Film, een illusie. Koffietafelboeken met een verhaal

dec 6, 2022   //   by Ivo De Kock   //   actueel, boek  //  Reacties uitgeschakeld voor Film, een illusie. Koffietafelboeken met een verhaal

Veel Nederlandstalige filmboeken verschijnen er niet, maar nu belandden er toch enkele indrukwekkende exemplaren op onze leestafel. Het lijvige ‘Film. Een geschiedenis’, een studie die gaat voor een inclusieve kijk op de filmgeschiedenis. En ‘Donker en onnatuurlijk’, een fraai vormgegeven trip door het grafisch werk van tekenaar Milan Hulsing. Twee filmboeken die mogen gezien en gelezen worden. Die vertrekken van film als illusie om een verhaal te vertellen.

Film zag het licht als een attractie, een kermisattractie. Een spel met licht, beweging en illusie. Een gebeuren met een groot wit scherm, een donkere zaal en een groep toeschouwers die zich samen vergapen aan een geprojecteerd beeld, een illusie van beweging. In Over cinema gaat Marc Didden op zoek naar die eerste kennismaking en waar het filmavontuur de journalist, filmmaker en lesgever toe leidde. Maar ook Donker en onnatuurlijk van Milan Hulsing en Film. Een geschiedenis van Kevin Smets zijn meer dan fraai ogende koffietafelboeken. Het zijn filmboeken met een verhaal. Een waar film als illusie centraal staat.

Stanley Kubrick. Milan Hulsing

Magische beelden

Bij Donker en onnatuurlijk zit een dvd van Magic Show. Een kortfilm van tekenaar en graphic novel auteur Milan Hulsing uit 2009 waarin een illusionist en zijn assistent hun publiek vermaken en verwarren met een show vol bedrieglijke schijn, vermommingen en dubbele bodems. Visueel verbluffende handgeschilderde multiplane-animatie die flirt met surrealisme en horror, een filmische achtbaanrit die duidelijk maakt hoe essentieel illusie en fantasie zijn voor het medium. Hoe beelden – je bekijkt een rits nooit meer hetzelfde na Magic Show– door onze geest en herinnering kunnen blijven spoken.

Milan Hulsing (°1973) is (vooral in Nederland) bekend van graphic novels (Stad van klei, De Aanslag, De smokkelaar, Spaans Rood), van verhalen bundels (Wat Fred niet wist), van animatiefilms (Magic Show, Topor et moi) en van de illustraties die hij al ruim twintig jaar ontwerpt voor het maandelijks (genre) filmblad ‘Schokkend Nieuws’ en het Imagine Film Festival (jaarlijks georganiseerd in het Amsterdamse EYE). Een selectie daarvan is opgenomen in Donker en natuurlijk, samen met enkele interviews waarin de auteur zijn werk kadert en zijn liefde voor cultfilms en genrecinema benadrukt.

Milan Hulsing

Uit Magic Show blijkt Hulsings gevoel voor zwarte humor, voor het absurde en voor bizarre gruwel. Die gevoeligheid linkt hij zelf aan een passie voor horror. “Wat er ook komen gaat, de verwachting is niet dat het normaal zal zijn,” schrijft Milan Hulsing in zijn intro, “de kijker verwacht vervorming en desoriëntatie, een spiegelpaleis met valstrikken, uitzinnige decors en rekwisieten.” En: “Horror duidt ook op een lage instap, zoiets als een attractie.” In een interview vult hij aan “het transporteert me naar gelukkige tijden.”

Huiveringwekkende schoonheid

Donker en onnatuurlijk is opgedeeld in verschillende hoofdstukken (Covers, Schaduwen over Holland, Duistere Bezoekers, Overige, Magic Show) maar heeft één rode draad (film is/als illusie) en vooral een opzet: via beelden een kijkervaring creëren die verwant is met de onderdompeling in een horrorcinema bad. Die unieke mix van angst en walging, fascinatie en afschuw, huivering en opwinding. Met beelden die extreem zijn: unheimisch, kleurrijk, emotioneel. De vormgeving van het boek vergroot het nachtmerrieachtige aspect van Hulsings beeldtaal door het geheel en een detail, het totaalbeeld en een uitsnede, te laten botsen. Met vaak hallucinante effecten. Zoals we bij de boekverbranding geïnspireerd door (François Truffauts adaptatie van) Fahrenheit 451 (dystopie special Schokkend Nieuws) lijken in te zoomen op de trance blik van Oskar Werner.

Fahrenheit 451. Milan Hulsing.

Het boek bevat een honderdtal beelden die stuk voor stuk van een huiveringwekkende schoonheid zijn. Maar enkelen openen de poorten naar het onderbewustzijn nèt iets nadrukkelijker. Zoals het ‘noir’ beeld van Joan Crawford en Richard Widmark. Het versplinterd kindertrauma beeld. The Texas Chainsaw Massacre en Psycho portretten. De monstertentakels die (op de boekcover) uit het Ij (het water) opduiken om Eye (het filmmuseum) te bedreigen. Het bloedende standbeeld in The House with Six Heads. De tronies van Klaus Kinski, Jack Nicholson, Anjelica Huston, Paul Verhoeven, Stanley Kubrick en Boris Karloff. Zonder het gruwelijke Cronenberg-meets-Alien Oorwurm te vergeten, letterlijk vleesgeworden gruwel.

