François Truffauts La Sirène du Mississippi: Verwoestende ‘amour fou’ in Hitchcockiaanse film noir

mrt 14, 2016   //   by Ivo De Kock   //   cult, film, genre, regisseur, Truffaut  //  No Comments
la sirene 7

LA SIRENE DU MISSISSIPPI: Jean-Paul Belmondo en Catherine Deneuve

Bij zijn release in 1969 werd La Sirène du Mississippi neergesabeld door de critici en genegeerd door het publiek. Regisseur François Truffaut kreeg ‘grootheidswaanzin’ (megasterren Jean-Paul Belmondo en Catherine Deneuve in een Amerikaanse productie) en ‘cynisme’ (Truffaut zou spotten met zijn clichématige personages) naar het hoofd geslingerd, twee dingen die hem totaal vreemd waren. Pas na die andere ‘amour fou’ film La femme d’à côté en Truffauts dood verwierf La Sirène du Mississippi, samen met de even ondergewaardeerde films Fahrenheit 451 en La chambre verte, een cultstatus.

Ik wou een eerlijke film maken die leek op een fotoroman,” zou François Truffaut acheraf zeggen, “de ijzige ontvangst die  La Sirène du Mississippi te beurt viel is te wijten aan het feit dat mijn intenties een beetje pervers waren. In deze cinefiele film introduceerde ik binnen een sequentie zowel een cliché als een emotie maar de toeschouwers zagen enkel het cliché, de eerlijkheid ontging hen”. En ook: “Het zou beter gewerkt hebben met niet-mythologische acteurs. Belmondo had het imago van viriele macho en ik maakte er een broer van de fragiele Antoine Doinel van terwijl ik de ‘sympathieke’ Catherine Deneuve omtoverde in een brutale femme fatale. Dat werd niet geapprecieerd. Toegegeven, ik heb fouten gemaakt”.

La sirene 2

LA SIRENE DU MISSISSIPPI

Terugkijkend hoort  La Sirène du Mississippi echter wèl thuis in het rijtje van Truffauts meest geslaagde films. Stuk voor stuk passionele drama’s waarmee hij extreem dicht op hevige emoties zit: Jules et Jim, La Peau Douce, Les Deux Anglaises et le Continent, L’Histoire d’Adèle H., L’homme qui aimait les femmes, Le chambre verte en La femme d’à côté. Films die vaak ondergewaardeerd bleven omdat ze wat haaks op de tijdsgeest staan. En omdat er achter een neutraal en lichtvoetig beeld iets heel anders schuilgaat; een geheim beeld dat heviger en pijnlijker is, dat de uiterlijke schijn stiekem verscheurt.

Er vallen doden in La Sirène du Mississippi maar toch blijft het fysieke geweld beperkt in deze Hitchockiaanse film noir. Het meest bedreigende geweld is er innerlijk: donkere driften en verscheurende passies die voor psychische intensiteit en tragiek zorgen. Truffaut slaagt erin lichtvoetigheid te verstrengelen met donkere romantiek en met de afstand van de tijd werkt ook het tegenvoets gebruik van de iconische acteurs. Belmondo en Deneuve waren zelden zo mysterieus en intrigerend.

Het post-’68 tijdperk

Voor François Truffaut, die nog niet helemaal bekomen was van de dood van Le Peau Douce actrice Françoise Dorléac het jaar voordien, is 1968 ook op persoonlijk vlak een bewogen jaar. Zijn moeder Janine de Monferrand sterft, hij ontdekt dat zijn biologische vader van Joodse afkomst is (wat volgens Truffaut zijn outsider-gevoel als adolescent verklaart) en huwelijksplannen mislukken. Bovendien wordt hij in de opwinding van mei 68 een van de ‘saboteurs’ van Cannes, bereid tot veel om de zeepbel van het festival te doorprikken.

