Dossier Masters of Horror. Deel 8: Seizoen 2, Nieuw Bloed & Oude Meesters

aug 9, 2019   //   by Ivo De Kock   //   actueel, dvd, genre, horror, thema  //  No Comments
The Damned Thing

Dario Argento, John Carpenter, Joe Dante, Tobe Hooper en John Landis zijn de ‘meesters’ die terugkeren voor seizoen 2 van MASTERS OF HORROR. Ook Mick Garris en Stuart Gordon zijn van de partij. Samen met ‘nieuw bloed’ zoals Rob Schmidt, Ernest Dickerson, Tom Holland, Brad Anderson, Peter Medak en Norio Tsuruta. Ze leven zich uit in grimmige, gruwelijke en grappige tv-films van 1 uur. Bloederig én kritisch. “Dit zijn 13 films, herhaalt initiatiefnemer Garris, “geen 13 afleveringen van een tv-feuilleton”. De eerste 8 zijn nu op dvd uit.

The Screwfly Solution

“Wat MASTERS OF HORROR zo bijzonder maakt,” zegt nieuwkomer Rob Schmidt i een bonusdocumentaire, “is dat we van de producenten vrijwel alles mogen doen wat we willen. Het is voor het eerst dat ik zoveel vrijheid had”. Dat was reeds in seizoen 1 het opzet. ‘We wilden dat elke regisseur zich vrij voelde om een film te maken die dicht bij zichzelf, zijn stijl en bekommernissen lag,” vat bedenker Mick Garris samen, “in een door producenten geleide en op adolescenten gerichte cinema is er weinig ruimte voor volwassen horror, via televisie konden we scenaristen en regisseurs de macht geven”. Ook al omdat de reeks werd gefinancierd door Anchor Bay, een bedrijf dat rijk werd dankzij de dvd-release van horrorfilms uit de jaren 70-80, en niet door traditionele productiemaatschappijen.

Family

Film-makers worden in deze serie niet behandeld als vulgaire uitvoerders of als slaafse vaklui. Zonder commerciële druk kunnen ze zich, zoal de B-filmers in Hollywoods gouden jaren `in de schaduw’ volledig ontplooien. Ondanks beperkingen op vlak van speelduur, draaidagen (10 om budgettaire redenen), (vaste) crew en (soms) opgelegde scenario’s lukte dat het eerste seizoen aardig. John Carpenter (Cigarette Burns), Joe Dante (Homecoming), Dario Argento (jenifer), Lucky McKee (Sick Girl), Stuart Gordon (Dreams in the Witch House), Larry Cohen (Pick Me Up), John Landis (Deer Woman), Tobe Hooper (Dance of the Dead) en Takashi Miike (Imprint) leverden pareltjes af.

Dankzij de ‘Masters’ was de meest verontrustende cinema vorig jaar op het kleine scherm te zien. Met de subversieve zombieprent Homecoming zette Dante een frontale aanval in op de regering Bush terwijl Argento, McKee, Miike en ook Garris (Chocolate) seks met een ongeziene rauwheid en intensiteit ensceneerden. Grensverleggend in het geval van McKee’s Sick Girl, een kruising van een jaren 50-monsterfilm en militante lesbische cinema. Normoverschrijdend bij Miike’s Imprint, een viscerale fabel die seksualiteit en monsterlijkheid gewelddadig verstrengelt. Tv-zender Showtime weigerde prompt om de episode te vertonen. Imprint verscheen o dvd, maar legde wel de achilleshiel van de reeks bloot. Carte blanche is mooi maar uiteindelijk beslissen de tv-zenders wat ‘geschikt’ is. Dat hypothekeert het voortbestaan van een reeks die volgens Garris “met elke aflevering een verschillende, eerlijke en originele visie op horror wil brengen”.

