“Vroeger zat de filmindustrie vol reuzen, nu zijn er nog slechts dwergen en concerns,” stelde Otto Preminger (1906-1986) vast aan het einde van zijn rijkgevulde carrière. En “Films maken in Hollywood is werken als voorman in een worstenfabriek.” Preminger was een onafhankelijk filmmaker en een auteur, maar geen narcist. “De ideale film is die waar je de regisseur niet opmerkt” beseft de maker van o.a. de a-typische oorlogsfilms In Harm’s Way.
Toen Otto Preminger in 1961 overleed, werd in de in memoria vooral geschreven over de figuur van Preminger. Altijd dezelfde anekdotes werden opgedist, anekdotes die niet verder gingen dan heet wat excentrieke imago van deze Amerikaanse regisseur van Oostenrijkse afkomst. Het beeld dat zo van Preminger werd geschetst bleef steken bij de rol die zijn landgenoot Billy Wilder hem in Stalag 17 gaf, namelijk die van een tierende tiran.
Meer dan 50 jaar na datum is Legacy of the 500,000, de enige film die de Japanse mythische acteur Toshiro Mifune regisseerde, eindelijk te zien in Europa. Het blijkt een donkere B-film die licht schatplichtig is aan Akira Kurosawa.
De internationale jury van Film Fest Gent bedacht Pietro Marcello’s ‘Martin Eden’, de bijzonder eigenzinnige en erg actuele verfilming van de gelijknamige roman uit 1909 van de Amerikaanse auteur Jack London, met een ‘Special Jury Prize for Best Director’. Terecht want de Italiaanse regisseur leverde een even poëtische als politieke film af. Een coming-of-age verhaal van een zeeman die schrijver wordt en aan het succes ten onder gaat. We spraken met een cineast die buiten de filmindustrie staat over een cultroman, morele cinema en de destructieve kracht van individualisme.
In 1955 draaide Fritz Lang Moonfleet, een avonturenverhaal gedrenkt in hetzelfde ‘smokkelen aan de kust van Engeland” sfeertje als Alfred Hitchcocks Jamaica Inn (1933). Twee films waarin een tot de hogere klasse behorende gentleman de geheime leider is van een bende smokkelaars. Maar het avontuur van die burger boven verdenking is nadrukkelijk tragisch én moreel geladen. Zo spreekt Ms. Minton tegen Jeremy over “The women that you play with to fill the emptiness which is your life!” Al voert een dode vrouw dan weer naar het universum van de regisseur van Vertigo.
Twintig jaar na zijn adembenemende hoofdrol in American History X en zijn fraai regiedebuut Keeping the Faith neemt acteur Edward Norton met de Jonathan Lethem adaptatie Motherless Brooklyn voor een tweede keer plaats in de regiestoel. Een passieproject met een lange productiegeschiedenis en narcistische trekjes maar ook een neo-noir die de huidige tijdsgeest weerspiegelt in het New York van de fifties en zo de roots van racisme en corruptie blootlegt.
“I can’t be a hero because I am a Down syndrome person” zegt de jonge Zak in Deauville’s Publieksprijs The Peanut Butter Falcon. “Wat heeft dat te maken met je hart?” reageert outlaw Tyler schouderophalend. Daarmee is de toon gezet. Scenaristen-regisseurs Tyler Nilson en Michael Schwartz springen nonchalant maar empatisch om met ‘beperkingen’ (Zak) en trauma’s (Tyler).
Na een Oscarbekroonde kortfilm over de destructieve kracht van racisme maakt de Israëlisch-Amerikaanse cineast Guy Nattiv nu een langspeelfilm over het doorbreken van de cyclus van haat. Twee mokerslagen met één titel: Skin. Twee familieverhalen over haat en de nood aan educatie. Met respectievelijk sombere tragiek en hoopvol drama.
okt 22, 2019 // by Ivo De Kock // Geen categorie // Reacties uitgeschakeld voor László Nemes’ Son of Saul: Het claustrofobische beeld van de horror
Kan een gruwelijke film inspirerend werken? Zijn er beelden die je niet kan vergeten, ook al wil je ze niet meer zien? Ja, weten we sinds de hallucinante tocht door een uitroeiingskamp van een lid van een Sonderkommando in Son of Saul.