Jean-Luc Godards Le Mépris: Het einde van een relatie en de dood van cinema

apr 22, 2016   //   by Ivo De Kock   //   film, Godard, regisseur  //  No Comments
LE MÉPRIS 01

LE MÉPRIS

“Een botsing, voor en achter de camera, tussen Europese kunst en Amerikaans geld”. Zo omschreef biograaf Colin MacCabe Le Mépris, Jean-Luc Godards beste, duurste en ogenschijnlijk meest conventionele film. Deze briljante Alberto Moraviaverfilming over het einde van een huwelijk en de dood van cinema komt tot zijn recht dankzij een weergaloze Blu-ray-editie. Studio Canal verwent cinefielen immers met mooie heruitgaves – uitzonderlijke beeld- en geluidskwaliteit gekoppeld aan schitterende extra’s – van mijlpalen uit de filmgeschiedenis. Naast Godards meesterwerk ook Belle de Jour, The Elephant Man, 3 Days of the Condor, The Deer Hunter, L’année dernière à Marienbad en Ran.

Het werk van Godard laat nooit na om te intrigeren, verhelderen en informeren,” schreef Colin MacCabe in zijn biografie ‘Godard a portrait of the artist at 70’, “de meeste films geven pas na verscheidene visies hun schat prijs. Sommigen zijn erg ongelijk. Maar de slechtste Godardfilm is nooit minder dan intelligent en de beste behoort tot de beste films die er zijn”. Geen naoorlogse cineast was en is zo omstreden én onbegrepen als Jean-Luc Godard (°1930). Niemand werd zo bewonderd én verguisd en niemand had zo’n invloed op het maken, kijken en begrijpen van films. En geen filmmaker bleef zo creatief én onvatbaar. Dwars door alle stromingen, modes en trends heen blijft Godard peilen naar het geheugen van film en de grenzen van techniek.

LE MÉPRIS 10

LE MÉPRIS

De ‘cineast-schrijver’ gaat door met zijn beeld-, geluid- en mise-en-scène-experimenten. “Cinema is de waarheid 24 maal per seconde” weet de maker van Pierrot le Fou, Une Femme est une Femme, Alphaville, Tout va Bien, Sauve qui peut, Passion, Je vous salue Marie en Notre Musique. Daarom bekijkt hij zijn leven beeld per beeld via de ideeën van favoriete filosofen zoals Heidegger, Jankélévitch, Levinas en Sartre. De eerste scharnierfilm, na zijn gangster-roadmoviedebuut A Bout de Souffle, in Godards oeuvre was Le Mépris.

Deze spirituele en picturaal mooie Alberto Moraviaverfilming werd zijn duurste en meest succesvolle film. Mede dankzij Brigitte Bardot, anno 1963 de grootste filmster in Europa en volgens Jean Cocteau “de ziel van ons tijdperk”. “De enige film die Godard op een conventionele manier maakte” (aldus MacCabe) zou echter vooral ook verankerd blijven in het collectieve filmgeheugen. Als een lyrische ‘film over film’, een poëtisch werk vol hypnotiserende travellings en CinemaScopecomposities van het duo Jean-Luc Godard-Raoul Coutard.

Het mysterie liefde en misprijzen

Paul is een personage uit L’année dernière à Marienbad dat een rol wil in Rio Bravo” schreef Godard in zijn scenario van Le Mépris. De analytisch ingestelde scenarist zal aan zijn instinctief reagerende vrouw Camille bekennen “Ik hou van je; totaal, teder en tragisch”. Terwijl zij hem afwijst met “Raak me niet aan. Ik hou niet meer van je, ik zal nooit nog van je houden”. Liefde en misprijzen liggen dicht bij elkaar en botsen zonder loutering of begrip.

LE MÉPRIS 06

LE MÉPRIS

“Ik wist niet wat minachting was,” bekent Godard in een documentaire terugblik, “ik weet het nog niet”. Zijn door Roberto Rossellini’s Viaggo in Italia geïnspireerde film draait rond een vraag: waarom gaat de liefde van een vrouw voor een man voorbij? Maar hij serveert de kijker geen duidelijk antwoord en evenmin een lineair verhaal. “Godard bouwt de film op rond een seconde die ondoordringbaar blijft,” stelt criticus Alain Bergala, “hij zegt dat er niets te verklaren valt. Je moet kijken maar er valt niet noodzakelijk iets te begrijpen”.