Imprint

Of George A. Romero, David Cronenberg, Wes Craven, Eli Roth, Rob Zombie en Guillermo del Toro (nu alleen maar verhinderd door hun agenda) ooit als Masters figureren valt – na een als erg gore beschouwd tweede szieoen – nog af te wachten. Terwijl seizoen 2 reeds besteld was toen de laatste afleveringen van seizoen 1 nog werden opgenomen, staat seizoen 3 momenteel in stand-by. Marketinggeleide afkooksels zoals Masters of Science Fiction en Masters of Italian Horror duiken wèl al op maar de financiering van de derde reeks is verre van rond. De Masters of Horror lijken het slachtoffer van hun eigen succes te worden. Gedreven door creatieve competitiegeest, en geholpen door de geboden vrijheid, gingen de Masters voor de 2de reeks immers heel wat verder. Waardoor de afleveringen bloederiger, radicaler en extremer werden.


“Toen John Landis Homecoming zag,” aldus Garris, “zei hij ‘Joe heeft een belangrijke en geëngageerde film gemaakt en zie wat ik draaide: De Schone is het Beest. Een sympathiek maar idioot verhaal over een hert vrouw die de mannen die ze verleidt vertrappelt’. Voor seizoen 2 reageerde hij met Family, gebaseerd op een veel grimmiger script, een donkere satirische kijk op familie en buitenwijken”. En wanneer ook het `nieuw bloed’ niet wil onderdoen voor de ‘oude meesters’… Het blijft afwachten hoe de tv-zenders deze radicalisering zullen afwegen tegen de (prima) kijkcijfers. Reden te meer om reeks 2, op dvd uitgebracht met minder maar nog altijd boeiende extra’s ook materiaal dat vorig jaar sneuvelde wordt heropgevist), te koesteren.

The Washingtonians

Zeker aangezien de makers niet in Tales from the Crypt-middelmatigheid vervallen en de aan The Twilight Zone herinnerende verfrissende vrijheid van toon bewaren. Het lijkt erop of Garris gewoon dezelfden nam veteranen Argenta, Carpenter, Dante, Landis, Hooper, Gordon en Garris zelf) en herbegon voor 13 nieuwe afleveringen. Maar er zijn toch enkele nieuwelingen bij: Rob Schmidt (Right to die), Ernest Dickerson (The V Word), Nolu Tsuruta (Dream Cruise), Brad Anderson (Sounds Like), Peter Medak (The Washingtonians) en Tom Holland (We All Scream Ice Cream). Bovendien trad er een lichte verschuiving op.

Daar waar humor in het eerste seizoen zowat het leidmotief was, staat nu ernst bovenaan de agenda. Getuige het behoorlijk aantal aangesneden politiek-correcte thema’s: euthanasie (Right to Die), abortus (Pro-Life), computerspelverslaving (The V Word), dierenbescherming (Pelts) en ecologie (The Damned Thing, The Screwfly Solution). Waanzin (Family) en verbeelding (Valerie on the Stairs) blijven veel donkerder rood. Zo blijkt uit een gesprek met monteur Andrew Cohen dat zelfs de doorgaans sobere Garris zich liet overhalen om te kiezen voor een “overdreven, cartoonesk” bloederig shot. Een kunstmatige bloedstroom zoals exorcisme voor de dagelijkse gruwel in wel erg reële nieuwsberichten.

Pro-Life

Wanneer in The Screwfly Solution een Texaan nonchalant met een tuinslang een bloedplas wegspuit, duiken beelden van bloederige bomaanslagen in Irak uit ons onderbewustzijn op. Met als connotatie: dit is niet zo onschuldig én bovendien al te vertrouwd geworden!Het dient gezegd dat ook vorig seizoen humor geen alibi was om te parodiëren. De ‘Masters’ nemen `hun’ genre té ernstig om in farces te vervallen. Daardoor worden sommige aflevering heuse minifilms die eigenlijk in de bioscoop thuishoren. Tegelijk blazen regisseurs zoals Argento, Hooper en Landis hun carrière nieuw leven in. Vooral Argento doet dat briljante ‘held’ zichzelf vilt (“Het is mijn kunst”) voor zijn geliefde. “Een bizarre film,” geeft Argento toe, “maar geen politieke horror, het gaat over mensen die gek zijn van passie, obsessie, ijdelheid en hebzucht”. Zijn bijdrage is compromisloos en gruwelijk op een amusante manier. “Wat mij onderscheidt van andere regisseurs is mijn oprechtheid,” stelt Argento, “ik werk op een oprecht pure manier. Het is mijn passie en werkelijkheid. Ik luister niet naar wat producenten, distributeurs of vrienden zeggen. Ik volg gewoon de weg van mijn inspiratie”.