Het zijn echter de gebeurtenissen uit de privésfeer die het meeste indruk maken en die Truffaut aansporen terug te kijken op zijn leven. Hij begint zijn intieme dagboeken door te nemen en legt daarbij de basis voor de autobiografische films die hij later zal maken: L’Homme qui aimait les femmes, La chambre verte en L’amour en fuite. Daarnaast spoort hij zijn echte vader op en zoekt hij naar de redenen voor de echtbreuk en het feit dat zijn achternaam niet ‘Lévy’ was (het antwoord denkt hij te vinden in het antisemitisme van zijn moeders burgerlijke familie). Maar op het moment dat hij dreigt oog in oog te komen met zijn door een detective opgespoorde vader weigert hij diens leven overhoop te zetten en loopt hij weg. Om in een Parijse bioscoop The Goldrush te gaan zien.

Truffaut

FRANCOIS TRUFFAUT

Tot ieders verrassing draait Truffaut Baisers volés, een poëtische en nostalgische Antoine Doinel-film die “lijkt op een lied” (dixit Truffaut) en haaks staat op de mei ’68 sfeer. Maar juist dat compleet andere register sloeg aan bij een publiek dat na het mislukken van de revolutie met een kater zat. De ‘bescheiden’ film werd een stevig succes en herlanceerde Truffauts carrière.

De cineast zag de kans schoon om een ambitieus project aan te pakken. Met name La Sirène du Mississippi , een adaptatie van de William Irish noir roman ‘Waltz into Darkness’. Dat project was Truffaut al door de vingers geglipt vlak na het draaien van Fahrenheit 451 in 1966 maar dankzij financiële steun van zijn vrienden Jeanne Moreau, Claude Lelouch en Claude Berri verwerft hij in ’68 de filmrechten.

Truffaut schrijft vrij snel een scenario waarbij hij het accent verlegt van het detective-aspect naar tragische liefde gegeven. Wat Truffaut interesseert is een amoureuze passie die kan leiden tot de dood. En aangezien hij houdt van fragiele mannen die beschermd/gemanipuleerd worden door sterke vrouwen draait hij de rollen om. Hij cast Jean-Paul Belmondo in de rol van een naïeve, idealistische jongeman die alles verwacht van zijn huwelijk en Catherine Deneuve in die van een vrouw die een man verleidt en bedriegt. Waarbij de Stendahliaanse held de blonde sirene tot het einde volgt.

Belmondo en Deneuve aarzelen omwille van de imagowissel maar zeggen uiteindelijk toch toe. Ook al wordt uiteindelijk niet meer in Corsica maar op het eiland Réunion gedraaid. De opnamen verlopen vlot, al beklaagt Belmondo zich wel over het feit dat Truffaut meer aandacht heeft voor Deneuve dan voor hemzelf. Erger is dat de Franse critici teleurgesteld reageren wanneer ze de film zien en het publiek niet van  La Sirène du Mississippi wil weten.

La sirene 4

LA SIRENE DU MISSISSIPPI

Truffauts meest ambitieuze film wordt een gigantische commerciële flop. De regisseur laat het niet aan zijn hart komen. Hij zit in de voorbereiding van L’Enfant sauvage en leeft op door de liefde. Zijn tijdens de opnamen gestarte relatie met Catherine Deneuve verloopt zo goed dat hij zelfs voor het eerst verhuist naar de Parijse ‘rive gauche’ om er met haar samen te wonen. Zijn doorgaans labiel liefdesleven bereikt en zeldzaam hoogtepunt en het floppen van hun gezamelijke film kan Truffaut niet uit evenwicht brengen.