Deze onorthodoxe visie vormt zowat de leidraad doorheen Godards oeuvre (we kijken al uit naar hoe hij ons volgend jaar gaat verrassen met Socialisme). Het typeert de eigenzinnige cineast dat hij deze visie ook illustreert in de enige film die hij op een conventionele manier maakte. “Producent Carlo Ponti wou na het floppen van Les Carabiniers geen bizarre films meer maken,” aldus Godard, “ik zei tegen mijn producent Georges de Beauregard ‘vertel Ponti dat ik een romanadaptatie wil maken’, ik ben klaar voor klassieke cinema, ik hou van alle vormen, waarom niet?”

Ponti bezat de rechten van Moravia’s Il desprezzo en omdat de Amerikaanse coproducent Joseph Levine brood zag in het commerciële potentieel van de Europese superster Brigitte Bardot (die graag met Godard wilde werken) werd een dure productie op poten gezet. Maar Levine zou snel spijt krijgen van zijn beslissing (lees: investering). De poëtische filmstijl van Godard en het ontbreken van naaktscènes (door Godard ‘opgelost’ door een scène toe te voegen die vooral rond het woord draait) zorgden voor de nodige spanningen.

LE MÉPRIS 04

LE MÉPRIS

Dat conflict werd ook weerspiegeld in het filmverhaal. Le Mépris gaat over cinema, over het gevecht tussen regisseur Fritz Lang (die zichzelf speelt) en producent Jeremiah Prokosch (Jack Palance) over de interpretatie van de Odyssee. Schrijver Paul Javal (Michel Piccoli) geraakt verstrikt in deze strijd en merkt hoe zijn vrouw Camille (Brigitte Bardot) hem gaat minachten. Omwille van zijn houding t.o.v. de filmwereld of omdat de liefde gewoon dood is? Dat blijft de vraag.

De, op de titel na volledig gesproken, filmgeneriek eindigt met een statement: “De cinema, zei (criticus en inspiratiebron voor Truffaut en Godard) André Bazin, vervangt onze blik door een wereld die overeenstemt met onze verlangens. Le Mépris is het verhaal van die wereld”. We zien hoe tijdens de opnames van een door Fritz Lang geregisseerde film over de Odyssee van Homerus Camille’s liefde voor haar man langzaam plaats maakt voor verachting.

Voor Godard was dit “de geschiedenis van een misverstand tussen een man en een vrouw. Ik denk dat het misverstand een modern fenomeen is. Men moet het trachten te controleren of ontvluchten opdat het niet in een tragedie zou resulteren”. Het onbegrip tussen Camille en Paul heerst ook tussen Prokosch en Lang. De producent veracht kunst, de regisseur de macht van geld. De verachting groeit als een kankergezwel bij alle betrokkenen en leidt tot een fatale explosie. Omdat het misprijzen vooral blijkt uit de blik is de situering in een filmkader gepast. De film in de film laat Godard toe om de psychologie van zijn personages bloot te leggen via wat ze in de mythologische wereld projecteren.

LE MÉPRIS 02

LE MÉPRIS

Zo ziet Prokosch (Odysseus vrouw) Penelope als ontrouw terwijl Paul denkt dat ze haar man verachtte en dat die daarom zo lang op reis bleef. Deze benadering van de realiteit via fictie is voor de personages een vorm van bezwering. Voor Godard is Le Mépris dan ook een ceremonie: cinema is de enige manier om – via een groteske weergave van de goden – het heilige te herstellen. De dood van de goden die zin gaven aan de wereld wordt tegelijk gevierd en bezworen, filmmaken en -kijken wordt een ritueel.

Wanneer Lang, na een woede-uitbarsting van Prokosch, een gedicht van Hölderlin voorleest, besluit de cineast “dat niet langer de aanwezigheid maar de afwezigheid van God de mens geruststelt”. Referentiepunt hierbij is de in de Griekse mythologie uitgedrukte opvatting dat een osmose tussen goden en mensen mogelijk is. De Griekse goden leefden tussen de mensen en kenden menselijke emoties: jaloezie, verliefdheid. Doorheen de geschiedenis kregen mensen op sommige momenten meer toenadering tot het heilige, op andere momenten hebben ze zich ervan verwijderd, maar altijd is de scheiding tussen mens en god gebleven.

