Cinema@home voor jonge ogen
Rekken vol dvd’s, een kluwen van streamingdiensten, diverse televisiezenders. Ook zonder de helaas gesloten bioscoopzalen blijft het filmaanbod ruim. Daar zitten heel wat kinder- en jeugdfilms bij. Goede en minder goede. Bekend werk en ontdekkingen. Helaas tamelijk onoverzichtelijk allemaal. Met kaf én koren. Tijd dan ook voor aanraders en suggesties. Cinema@home voor jonge ogen.
Spoiler: wat volgt is géén volledige lijst van kinder- en jeugdfilms die op dvd verkrijgbaar zijn of aangeboden worden via streamingdiensten en televisiezenders. Het is evenmin een volledige ‘best of’ lijst met het betere filmwerk voor jonge ogen. Er zijn ongetwijfeld films aan onze aandacht ontsnapt, de selectie blijft beperkt, de keuze is subjectief en niet elke titel past perfect onder deze noemer. Kortom, wat volgt is gewoon een greep uit filmvoer-(geschikt)-voor-kids. Nu ze meer @home zitten.
De avonturen van een hand
Een afgehakte hand doorkruist Parijs en haalt herinneringen op aan het leven met haar lichaam. Klinkt morbide en gruwelijk, maar J’ai perdu mon corps is geen horror animatiefilm. Het is eerder een melancholisch liefdesverhaal over verlies en mentale genezing. Ernstige, volwassen thema’s maar regisseur Jéremy Clapin en scenarist Guillaume Laurant (Le fabuleux destin d’Amélie Poulain) kiezen resoluut voor een lichtvoetige toon en een flinke portie humor.
Het ‘met de hand’ in mangastijl getekende verhaal van een hand op zoek naar zijn pols, arm en lichaam wordt op even visuele als verrassende wijze verteld. Aangrijpend en meeslepend. De hand wordt snel een sympathiek personage dat empathie creëert voor een jongeman die opgroeit als wees en migrant in een niet altijd warm Frankrijk. Pizzakoerier Naoufel wordt verliefd op een bibliothecaresse, stevent af op een tragisch ongeval maar ook op heling. Een ijzersterke 2D animatiefilm, publiekslieveling tijdens Film Fest Gent.
J’AI PERDU MON CORPS van Jéremy Clapin. Frankrijk 2019, 81’. Naar Guillaume Laurent. Met Hakim Farris, Victoire du Bois.
Dvd: Lumière. Ook te zien via Netflix, Cinema bij je thuis (huur) en myLum (koop).
Superheld ‘made in Belgium’
Animatie is al lang geen puur Amerikaans fenomeen meer. Scandinavische en Franse filmers manifesteren zich, de Japanners stampten een industrie uit de grond en zelfs een Belg timmert aan de weg. Ben Stassen, die doorbrak met Fly Me to the Moon en Sammy’s Avonturen, probeert met zijn Brusselse nWave studio de wereld te veroveren via een heuse Bigfoot animatiereeks. Verhalen gebaseerd op een populaire Noord-Amerikaanse legende (die draait rond Bigfoot of Sasquatch, een groot harig wezen met grote voeten en bijzondere krachten). Bigfoot Junior introduceerde een verlegen tiener die op zoek ging naar zijn mysterieus verdwenen vader, sequel Bigfoot Family focust op de reddingsoperatie die opgezet moet worden wanneer de pater familias in de handen van een sinistere oliemaatschappij belandt.
De animatie oogt minder spectaculair dan bij Pixar producties als Coco, Onward en Soul maar een stevig aangehouden ritme, een dosis humor, overtuigende personages en een verhaal dat kinderen én volwassenen aanspreekt maakt veel goed. Bigfoot Family bevat naar het einde toe iets te veel luidruchtige actiescènes meer serveert wel een ecologische boodschap en haalt op grappige wijze kritisch uit naar zowel de Amerikaanse media als (de almacht van en de misbruiken door) het grootkapitaal.
BIGFOOT FAMILY van Ben Stassen & Jeremy Degruson. België-Frankrijk 2020, 89’. Met Alexis Victor, Jules Medcraft, Kyllan Trouillard.
Dvd: Belga. Ook te zien via Telenet, Proximus Pickx, Voo, Google Play, Apple TV, Sooner, Rakuten, myLum by Lumière.
