David Cronenbergs Eastern Promises: Hartverscheurende afdaling in een snoeiharde onderwereld
“De stroming houdt het lichaam onder het wateroppervlak tot aan de barrière” zegt de ‘begrafenisondernemer’ tegen zijn gangsterkompaan wanneer ze een lijk in de Thames dumpen. Net zoals zijn ‘Amerikaanse’ pendant A History of Violence gaat het ‘Britse’ gangsterdrama Eastern Promises over verborgen gruwel en een criminele onderstroom in een bedrieglijk universum waar “elke zonde een teken nalaat” en “de toekomst al een realiteit is”. Met deze morele fabel vermomd als misdaadthriller, zijn eerste volledig buiten Canada gedraaide film, tekent David Cronenberg voor tegelijk briljante én verontrustende cinema.
“Hollywood maakt vooral troostcinema,” stelt David Cronenberg, “zelf wil ik geen comfortabele cinema maken, er zijn al genoeg veilige en voorspelbare films. Iemand moet voor the other stuff zorgen”. Die iemand is Cronenberg, en de stuff verontrustende cinema. In Eastern Promises vertelt de Canadese meester het verhaal van “het àndere Londen”, de misdadige underground van de seksslavenhandel gecontroleerd door het Russische misdaadsyndicaat Vory V Zakone (letterlijk ‘dieven met eer’).
De verborgen geheimen van de maffiafamilie verstrengelen er met de innerlijke conflicten van de schijnbaar normale mensen die in deze gewelddadige onderwereld afdalen. Net zoals in A History of Violence gebruikt Cronenberg een filmgenre (hier fuseert hij gangsterfilm en psychologisch drama) als bescherming “om verboden en subversieve dingen te doen”. Tevens onderzoekt hij moraliteit en geheugen (het vertalen van een dagboek is de sleutel tot geheimen).
De zelfverklaarde existentialistische cineast houdt de kijker een vervormde spiegel voor waarin morele ambiguïteit, de versplintering van identiteit en de impact van geweld te zien zijn. De horror van het begin van Cronenbergs carrière – van Shivers, Rabid, The Brood, Scanners en Videodrome tot The Fly – werd in later werk (Dead Ringers, Crash, Naked Lunch, eXistenZ en Spider) een psychologische onderstroom die nu opnieuw aan de oppervlakte verschijnt. Maar de basisingrediënten blijven een cocktail van seks, dood, lichamelijkheid en existentialisme.
Perfect gedoseerd in de Hitchcockiaanse thriller Eastern Promises, een tegelijk brutaal en teder drama dat verwachtingen doorbreekt (bijna symbolisch is dat de titel niet verwijst naar het verre Oosten maar naar Rusland, het Oostblok vanuit Brits perspectief) en bewijst dat Cronenberg een auteur is. Een cineast die zijn stempel op het werk van anderen – scenarist Steven Knight (Dirty Pretty Things) maar ook Cronenberg-getrouwen zoals Howard Shore en Carol Spier – drukt.
“Hoe de maffia functioneert boeit me niet,” benadrukt David Cronenberg, “maar misdadigheid en mensen die leven in een staat van onafgebroken transgressie, dàt interesseert me”. In Eastern Promises telt niet de plot maar wel de interactie tussen personages en een verborgen, hermetische wereld. Het verhaal draait niet om ‘wat’ of ‘hoe’ maar om ‘waarom’. Het antwoord op die vraag ligt in de wereld – een geglobaliseerde wereld die handelt in vrouwenlichamen en profiteert van menselijke miserie – en in de menselijke psyche (familiale banden, seksuele driften, xenofobie, agressie).
In het collectieve én het individuele geheugen. Dit Oedipus-verhaal met hoog Macbeth-gehalte is een metafysische geweldstudie die start in het teken van bloed. De film opent met een dubbel bloedbad. In een kapperszaak snijdt een licht mentaal gehandicapte jonge gangster de keel van een Russische landgenoot over (later overkomt de Arsenal-aanhanger hetzelfde te midden van Chelski-fans op een kerkhof). Elders in Londen zoekt een teenager, bij wie na inwendige bloedingen het bloed langs de benen stroomt, hulp in een apotheek.
De 14-jarige Tatiana valt alvorens te bevallen – en te sterven – in een hospitaal. Bloed en injectietekens lijken de enige sporen. Maar verpleegster Anna besluit Tatiana’s dagboek te gebruiken om haar familie op te snorren en zo de baby (“Christina, dat klinkt als Kerstmis”) te ‘plaatsen’. Omdat haar cynische oom en Russische migrant Stepan (“Je dochter berooft de doden” zegt hij tegen haar moeder Helen) aanvankelijk het dagboek weigert te vertalen, doet ze een beroep op de schijnbaar charmante eigenaar van een ouderwets Russisch restaurant.
