Film Fest Gent 2021: Opnieuw filmemoties delen in het donker
“Momenten beleven waar we samen emoties beleven, waar we samen lachen, wenen, ontroerd worden, is belangrijker dan ooit.” Met die quote uit een van de vertoonde films, ‘Why We Fight?’, onderstreept programmadirecteur Wim De Witte zowel het belang als de inzet van Film Fest Gent. Een filmfestival dat van 12 tot 23 oktober terug naar ‘normale’ pre-Corona tijden wil zonder begrippen als solidariteit en kritisch bewustzijn los te laten. Een filosofie die perfect te combineren blijkt met plezier en kwaliteit want het filmprogramma oogt als een van de sterkste van de laatste jaren.
Vreugde en enthousiasme alom toen Film Fest Gent zijn 48ste editie voorstelde. Eindelijk terug een min of meer gewoon fysiek filmfestival! En wat een tot de verbeelding sprekend programma! Even later volgde een schok: de als gast, met het waargebeurde The Duke, aangekondigde Britse filmregisseur Roger Michell stierf even jong als onverwacht. De maker van de hit Notting Hill maar vooral ook Changing Lanes, The Mother, Venus en Le Week-end zal gemist worden, en niet enkel in Gent. Met de documentaire Nothing Like A Dame tekende Michell voor zowat de beste praatfilm van de laatste jaren. In alle vrijheid laat de empathische regisseur er actrices Judi Dench, Maggie Smith, Eileen Atkins en Joan Plowright heerlijk ‘roddelen’ over hun carrières en collega’s, heftig discussiëren over seksisme en ijdelheid. Een mooie testamentfilm. Want de man die van acteurs hield was ook een uitstekend filmmaker.
Een sterk festivalprogramma
Aan mooie films alvast geen gebrek tijdens het van 12 tot 23 oktober lopende Film Fest Gent, dat andermaal een platform biedt aan Courtisane (met o.m. aandacht voor vier vrouwelijke Arabische filmmakers: Arteyat Al-Abnoudy, Assia Djebar, Jocelyne Saab en Heiny Srour) en de verruimingsoperatie met Videodroom (o.m. Harry Kümels Daughters of Darkness & Stan Brakhage’s Visions in Meditation) verder zet. Het team van programmadirecteur Wim De Witte stelde voor de 48ste editie een bijzonder imponerend programma samen met arthouse films en de betere commerciële cinema aangevuld met het door Patrick Duynslaegher gecureerd ‘classics’ luik. Dat geeft festivalgangers de (unieke) kans om het volledige oeuvre van de grootste Griekse cineast aller tijden, Theo Angelopoulos, te (her)ontdekken.
Opvallend veel grote namen op het programma. Waaronder Paul Schrader (The Card Counter), Terence Davies (Benediction), Wes Anderson (The French Dispatch), Zhang Yimou (Cliff Walkers), Andrea Arnold (Cow), Apichatpong Weerasethakul (Memoria), Ridley Scott (The Last Duel), Leos Carax (Annette), Bruno Dumont (France), Radu Jude (Bad Luck Banging or Loony Porn), Hong Sang-soo (Introduction), Pablo Larrain (Spencer) en Jacques Audiard (Les Olympiades). Maar ook jong talent, onder meer van eigen bodem zoals Laura Wandel (Un monde), Teodora Ana Mihai (La Civil), Annabel Verbeke (Four Seasons in a Day), Jonas Baeckland (Cool Abdoul), Jeroen Perceval (Dealer) en het duo Mirjam Devriend/Alain Platel (Why We Fight?).