Windenergie voor een hoopvolle toekomst
De Britse acteur Chiwetel Ejiofor (Children of Men, 12 Years a Slave) maakt zijn regiedebuut met het waargebeurde verhaal van William Kamkwamba, een jongeman uit het Afrikaanse Malawi die na zelfstudie en met windenergie zijn dorp redt van de hongersnood. Hij komt, aanvankelijk tegen de zin van zijn vader, in actie wanneer de regering (die schermt met het woord ‘democratie’ maar vooral eigenbelang laat primeren) een door natuur en klimaat al zwaar beproefde bevolking in de steek laat. The Boy Who Harnessed the Wind respecteert tradities (via rituelen protesteren de voorouders tegen uitbuiting van mens en omgeving) maar brengt vooral een ode aan de slag- en veerkracht van een jonge generatie die worstelt met de sociaal-economische crisis en weigert om te vertrekken.
Ejiofors familie komt uit Nigeria maar de regisseur herkende elementen in het verhaal van Kamkwamba. “Een gevoel van gemeenschap en het belang van familie,” preciseerde hij aan De Filmkrant, “het boek ving niet alleen de economische crisis en de hongersnood heel goed, maar ook de hele culturele dynamiek van die regio.” The Boy Who Harnessed the Wind focust op het door koppigheid en leergierigheid gedreven avontuur van een jongeman die een fiets, dynamo en metaalafval omtovert tot een windturbine. Waardoor drink- en irrigatiewater kan opgepompt worden en de geïsoleerde gemeenschap weet te overleven. Op een haast terloopse wijze zien we hoe corrupt leiderschap en economisch wanbeleid (de graanprijs wordt kunstmatig opgedreven) de transitie naar democratie in gevaar brengen. Terwijl William ook merkt hoe dramatisch er met het milieu wordt omgesprongen. “Een deel van hun problemen hebben te maken met ontbossing en klimaatverandering,” stelt Ejiofor, “deze zaken hebben een impact op ons allen, maar vooral zij zijn er de dupe van.”
THE BOY WHO HARNESSED THE WIND van Chiwetel Ejiofor;Malawi-UK 2019, 113’. Naar de autobiografie van William Kamkwamba. Met Chiwetel Ejiofor, Maxwell Simba, Felix Lemburo.
Te zien via Netflix.
Meisjes gekneld in een mannenwereld
The Breadwinner, gebaseerd op de jongvolwassenen roman van Deborah Ellis, is een entertainende en ambitieuze animatiefilm van de Ierse Nora Twomey (The Secret of Kells, Song of the Sea) waarin het verhaal verteld wordt van een 11-jarig Afghaans meisje dat anno 2001 met kortgeknipt haar en verkleed als jongen de broodwinner van haar gezin wordt wanneer haar vader in de gevangenis belandt na een aanvaring met de Taliban. Verhalen vertellen is overigens een overlevingsmechanisme dat Parvani meekreeg van haar vader (ex-leraar) en moeder (schrijfster in een vorig leven). Het (door het jonge meisje vertelde) mythische verhaal van een jongen die vecht met boosaardige krachten vormt de rode draad door een film die in deze momenten de grimmige realiteit verlaat om een magisch-realistische weg aan te slaan.
Sterk is hoe de filmmakers in de geest van Parvani kruipen en zo niet enkel tonen hoe vernederend en angstaanjagend de discriminatie van meisjes/vrouwen aanvoelt maar er ook op wijzen dat vooroordelen en perceptie hand in hand gaan. Meisjes mogen vooral geen aandacht trekken (een Taliban strijder ontsteekt in woede wanneer Parvani’s vader zegt dat hij ook niet kan kijken naar het meisje wanneer ze hem stoort) terwijl voor jongens alle deuren opengaan. Er zit veel tristesse – met verloren levens en een dode broer– in The Breadwinner en een pak hevige emoties (woede, verdriet, angst, afschuw) maar de feministische en pacifistische boodschap is hoopvol. Moed en verzet zullen voor een transformatie zorgen. Ondertussen blijft verbeelding een krachtig wapen.
Ook de animatiefilm The Swallows of Kabul (Les hirondelles de Kaboul) brengt de terreur van het Afghaanse Talibanregime in beeld. Zabou Breitman & Eléa Gobbe-Mévellec richten zich met hun analyse van terreur en de invloed die vrijheidsverlies heeft op relaties meer naar volwassen toeschouwers. Maar de aquarelstijl betovert ook jongeren via picturale schoonheid en de realistische gruwel komt ook bij hen sterk binnen. Een steniging wordt zonder sensatiezucht in beeld gebracht maar komt aan als een mokerslag. Dat is niet minder het geval met scènes die illustreren hoe boerka’s vrouwen in de anonimiteit duwen. Zo kijken we op een bepaald moment via het blikveld (door het blauwe gaas) van de boerka tijdens een trip door de stad. Een beklemmend en beangstigend gevoel. Als tegengewicht voor die sombere claustrofobie is er het warme liefdesverhaal van jonge koppel Mohsen en Zunaira die verslingerd op elkaar blijven, ook al berooft religieus fanatisme hen van een hoopvolle toekomst.
