Peter Brosens over The Barefoot Emperor: ‘Die lama denkt dat hij een zebra is.’
Guts. Dat hadden Peter Brosens en Jessica Woodworth toen ze hun dankzij Khadak en Altiplano verworven arthouse reputatie op het spel zetten met King of the Belgians. Maar de komische roadmovie sloeg aan en leidde tot een onconventionele sequel, The Barefoot Emperor. Een even absurde maar meer urgente, politiek geladen film. Met iconische acteurs als Geraldine Chaplin en Udo Kier.
“De wereld evolueert momenteel zo snel dat het moeilijk is om vooruit te blijven op de ontwikkelingen” zei Peter Brosens toen we hem in oktober tijdens het Filmfestival van Gent polsten naar een mogelijk derde avontuur van de fictieve, zwijgzame Belgische vorst die hij en Jessica Woodworth introduceerden in King of the Belgians (2016) en The Barefoot Emperor (2019). Behoorlijk profetische woorden zou blijken. Ingegeven door de wil niets te forceren (“we doen het wanneer een derde deel zich aanbiedt maar niet omdat we vinden dat we het moeten doen”) en het besef dat de werkelijkheid soms vreemder, en bevreemdender, dan fictie is. “Ons opzet was de kijker een ongemakkelijk gevoel te bezorgen én te doen lachen terwijl we geschiedenislagen verweven,” aldus Peter Brosens, “we refereren aan veel, spotten met nog meer maar de absurditeit blijft geloofwaardig.”
Wanneer kregen Jessica Woodworth en u het gevoel dat de odyssee van de koning niet afgesloten was? Peter Brosens: “Eigenlijk was het nooit onze bedoeling een vervolg te maken. The Barefoot Emperor is ook geen King 2. Tijdens de postproductie van King of the Belgians was niemand echt enthousiast over de film. Op een persoon na: Alberto Barbera, de festivaldirecteur van Venetië. We wisten reeds in april dat de film geselecteerd was voor zijn festival maar in eigen land wou niemand de film verdelen. Dat gaf geen goed gevoel. Daarom besloten we net voor Venetië er een week uit te trekken om wat te chillen. Omdat we niet te ver wilden gaan kozen we voor Rijeka, Kroatië. Daar belandden we via via op Brijuni, het eiland waar de Joegoslavische leider Tito zijn zomerresidentie had. Toen we er met de ferry aankwamen had ik meteen het gevoel dat het iets raars en bijzonder was. Dit Nationaal Park waar niemand woont leek wel een filmset. Tijdens de drie dagen dat we in het enige hotel verbleven, kreeg het concept van een geïsoleerd sanatorium vorm. Een week later stelden we het in Venetië voor aan de acteurs. Een tweede hefboom was de Sarajevo scène die we filmden voor King of the Belgians maar schrapten omdat ze daar niet werkte.”
Het chaotisch schietincident dat The Barefoot Emperor opent was niet gedraaid met het oog op een vervolg? “Absoluut niet. Het is een scène die in de vuilbak was beland maar een ideale scharnierscène tussen beide films bleek. Ook omdat de transfer van de koning naar het sanatorium er geloofwaardig door werd. Via het standpunt van de cameraman kijken gaf ons ook de vrijheid om verwarring en opwinding op te roepen.”
Was de scepsis nog even groot als bij King of the Belgians? “We hadden na drie pure arthouse films (Khadak, Altiplano, The Fifth Season) besloten een andere aanpak te kiezen en dat werd niet meteen juichend onthaald. We moesten het King project drie keer indienen omdat men problemen had met de toon. Voor ons waren die drie films afgerond, we wilden iets anders maar botsten op een ‘schoenmaker blijf bij uw leest’ reactie. Met The Barefoot Emperor speelt het verwachtingspatroon ons dan weer parten. Het is niet echt een vervolg maar wel een film die aansluit bij de vorige en toch ietwat anders is. Hij kan perfect los van de eerste gezien worden, heeft zijn eigen wereld en thema’s. Met Geraldine Chaplin en Udo Kier voegden we andere personages toe en kreeg de film meer internationale uitstraling wat de financiering vergemakkelijkte.”
