankelijke biopic Milk zet de strijd van zijn hoofdpersonage voort.

You gotta give them hope”, ‘je moet ze hoop geven’, horen we een stervende Harvey Milk aan het einde van Milk zeggen. Terwijl hij een laatste blik werpt op de affiche van de opera Tosca. Milks slagzin prijkt op zijn buste in het stadhuis van San Francisco en wordt tot leven gebracht in de nieuwste van Gus Van Sant (°1952). Weloverwogen. Voor de regisseur die al in ‘92 betrokken was bij het speelfilmproject ‘The Mayor of Castro Street’ (dat vastliep en intussen in de handen van ‘openlijke homo’ Bryan Singer belandde) is Milks boodschap nog altijd actueel.

MILK

“Er werd de afgelopen dertig jaar veel vooruitgang geboekt wat betreft mensenrechten,” aldus Van Sant, “maar het gevecht is nog niet afgelopen”. Na ‘Proposition 6’ in ‘78 was er in ‘zijn’ Oregon anno ‘91 nog een poging om homo’s uit te sluiten van alle ambtelijke banen terwijl in november ‘08 via ‘Proposition 8’ (‘Proposition Hate’ dixit tegenstanders) het homohuwelijk werd afgeschaft in Californië, Florida en Arizona. De strijd blijft, net als de nood aan verandering en hoop.

In ware Obama-stijl wil Van Sant mensen samenbrengen en inspireren. Met Milk keert hij terug naar Good Will Hunting en Finding Forrester, toegankelijke mainstreamfilms die op oncynische wijze alles en iedereen observeren. Een vertrouwd verhaal wordt op een andere manier bekeken, wat dieper inzicht biedt in het hoofdpersonage. Een mix van opera en documentaire, Tosca en (beelden uit) The Times of Harvey Milk, bezorgt Milks levensverhaal een universele en actuele resonantie.

De verwijzing naar Puccini’s pathos, wanhoop, hevig oplaaiende emoties en finaal stervende hoofdfiguur legt ook de link naar Van Sants recente oeuvre. In de 21ste eeuw vertelt de cineast op experimentele wijze verhalen die draaien rond de dood. Via het uitrekken van duur (Gerry, Last Days) en het versplinteren van chronologie (Elephant, Paranoid Park) slaat hij een brug tussen sterfelijkheid en persoonlijkheid.

MILK

Ook het hoofdpersonage van Milk is gedoemd – hij spreekt ons via zijn gesproken testament toe vanuit de dood – maar de film die opent en sluit met de moord op Milk gaat meer over het leven. Over vreugde, energie, verzet én pijn. Over een individu dat opgaat in een beweging, een samenleving. De deprimerende sfeer van de geïsoleerde – onbegrepen en ongrijpbare – eenzaten maakt plaats voor de vrolijke levendigheid van sociale wezens.

Tijdens de credits lopen archiefbeelden van een politieinval in een bar. Homo’s verbergen hun gezicht of werpen drank in de cameralens. Agressie, schaamte en woede; de emotionele cocktail slaat een brug tussen verleden en heden. Milk opent met het audiotestament van een man die benadrukt dat hij geen politicus was maar “een beweging vertegenwoordigde” en “zich volledig realiseert dat wie staat voor wat ik sta – een homo-activist – een potentieel doelwit wordt van iemand die onzeker, angstig of heel gestoord is”. De door Sean Penn nagespeelde scène wordt onderbroken door archiefbeelden van gemeenteraadsvoorzitster Dianne Feinstein die aankondigt dat “zowel burgemeester Moscone als supervisor Milk neergeschoten en gedood zijn”.

Van Sant put uit The Times of Harvey Milk maar gebruikt de beelden anders. Hij plaatst Milk niet in de context van de seventies (zoals Epstein deed) maar in een ruimere, actuele context. Daar waar Epstein zich concentreert op het symbool Milk, toont Van Sant vooral het paradoxale leven van een complex man. Of liever: het getransformeerde leven van iemand die zichzelf (her)uitvond. We volgen het traject van een New Yorkse Jood die op de vooravond van zijn veertigste verjaardag in de metro een hippie versiert en even later met hem naar San Francisco vertrekt om “eindelijk iets te doen met mijn leven”.

