Debra Graniks Winter’s Bone: Ruig, rauw en realistisch

apr 29, 2017   //   by Ivo De Kock   //   Algemeen, drama, film, genre, regisseur  //  No Comments

WINTER’S BONE

Never ask for what ought to be offered” zegt de 17-jarige Ree Dolly tegen haar broertje in Debra Graniks sombere indie thriller Winter’s Bone. Een door trots en geslotenheid ingegeven motto dat ze deelt met de andere kansarmen in de bosrijke Ozarks in Missouri. Maar nood breekt wet en in deze verfilming van Daniel Woodrells gelijknamige roman moet het meisje wel iets vragen aan haar streekgenoten. Geen eten voor haar paard en familie (dat krijgt ze zonder veel commentaar) maar de waarheid over (wat er gebeurd is met) haar vader.

Die waarheid biedt niemand aan maar is onmisbaar om te overleven. Het leven is zwaar. Maar tegen haar jongere broer en zus zegt Ree “I’d be lost without the weight of the two of you on my back“. Ze torst het gewicht van een gezin waar ma geestelijk en pa Jessup fysiek afwezig zijn. De Dolly’s leven in een armzalig huis, omringd door miezerige bossen en slijkerige wegen, met katten en zwerfhonden als gezel voor kinderen die alleen maar kunnen spelen op een afgeleefde trampoline en met beschadigd speelgoed.

WINTER’S BONE

Wanneer de sheriff komt melden dat pa Jessup niet kwam opdagen voor zijn proces en dat hun huis onderpand was, besluit Ree hem op te sporen. Want “y’all gonna lose this place” waarschuwt de sheriff. Om haar familie onderdak en intact te houden begint Ree aan een odyssee door een apocalyptische streek waar armoede en onverschilligheid hand in hand gaan. Op zoek naar een vader van wie ze vermoedt dat hij dood is.

Ze krijgt te horen dat ze haar lot moet aanvaarden, dat er dingen zijn die ze beter niet weet (een mysterie dat rond misdaad, verraad en straf draait), dat het niet aan haar is om te gaan speuren (“Ain’t you got no men that can do this?“) en dat ze gevaar loopt (rondneuzen is “a real good way to end up et by hogs“). Slechts oom Teardrop wil schoorvoetend een handje helpen. Ondanks zijn agressiviteit (“I said ’shut up’ once already with my mouth,” bijt hij zijn vrouw toe) en onvoorspelbaarheid.

“Teardrop is een moeilijk te benaderen personage,” aldus Granik, “het is bijna onmogelijk om te weten wat hij denkt en voelt. Ook voor hemzelf. Hij kampt met een verslaving, waardoor hij nog moeilijker te behandelen is”. De cineaste plaatst zichzelf en haar heldin niet boven Teardrop en de andere bewoners van de Ozarks. Ree beschouwt de mensen die haar pad kruisen niet als minderwaardig, ze is alleen maar teleurgesteld in hun passiviteit.

WINTER’S BONE

Granik schetst geen karikaturen maar focust op de menselijkheid van survivors die Ree’s sombere realiteit delen. Langs gewelddadigheid en wanhoop kijkt ze naar moed, moraliteit en hoop. Ondanks alle ontgoochelingen en beproevingen overheerst het optimisme. Juist omdat Ree zonder dat gewicht op haar rug verloren is. De rotsen, het slijk en het jagen (op eekhoorns) kleuren de leefwereld van een 17-jarig meisje in deze quest movie.

Een vuil-realistisch universum waarmee het donker sprookje zich onderscheidt van drama’s die zich in bekendere locaties afspelen. “Als filmmakers willen we naar plaatsen gaan die niet vertrouwd zijn voor ons, waar we niet weten hoe het leven er aan toe gaat maar waar we kunnen fantaseren over hoe we ons leven zouden navigeren in dat milieu”, bekent Granik, “de vraag is: hoe leid je een waardig leven, hoe overleef je, hoe geraak je niet bezoedeld”.

Toen ze Woodrells boek las wist Granik “meteen dat deze film op locatie in Missouri diende te worden opgenomen, we moesten de omgeving en de sfeer reproduceren want het boek is geschreven over een zeer specifieke plaats in de VS”. Daar waar vele films een locatie als achtergrond gebruiken maakt Winter’s Bone het decor tot onderdeel van het drama, tot personage in het verhaal. Dat begrepen de acteurs. Jennifer Lawrence keerde terug naar haar geboortestreek Kentucky (“Haar familieleden waren vertrouwd met dat leven. Ze bracht tijd door met hen en kreeg zo een gevoel van het milieu”) en John Hawkes liet zich door lokalen gidsen (“hij kon luisteren naar het taalgebruik in bars en de lichaamstaal bestuderen”).

DOWN TO THE BONE

Waardoor ze een met de omgeving werden. Wat herinnert aan Graniks debuut Down to the bone, een rauw drugsdrama waar de grauwe slaapstad visueel duidelijk maakt hoe verveling tot verslaving leidt en hoe de enige uitweg het verlaten van deze leefwereld is. Haar tweede film heeft opnieuw het woord ’bone’ (“Down to the bone refereerde aan tot de kern gaan”) in de titel, een protagoniste die tot het bot gaat en personages die met verslaving worstelen.

