In zijn eerste film als regisseur fileert Paul Dano even scherp als liefdevol een disfunctioneel gezin in het Amerika van de sixties. Wildlife is een, door de acteur en zijn partner Zoe Kazan geschreven, karaktergedreven adaptatie van de gelijknamige roman van Richard Ford. Fraai in beeld gebracht door Apichatpong Weerasethakuls DOP Diego Garcia.
“Soms doen dingen die ik in jou, mezelf en zelfs grootvader zie me denken aan een wilde perenboom” zegt Sinan tegen zijn vader, “we zijn allemaal buitenbeentjes, eenzaam en misvormd.” Sinan is in Nuri Bilge Ceylans The Wild Pear Tree een jonge schrijver die terugkeert naar zijn geboortestreek waar een poging zijn literaire roeping waar te maken uitloopt op een worsteling met zijn roots.
Sicario en Hell or High Water scenarist Taylor Sheridan maakt zijn regiedebuut met Wind River, een in Cannes met de Un Certain Regard bekroonde duistere misdaadthriller waarin een wildjager en een FBI agente een mysterieuze moord oplossen in een sneeuwbedekt indianenreservaat.
“Never ask for what ought to be offered” zegt de 17-jarige Ree Dolly tegen haar broertje in Debra Graniks sombere indie thriller Winter’s Bone. Een door trots en geslotenheid ingegeven motto dat ze deelt met de andere kansarmen in de bosrijke Ozarks in Missouri. Maar nood breekt wet en in deze verfilming van Daniel Woodrells gelijknamige roman moet het meisje wel iets vragen aan haar streekgenoten. Geen eten voor haar paard en familie (dat krijgt ze zonder veel commentaar) maar de waarheid over (wat er gebeurd is met) haar vader.
De duivel, heksen, een betoverd bos en een geïsoleerd levende familie puriteinse kolonisten in het Amerika van midden 17de eeuw. Uit deze ingrediënten puurt Robert Eggers verontrustende horror. The Witch is even subtiele als angstaanjagende slow cinema.
Net na zijn Ernst Lubitsch hommage Love in the afternoon en juist voor zijn hit Some Like it Hot draaide Billy Wilder in 1957 een lichtvoetige Agatha Christie adaptatie. Witness for the Prosecution is een pareltje van mise-en-scène en balanceert als rechtbankmysterie op de grens van komedie en drama. Charles Laughton en Marlene Dietrich schitteren.
“A heart is not judged by how much you love; but by how much you are loved by others” wist de tovenaar van The Wizard of Oz. Deze technicolor-musical uit 1939, gebaseerd op L. Frank Baums tijdloos kinderverhaal waarin een meisje uit Kansas naar een betoverd land “over the rainbow” trekt en ontdekt dat “there’s no place like home”, is ongetwijfeld de meest geliefde film ooit. Het is ook een van de meest invloedrijke, getuige Star Wars en Harry Potter, en werd door het American Film Institute tot ‘beste familiefilm aller tijden’ uitgeroepen. Deze magische klassieker voor de “young at heart” blijft nieuwe generaties bekoren.
De verwachtingen waren hooggespannen nadat Amerikaanse critici de loftrompet bovenhaalden voor ‘Wonder Woman’ en Patty Jenkins’ comic-verfilming omschreven als “een verbazingwekkende door een vrouw gedreven en geregisseerde superheld film” en “een sterke ‘female power’ fantasie.” Met een ‘love trumps hate’ boodschap. Dat deze zomerblockbuster zich richt op vrouwen is uitzonderlijk maar maakt de protagoniste echter nog geen feministe in vermomming. Helaas lijkt Amazone Diana Prince vaak eerder een gecamoufleerd product van mannelijke fantasie.
Omdat multiplexen en IMAX schermen door COVID onbereikbaar werden verlegden de filmische superhelden en superheldinnen hun speelterrein naar digitale platformen. Twee quasi gelijktijdig uitgebrachte blockbusters uit het DC Comics universum, het geanticipeerde ‘Wonder Woman 1984’ en het gehypet ‘Zack Snyder’s Justice League’, gingen daarbij andere richtingen uit. Patty Jenkins surft op de tijdsgeest met een feministische heldin terwijl Zack Snyder diezelfde wondervrouw weg drumt in zijn op-aanvraag-van-de-fans gereanimeerd viriel ‘Justice League’ epos. Het illustreert hoe het genre en filmmakers worstelen met de gender problematiek én de ambiguïteit van superhelden en superheldinnen.
“We zagen Woodstock als een ‘ervaringsfilm’” stelt Michael Wadleigh, “een substituutervaring voor zij die er waren en zij die er niet waren”. De regisseur verwijst naar het ondertussen legendarische drie dagen durende muziekfestival dat tijdens de ‘Summer of Love’ van 1969 zo’n 500.000 hippies in een roes bracht. Mede dankzij de documentaire, en de driedubbele LP, groeiden de “3 days of peace & music” uit tot een socio-cultureel ijkpunt. 45 jaar en een director’s cut later is Woodstock dé muzikale cultklassieker bij uitstek.