Castle Keep: Sydney Pollacks Vietnam allegorie
“My purpose is madness. It’s the only way you can really tell what happens in war. By lying you can open the door a little crack on the truth.” Met Castle Keep realiseerde Sydney Pollack een surrealistische oorlogsfilm.
“Sydney Pollack droomde ervan om een politiek cineast te worden,” zegt Samuel Blumenfeld in een bonusinterview, “Pontecorvo’s The Battle of Algiers was zijn inspiratiebron. Maar alhoewel hij zijn Hollywood carrière tegendraads startte evolueerde Pollack snel naar een klassiek cineast. Met prestigefilms zoals Out of Africa en Havana. Al bleef hij zijn ambities koesteren. Pollack was een filmmaker die niet deed wat hij wou maar wat hij kon. Dat is niet ongewoon, alleen Stanley Kubrick kon doen wat hij wou. Pollack moest werken met zijdelingse commentaren op de geschiedenis van zijn land. Zoals Castle Keep, een oorlogsfilm die inspeelde op de anti-Vietnambeweging.”
Een correcte analyse van de Franse criticus. Pollack pakte, ook al was hij met zijn klassieke stijl en voorliefde voor melodrama’s en thrillers een buitenbeentje in het rauwere New Hollywood van de jaren zeventig, geregeld uit met politiek geladen films. Getuige The Way We Were, Three Days of the Condor, The Electric Horseman, Absence of Malice en The Interpreter.
In het begin van zijn carrière maakte Pollack wel zijn meest extreem werk. Naast bittere depressiedrama’s zoals This Property is Condemned (1966) en They Shoot Horses, Don’t They? (1969) ook genrefilms die codes ontluisterden zoals The Scalphunters (1968), Jeremiah Johnson (1972) en The Yakuza (1974). Maar zijn meest bizarre film is ongetwijfeld Castle Keep (1969). Een experiment in meta-cinema waarbij Pollack de codes van de oorlogsfilm gebruikt om na te denken over het genre.
Maar vooral ook een surrealistische benadering van de Tweede Wereldoorlog waar Europa verwijst naar Vietnam en actie afwisselt met filosofische bespiegelingen. Er is een parallel met de Franse episode in Coppola’s Apocalypse Now (Final Cut) waar het avontuur van plantagebewoners deel uitmaakt van de oorlog maar er tegelijk aan ontsnapt. Pollack inspireerde zich bij Castle Keep niet op Conrads ‘Heart of Darkness’ maar op een roman van ervaringsdeskundige William Eastlake. Een einde-van-de-oorlog verhaal met realistische details.
Volgens Eastlake was de realiteit vaak waanzinniger en absurder dan fictie en Pollack maakt daarvan gebruik om zijn allegorie een hoog surrealistisch gehalte te geven. Alles draait rond een groep van acht Amerikaanse soldaten die een Ardens kasteel-met-slottoren omtoveren in een fort. Opzet is de aanwezige kunstschatten uit de handen van de Duitsers te houden maar elke militair heeft eigen beweegredenen. Majoor Falconer (Burt Lancaster) ziet wel wat in de kasteelvrouw, Rossi wil als bakker aan de slag, Beckman ontpopt zich tot kunstminnaar, Clearboy wordt verliefd op een Volkswagen en Benjamin leeft zich uit als schrijver (en verteller). Er wordt flink wat gepraat, onder meer over de vraag of je tijdens een oorlog kunstwerken of mensen redt. Maar er zijn ook spectaculaire gevechtsscènes, wat een apocalyptisch slot oplevert.
Niet dat er ooit sprake is van heroïsche strijd of realistische confrontaties. Bevreemdende momenten en beelden overheersen. Een militair te paard te midden explosies en stofwolken, prostituees die tanks bekogelen met molotovcocktails, literaire dialogen in een naturalistisch kader, een Volkswagen die de gracht doorklieft, schilderijpersonages die tot leven komen,…
Helemaal prettig gestoord is de droomachtige, satirische scène waarin Bruce Dern aan het hoofd van een groep zingende gewetensbezwaarden door het strijdgewoel laveert. “We’re retired, we don’t believe in combat.” Duidelijker kon de metafoor niet. Met een acteur verbonden met tegencultuur en een thema dat vreemd is aan W.O.II-films (gewetensbezwaren) verwijst Pollack naar de in 1969 hevige protestbeweging. Dat ontging het Amerikaanse publiek niet. Maar Pollacks stijl bleek te barok waardoor Castle Keep enkel succes kende in het land dat de film nu herontdekt: Frankrijk.
IVO DE KOCK
(Artikel verschenen bij Filmmagie, n° 706, juli-augustus 2020)
CASTLE KEEP: Sydney Pollack, USA 1969, 107; met Burt Lancaster, Peter Falk, Bruce Dern, Jean-Pierre Aumont, Patrick O’Neal; FILM: **** / EXTRA’S: **** (interview Christian Viviani, interview Samuel Blumenfeld & Yves Chevalier); dis. Rimini Éditions.