Hölderlin zag zich aanvankelijk als medium; zijn gedichten gaven de goddelijke gedachten door. Maar door de Franse Revolutie ontstond bij hem angst voor de totale breuk met en het verlies van de goden. Terwijl de mensen zich afkeren van de goden en de goden zich afwenden van de mensen blijft de kunstenaar in een leegte achter. De dichter bezweert en zorgt voor rust. Lang vertolkt deze rust en helderheid.

LE MÉPRIS 07

LE MÉPRIS

In de laatste scène van Le Mépris – waar superego’s (producent, regisseur) functioneren als godheden en het uiteengroeiend koppel voor het menselijk niveau zorgt – filmt hij “de eerste blik van Odysseus wanneer hij zijn land terugziet” en het allerlaatste gesproken woord is ‘stilte’. De blauwe zee is zoals het witte scherm: een door de goden achtergelaten leegte die moet ingevuld worden. Zodat de kijker zijn verlangens kan oriënteren naar het scherm (lees: de hemel), naar “een wereld die overeenstemt met onze verlangens”.

Een uitvinding zonder toekomst

Cinema is een uitvinding zonder toekomst”. Deze uitspraak van Louis Lumière prijkt onder het scherm van het visiezaaltje waar Prokosch fragmenten van Langs film bekijkt. Le Mépris weerspiegelt Godards liefde voor film. “Wij zijn de kinderen van de Cinémathèque” zei hij over zichzelf en zijn Nouvelle Vague-collega’s, “we zijn de enigen die als filmmakers geboren zijn in een bioscoopzaal die een filmhuis was”. Begin jaren 60 was Godard op zijn tijd vooruit.

“Hij drukte het best het verlangen uit om op een nieuwe manier te leven, anders dan vorige generaties,” benadrukt Alain Bergala, “jongeren richtten hun appartementen in zoals in de films van Godard”. Maar Le Mépris is volgens de criticus ook “een film die op de tijd vooruitloopt door wat hij zegt over cinema, over iets wat op zijn einde loopt”. Serge Daney noemde de film profetisch en ook Bergala ziet “iets begrafenisachtigs” in een film die zowel “het leven als de melancholie over het leven” toont.

Contempt

LE MÉPRIS

Geen toeval, want Godard werd geconfronteerd met de crisis van de Hollywoodcinema waar hij zo hartstochtelijk van hield. Vooral de oude meesters werden het slachtoffer van de teloorgang van het klassieke Hollywood door de opkomst van televisie. Enkele grote cineasten waren aan het einde van hun carrière gekomen en maakten films die zo extreem waren dat het wel klaagzangen leken. John Ford draaide Seven Women, Howard Hawks Red Line 7000, Vincente Minnelli Two Weeks in Another Town, Douglas Sirk Imitation of Life, Nicholas Ray Wind across the everglades, Alfred Hitchcock Marnie en Sam Fuller The Naked Kiss.

Films met personages die hun illusies verloren lijken te hebben en in de greep van trauma’s en pijnlijke emoties zijn. Deze zieke, uit hun hengels getrokken en mank lopende films weerspiegelden voor Godard de malaise van de kopstukken van de auteurtheorie. Godard bewonderde de Duitse cineast Fritz Lang (M, Das Testament des Dr. Mabuse, You Only Live Once, Human Desire, Des Indische Grabmal)) die aan het einde van zijn loopbaan probeerde om het essentieel populaire van cinema te behouden zonder de creativiteit over boord te gooien.

3

LE MÉPRIS

Een moeilijke evenwichtsoefening. “Ik kan u films aanwijzen waar ze de scènes uithaalden waarvoor ik de film maakte” verzucht Lang tegen Godard in de documentaire ‘Le dinosaure et le bébé’. In tegenstelling tot de cineast in het boek van Moravia is Lang bij Godard een regisseur die een klassieke versie van de Odyssee wil maken terwijl de producent een psychologische versie verkiest.