Pelts


Prijs voor de sterkste openingsscène gaat naar John Landis die ons in Family met één camerabeweging in het huis en in de geest van de knettergekke Harold brengt. We zien het groteske gebeuren door de ogen van deze diep gestoorde Norman Bates die in een nette buitenwijk van Wisconsin een nep-familie creëert met gemummificeerde moordslachtoffers. Helaas voor hem is de onschuld van zijn nieuwe buren even bedrieglijk; het jonge koppel overtreft hem in gewelddadigheid. In boeiende docs belicht Landis hoe hij “het publiek bij het leven van de personages betrekt” (o.m. met muziek die de gemoedsgesteldheid van de ‘held’ weerspiegelt). “Films geven de wanhoop van de maatschappij weer,” aldus de cineast, “horror is populair omdat we ons moeten ontspannen in een klotentijd”. De immer enthousiaste Landis is ook te bewonderen in een oud Z-Channel programma (Fantasy Film Festival) gepresenteerd door… Mick Garris!

The Fair-haired child


Volgens John Carpenter is het ijzersterke Pro-Life “een monster- en griezelfilm met een erg actueel onderwerp”. Alles draait rond een zwanger meisje dat beseft dat ze haar baby niet kan houden (ze weet immers hoe ‘anders’ de vader is) en in een abortuskliniek belandt. Haar fundamentalistische vader start een aanval op dit `fort’ (een herwerking van Carpenters Assault on Preccinct 13) wat de medici sterkt in hun overtuiging dat hij zijn dochter misbruikte. Maar het monster neemt een heel andere vorm aan! Carpenter serveert een portie horror – met schotwonden en verminkingen na ‘operaties’ – maar legt de nadruk op de emoties (wanhoop, vertwijfeling, pijn) in de ogen van mens en monster.

Met het in de VS heikele abortusthema springt hij voorzichtig om. “Het gaat niet om partij kiezen,” sust hij, “het is eigenlijk alleen een monsterfilm”. Met de aangrijpende geboorte (en dood) van een monster (herinnerend aan The Thing). “Carpenter wou gelovige mensen niet belachelijk maken,” weet scenarist Drew McWeeny, “Dwayne moest voor hem een echte mens zijn, iemand voor wie geloof belangrijk is maar géén stereotype”. ‘We worden allemaal bang geboren”, stelt Carpenter, “met angst voor dood, verlies van identiteit en een geliefde. Door dat soort verhalen te vertellen communiceer je met de wereld”.

The Damned

De filosofie die Tobe Hooper wil overdragen is simpel; onschuldigen lijden terwijl schuldigen er goed van afkomen. The Damned Thing gaat over een onzichtbaar wezen dat bij mensen gevoelens van haat en agressie opwekt. Het hoofdpersonage, een sheriff; is een held met vele fouten. De relatie met zijn vrouw is verstoord en hij worstelt met een trauma; voor zijn ogen veranderde zijn vader in een gekke moordenaar die zelf werd verscheurd door… het verdomde ding! Is dat echt of speelt het zich af in zijn geest? Het beeld waarin zijn hoofd opengaat wanneer hij de spiegel kijkt, is een metafoor voor emotionele en mentale instorting.

Maar uiteindelijk slaat ook de vroomheid van de lokale priester in perversiteit om (hij doodt een man in zijn biechtstoel) en raakt de gemeenschap in de greep van collectieve waanzin. En het ding manifesteert zich als oliemonster, als wraak van een misbruikte Moeder Aarde. Vertrekpunt was een 100 jaar oud verhaal van satiricus Ambrose Bierce. “Ik heb het helemaal aangepast,” zegt scenarist Richard Christian Matheson, “het ging niet over olie, Texas en familie. Ik probeerde het centrale thema, irrationaliteit, in een moderne omgeving te plaatsen”. Hoopers verdienste is dat hij waanzin (gruwelijke zelfverminking met een hamer) verbindt met paranoia (groeiend wantrouwen) én “verslinden van olie” omkeert.