Eerbetoon aan Jean Renoir

In de generiek van  La Sirène du Mississippi integreert Truffaut als eerbetoon een fragment van Jean Renoirs La Marseillaise. Een gebaar dat Renoir ontroert en Truffaut als logisch beschouwt: “Tijdens de improvisaties dacht ik altijd aan hem en bij elk probleem vroeg ik me af ‘hoe zou Renoir dit hebben opgelost?’”. Er is trouwens een verwantschap tussen Truffaut en Renoir. De Nouvelle Vague-cineast behoort immers tot de lyrische, humanistische traditie van de Franse cinema waarvan peetvader Renoir zowat de belangrijkste vertegenwoordiger is.

De epiloog van de ‘amour fou’ polar La Sirène du Mississippi verwijst overigens, met twee geliefden die in een sneeuwlandschap verdwijnen, naar het einde van Renoirs La grande illusion. Bij Renoir is de vraag of de personages de grens zullen kunnen overschrijden die hen scheidt van de vrijheid, bij Truffaut is de vraag of de geliefden een emotionele grens zullen weten te overschrijden.

De verwijzing is meer dan een cinefiele knipoog. De overeenkomsten tussen Renoir en Truffaut zijn daarvoor te opvallend: personages zijn nooit volledig goed of slecht, liefde blijkt problematisch (getuige de onverwachte en ondefinieerbare aspecten van liefde waarop gefocust wordt) en de relatie tussen natuur en cultuur is belangrijk.

La sirene bis

LA SIRENE DU MISSISSIPPI: Spiegels & pistolen

Maar ook: beide cineasten zijn er van overtuigd dat grenzen, ook die tussen genres, kunstmatige interventies zijn die de complexiteit van het leven trachten te rationaliseren. La Sirène du Mississippi beweegt zich tussen komedie en drama zoals heel wat films van Renoir, van La Petite Marchande d’allumettes tot Petit Théâtre de Jean Renoir, dat deden.

Truffaut overgiet zijn Renoir-humanisme met een Hitchcock-sausje: jeugdtrauma’s, angst en paranoïa. Personages worden achtervolgd, liefde is een ziekte en cultuur blijkt verbonden met straf. La Sirène du Mississippi is zowat Truffauts versie van Hitchcocks Marnie, liefde is er verbonden met een malaise en tragiek. In de film wordt ook verwezen naar Nicholas Rays Johnny Guitar, volgens Truffaut “omdat Johnny Guitar een valse western is zoals La Sirène du Mississippi een valse avonturenfilm is. Ik doe als cineast graag alsof ik me onderwerp aan de wetten van Hollywoodgenres zoals melodrama’s, thrillers en komedies. Binnen deze beperking voel ik een grote vrijheid”.

Misdaad, passie en malaise

La Sirène du Mississippi is het verhaal van een aftakeling door liefde, door passie,” aldus Truffaut, “in de meeste van mijn films bevindt de mannelijke protagonist, die altijd zwakker is dan zijn partner, zich in een emotionele maalstroom. De heldin neemt telkens het initiatief terwijl het verhaal beleefd en verteld wordt door de held”.

Truffaut focust op de intimiteit van een koppel en de ontwikkeling van een relatie. Heel bewust plaatst hij “zeer echte personages in zeer sterke situaties. Dat wil zeggen ongemakkelijke situaties. Want een sterke situatie is altijd een valse situatie, een situatie waarin personages gevangen zitten. Dit is het verhaal van een kerel die een vrouwt huwt die het tegengestelde is van wat hij wou. Maar de liefde heeft zijn kop opgestoken en hij aanvaardt haar zoals ze is. Tegelijk wordt hij, die niets kende van het leven, een man”.

Reeds in La mariée était en noir bewees Truffauts Hitchcocks stelling dat een moord gefilmd kan worden als een liefdesscène. Elke moord van de heldin in die andere Irish-adaptatie is gemotiveerd, gedreven door liefde. Ook de held van La Sirène du Mississippi I moordt met tegenzin en uit liefde. Terwijl liefde voortspruit uit een misdaad.