‘The horror’ illusie wordt door Hulsing tastbaar gemaakt via contrastrijke beelden, expressieve kleuren en een licht- en lijnenspel dat een collage gevoel creëert. Waarbij het kinderlijke (fantasierijke, niet te verwarren met kinderachtige dus), de uitvergrote emoties, de donkere humor en de absurde sfeer Hulsings werk een hypnotisch karakter geven. Wat deze grafische illusionist doet en toont valt moeilijk te klasseren maar speelt op de magische grens van schoonheid en gruwel. “We voelen de grens aan tussen grand guignol en kunst,” schrijft hij, “maar er zijn grote stukken niemandsland waar je met geluk wel eens belandt als je de grenzen vergeet.”

Magic Show trekpoppen. Milan Hulsing.

Film. Een studie

De uitbundigheid en het aanstekelijk enthousiasme van Donker en onnatuurlijk ontbreekt in Film. Een geschiedenis. Auteur Kevin Smets (°1986) is een academicus en de ernst die daarmee gepaard voel je op elke pagina van deze turf (met uiteraard een uitgebreide bibliografie, filmografie en register). Wie een speelse, subjectieve en ultrapersoonlijke trip door de filmgeschiedenis verkiest neemt beter Marc Diddens Over cinema of Eric de Kuypers Filmische Hartstochten ter hand. Maar er loopt wèl een onderstroom van filmpassie door deze studie en Smets sluit perfect aan bij Mooi zijn en zwijgen, Anke Brouwers’ geslaagde poging om een ode aan de stille cinema te koppelen aan een moderne blik op de filmgeschiedenis.

The Story of Film (Mark Cousins), Cinema. The Whole Story (Philip Kemp), Film as art (Bordwell & Thompson), The Cinema Book (Cook & Bernink), Essential Cinema (Jonathan Rosenbaum), Transcendental style in film (Paul Schrader), A Personal Journey Through American Movies (Martin Scorsese). Deze en nog andere Engelstalige boeken blijven referentiewerken voor wie geïnteresseerd is in filmgeschiedenis. Maar Kevin Smets geeft het in zijn dankwoord terecht aan: wie een recent en toegankelijk Nederlandstalig boek zoekt blijft op zijn honger zitten.

Sunset Boulevard – Billy Wilder

Die lacune vult de professor media en cultuur aan de vakgroep Communicatiewetenschappen van de Vrije Universiteit Brussel nu zelf. In die zin is Film. Een geschiedenis een even belangrijk als noodzakelijk werk. Een mijlpaal, en hier vormt de ernst een troef, want de auteur heeft grondig werk geleverd. Diverse aspecten en verschillende invalshoeken komen aan bod terwijl ook platgetreden paden verlaten worden om ons door 130 filmgeschiedenis te gidsen. Hollywood centrisme wordt vermeden en thema’s als seksisme, discriminatie en kolonialisme komen onverbloemd aan bod. Terwijl mensen uit de film (van Raoul Servais over Dorothée van den Berghe tot Pierre Drouot) tussendoor beknopt ‘hun moment’ toelichten.

Film. Een illusie

“Het oeuvre van Chantal Akerman is gevierd vanwege de bijdrage aan zowel filmtaal als aan het bevragen van de heersende filmpraktijken en beeldvorming” lezen we in Film. Een geschiedenis. De cineast van wie Jeanne Dielman, 23 Quai du Commerce, 1080 Bruxelles zopas door een prestigieuze ‘beste film aller tijden’-poll van het Britse vaktijdschrift Sight & Sound bekroond werd (door internationale critici, filmmakers gingen voor Stanley Kubricks 2001: A Space Odyssey), die nu herdacht wordt met een Bozar expo en van wie in 2024 een grootse retrospectieve zal lopen, wordt door Kevin Smets naar voor geschoven als markante filmfiguur via een ‘focus’.

Jeanne Dielman, 23 Quai du Commerce, 1080 BruxellesChantal Akerman

Een keuze die aangeeft dat de auteur ook oog wil hebben voor experimentele cinema en voor bij het grote publiek minder gekende maar daarom niet minder belangrijke figuren. Die ruime, verruimde, blik sluit aan bij de paradox die Smets opmerkt. Film is geëvolueerd en omhelst vernieuwingen maar toch zijn “veel recepten, technische en esthetische principes hetzelfde gebleven.” Films kunnen blijven ontroeren of (in het geval van pakweg The Birth of a Nation en Gone with the Wind) tot controverses leiden. Naast die continuïteit ontstaan er ook breuklijnen die geschiedschrijvers mee moeten nemen.