THE BREADWINNER van Nora Twoney. Ierland-UK-USA 2018, 94’. Naar Deborah Ellis. Met Saara Chaudry, Soma Chhaya, Noorim Gulamgaus.
Te zien via Netflix.
THE SWALLOWS OF KABUL van Zabou Breitman & Eléa Gobbe-Mévellec. Ierland-UK-USA 2018, 94’. Naar Yasmina Khadra Met Simon Abkarian, Hiam Abbass, Swann Artaud.
Dvd: Imagine. Te zien via Sooner.
Een feministische western
Er is weinig geweten van Calamity Jane, zowat de enige ‘historische’ revolverheldin die sporadisch in Amerikaanse westerns opduikt. Fransen zijn fan van het filmgenre (“westerns snijden ongelooflijk actuele onderwerpen aan” zei de net overleden regisseur Bertrand Tavernier) en het is dan ook geen toeval dat animatiefilmer Rémi Chayé (Tout en haut du monde) deze legendarische figuur centraal plaatst in Calamity. Niet om haar op te voeren als sidekick van Buffalo Bill in zijn shows maar om zoals de ondertitel aangeeft te focussen op ‘de jonge jaren van de stoere Martha Calamity Jane’. Een ‘coming of age’ verhaal maar een dat draait rond empowerment. Het werd een meeslepend avontuur waarin een jong meisje meer dan haar mannetje staat. Ondanks de beproeving die de natuur oplevert en de weerstand die ze ondervindt in een door mannen gedomineerde gemeenschap.
De aparte animatietechniek van Chayé – waarbij contourloze arcering fel contrasterende vlakken zonder fotografisch-realistische details oplevert – benadrukt van bij de openingsbeelden de schoonheid en het immense karakter van de landschappen waar anno 1863 de huifkarren karavaan met families op zoek naar een beter leven doortrekt. Het monumentale karakter van de bergen en vlaktes waarmee de pioniers worden geconfronteerd onderstreept de nietigheid en fragiliteit van de mens. Wanneer daarna ingezoomd wordt op het dagelijkse leven komen religieuze codes en seksistische vooroordelen in beeld. Martha Jane rebelleert tegen discriminatie en benadrukt haar vrijheidsdrang via een mannelijke haarsnit en kledij. Dat levert haar de status van outcast op. Maar enkele avonturen en ontmoetingen later redt en verenigt de sterke jonge vrouw ‘haar’ gemeenschap.
Calamity weet als stijlvaste handgetekende 2D-animatiefilm met een feministische boodschap volwassenen te bekoren maar werkt dankzij de fijne humor, leuke avonturen en de aanstekelijke energie van de jonge westernheldin ook bij de jonge kijker. Het rustige tempo en het ontbreken van lawaaierige, gewelddadige actie en platvoerse humor blijken geen bezwaar. Chayé slaagt er immers in om de fantasie te prikkelen, verwondering op te roepen en de energie van de actieheldin aanstekelijk te maken. Tijdens het jeugdfilmfestival Cinekid 2020 werd Calamity door de vakjury uitgeroepen tot Beste Kinderfilm.
CALAMITY van Remi Chayé. Frankrijk 2020, 78’. Met Salomé Boulven, Alexandra Lamy, Alexis Tomassian.
Dvd: Cinéart. Ook te zien via Proximus Picxs, Sooner, Cinema bij je thuis, Dalton en Zed vanuit je zetel.
Het vuur van de rapper
“Ik wordt gecanceld door een radio die me nooit speelt” rapt Boef, echte naam Sofiane Boussaadia, wanneer in het midden van de driedelige documentaire Gewoon Boef de verontwaardiging n.a.v. zijn ‘kech’ uitspraak aan bod komt. Om terugblikkend voor de camera van Olivier Garcia, die de artiest acht maanden volgde voor dit portret, te verzuchten dat de heftige reactie op zijn uitschuiver niet vrij was van enige vooringenomenheid, “dan ben je even het stereotype (van de man van Arabische afkomst met vrouwonvriendelijke denkbeelden) dat bevestigd wordt.” Wie uit is op spetterende concertfragmenten of de ‘Habiba’ clip komt bedrogen uit en het getoonde leven ‘on the road‘ is van een verbluffende saaiheid maar het is deze chaotische cocktail van woede, frustratie en inzicht die Gewoon Boef juist zo rauw, authentiek en fascinerend maakt.