La sirene 3

LA SIRENE DU MISSISSIPPI

Louis Mahé, een sigarettenfabricant op het eiland Réunion, wacht in de haven Julie Roussel op, een meisje dat hij leerde kennen via advertenties. Zijn toekomstige bruid lijkt amper op de foto’s die ze bezorgde maar Louis valt als een blok voor haar schoonheid. Ondanks haar soms wat vreemde gedrag leeft het gehuwde koppel een tijdje heel gelukkig.

Tot Julie’s zus klaagt dat haar brieven onbeantwoord blijven en Louis ontdekt dat zijn echtgenote verdwenen is niet zonder eerst hun gezamelijke rekening geplunderd te hebben. Meer nog: de femme fatale blijkt Marion te heten en postorderbruid Julie vermoord te hebben op de boot richting Réunion. Louis huurt een detective in om haar te vinden, verlaat het eiland en stuit in Frankrijk toevallig op Marion. Louis wil haar doden maar kan het, na het aanhoren van haar levensverhaal, niet. Hij houdt immers van haar en doodt de detective die haar aan de politie wil overleveren. Daardoor maakt Louis zichzelf tot een outcast en verbindt hij zijn leven aan dat van Marion. Hij is een man die opnieuw leert liefhebben en zich verlaagt door zijn passie, zij een vrouw die nood heeft aan geld en macht.

Liefde doet pijn

Het extreme avontuur van Marion en Louis roept vragen op. Met name in hoeverre gedrag genetisch of cultureel bepaald is. Misdaad maakt deel uit van Marions natuur, ze ‘hervalt’ telkens haar comfort wordt bedreigd. De amoureuze relatie wordt ook ‘hernomen’, al blijft het verleden het koppel achtervolgen. Zowel dat verleden als de menselijke natuur determineren man en vrouw.

Maar van fatalisme is geen sprake: de afloop van het avontuur kan maar hoeft niet tragisch te zijn. Op voorwaarde dat via het geheugen levenslessen deel worden van de cultuur van de geliefden. Ervaringen en gevoelens schaven de natuur bij, veranderen ‘wilde’ in ‘culturele’ wezens. “Je viens à l’amour, Louis” zegt Marion aan het slot wanneer ze zich samen in een chalet verbergen voor de wereld.

La sirene 6

LA SIRENE DU MISSISSIPPI

Gevoelens zijn moeilijk af te lijnen. Marion kan tegelijk van Louis houden en hem langzaam vergiftigen. Hij realiseert zich dat zij hem wil doden bij het zien van een illustratie van Sneeuwwitje in een tijdschrift en het lezen van Balzacs ‘La Peau de chagrin’: “Qui pourrait déterminer le point où la volupté devient un mal et celui où le mal est encore la volupté? (…) et qu’est ce que la folie, sinon l’excès d’un vouloir et d’un pouvoir?”

In de eindsequentie wordt duidelijk dat liefde en lijden, passie en pijn, verstrengeld zijn. “L’amour fait mal” bekent Marion terwijl Louis zegt “quand je te regarde, c’est une joie ét une souffrance” (een repliek die Truffaut later hernam in Le dernier métro). Op Marions laatste woorden “Je vous aime” repliceert Louis “Je te crois”. Als twee kleine stipjes gaan ze op in het immense sneeuwlandschap. Liefde is essentieel voor François Truffaut en zijn personages; zo essentieel dat ze hun blessures de l’amour, liefdeskwetsuren, koesteren en verkiezen boven eenzaamheid. Terwijl sneeuw de zonden zuivert en alle fouten uitwist.

IVO DE KOCK

(Artikel verschenen in FILMMAGIE, n° 648, oktober 2014)

LA SIRÈNE DU MISSISSIPPI; François Truffaut; F 1969; 118′; met Jean-Paul Belmondo, Catherine Deneuve, Michel Bouquet, Nelly Borgeaud; FILM: **** / EXTRA’S: 0; dis. MGM

La sirene 8

LA SIRENE DU MISSISSIPPI

Leave a comment