Voor Smets is ‘illusie’ – film is een optische illusie die kijkers kan transporteren naar een andere realiteit – het centraal concept in het historische verhaal van film. Een dat tegelijk positieve (identificatie, empathie, fantasie) als negatieve (propaganda, misleiding, stereotypering) aspecten heeft. Film. Een illusie heeft de bedoeling drie illusies, drie hardnekkige opvattingen, te ontkrachten en nuanceren. De eerste is dat film eigenlijk dood is (of gaat), de tweede dat film enkel entertainment kan zijn en de derde dat er gelijkheidsteken staat tussen film en Hollywood (lees: Amerikaanse speelfilm).

Kevin Smets. Foto Thierry Geenen (www.thierrygeenen.be)

Film. Meer dan Hollywood

Het ligt allemaal complexer dan vaak wordt gesteld, is de onderliggende boodschap van dit doorprikken van illusies. “Film wordt geassocieerd met verschillende tastbare of meer abstracte fenomenen,” schrijft Smets, “de term kan onder andere verwijzen naar een reeks van technieken, een taal om een verhaal of boodschap over te brengen, een industrie, een ontspannende sociale activiteit of een kunstwerk.” Daarom kiest de auteur voor verschillende invalshoeken bij het schetsen van de filmgeschiedenis. Zes benaderingen eigenlijk. Film als spectrum. Als techniek. Als taal. Als industrie. Als beweging. Als praktijk.

En waarom was het nodig dit verhaal over het ontstaan en de ontwikkeling van film te brengen? Smets antwoordt door te wijzen op een nood aan een update, het leggen van nieuwe accenten en het counteren van de alleenheerschappij van mainstream cinema. Deze filmgeschiedenis 2.0 wil “expliciet erkennen dat (mainstream) film kan werken als een systeem van discriminatie én een instrument voor contestatie en emancipatie. Aspecten zoals stereotypering, de rol van vrouwen in de filmindustrie en de relaties tussen film en kolonialisme zullen dat overvloedig illustreren.”

Parasite – Bong Joon-ho

Een opzet dat overeenstemt met de getuigenis van Marc Boonen, artistiek directeur van MOOOV, die stelt dat sinds de jaren 1980 veel meer landen films gingen produceren waardoor er “een substantieel aanbod kwam naast de Amerikaanse en Europese film en niet-Europese landen werden meer gelijkwaardige partners. Het aanbod en de kwaliteit stijgen nog steeds, maar het blijft wel nog een uitdaging in de sector om de eurocentrische blik aan de orde te stellen.” Ondanks het succes van Parasite van Bong Joon-ho. We kunnen Film. Een geschiedenis dan ook, net als het film canon met een ruime vertegenwoordiging van vrouwelijk en niet-witte filmmakers samengesteld door internationale critici in het kader van de Sight & Sound poll, lezen als spiegel voor de tijdsgeest.

Film. De toekomst

De filmgeschiedenis wordt noodgedwongen in vogelvlucht geschetst. Dat levert verschillende thema’s, deelonderwerpen en insteken op waardoor de lezer een boeiend overzicht krijgt aangereikt. Soms is de aanpak wat summier (Free Cinema, New Hollywood, poëtisch realisme,…) maar andere onderwerpen die elders vaak stiefmoederlijk behandeld worden (Third Cinema, film als politiek wapen, vrouwen in de filmindustrie,…) komen in Film. Een geschiedenis dan weer beter uit de verf.

Film. Een illusie. Marlène Dietrich in Berlijn.

De toekomst van film blijft grotendeels buiten beeld maar Smets wijst er wel op dat “ondanks de (of misschien als gevolg van) de alomtegenwoordigheid van film in de samenleving is filmerfgoed constant bedreigd.” In onze consumptiemaatschappij fungeert het vooruitgangsdenken op filmvlak al te vaak als promotietool voor de commercialisering van innovaties en nieuwe verkoopkanalen. Waardoor niet enkel bepaalde (fysieke) dragers in gevaar komen, en de bioscoop onder druk staat, maar ook de levensduur van films sterk ingekort wordt (vijf jaar is oud, meer dan tien de prehistorie, de stille film onbestaand). Dat dreigt meer en meer onze beleving van en kijk op zowel film als de filmgeschiedenis te veranderen.

“De vergankelijkheid en kwetsbaarheid van filmdragers is een gigantische uitdaging en hoewel nieuwe digitale technologieën veel mogelijkheden bieden voor ontsluiting en restauratie komen die ook met complexe vraagstukken over andere duurzaamheid en originaliteit,” stelt Smets, “maar film fysiek veiligstellen voor de toekomst is misschien nog de minste zorg. Een nog grotere  uitdaging is het levend houden van filmerfgoed voor telkens nieuwe generaties.” Een open geest, een open blik helpen. Passie en engagement ook. We onderschrijven dan ook graag zijn oproep “om naar film – die van het verleden en die van de toekomst – te blijven kijken vanuit een maatschappelijke betrokkenheid.”

IVO DE KOCK

Milan Hulsing, Donker en onnatuurlijk, Uitgeverij Concertobooks, Amsterdam, 2022, 224 pagina’s.

Kevin Smets, Film. Een geschiedenis, Uitgeverij ASP, Brussel, 2022, 570 pagina’s.