Cinefiele cineasten
In elk shot van een (met dank aan cameraman Manuel Dacosse) wondermooi vormgegeven Inexorable sluimert spanning en onheil, van een rustig in onraad gedrenkt begin tot een onstuimig wild slot. Cinefiel en rasfilmmaker Fabrice du Welz (Calvaire, Vinyan, Alleluia, Adoration) tekent voor een subliem poëtisch horrorverhaal dat niet draait rond plotwisselingen of gruweleffecten maar rust op de emotionele chaos van personages die zo extreem worstelen met depressies en trauma’s dat hun sinister universum er een surrealistisch trekje door krijgt. Benoît Poelvoerde zet heel briljant een tegelijk irritant en fragiel personage weer, een schrijver die het slachtoffer lijkt te worden van een obsessieve fan maar uiteindelijk verkleefd geraakt met het web van zijn eigen fictie en emoties.
Paul Schraders The Card Counter mixt trauma’s, pijn, tristesse, verlossing en symboliek in een intens, karakter gedreven drama. Het door Oscar Isaac (een van de weinige acteurs die overeind blijft in scènes met Willem Dafoe) vertolkte personage is de vertrouwde Schrader eenling op zoek naar loutering. Ditmaal een voormalige Abu Ghraib ondervrager die als pokerspeler onder de radar tracht te blijven tot hij een jongeman de tweede kans wil geven die hij door schuldgevoelens zichzelf weigert te bezorgen. Vintage Schrader, somber en stijlvol, intens en ambivalent. Wie zoekt naar roots van de look & feel van dit pareltje transcendente cinema verwijzen we graag naar de heruitgave (met nieuwe intro) van het door de jonge criticus/cineast Paul Schrader geschreven ‘Transcendental style in Film’ (University of California Press).
Jonge Amerikaanse Independents
“Nogal wat mensen, zowel mogelijke geldschieters als toeschouwers, verwachtten een John Wicke-met-een-truffelvarken variant,” vertelde de Amerikaanse onafhankelijke filmmaker Michael Sarnoski ons in Deauville, “ik had met Pig echter geen actiecinema op het oog.” Zijn karakter gedreven debuut is geen film over wraak maar over rouw, off-grid gaan en verbinding zoeken. Gedragen door een haast onherkenbare Nicolas Cage (“Cage begreep het personage goed, voor hem gaat Pig net als Mandy over verlies”) en Alex Wolff als respectievelijk een als kluizenaar levende ex-chef en een truffeldealer met vader issues die samen in de culinaire onderwereld van Portland duiken.
Een andere tijdens het American Film Festival van Deauville vertoonde onafhankelijke Amerikaanse film, Pleasure, werd bekroond met een Juryprijs. Debutante Ninja Thyberg illustreert met documentair realisme via een allegorisch drama het seksisme en de ontmenselijking in de porno industrie. We kijken door de ogen van een negentienjarige Zweedse die naar Los Angeles trekt om er als Bella Cherry pornoster te worden er een business ontdekt waar weinig pleasure en nog minder vriendschap en menselijkheid heerst. Thyberg draaide een gelijknamige kortfilm, verrichte grondige research en doet een verdienstelijke poging de male gaze te deconstrueren.
Dit is Belgisch
Met een daverend applaus werd Laura Wandels debuut Un monde in Cannes ontvangen. Pesten op het schoolplein is een belangrijk en reëel probleem waarvan de gewelddadigheid door de cineaste op intense en gestileerde wijze wordt geëvoceerd via een onderdompeling in het universum en de ervaring van het slachtoffer. Met verve vertolkt door debuterende hoofdactrice Maya Vanderbeque.
De Belgisch-Roemeens-Mexicaanse coproductie La Civil is het prangende langspeelfilmdebuut van documentairemaker Teodora Ana Mihai (Waiting for August) dat via de helletocht van een moeder, die op zoek gaat naar haar ontvoerde dochter, een authentiek en beklijvend portret schetst van de geweldcultuur in hedendaags Mexico.
Choreograaf Alain Platel en fotograaf-videast Mirjam Devriendt peilen (vertrekkende van de voorstelling Nicht slafen uit 2016 van Les Ballets C de la B) in Why we fight? naar de driehoek geweld-ongenoegen-democratie via getuigenissen over fysiek en psychologisch geweld van dansers afgewisseld met observaties van kunstenares Berlinde De Bruyckere en filosoof Philipp Blom.
