Black Jack: Rebels kinderavontuur van Ken Loach
In juni wordt Ken Loach 85 maar aan scherpte heeft de energieke Britse filmmaker nog niets ingeboet. Getuige ‘Dialogue sur l’art et la politique’, geschreven neerslag van een levendig gesprek tussen Loach en schrijver-socioloog Édouard Louis over sociaal geweld en het engagement van kunstenaars. Dat Loach reeds als jong cineast bijzonder kritisch was blijkt uit de Blu-ray release van ‘Black Jack’, een historisch jongerenavontuur uit 1979. Mijlenver verwijderd van het sociaal realisme dat vroege (‘Kes’) en recente (‘Sorry We Missed You’) Loach films verbindt maar een even krachtige en kritische doorlichting van een ondraaglijk onrechtvaardige samenleving.
Van de vroege films van Ken Loach (° 1936), gedraaid tussen zijn debuut Poor Cow (1967) en zijn doorbraak naar een ruimer publiek met Looks and Smiles (1981) en Fatherland (1986), is Black Jack (1979) ongetwijfeld het minst bekend. En dat is jammer want deze adaptatie van een populaire avonturenroman van Leon Garfield (een Brits auteur die Charles Dickens en Robert Louis Stevenson combineerde in zijn op jongere lezers gericht werk) haalt zeker het niveau van het fel geprezen Kes (1969).
Het verhaal speelt zich evenwel niet af in de sixties maar in het Engeland van de 18de eeuw. Black Jack is een picaresk avontuur waarin twee jonge kinderen anno 1750 door het land trekken samen met een oudere outcast, een Franse zeeman die miraculeus een ophanging overleeft (nadat hij per ongeluk een man doodde tijdens een kroeggevecht). De reus met een klein hartje voelt zich goed thuis in een rondreizend gezelschap van kermisartiesten, schelmen en oplichters. Zijn metgezel Tolly (Bartholomew eigenlijk) is een twaalfjarige wees die maar wat graag ontsnapt aan een vrouw die geld verdient met lijkenhandel. Samen pikken ‘Black Jack’ en Tolly tijdens een stuntelige koetsoverval Belle op. Een meisje met mentale problemen op weg naar een krankzinnigengesticht waar ze dreigt te gaan vegeteren.
Moeilijke filmtijden
Ken Loach heeft altijd weerstaan aan de lokroep van Hollywood. Na de lof die hij kreeg voor Kes maar ook toen hij tijdens de jaren zeventig moeilijk projecten gefinancierd kreeg in eigen land en enkel voor de BBC aan de slag kon (o.m. met musicals en kinderfilms). Het was trouwens enkel dankzij een handigheidje van zijn producent Tony Garnett, die ontdekte dat er subsidiemogelijkheden waren voor kinderfilms, dat Loach uitkwam bij de verfilming van de roman ‘Black Jack’. Al kende hij het boek van Leon Garfield omdat zijn kinderen het met veel enthousiasme lazen.
De middelen waren echter beperkt (Loach gaf toe dat hij betreurde té snel te hebben moeten werken) maar dankzij het voortreffelijke werk van DoP Chris Menges kreeg Black Jack een indrukwekkende period look. Loach sleepte een Cannes selectie in de wacht maar de bioscooploopbaan van de film bleef beperkt. In België haalde Black Jack wèl de zalen en kon de film rekenen op goede kritieken. Dankzij RTBF filmjournalist Sélim Sasson, toen een van de betere interviewers, kon Loach indruk maken met zijn heldere en eerlijke analyse. Beeldmateriaal daarvan is te vinden op de Blu-ray uitgebracht door de Franse cinefiele uitgever Rimini Éditions. De film is overigens ook via video-on-demand te bekijken.
Van boek naar film
In zijn gesprek met Sasson benadrukt Loach dat hij bij de romanadaptatie weg wou van de soms magisch-realistische toon van Garfields werk. Als scenarist-regisseur was zijn intentie “de filmpersonages op een geloofwaardige manier te beschrijven, als een soort normale familie, ook al is het onderwerp van de film niet helemaal klassiek.” Daarom koos hij voor naturalisme, voor “een realistische beschrijving van zowel de tijd, de periode voor de industriële revolutie, als de relatie tussen de held en de twee gezellen die hij tracht te genezen.”