Maar dat blijkt een mantelbedrijf van de maffia en grijze vos Semyon ontpopt zich tot een genadeloze peetvader die dagboek en baby in handen wil krijgen om misdadige geheimen verborgen te houden; het jonge meisje was door de patriarch verkracht en tot prostitutie gedwongen. De blondine met de stoere (Russische) motor (als erfstuk van haar vader heeft die “een sentimentele waarde” voor haar) belandt zo in een donkere onderwereld.
Ze geraakt verwikkeld in de liefde-haat relatie tussen Semyons gestoorde natuurlijke zoon Kirill en zijn enigmatische geadopteerde zoon Nikolai. “Vergeet dat dit ooit gebeurd is,” adviseert Nikolai haar, “blijf weg van mensen zoals ik”. Maar fascinatie en verontwaardiging (“Woede is heel gevaarlijk” waarschuwt Nikolai nochtans) sleuren Anna (en haar familie) mee in een spiraal van dreiging en geweld.
De helletocht van Anna is een tragisch avontuur vol fataliteit. De film begint en sluit af met Tatiana’s hypnotische voice-over. De stem van het dode meisje vertelt hoe haar vader als mijnwerker “begraven was onder de Russische aarde nog voor hij stierf” en hoe haar verlangen naar “een beter leven” tot de fatale tocht naar het westen leidde. “Soms gaan geboorte en dood samen” merkt Anna op en het levensverhaal van Tatiana maakt duidelijk dat in de moderne slavernij geboorte en dood altijd samen gaan.
Cronenberg werpt enkele lammeren voor de Russische wolven: een baby, een verpleegster en een reeks jonge meisjes. Ze maken niet alleen kennis met een criminele subcultuur maar ook met een allesoverheersende angstsfeer (de ‘oude’ Russen Stepan en Semyon vinden elkaar in een xenofobe afkeer voor “het vermengen van rassen”). Maar multiculturaliteit is voor Cronenberg een natuurlijk gegeven; in een moderne samenleving fusioneert alles.
Die versmelting doet ook de heldere scheidingslijnen tussen goed en kwaad, tussen helden en monsters, vervagen. Terwijl de (sub)culturen in een multiculturele stad zoals Londen verschillende realiteiten doen ontstaan. Gesloten miniwerelden met eigen visies en wetten (gedwongen om samen te ‘handelen’ maar gescheiden door wantrouwen en paranoia, voedingsbodems voor geweld). Cruciaal is de moeilijk te vatten centrale enigmatische figuur Nikolai.
Is hij goed of slecht, betrouwbaar of onbetrouwbaar? Dat blijft lang voor zowel personages als kijkers onduidelijk. “Ik ben slechts een chauffeur,” relativeert hij aanvankelijk, “ik ga links, ik ga rechts, ik ga rechtdoor; dat is het”. “Hij is de begrafenisondernemer” specificeert Kirill. Met koele efficiëntie beperkt Nikolai de schade die de impulsieve alcoholist Kirill aanricht. Zonder verpinken knipt hij de vingers af van het (diepgevroren en met een haardroger ontdooid) lijk dat hij in de rivier gooit.
Zijn trouw aan de familie (“Kirill heeft mij” werpt hij op wanneer Semyon stelt dat het slachtoffer broers heeft) levert hem promotie op binnen de Vory V Zakone. Maar tegelijk begeleidt hij – als een gids die beschermt én bedreigt – Anna’s speurtocht naar de roots van de baby. Voor hem is Anna het geheugen van de mensheid. Of Nikolai ongeschonden bleef bij het bestrijden van kwaad met kwaad is onzeker. Opgaan in de criminele onderwereld kan immers voor een morele mutatie hebben gezorgd. Het traject van Nikolai blijft tot en met het iconisch slotbeeld mysterieus maar heeft wel een heart of darkness-inslag.
De horror is mentaal maar laat ook fysieke sporen na. De tatoeages van de gangsters vertellen een eigen verhaal. Voor de specialist van de body horror “geven de tatoeages, een subcultuur gelinkt aan de Russische gevangenissen die naar het tsarisme teruggaat, het verhaal een visueel en metaforisch centrum”. De tatoeages zijn zoals het merkteken dat God gaf aan Kain, ze vertellen wat de gangsters ‘gepresteerd’ hebben in hun leven (“Zonder tatoeages besta je niet in de gevangenis”).
Via de tekens op hun huid situeren ze zich in hun geheime, criminele wereld en definiëren ze hun identiteit. Nikolai bedekt die huid (deze expressie van het geheugen) met een tweede huid: zijn Armani-pakken die keurige zakelijkheid (moeten) uitstralen. Die tweede huid is bedrieglijk, maar ook zijn vleselijke huid blijkt misleidend. De “sterren over mijn hart” bezorgen de indringer die erbij wil horen (“Ik heb geen vader of moeder, alleen de code”) een zekere status maar casten hem ook in de rol van dubbelganger en (slacht)offer. Bedrog, verraad en geweld zijn innig verbonden.