Filmische grootmeesters
De hypnotische droomcinema van de Thaise grootmeester Apichatpong Weerasethakul (Uncle Boonmee Can Recall His Past Lives, Cemetery of Splendor) is uniek. Het was daarom veel te lang wachten op Memoria. Zijn eerste Engels- en Spaanstalige film volgens een vertrouwd recept: een trip waarbij de individuele psyche verstrengelt met een historische onderstroom. Hier: een zoektocht naar de oorzaken van een tinnitus aandoening en de bloedige geschiedenis van Columbia.
“Ik kan niets doen waar ik niet passioneel in geloof,” vertelde Terence Davies (A Quiet Passion, Sunset Song, Distant Voices, Still Lives) ons anno 2016 in Gent, “meedraaien in een industrie die draait om geld zint me niet; ik wil emotioneel en intellectueel geraakt worden door films. Wanneer ze ons zelf dingen laten interpreteren zijn het goede films. Wanneer je de instructies ‘lach’, ‘huil’ en ‘wees opgewonden’ krijgt zijn ze slecht.” We gokken dat Benediction, waar de Britse cineast focust op dichter Siegfried Sassoon, opnieuw een steengoede film is. Hopelijk volgt Davies’ droomproject, de Richard McCann-adaptatie Mother of Sorrows, tijdens een volgende FFG editie.
Tussen fictie en realiteit
“Biopics zijn vervelend en gevaarlijk,” zei Pablo Larrain tegen Rolling Stone toen hij met Neruda en Jackie twee films voorstelde die in het genre kunnen worden gerangschikt, “dit soort films wil een definitief statement maken over historische figuren maar mensen als Pablo Neruda en Jackie Kennedy kan je zomaar niet vastpinnen. Je moet een poëtische sfeer creëren i.p.v. een acteur iemands woorden te laten reciteren. Je moet het leven in hen voelen. Anders riskeer je smakeloos, idioot of irrelevant te zijn.” Benieuwd hoe de Chileense cineast in Spencer omspringt met de koekendoosromantiek verbonden met Lady Di.
De in Israël geboren geëngageerde filmmaker Avi Mograbi (Z32, Avenge but one of my two eyes) verstrengelt in zijn documentair pamflet The First 54 Years: An Abbreviated Manual for Military Occupation fictie (een handleiding voor een succesvolle militaire bezetting) en realiteit (getuigenissen van Israëlische soldaten). Mograbi is een garantie voor scherpe commentaren en emotionele mokerslagen. Voor reflectie. Voor urgente cinema.
De Franse scenarist-regisseur Jacques Audiard (Un Prophète, Dheepan, De rouille et d’os) is van vele markten thuis. Na zijn western The Sisters Brothers vertrok hij voor de in het 13de Parijse arrondissement spelende liefdesverhalen Les Olympiades, Paris 13e van graphic novels om millennials te portretteren. Met dank aan co-scenariste Céline Sciamma (Portrait de la jeune fille en feu, Petite maman). Audiard draaide voor het eerst in zwart-wit.
Festival secties
In het Kidsproof luik is Where is Anne Frank de absolute blikvanger. De Israëlische animatiefilmer Ari Folman verwierf met Waltz with Bashir en The Congress een stevige reputatie en toont zich opnieuw innovatief en ambitieus. Zijn protagonist is Kitty, het denkbeeldige vriendinnetje tot wie Anne Frank zich richt in haar legendarische dagboek. Kitty’s zoektocht vormt de ruggengraat van het tussen heden en verleden wisselende verhaal. Voor de regisseur werd het een persoonlijke film. “Tijdens mijn research ontdekte ik dat mijn ouders en de familie Frank tijdens dezelfde week arriveerden in Auschwitz” vertelde Folman aan The Hollywood Reporter.