De regisseur wijst op “het verschil in sfeer tussen het Engeland van 1750 en dat van de seventies.” Black Jack werd bij zijn release vergeleken met Stanley Kubricks Barry Lyndon (1975) maar Loach stipt fijntjes aan dat het ontbreken van geweld aangeeft hoezeer Kubricks film weinig realistisch is. “Het Engeland van 1750 was veel gewelddadiger dan hoe het door Kubrick wordt afgeschilderd,” stelt Loach, “mijn insteek is anders. Ik vind dat je geen karikatuur moet maken van gewone mensen. Films hebben te vaak de neiging om boeren en gewone arbeiders te karikaturiseren. Op een manier die een politiek standpunt impliceert.” Lees: die gewone mensen neerbuigend bekijkt.
Documentair realisme
Ken (toen nog Kenneth) Loach geeft toe dat “het boek meer geïnteresseerd is in fantasie dan de film. We probeerden Black Jack te verankeren in de werkelijkheid. Dat ging ten koste van sommige magische elementen van het boek. We waren geobsedeerd door realisme en geloofwaardigheid.” Daarom werd ook het visuele pallet afgestemd op de locatie. “We probeerden kleuren te gebruiken die pasten bij het landschap,” aldus Loach, “bruinen en groenen overheersen.” Ook al omdat de kledij dicht bij de realiteit bleef: “Op het platteland wasten mensen toen zelden hun kledij. Ze bezaten geen witte kleren, daarom gaven we ze ook een vale look. Bovendien droegen plattelandsbewoners eerder natuurlijke kleuren.”
Het realisme gaat verder dan look en stijl. Loach heeft in deze historische film (verre voorloper van zijn Gouden Palm The Wind That Shakes the Barley uit 2006) duidelijk oog voor armoede in het 18de eeuwse Engeland, en zoals aangegeven het geweld, de mishandeling en de uitbuiting in de samenleving. Het ‘gewone volk’ moet duidelijk strugglen om te overleven. Ze hebben dan ook geen scrupules om (na executies opgepikte) lijken te verkopen aan artsen, mensen nep-wonderdrankjes aan te smeren of via chantage aan geld te geraken. Kapitaalkrachtigen worstelen dan weer met hun standing en imago. Om het huwelijk van hun oudste dochter niet in gevaar te brengen sturen Belle’s ouders haar naar het asiel. Loachs sympathie gaat naar zij die gemarginaliseerd zijn in de samenleving: zowel het kermisgezelschap als de drie protagonisten.
Sprookje en nachtmerrie
DoP Chris Menges accentueert met zijn beweeglijke, op personages klevende camera de documentaire filmstijl van Loach. Maar Black Jack is ook een sprookje dat ons via de ogen van kinderen naar een nachtmerrie laat kijken: een claustrofobische en vooral gewelddadige wereld die in de marge levende en eeuwig kind gebleven individuen bedreigt. Wanneer we tijdens de zoektocht naar Belle in het sanatorium duiken lijken we in een horrorfilm te zijn beland. Angst, gevaar, gruwel, walging verstrengelen. De scène waarin Jack samen met Tolly Belle bevrijdt herinnert aan de trappenscène uit Taxi Driver. Minder bloederig maar even beklemmend en zuiverend.