Als Langbewonderaar maakte Godard van Le Mépris een elegie voor Langs soort cinema. Maar tegelijk geeft Godard toe, door het verhaal te vertellen via statische beelden van Griekse beelden, dat hij de populaire verhalen van onze cultuur alleen nog maar kan vernietigen. Waardoor hij mee aan de basis ligt van het verdwijnen van de ouderwetse cinema. “Godard zegt ‘Misschien maak ik de laatste grote klassieke film’”, stelt Bergala, “’misschien is het afgelopen, voorbij’. Het is alsof hij verwijst naar wat film ooit was en nooit meer zal worden”.

Wat niet wil zeggen dat Godard gelooft in een harmonieus verleden en een conflictloos creatieproces. “Film is als kunstwerk altijd een strijd,” zegt Godard op de set van Le Mépris, “wanneer er geen gevaar of risico bestaat, kan er ook niets waardevols ontstaan”. En “ik maak graag ruzie met technici zonder persoonlijk te worden”.

7

LE MÉPRIS

Godard leefde tijdens de opnames op gespannen voet met Jack Palance maar schoot goed op met Lang. Ook al besefte hij dat zijn geliefde regisseur slechts meespeelde omdat hij geld nodig had. De meningsverschillen tussen beide filmmakers waren even boeiend als veelzeggend. In een gesprek wijst Lang Godard erop dat hij niet van de term ‘kunstenaar’ houdt. “Ik ben iemand die hard werkt, die van zijn vak houdt” relativeert Lang. “Voor mij is Van Gogh belangrijker dan de man die zijn schildersezel gemaakt heeft, hoe mooi die ook is” repliceert Godard. Waarop Lang even nadenkt, glimlacht en zegt: “U heeft helemaal gelijk. Dat is een schitterend voorbeeld. Misschien heb ik ongelijk”.

De man die in Le Mépris als de vleesgeworden auteurspolitiek opgevoerd werd liet zich ook in een gedachtewisseling door Godard tot auteur kronen. Al laat hij het niet na om hun erg verschillende visie op film te benadrukken. “Ik zou het auto-ongeval hebben laten zien,” zegt Lang over het filmeinde waar Prokosch en Camille wegrijden maar aan hun einde komen, “u liet alleen zien dat ze dood waren tussen twee camions. Voor u waren de gevolgen veel belangrijker dan het ongeval zelf. Dat is interessant”.

5

LE MÉPRIS

Godard verklaart de ellips op zijn eigen manier: “Wat me onbewust aantrok was de onmogelijke missie van de filmkunst waar je moet zien wat je niet ziet”. De camera “laat dingen op menselijke schaal zien, tussen het oneindig kleine en het oneindig grote. Hij dient om te zien wat de mensen niet zien”. In deze sociale roeping van cinema schuilt ook zijn ondergang. “Mensen hebben wel de moed om hun leven te leven,” zegt Godard, “maar ze durven het zich niet voor te stellen. De filmkunst had hen die moed moeten geven”.

Dat falen is voor Godard de motor van de teloorgang van cinema. Le Mépris is met zijn virtuoos gebruik van beeld (door primaire kleuren gedomineerde composities, zwevende camerabewegingen) en geluid (poëtische dialogen, lyrische muziek van Georges Delerue) een ode aan de kracht van cinema. Maar tegelijk voorspelt de film via zijn dramatische onderstroom – het verhaal van het einde van een liefdesrelatie en het begin van misprijzen – de dood van de auteur en het einde van de cinema. Zelden was een zwanenzang zo schrijnend mooi.

IVO DE KOCK

(Artikel verschenen in FILMMAGIE, n° 599, november 2009)

LE MÉPRIS; Jean-Luc Godard, F 1963; 105’; met Brigitte Bardot, Jack Palance, Michel Piccoli; FILM: **** / EXTRA’S: **** (introductie door Colin MacCabe, documentaires ‘Il était une fois… Le Mépris’ & ‘Le Mépris… tendrement’; Cinéastes de notre temps-aflevering ‘Le dinosaure et le bébé’, gesprek met Fritz Lang, trailer); dis. Universal

LE MÉPRIS 05

LE MÉPRIS

AFF LE MÉPRIS

AFFICHE LE MÉPRIS

Leave a comment