King of the Belgians was een mockumentary road movie, bij The Barefoot Emperor ga je off road voor een bij momenten surrealistische trip. “King of the Belgians is een roadtrip, The Barefoot Emperor een trip without a road.”
De documentaire insteek wordt ingeruild voor stilering en choreografie. “Dat klopt, een choreografie waarbij we het landschap gebruiken als een decor dat de bewegingen van de personages accentueert.”
Met klimaatvluchtelingen en migranten worden ook meer actuele thema’s aangesneden dan bij het universele sprookje King of the Belgians. “Reële ontwikkelingen maakten die film actueel. Tijdens de voorbereiding stond bv de Catalaanse onafhankelijkheid nog niet zo hoog op de agenda. Ditmaal surfen we meer op de tijdsgeest en de politieke actualiteit. We spelen in op de opkomst van extreem rechts, de vluchtelingencrisis en het klimaat. Thema’s die niet zo snel weg zullen gaan en zelfs eerder zullen intensifiëren. Vandaar het idee van Nova Europa. Terwijl de koning is neergeschoten in Sarajevo is de E.U. geïmplodeerd waardoor er een politiek vacuüm ontstaat. Een verbond van Europese extreemrechtse groeperingen, partijen en individuen had hier al op geanticipeerd en was bezig met een alternatief Europa. Die zomer zijn er een dozijn geheime werkgroepen of conclaven aan het werk met de uitwerking van de verschillende facetten van een nieuw Europa. Op Brijuni is de werkgroep Conclave 9 actief die werkt aan de symbolen van dat nieuwe Europa: vlag en hymne. Door de stommiteiten van de Belgen geraakt echter alles in een stroomversnelling.”
U bedacht een politiek concept voor Nova Europa. “Een concept waarbij het zwaartepunt van Europa naar het Oosten verschuift, van Brussel naar Wenen. Europa wordt geregeerd door een senaat die Europa teruggeeft aan de naties. De verenigende, regulerende kracht van de EU verdwijnt en macht komt in handen van de natiestaten. Die groeperen zich voor slechts een grote missie: Europa verdedigen. Een soort fort Europa dus, Nova Europa is enkel de verdediging van buitengrenzen van Europa naar migranten toe. Vandaar het idee van de visitor’s centers waarbij Wallonië als exit fungeert. De toegang verloopt via Luxemburg voor de high profile migranten terwijl Malta (voor wie uit Afrika komt), Kosovo (voor Moslimmigranten uit Azië) en Macedonië (voor niet moslims) bedoeld zijn voor gewone migranten. Daar hebben ze de kans om eenmalig de Nova Europa test te ondergaan. Die behelst cultuur en taal maar ook gezondheid.”
Hoe gedetailleerd is Nova Europa uitgewerkt? “Het stond op een A4! Het ging vlot, te vlot eigenlijk, om dit uit te werken. Nu, grotendeels blijft het achtergrond. Het zit heel subtiel in de film, we wilden het niet te didactisch presenteren.”
Vandaar de knipoog naar filmmaker Erich von Stroheim via ‘commissioner’ Ilse von Stroheim, aka ‘Mama Wakolux.’ Verder is de verlegen koning nu de verwarde vorst. In die zin is Nicolas III de kijker die zich afvraagt wat er allemaal gebeurt. “Hij is buiten bewustzijn geweest en weet niet waar hij is, waarom hij daar is en nauwelijks wie hij is. Dus heel de situatie lijkt hem erg onwerkelijk.”
‘Ik zou meer willen lachen’ zegt hij. Dat doet denken aan Ousmane Sembène’s uitspraak ‘wanneer je lacht, huil je’. “Het lijkt allemaal surrealistisch, lachwekkend maar eigenlijk valt er niet mee te lachen. Het is misschien niet toevallig dat het 80 jaar geleden is dat Charlie Chaplins The Great Dictator is uitgekomen.”