Opmerkelijk is dat deze fysieke gevangenis ook een mentaal equivalent heeft. Belle laat zich vrijwillig opsluiten omdat ze ten onrechte denkt dat ze ‘gek’ is (zal worden) wanneer de dood van haar vader (door de bedrieglijke enscenering van oplichter en afperser Hatch) wordt voorgesteld als een zelfmoord. Waanzin is immers erfelijk vreest ze. “It’s all-in the mind” parafraseert Loach Sigmund Freud. “Belle heeft hoge koorts gehad toen ze heel klein was en dat tastte haar geheugen aan,” zegt Loach, “haar ouders begrepen dat niet, ze schaamden zich. Daarom verborgen ze Belle en verhinderden ze haar om nog menselijke contacten te onderhouden. Die vervreemding onderdrukte haar energie waardoor ze zich geregeld gewelddadig ging gedragen. Wanneer Belle ontsnapt maakt ze kennis met het rondreizend gezelschap en ervaart ze bij hen menselijke warmte. Daardoor verdwijnen de symptomen.” Belle herwint haar geestelijke gezondheid in de buitenwereld, tussen andere outcasts. Maar in het asiel wordt ze opnieuw ziek. “Ze ondergaat dezelfde behandeling als thuis,” stelt Loach, “ze wordt opgesloten en vastgeketend. Ze ervaart onderdrukking en beperking.”
Vervolging en bestraffing
Het thema onderdrukking werd niet enkel een rode draad door het oeuvre van de regisseur van o.m. Hidden Agenda, Land and Freedom, Bread and Roses, It’s a Free World…, I, Daniel Blake en Sorry We Missed You, het staat ook centraal in het gesprek tussen Ken Loach en de Franse schrijver en socioloog Édouard Louis na te lezen in Dialogue sur l’art et la politique. Loach en Louis trekken in het gesprek dat ze in 2019 voerden in het kader van het Al Jazeera programma ‘Studio B: Unscripted’ niet enkel parallellen tussen hun oeuvres, ze fileren ook maatschappelijke ongelijkheid en de nood aan strijd en verandering.
Dat levert interessante bedenkingen op. Zo illustreert Louis aan de hand van I, Daniel Blake en Sorry We Missed You hoe de heersende klasse niet zozeer werkt via uitsluiting maar eerder via het inkapselen van gedomineerden in een pervers systeem dat hen verplicht te werken terwijl die arbeid hen fysiek verwoest. “Jouw films spreken over sociale en politieke vervolging,” benadrukt Louis. “Het sociale systeem draait rond bestraffing,” vult Loach aan. Ze wisselen van gedachten over hoe geëngageerde kunstenaars kunnen strijden tegen dit sociaal geweld. Loach formuleert kort en krachtig zijn conclusie: “Ik denk dat we ons moeten ontdoen van de machthebbers!”
Engagement en verandering
Kunst – film en literatuur – kan bijdragen aan verandering. “Kunst moet de wereld onuitstaanbaar maken door te tonen hoe vreselijk die wereld in de realiteit is en op welke manier men anderen inspiratie en energie kan geven om deze werkelijkheid dragelijker, mooier te maken” zegt Louis, “ik geloof dat jouw films mooi blijven omdat ze triest en gewelddadig zijn en een realiteit weerspiegelen die triest en gewelddadig is. De werkelijkheid kunnen zien zoals hij effectief is geeft me kracht.”
Waarop Loach wijst op “de generositeit en de momenten van tederheid in wat jij schrijft in je romans. Voor mij werkt dat bijzonder inspirerend.” Eigenlijk leggen Edouard Louis en Ken Loach, schrijver en filmmaker, zo de vinger op wat de kracht van een filmparel als Black Jack is. De mix van gewelddadigheid, tristesse en tederheid die de motor van de film vormt en louterend werkt. Wat de kijker zowel energie als inspiratie oplevert. Geëngageerde kunst kan de wereld helpen veranderen. Door ons anders te laten kijken.
IVO DE KOCK
(Artikel verschenen bij DeWereldMorgen.be, dinsdag 13 april)
BLACK JACK van Ken Loach. Groot-Brittannië 1979, 110’. Met Stephen Hirst, Louise Cooper, Jean Franval, John Young. Scenario Ken Loach naar Leon Garfield. Muziek John Pegg. Fotografie Chris Menges. Montage Bill Shapter. Extra’s dvd: Interviews. Distributie Rimini Éditions.
Op Blu-ray. Ook te bekijken via Amazon Prime Video.
Ken Loach & Édouard Louis, Dialogue sur l’art et la politique, uitgeverij PUF, collectie ‘Des Mots’, Parijs, 2021, 76 pagina’s.