Drugs maken integraal van de locatie deel uit. Bijna iedereen ’gebruikt’ iets. Wanneer Ree niet mee wil doen is de repliek “Then I guess we got nothing for you! Go on!”. Granik duidt de drugsproblematiek sociaal. In de jaren 90 groeide de productie en het gebruik van methampethamine uit tot een probleem in de Amerikaanse Midwest. Even verdienden kansarmen flink aan de in amateurlabo’s gemaakte drug maar al snel eiste de verslaving zijn tol. De gemeenschap verzonk in lethargie en jongeren zagen alleen nog militaire dienst als uitweg.

De personages in Winter’s Bone beseffen dat de plaag de sociale structuur van hun leefwereld heeft vernietigd en dat de economische crisis de neerwaartse spiraal versterkt. Toch blijven de waarden van de gemeenschap ongewijzigd: verantwoordelijkheidsgevoel en solidariteit gekoppeld aan afkeer voor orde en gezag. Granik filmt op documentaire wijze figuren in een landschap, mensen die hun kracht en malaise in de natuur weerspiegeld zien.

Tegelijk kleeft de cineaste met haar camera op Lawrence en Hawkes zoals de broers Dardenne dat zouden doen. Toeval is dat niet. Granik benadrukt dat het neorealisme haar altijd heeft aangesproken, “maar ook de manier waarop de broers Dardenne drama puren uit de relatie tussen personages en hun milieu is voor mij een lichtend voorbeeld, ook al omdat zij ook gefascineerd zijn door moeilijke leefomstandigheden. Ik haal inspiratie uit buitengewone verhalen over gewone levens, vooral wanneer ze zich afspelen in omgevingen die ik niet ken. Zoals de Belgische industriële zones”.

Ook Missouri was onbekend terrein, “daarom haalden we veel informatie uit het boek. Bovendien was de dialoog specifiek verbonden met deze regio, wat ons verplichtte dicht bij het origineel te blijven. We kenden immers geen synoniemen of alternatieve uitdrukkingen wanneer we veranderingen zouden overwegen, dus dat lieten we achterwege”.

Niet alleen het dialect maar ook the sound of silence is sprekend. De stilte van de natuur en de zwijgzaamheid van de introverte personages. Personages die veel zeggen met weinig woorden, priemende blikken en ruwe gebaren. “Wanneer de acteurs hun werk goed doen, zeggen hun blikken meer dan hun woorden,” stelt Granik, “stilte wint daardoor aan belang. Ook bij de montage leer je stiltes appreciëren. De monteur kan stiltes verlengen of verkorten wanneer je ze dramatisch nodig hebt”.

Sommige stiltes zijn onheilspellend. Zoals de stilte die volgt op “Is this gonna be our time?” waarmee Teardrop de sheriff afbluft. Andere stiltes vergroten het mysterie. De taal zorgt ervoor dat de woorden die wèl worden gesproken, impact hebben. “Het Missouri-dialect is heel specifiek, het is een soort strategische taal,” stelt Granik, “ik beheers deze taal niet, ik moet vele woorden gebruiken om standpunten te argumenteren. De taal in het scenario was een aaneenschakeling van strategic strikes. De mensen hebben weinig woorden nodig om zich uit te drukken. Het gaat niet om in raadsels spreken maar om heel compact spreken, zonder overbodige woorden. Een zin zegt alles”.

Via die bondigheid, beknoptheid belanden we van de broers Dardenne bij John Ford. Granik wijst erop dat “de kortheid herinnert aan de klassieke Amerikaanse western waar de helden ook weinig zeggen. Dat geeft de kijker kans op reflectie: wat denken de personages, wat voelen ze, wat drijft hen, wat gaan ze doen,… In plaats van dat alles wordt verklaard kan je speculeren over gedachten, motivaties en emoties. Dat is een van de ingrediënten voor een klassieke westernheld; hij of zij zegt niet veel”. Ree is zo’n heldin; ze spreekt via actie en ademt de wereld uit waarmee ze verstrengeld is. Intens, onafhankelijk, eigenzinnig en authentiek. De kwaliteiten van het hoofdpersonage zijn ook die van Winter’s Bone.

IVO DE KOCK

(Artikel verschenen in FILMMAGIE, n° 611, januari 2011)

CITATEN PERSCONFERENTIE FESTIVAL DE DEAUVILLE – 5 SEPTEMBER 2010

 

WINTER’S BONE: drama / reg. Debra Granik / sce. Debra Granik & Anne Rosellini naar Daniel Woodrell / fot. Michael McDonough / mon. Affonso Gonzales / muz. Dickon Hinchliffe / act. Jennifer Lawrence (Ree Dolly), John Hawkes (Teardrop), Kevin Breznaham (Little Arthur), Dale Dickey (Merab), Sheryl Lee (April), Lauren Sweetser (Gail), Tate Taylor (Satterfield), Garret Dilahunt (sheriff Baskin) / pro. Anne Rosellini & Alix Madigan-Yorkin / USA / 2010 / 100’ / dis. Paradis

Leave a comment