MILK

Hij forceert een plaats in het zakenleven van Castro Street, trekt de aandacht van “mijn mede-gedegeneerden” die hij toespreekt vanop een ‘soap’-box en start verkiezingscampagnes met een ongewone groep medestanders (o.m. Anne Kronenberg en Cleve Jones). Zijn privéleven verloopt chaotisch. Relaties doven uit (Scott Smith) en geliefden breken (Jack Lira). Op politiek vlak is Milk meer een vechter dan een idealist, meer een man van actie dan van ideeën.

Als ondernemer beseft hij dat politiek een economische component heeft. Alles draait om macht, de macht van het getal. Milk groeit dankzij een economische boycot (die vakbondssteun oplevert) en samenwerkingsverbanden. “Voor het eerst hadden we een beetje macht” zegt hij in voice-over, “we waren niet langer een stelletje mietjes”. Zijn conflict met lowkey opererende homoleiders draait rond het expliciet gebruik van zowel de media als de massa.

“Wanneer we 90% van de mensen willen overtuigen om begaan te zijn met onze 10% moeten we laten weten wie we zijn” stelt Milk tijdens de strijd tegen Proposition 6. Het uit de kast komen van homo’s werd een politiek wapen, een manier om “de mensen te laten weten dat ze een van ons kennen”. Milk gebruikt ook zijn politieke macht om steun af te dwingen. Wanneer burgemeester Moscone hem daar op wijst, reageert hij ironisch: “Een homo met macht, dàt is angstaanjagend!”.

MILK

Angst staat trouwens centraal in Milk. In een spookachtige scène zien we Milk ‘s avonds door Castro Street lopen, angstig achteruitkijkend naar een achtervolger en wegduikend in zijn ‘veilige’ winkel. Een telefoontje van een met ‘herprogrammering’ bedreigde jongen illustreert op een andere manier de kwetsbare positie van homo’s (wanneer de camera achteruitrijdt zien we hem in een rolstoel zitten). Via de figuur van Dan White maakt Van Sant duidelijk hoe de angst verankerd zit in het collectieve onderbewustzijn.

De moordenaar is niet Epsteins vertegenwoordiger van conservatieve fundamentalisten maar een complexe, verscheurde man die lang met Milk samenwerkt (en hem uitnodigt op een doop). De mengeling van walging en fascinatie die de katholieke ‘familieman’ White drijft, wordt aangevuurd door verdrongen homoseksualiteit (en zelfhaat). “Ik denk dat hij een van ons is” zegt Milk tegen homovrienden die White “nogal schattig” vinden.

Wanneer White tijdens een feestje Milk benadert, is de eenzaamheid van de dronken man (die we even later alleen en naakt voor een raam zien staan) even schrijnend als zijn nauwelijks verborgen verlangen. Het verklaart beter zijn wanhoopsdaad dan de junkfoodoverdosis van zijn advocaten of de intolerantie waar Epstein naar verwijst.

Van Sant geeft aan hoe de stijgende status van Milk parallel loopt met de groeiende waanzin van White (maar ook van Jack Lira en de vanuit San Francisco opererende zelfmoordsekte). De tragische dubbelmoord wordt zo verbonden met een strijd verankerd in de Amerikaanse psyche en machocultuur. Met de nood om een zieke samenleving te genezen.

Milk is het verhaal van een uitzonderlijke ‘gewone man’ die niet alleen zijn eigen identiteit zoekt maar ook zijn gemeenschap hoop wil bezorgen. Terwijl Sean Penn van Milk geen held maar een mens maakt, overstijgt Gus Van Sant woede, vertwijfeling en cynisme. Milk weert de dood niet uit beeld maar eindigt met verzoening en hoop. Met een boodschap van verandering. Emotioneel en intens. En actueel.

IVO DE KOCK

(Artikel verschenen in FILMMAGIE, n° 593, maart 2009)

 

MILK: biopic / reg. Gus Van Sant / sce. Dustin Lance Black / fot. Harris Savides / mon. Elliot Graham / muz. Danny Elfman / act. Sean Penn (Harvey Milk), Emile Hirsch (Cleve Jones), Josh Brolin (Dan White), Diego Luna (Jack Lira), James Franco (Scott Smith), Alison Pil (Anne Kronenberg), Victor Garber (George Moscone), Denis O’Hare (senator John Briggs), Lucas Grabeel (Danny Nicoletta) / pro. Bruce Cohen, Dan Jinks & Michael London / USA / 2008 / 128’ / dis. A-Film

THE TIMES OF HARVEY MILK

Leave a comment