The V-Word

Veel minder ‘fantastisch’ oogt het door merg en been gaande Right to Die. Volgens regisseur Rob Schmidt (Wrong Turn) “een expliciet spookverhaal tegen de achtergrond van het debat of mensen het recht hebben om te sterven of dat ze gedwongen moeten worden om te lijden”. Alles begint met een auto-ongeval van een ruziënd koppel. De vrouw geraakt gruwelijk verbrand, ze heeft 3degraads brandwonden over 90% van haar lichaam, en de man (een tandarts die een affaire heeft met zijn assistente) wil haar leven beëindigen. Tot hij merkt dat zijn echtgenote opduikt als wraakzuchtige geest telkens ze wordt gereanimeerd. Geen van de personages is sympathiek maar toch voelen we de pijn van de verbrande vrouw. Daardoor lijkt een medische behandeling – het verwijderen van stukken verbrand vel – een martelscène. De beproeving is gruwelijk maar niet gewelddadig. Maar ook het geweld is klinisch. Wanneer de tandarts, om zijn vrouw te redden, zijn assistente levend vilt, oogt dat als een rationele operatie. “Het is een vreemde film,” beseft ook Schmidt, “een mix van meer dan één genre. Op een bepaalde manier is het een melodrama. Voorts is het een spookverhaal. En natuurlijk ook een expliciete horrorfilm”.

Schmidt wil toeschouwers laten gruwelen, Garris wil ze laten opschrikken. Zijn Valerie on the Stairs is vrij klassiek. En, met als motor de verbeelding van schrijvers, autoreflexief. “Wat gebeurt er wanneer je leeft in een wereld waar de dingen die het belangrijkst zijn voor jou, de vruchten van je verbeelding, altijd worden afgewezen,” stelt schrijver Clive Barker, “wat doe je met die energie? Wat doe je met die frustratie? Ik wilde zien wat er zou gebeuren als je een huis vol schrijvers hebt, die allemaal hun eigen, ongepubliceerde, geesten hebben”. Garris brengt Highburger House – de thuis van geest Valerie en haar schaduwzijde – vanuit alle hoeken in beeld (“Ik hou er niet van dingen op ooghoogte te zien, ik kijk graag naar boven of beneden”) maar dat gebeurt té nadrukkelijk en té weinig intens. Symbolisch is het finale vervliegen van de man-der-letteren.

Pelts

Ook het door Garris geschreven The V Word heeft vooral intellectuele verdiensten. ‘V’ staat voor ‘vampier’ en ‘videospel’, twee adolescenten gaan bijna letterlijk op in een game. Tijdens eennachtelijk bezoek aan een begrafenisonderneming worden ze voedsel voor vampieren. De gore is erg expliciet (i.p.v. te bijten scheuren de vampieren de nek van hun slachtoffers open) en de structuur van dit, volgens regisseur Ernest Dickerson (Bones, Demon Knight) “verhaal van een verlies van onschuld” is ongewoon. De helden gaan nl. snel dood. Helaas komt “de donkere kant die we allemaal hebben” (Dickerson) niet om een gitzwarte allegorie te serveren over wat de mens de aarde aandoet. De zelfvernietiging van een beschaving wordt gruwelijk intens in beeld gebracht. Het contrast tussen het extreme geweld en de manier waarop dat voor de mannen vanzelfsprekend en plezierig wordt, maakt alles nog afschuwelijker. Het breken van de nek van een vrouwelijke vliegtuigpassagier én de reactie van een medereiziger (“Dank u!”) zijn al even walgelijk “En is bedoeld om afkeer op te wekken” verduidelijkt Garris.