De vlogger en rapper blijkt een vat vol tegenstellingen en contradicties, zich 200% bewust van zijn imago maar niet bestand tegen een autodestructief karakter. Die schizofrene zit ook in de openingsscènes. Eerst zien we hem met juwelen (close-up van de rolex) overladen in kostuum zijn vriendin Selma ‘verrassen’ met een huwelijksaanzoek, dan antwoordt hij ongeschoren met burberry hoodie en pet tijdens een soort Zoom sessie op intieme vragen. “Ben je gelukkig op dit moment?” “Nee, man, zeker niet.” “Ben je dichtbij?” “Nee, helemaal niet.” “Wat maakt dan wel gelukkig?” “Weet ik niet, want ik heb het niet. Maar wat ik zou denken is familie. Een gezin, kinderen.” Het contrast tussen de kitscherige enscenering en het documentair realisme kondigt aan dat er in het leven van Sofiane/Boef en in deze documentaire twee sporen uit elkaar lopen: geluk en succes, illusie en werkelijkheid.
Dat zorgt voor de nodige clichés. Het eenzame bestaan van mensen die succesvol zijn. De rijke rapper (die “de grootste urban deal van Nederland ooit” afsloot) die heel alleen in zijn hi-tech villa in the middle of nowhere kotsend over zijn marmeren toilet gebogen hangt. De illustratie van een aan Graham Greene toegeschreven boutade, “An unhappy childhood is a writer’s gold mine.” Maar ook heldere inzichten. “Sinds Habiba is niets meer die straat ingegaan” beseft de rapper. En “dat was niet nep, dat was ons leven, dat was niet gespeeld, we hadden gewoon een camera bij. Maar ik zou het nu niet meer doen.” Sofiane Boussadia is ook schuldbewust wanneer zijn de politie viserende treiter vlogs worden aangesneden. Al duiken er tegenstrijdigheden op. Hij verwijt agenten provocaties en machtsmisbruik maar gebruikt zijn frustratie (“ik voelde me op een bepaalde manier onderdrukt”) om te verantwoorden dat hij, “toen ik een zekere macht kreeg mijn camera als een wapen gebruikte.”
Dat is verbonden met een andere bekentenis: “Ik heb veel opgekropte woede.” Omwille van “diepere shit” klinkt het. Maar volgens zijn pleegvader had “Sofiane altijd lange tenen en een kort lontje.” Het is niet de enige contradictie die de rapper ontgaat. “Geld is de duivel” klinkt het wanneer zijn veranderende ‘vrienden’ ter sprake komen maar verder laat hij zich ontvallen dat geld primeert: “Geld laat je niet in de steek, mensen veranderen.” Gewoon Boef is voor een stuk een PR-oefening, een poging het imago van Boef bij te stellen. “Vertel het verhaal dan snappen mensen waar het vuur vandaan komt,” raadde een vriend hem aan, “het vuur om te overleven.” Door Boef vertaald als “ik kom van struggelen.” Die strijd is verbonden met de contradicties en ambiguïteit van de rapper maar het zijn net zulke barsten in het beeld van ‘de rijkste rapper van Nederland’ die dit portret zo ontwapenend maken.
GEWOON BOEF van Olivier S. Garcia. Nederland 2020, 88’. Met Sofiane Boussadia.
Te zien via Streamz.
De droom van een pop
In 1883 schreef Carlo Collodi het schelmenverhaal Pinocchio. Dat kinderboek zou o.m. door de Disney klassieker uit 1940 in het geheugen van volwassenen gegrift blijven als niet enkel het verhaal van een houten pop die een kind van vlees en bloed wil worden maar ook als dat van een leugenaar die telkens ontmaskerd wordt door zijn snel groeiende neus. Matteo Garrone, de Italiaanse filmmaker van maffia tragedies als Gomorra en Dogman, keert met Pinocchio terug naar de roots van het verhaal via een mix van realisme (19de eeuwse dorpsarmoede) en fantasie (de blauwharige Fee zorgt geregeld voor redding), humor en tragiek. Wat de neus meer in een bijrol duwt.