De eedafleggingsscène herinnert aan Chaplin en zijn wereldbol dans. “We bekeken Chaplins film in de researchfase. Ons groot dilemma was ‘wat gaat de koning daar in Godsnaam doen?’ Hij is de kandidaat die bovenaan het lijstje van kandidaat keizers staat, hij is technisch werkloos, hij is bekend als ‘Nicolas de Stille’; dus hij is de perfecte man voor een ceremoniële functie. Iemand die verder geen lastige vragen gaat stellen. En hij is een Belg en daar heeft niemand een probleem mee. Hij is dus de geschikte kandidaat alleen weet niemand wat er tijdens die reis met hem gebeurd is. Maar de vraag is: wat gaat hij doen? Een speech afsteken à la Charlie Chaplin maakt van hem een naïeve Gutmensch en daar wordt meteen komaf mee gemaakt. Weigert hij, geen probleem, dan gaat men naar nummer twee op de lijst. Dus dat is ook geen optie. Hij moet meegaan, de keizer worden maar op zijn manier.”
Door er de draak mee te steken en zo aan zet te blijven. Zijn grootste angst aan het einde van King of the Belgians was om terug passagier te worden, geleefd te worden. “Vandaar ook zijn angst voor de PR campagne die hem in een bepaalde richting wil duwen. Voor ons was het een evenwichtsoefening om het personage te laten evolueren, hem iets te laten doen dat hoorde bij het personage en zinvol was voor de dramatische ontwikkeling. De keuze voor een Chaplineske aanpak bleek de enige zinvolle maar kwam na heel wat wikken en wegen.”
U bouwt eigenlijk verder op iemand die in de vorige film al zocht naar een eigen identiteit. “Het gaat inderdaad om het verder uitwerken van het personage en hij is de centrale figuur in beide films. Vandaar dat het ook interessant is om dat personage te laten doorgroeien. Van het begin van de eerste tot het einde van de tweede film heeft hij een enorme evolutie doorgemaakt.”
De nieuwe acteurs waren snel aan boord. “Udo Kier was een evidentie en Geraldine Chaplin was snel overtuigd toen ze het scenario las. We kozen haar voor een rol en pas een week voor het draaien boden we haar een tweede rol aan. Een rol die we niet ingevuld kregen omdat het gaat om een actrice van een zekere leeftijd en het personage bleek voor de andere kandidaten niet bepaald aantrekkelijk. Uiteindelijk kwam het idee als een soort aha-erlebnis. Omdat we een nieuw universum openden, besloten we met de Belgische acteurs vijf dagen op stap te gaan. Zonder vooraf de bestemming bekend te maken. Dat vernamen ze pas op de luchthaven. Het werd een trip langs München, Dachau en Hitlers Adelaarsnest om uiteindelijk enkele dagen in Oostenrijk aan het scenario te werken. Dat hadden ze niet zien aankomen!”
Wou je hen het gewicht van de geschiedenis laten voelen? “Wanneer je in Dachau bent, ga je je toch anders voelen. Dat heeft impact en het besef waar de mens toe in staat is, hoe de geschiedenis zich herhaalt, wilden we meegeven aan de acteurs. Zeker omdat we op dat vlak in interessante maar gevaarlijke tijden zitten. Dat besef geeft richting aan het acteren, aan de manier waarop je de komedie invult. Komedies lijden dikwijls aan overacting en bij droge komedies moeten acteurs zich inspannen om het kleiner te maken. Met dat soort ervaringen en herinneringen weet je dat je het niet te groot moet maken. Bruno Georis’ personage, Ludovic Moreau, is bijvoorbeeld grappig zonder dat hij het beseft waardoor de acteur het niet te zeer mag onderstrepen.”
Hoe moeilijk was het om in Kroatië te werken? “Het vroeg tijd om dingen geregeld te krijgen. Zo was het niet evident om uit te leggen dat we een oorlogsschip nodig hadden voor wat geen oorlogsfilm was. Maar de mensen op het eiland wilden graag meewerken en de dieren waren een geschenk. Zo had ik tijdens mijn bezoeken opgemerkt dat de enige lama altijd bij de kudde zebra’s zat, wat het idee deed ontstaan dat hij niet meer weet dat hij een lama is. Dat moesten we natuurlijk in de film verwerken. Hij ziet alleen maar zebra’s en denkt dat hij een zebra is.”