Dante wisselt de enge momenten af met verrassingen en humor. Hij gebruikt ook een zenuwachtige, visuele stijl (gsm-beelden en opnames van een speciale HD-camera benadrukken de verwrongen wereld-uit-evenwicht) voor een “grimmig sociaal statement”. De bioterreur blijkt uiteindelijk het werk van buitenaardse ontdekkingsreizigers, al zijn de verwijzingen naar broeikaseffecten overduidelijk. The Screwfly Solution is een even briljante als melancholische kroniek over de onstuitbare verspreiding van een ‘kwaal’ (een attitude gelinkt aan een virus) die de mensheid dreigt uit te roeien. Door het verhaal rationeel en met gevoel voor humor te vertellen overstijgt Dante het sf-horrorkader. Opnieuw een fraai staaltje cinema van de maker van Homecoming.

Homecoming

Op basis van 8 van de 13 afleveringen is het moeilijk om een definitief oordeel te vellen over seizoen 2 van MASTERS OF HORROR. Maar 5 ijzersterke afleveringen (Pelts, Family, Pro-Life, Right to Die & The Screwfly Solution) geven aan dat er van creatieve terugval alvast geen sprake is. De ware ‘Master’ sloopt bovendien de muren van het horrorgetto via humor én ernst. “Voor mij is het woord horror slechts een kleverig label,” onderstreept Clive Barken “het zijn verhalen. Als ze goed zijn zullen mensen er naar luisteren. En als je er wat duistere waarheden bij vertelt, des te beter”. Drijvende kracht Mick Garris kijkt hoopvol naar de erfenis van ‘zijn’ reeks: “Ik hoop dat de toekomst van de horror iets meekrijgt van MASTERS OF HORROR. Geslaagd of niet, we willen verscheidenheid. We willen het breed houden. Ik hoop dat horrorfictie daar inspiratie uit put”

IVO DE KOCK

(Artikel verschenen in FILMMAGIE, n° 577, september 2007)


MASTERS OF HORROR VOL VII: PELTS van Dario Argento; USA 2006; 58′; met Meat Loaf, John Sauna; FILM: **** / EXTRA’S: ** (documentaires ‘Fleshing it out’, ‘All sewn up’ & ‘Flashback: Jenifer from script to screen’); FAMILY van John Landis; USA 2006; 58′; met George Wendt, Meredith Monroe; FILM: ****/ EXTRA’S: ** (documentaires Skin and bonen’ & ‘Terror tracks’; Fantasy Film Festival);
MASTERS OF HORROR VOL VIII : PRO-LIFE van John Carpenter, USA 2006; 57′; met Emmanuele Vaugier, Ron Perlman; FILM: **** / EXTRA’S: ** (documentaires ‘Final Delivery & ‘Baby Steps’); THE DAMNED THING van Tobe Hooper; USA 2006; 59′; met Sean Patrick Ranery, Ted Riaimi; FILM: *** / EXTRA’S: ** (documentaires ‘Texas Terror’, ‘Building the Oil Monster’ & ‘Flash back: Pick Me Up from script to screen’);
MASTERS OF HORROR VOL. IX: VALERIE ON THE STAIRS van Mick Garris; USA 2006; 60′; met Claim Grant, Christopher Lloyd; FILM: ** / EXTRA’S: ***, (documentaires ‘Spine ‘Jump Scare’ & ‘Flashback: Chocolate from script to screen’); RIGHT TO DIE van Rob Schmidt USA 2007; 58′; met Corbin Bemsen, Martin Donovan; FILM: **** / EXTRA’S: **(documentaires ‘Bumt Offerings’ & ‘Flay-o-Trish’);
MASTERS OF HORROR VOL. X: THE SCREWFLY SOLUTION van Joe Dante; USA 2006; 59′; met Jason Priestley, Elliot Gould; FILM: **** / EXTRA’S: *** (documentaires ‘Cinematic Solution’, ‘The Exterrninators’ & ‘Flashback: Homecoming behind the scans’; Fantasy Film Festival); THE V WORD van Emest Dickerson; USA 2006; 59′; met Michael lronside, Arjay Smith; FILM: ** / EXTRA’S: ** (documentaires ‘Bite me!’ & ‘Feeding Frenzy.); alle films beeldformaat 16:9; dis. Three Lines Pictures.

Family

Leave a comment