Dat Pinocchio werkt is te danken aan het feit dat Garrone het verhaal wel duister houdt maar de protagonist heel menselijk (lees: emotioneel) maakt. Het helpt dat de pop oogt als een mens met houten look maar cruciaal is dat de fragiliteit en kwetsbaarheid van Pinokkio wordt benadrukt. Hij is aanvankelijk een brutale vlerk, een jongetje met kapoenenstreken, maar blijkt uiteindelijk een naïeve, goedhartige ziel die weerloos is tegen het kwaad in de mensen en in de wereld. Pinokkio beleeft picareske avonturen met vaak groteske figuren (kat, vos, krekel) maar vooral de relatie tussen houtbewerker Gepetto (een zeldzaam ingetogen Roberto Benigni) en creatie Pinokkio, tussen vader en zoon, is van een ontroerende schoonheid.
PINOCCHIO van Matteo Garrone. I 2020, 104’. Naar Carlo Collodi. Met Roberto Benigni, Federico Tellapi, Rocco Papaleo.
Dvd: Belga. Ook te zien via Telenet, Proximus Pickx, Voo, Google Play, Apple TV, Sooner, Rakuten, myLum by Lumière.
Verbeelding en de geheime tuin
De Britse filmmaker Marc Munden (The Mark of Cain, Tv-reeks Utopia) actualiseert in zijn door CGI-effecten ietwat overwoekerde The Secret Garden een in 1911 door Frances Hodgson Burnett geschreven klassieker van de Britse jeugdliteratuur. Centraal staat een tienjarig meisje dat haar ouders verliest in Brits-Indië, wat aan haar lot overgelaten wordt in het Engelse landhuis van haar oom en dan maar zelf buiten op avontuur trekt samen met haar neefje. Ze ontdekken in een uithoek van het domein een wondermooie tuin die een magisch karakter blijkt te hebben.
De bloeiende tuin is een metafoor voor de zelfontplooiing van kinderen, voor de kracht van fantasierijke opvoeding en voor de liefdevolle relatie tussen ouder en kind. De filmmakers koppelen er nog een ode aan de verbeelding van kinderen en een waarschuwing voor de afstompende invloed van volwassenheid aan. De nadrukkelijkheid staat, net als het vuurwerk aan visuele effecten, de emoties soms wat in de weg maar doordat alle personages achtergrond krijgen blijft hun clichégehalte beperkt. Echt betoverend wordt het nooit maar een mooi verhaal over verbeelding en vriendschap is het alleszins.
THE SECRET GARDEN van Marc Munden. UK-USA-Frankrijk 2020, 99’. Naar Frances Hodgson Burnett. Met Colin Firth, Julie Walters, Dixie Egerickx.
Dvd: The Searchers. Ook te zien via Streamz en Zed vanuit je zetel.
Heksen haten hartgrondig kinderen
Het bepamperen van kinderen was niet meteen een bekommernis voor schrijver Roald Dahl. Getuige Matilda, De fantastische Meneer Vos, De Griezels en De Heksen. Verhalen die de monsters en gruwel niet schuwen, sterker nog: verhalen die jonge lezers frontaal confronteren met surrealistische, nachtmerrieachtige beelden. Verhalen vol spanning en dreiging die ons meevoeren naar een onderwereld die zo afschrikwekkend en apocalyptisch oogt dat de dystopie niet ver meer weg is. Zeker in De Heksen, een boek gebouwd op de stelling dat heksen bestaan én een hartgrondige hekel aan kinderen hebben.
Nicolas Roeg werkte voor zijn adaptatie van The Witches (1990) met surreële (angst)beelden en een gotische sfeer, Robert Zemeckis (Back to the future, Who framed Roger Rabbit) toont meer transformaties maar focust op groteske personages en dito situaties. De blanke Engelse jongen maakt plaats voor een Afro-Amerikaanse weesjongen die anno 1967 in het raciaal discriminerende Alabama samen met zijn oma verblijft in een chic ‘blank’ hotel waar een conventie van heksen plaats vindt. Naast de verwijzing naar Black Lives Matter zorgt ook een knipoog naar een pandemie voor een actueel kader. The Witches is evenwel vooral een roller coaster avontuur waarbij muisjes (kinderen) heksen (de opperheks vertoont schizofrene, psychopatische trekjes) te slim af zijn.
THE WITCHES van Robert Zemeckis. USA 2020, 104’. Naar Roald Dahl. Met Anne Hathaway, Octavia Spencer, Stanley Tucci.
Dvd: Warner. Ook te zien via Google Play & Apple TV.
IVO DE KOCK
(Artikel verschenen bij DeWereldMorgen.be, 1 april 2021)