Er is ook sprake van een olifant maar die zien we alleen in foto’s achteraf. “Die olifant zit achter een soort Jurassic Park omheining en hij ziet er ook niet meer zo goed uit. Daarom wordt wel gezegd dat hij er is maar we laten hem niet zien. Bovendien zaaien we zo twijfel: misschien hoort de koning dingen die anderen niet horen; omdat zijn gehoor verscherpt is of omdat hij het zich inbeeldt. Belangrijker nog, we spelen ook met het elephant-in-the-room gegeven.”
Hebben jullie gerepeteerd? “Niet veel eigenlijk, maar dat is ook onze werkwijze. Jessica en ik durven bovendien op het laatste moment dingen veranderen. We weten wat we willen maar we draaien niet in een studio en controleren daardoor niet alle parameters. Dat gebruikten we ook in ons voordeel, bijvoorbeeld in de scène waar de koning in een storm rondloopt. Toen er plots een storm opstak, zijn we meteen beginnen draaien.”
Samen met Jessica Woodworth regisseerde u vijf fictiefilms (Khadak, Altiplano, The Fifth Season, King of the Belgians, The Barefoot Emperor) maar bij het volgende gezamenlijke project bent u enkel producent. “Jessica, die al lang bezig is met Italiaanse literatuur, werkt aan een adaptatie van de roman ‘Il deserto dei Tartari’ van Dino Buzzati. ‘De woestijn van de Tartaren’ verscheen in 1939 en werd reeds verfilmd door Valerio Zurlini in 1976 maar is zeker aan een opfrissing toe. Het verschil met het boek is dat Jessica Fortress in een post-apocalyptische realiteit situeert. De protagonisten bevinden zich in een niet nader gedefinieerd fort gebouwd om wat overblijft van de mensheid te beschermen tegen een mythische vijand die waarschijnlijk niet eens bestaat en dus ook nooit zal komen opdagen. De film speelt in op het immer actuele ‘wij-versus-zij’ thema. We hebben fabuleuze locaties gevonden in post-Sovjet Armenië. Onder meer een ondergrondse zoutmijn in Yerevan en een vervallen versie van Sillicon Valley.”
UPDATE. Net voor de Nederlandse release van The Barefoot Emperor bevestigde Peter Brosens ons dat het er goed uitziet voor Fortress. Naast het Vlaams Audiovisueel Fonds (VAF) heeft ook het Nederlands Filmfonds (NFF) reeds steun aan deze coproductie van het Rotterdamse Volya Films toegekend, de casting oogt beloftevol en met opnamen in Armenië gepland voor de periode april-juli 2021 zit het project op schema.
Jessica Woodworth wil draaien in zwart-wit en op 16mm, volgens producent Brosens een keuze die “bijdraagt aan de mythische, universele en tijdloze dimensie van deze allegorie. Het wit-grijs-zwart pallet zorgt voor de gravitas, grafische schoonheid en een bezieling die de film nodig heeft.” In haar Director’s Note benadrukt Woodworth dat “Fortress ondanks zijn imaginaire futuristische context een hedendaagse urgentie bezit. Angst voor de ander, schrik voor een veronderstelde vijand is een van de uitdagingen van onze tijd. Kijk maar hoe snel we nieuwe vijanden creëren en een nieuwe wereldorde nastreven.” Kortom, de bekommernissen van The Barefoot Emperor in een nieuwe parabel.
IVO DE KOCK
(Interview verschenen bij De Filmkrant)
THE BAREFOOT EMPEROR B, 2019 / REGIE PETER BROSENS & JESSICA WOODWORTH / MET PETER VAN DEN BEGIN, LUCIE DEBAY, UDO KIER, GERALDINE CHAPLIN, BRUNO GEORIS, TITUS DE VOOGDT / 99 MINUTEN / DISTRIBUTIE CINEMIEN / TE ZIEN VANAF 28 MEI 2020.