Dat de Griekse Weird Wave meer is dan de onvolprezen Yorgos Lanthimos (Dogtooth, The Lobster) illustreert de sectie ‘Focus on Greek Cinema’ met films van o.m. Georgis Grigorakis (Digger), Janis Rafa (Kala Azar), Minos Nikolakakis (Entwined) en Yannis Economides (Ballad for a Pierced Heart). In competitie valt met Apples, het debuut van Lanthimos assistent Christos Nikou, een surrealistische, komische pandemie film te ontdekken.
Theo Angelopoulos, een Griekse legende
“Ik behoor tot die regisseurs die een persoonlijke stijl bezitten, die maar één thema hebben, die misschien maar één film maken, zoals Bergman en Antonioni,” vertelde de Griekse grootmeester Theo Angelopoulos (1935-2012) aan De Filmkrant, “al mijn films zijn delen van één en dezelfde film. Het is een ‘work in progress’ zonder dat er een einde aan komt. Daarom zet ik ook nooit het woord ‘einde’ aan het einde van mijn films.”
Aan de carrière van de ‘regisseur van de Geschiedenis’ kwam wèl een einde na 13 langspeelfilms maar de waardering van regisseurs zoals Martin Scorsese voor de filmmaker die koos voor “een cinema van poëzie, in plaats van een cinema van proza” bleef. Een ruim publiek bereikte Angelopoulos echter nooit en zelfs bij filmliefhebbers is zijn bekendheid ondertussen tanende. Daarom is de retrospectieve die Film Fest Gent in haar Classics luik organiseert heuglijk nieuws. Geweldig nieuws zelfs want heel uitzonderlijk zijn alle films daarin opgenomen. Terwijl curator Patrick Duynslaegher in print en online voor de nodige duiding zorgt.
De legende wil dat Angelopoulos in het besef dat hij geen dichter kon worden besloot om zichzelf te ontplooien als visueel poëet. Als verhalen verteller die zich, van 1970 (Anaparastasi) tot 2008 (The Dust of Time), vooral uitdrukte via beeldtaal en filmbeelden. Ondanks de lange takes, het trage ritme en een monumentale speelduur blijven de films van Angelopoulos visueel en emotioneel nazinderen. Niet toevallig is een van de meest hypnotiserende en betoverende beelden uit de filmgeschiedenis die waar in Landscape in the Mist (1988) de ‘hand van God’ over de zee en de haven van Thessaloniki zweeft. Terwijl het onzichtbare nergens sterker wordt gedramatiseerd als in Ulysses’ Gaze (1995) waar mist een slachtpartij tegelijk verhuld en accentueert.
Angelopoulos is een stilist die eigenzinnige formele keuzes (aquarelkleuren, open ruimtes, totaalopnames met minimale cuts, stiltes gebruikt als muzische pauzes) maakt, een auteur die thema’s als Griekse geschiedenis, emigratie, politieke strijd en maatschappelijke veranderingen integreert in verhalen die zich uitstrekken over tijd (zijn historische epossen) en ruimte (zijn reis-trilogie). Alle films van Angelopoulos zijn betoverend mooi maar The Travelling Players (1975), een vier uur durend Brechtiaans epos dat tot ongenoegen van de toenmalige Griekse regering Cannes en de filmwereld veroverde, is zijn absoluut meesterwerk en The Weeping Meadow (2004) misschien wel zijn meest toegankelijke film. Die laatste ook als Eleni bekende film omschreef de regisseur als “niet alleen het verhaal van een vrouw die alles kwijtraakt, maar ook van een liefde die een eeuw lang duurt.” Theo Angelopoulos was een poëet die schreef met zijn camera en een oeuvre met eeuwigheidswaarde achterliet.
IVO DE KOCK
48ste FILM FEST GENT, van 12 tot 23 oktober 2021 in Kinepolis, Sphinx, Studio Skoop, Vooruit-Theaterzaal, Vlaamse Opera en KASKCinema. Info: www.filmfestival.be