Nikolai is een gelaagd personage, waarbij het ene beeld het andere verbergt. Constant bezig met zijn imago (de manier waarop hij demonstratief ‘in opdracht’ neukt is veelzeggend). Viggo Mortensen herneemt in zekere zin zijn rol uit A History of Violence, waarin bij zijn personage achter de ene persoonlijkheid (dorpsheld) de andere (criminele psychopaat) schuilging. Maar ook Anna verbergt een Russische afkomst én een eigen duister geheim. Terwijl glimlachende grootvader Semyon een gruwelijke psychopaat blijkt en zijn zoon een homoseksuele geaardheid (volgens Semyon is “Londen schuldig aan wat Kirill is”) maskeert met een gewelddadige machopose.
Maar vooral de rol die the flesh steevast speelt bij Cronenberg is opmerkelijk. Het lichaam is een vleesgeworden spiegel van de geest. Een speelbal van onderhuidse parasieten (Shivers, Rabid), technologiegedreven transformaties (Scanners, Videodrome, The Fly, Dead Ringers, eXistenZ) of obsessieve hallucinaties en herinneringen (The Dead Zone, Naked Lunch, M. Butterfly, Crash, Spider, A History of Violence en Eastern Promises).
Doordat het lichaam bij Cronenberg steevast pijnlijk-kwetsbaar is, blijft geweld ook altijd gruwelijk realistisch. Geweld is brutaal én afschuwelijk, nooit vrijblijvend opwindend. De gruwel is echt en wordt nergens een videogame-effect. Het vrolijk ritmeren van stripachtige actie en inzoomen op bloederige details die in het Tarantino- en Saw-tijdperk schering en inslag zijn, ontbreekt bij Cronenberg totaal. De Canadese cineast toont geweld als iets dat onder de oppervlakte sluimert (beeldcompositie, belichting én geluid/muziek suggereren dreiging) en shockeert wanneer het ineens explodeert.
Cronenberg wil dat geweld ons ongemakkelijk maakt en verontrust. Dat lukt hem op magistrale wijze in de nu al legendarische saunascène waar een naakte en ongewapende Nikolai het opneemt tegen twee geklede Tsetjenen met krulmessen. “Er zijn geen pistolen in Eastern Promises,” benadrukt Cronenberg, “het is alsof de doders de gekrulde linoleummessen in het stoombad gebruiken om Nikolai te hertatoeëren en zijn identiteit te wijzigen door de tekens op zijn huid te veranderen”.
De kwetsbaarheid van Nikolai en de fysieke hardheid van het gevecht zorgen ervoor dat het geweld ondraaglijk pijnlijk wordt. De gruwelijke, dierlijke overlevingsstrijd maakt de misdadige brutaliteit tastbaar en benadrukt het homo-erotische karakter van de machtsstrijd in een exclusief mannelijke maffiasubcultuur. Met ‘broers’ wier relatie (zoals in Scanners en Dead Ringers) in het teken van manipulatie (Nikolai bespeelt emoties) en verdrongen gevoelens (Kirill vecht tegen zijn liefde voor Nikolai) staat.
Opmerkelijk trouwens is dat het geweld, met telkens amper drie mensen op de voorgrond, heel intiem is. Een intimiteit die de intensiteit verhoogt. Er zitten slechts 4 geweldscènes in Eastern Promises en er vallen veel minder doden dan in pakweg The Departed, maar door de intense nabijheid van de gruwel en het weren van vrijblijvendheid is hun impact extreem.
“Dit is geen lezing over geweld,” aldus Cronenberg, “maar een krachtige manier om het te onderzoeken. Voor mij is filmmaken een ontdekkingsreis”. Een tocht die – met een verhaal gesitueerd in de periode tussen Kerstmis en Nieuwjaar – verloopt volgens een onheilspellend traag ritme, met tedere momenten die even onverwacht zijn als de gewelduitbarstingen waarmee het tempo versnelt.
Maar vooral ook met een (anti-)held die door Viggo Mortensen als een vleesgeworden paradox wordt vertolkt. Een man die goed én slecht is, die zijn identiteit toont en zijn geheimen verbergt, die brutaal geweld predikt maar meeleeft met slachtoffers. Een harde man met een hart. In een morele film met anarchistische trekjes. Eastern Promises is sublieme, harde, hartverscheurende cinema.
IVO DE KOCK
(Artikel verschenen in FILMMAGIE, n° 579, november 2007)
EASTERN PROMISES / misdaaddrama / reg. David Cronenberg / sce. Steven Knight / fot. Peter Suschitzky / mon. Ronald Sanders / muz. Howard Shore / pro. des. Carol Spier / act. Viggo Mortensen (Nikolai Luzhin), Naomi Watts (Anna), Vincent Cassel (Kirill), Armin Mueller-Stahl (Semyon), Jerzy Skolimovski (Stepan), Raza Jaffrey (Dr. Aziz), Sinéad Cusack (Helen), Donald Sumpter (Yuri), Sarah-Jeanne Labrosse (Tatiana) / pro. Robert Lantos & Paul Webster / GB-Can-USA / 2007 / 96’ / dis. KFD