Amerikaanse Independent Cinema: Indie spirit en de Trump jaren
Terwijl het Trump regime Hollywood aanzet om de productie van populistisch vertier op te drijven doen Amerikaanse Onafhankelijke filmmakers wat ze al jaren deden: hun land een donkere spiegel voorhouden. Met extra verbetenheid en de wil zich te verzetten tegen de door algoritmes gestuurde entertainment industrie.
“Ik vind het fantastisch dat mijn drie films Down to the Bone, Winter’s Bone en Leave No Trace hier in Deauville vertoond en gesmaakt werden,” zei Debra Granik ons in september, “het doet me denken aan hoe in Frankrijk jazzmuziek geapprecieerd werd toen dat in de VS niet het geval was. De erkenning die wij als onafhankelijke cineasten krijgen versterkt ons gevoel van eigenwaarde. Terwijl we in eigen land als dwaze outsiders worden weggezet.”
Een ode aan het Festival du Cinéma Américain de Deauville die vooral ook aangeeft hoe labiel de toestand van de ‘American Independents’ anno 2018 is. Ja, BlacKkKlansman, Hereditary, Isle of Dogs, Adrift, Searching en The Strangers: Prey at Night doen het behoorlijk in de zalen. Ja, er worden in Amerika nog altijd veel meer onafhankelijke films gemaakt dan studiofilms. Maar, ze bereiken ons steeds minder via de bioscoop. Dvd en digitale platformen zijn vaak de enige uitweg voor kleine films zoals Complete Unknown, Katie Says Goodbye en The Keeping Hours. Grote namen zoals Paul Schrader (First Reformed) en Steven Soderbergh (Unsane) doen het niet beter.
Bovendien vormen deze films slechts het topje van de indie ijsberg. Zo bekoorde ons in Deauville naast Diane van Hitchcock/Truffaut-regisseur Kent Jones en de prijsbeesten Thunder Road (Jim Cummings), Night Comes On (Jordana Spiro), We The Animals (Jeremiah Zagar), Friday’s Child (A.J. Edwards) en Blindspotting (Carlos López Estrada) ook een aantal vrouwelijke regisseurs: Hagar Ben-Asher (Dead Women Walking), Christina Choe (Nancy), Sara Colangelo (The Kindergarten Teacher), Jennifer Fox (The Tale) én Debra Granik (Leave no Trace). Alleen Colangelo’s verhaal van een kinderjuf die geobsedeerd is door een vijfjarig dichterlijk wonderkind lijkt voorlopig België te halen via reguliere kanalen (zaal, festival, dvd). Het illustreert de verschraling van het marketinggeleide filmaanbod en het onzichtbaarder worden van American Independents.
Platgetreden paden verlaten
Deauville’s liefde voor filmmakers als Granik is verbonden met fascinatie voor New Hollywood, de nieuwe generatie die in de seventies brak met oude regels. Toen acteur Paul Dano in 2012 passeerde voor Ruby Sparks en For Ellen kreeg ook hij het label ‘New Hollywood’. Schuchter kondigde Dano Wildlife aan: “Ik zet graag mijn tanden in personages die met iets worstelen maar hoe dieper je gaat, the longer it takes to wash away.” Het duurde twee weken voor zijn namaak tatoeages waren weggewassen, knipoogde Zoe Kazan.
Dit jaar dienden zich nieuwe ‘New Hollywood’ kandidaten aan. Zo wijkt Jim Cummings met Thunder Road, het onorthodoxe portret van een rusteloze man, af van de mainstream. De acteur-regisseur koestert de indie spirit: “In studiofilms zit geen reëel geweld, seks of grof taalgebruik. De onafhankelijke cinema krijgt zo de kans om mensen echt aan te spreken, het is de enige sector waar vrijheid heerst. Ik behoor tot de indies die willen concurreren met The Avengers.”
Dat deed Cummings door zelf financiering te zoeken en goedkoop te werken: “In Austin bezorgden familie en vrienden me gratis decors en infrastructuur. Thunder Road kostte ongeveer 200.000 dollar, 20% ervan werd verzameld via Kickstarter, en we draaiden 14 dagen met een beperkte crew.” Resultaat is een tragikomedie over geslagen mensen op zoek naar geluk, met een mislukkeling op de rand van de explosie als protagonist. Niet meteen doorsnee cinema.
Ook Hereditary verlaat platgetreden paden. “Mijn grootste probleem met hedendaagse horrorfilms is dat ik het gevoel krijg dat ze een agenda hebben om de kijker in zijn comfortzone te houden,” zegt Ari Aster op de dvd, “terwijl je om spektakel te overstijgen mensen moet betrekken en doen meeleven met personages.” Hereditary houdt personages én kijkers gevangen in een cyclus van bovennatuurlijke gebeurtenissen.
Het openingsshot zoomt langzaam in op een kamertje van een huis in miniatuur en laat de figuurtjes tot leven komen. We worden ondergedompeld in een tragedie die toont wat een familie met je kan doen en wat een familie kan aangedaan worden. “Ik koesterde het idee van een familie die vervloekt is,” stelt Aster, “ik nam persoonlijke gevoelens en filterde die door een genre. Als kind hield ik van horrorfilms zoals Carrie en van Greenaways verontrustende en gekunstelde The Cook, the Thief, His Wife & Her Lover. Wat deze films met mij deden wou ik met het publiek doen.”
Beide cineasten zoeken creatieve vrijheid, maar een ‘beweging’ zijn ze niet. De indies volgen hun eigen weg, ook al zijn er soms banden. Zo vertelde We The Animals regisseur Jeremiah Zagar ons over een New Yorkse connectie. Hij, Jordana Spiro (Night Comes On), Geremy Jasper (Patti Cakes) en Azazel Jacobs (Terri) “leven met schoolgaande kinderen in dezelfde buurt”, volgden Sundance Labs en bespreken elkaars werk.
Zagar werkte zes jaar aan We The Animals, een Justin Torres adaptatie die toont hoe verbeelding een uitweg biedt uit kansarmoede en vervreemding: “Ik zat als eenzaam kind vaak in de bioscoop en las er in een programmaboekje hoe Quentin Tarantino dankzij Sundance Revervoir Dogs bijschaafde. Zo’n magische ervaring wou ik ook. Gelukkig kozen ze uit alle inzendingen mijn script! Financiering vond ik bij non profit producent Cinereach.”
Een donkere spiegel
Met thema’s als omgekeerd racisme (Blindspotting), executies (Dead Women Walking), eenzaamheid en verslaving (Diane), pleegzorg (Friday’s Child), wraak (Night Comes On), politiegeweld (Monsters and Men), verdwenen kinderen en kinderontvoering (Nancy en The Kindergarten Teacher), seksueel misbruik (The Tale), relatie- en persoonlijkheidsproblemen (Thunder Road), instabiele jeugd (We the Animals), ontsporende misdaden (Galveston, Hot Summer Nights), fatale ziektes (Here and Now) en mensen die niet in de maatschappij passen (Leave No Trace) hield Deauville Trumps Amerika een donkere spiegel voor.
De meeste filmmakers weten met stijl en gevoel voor mise-en-scène verhalen te vertellen. Verhalen die ze moesten vertellen en die draaien rond complexe personages. Met beelden die niet nazinderen omdat ze spectaculair zijn maar omdat ze de vinger leggen op fragiliteit, emoties en trauma’s. Kortom, op menselijkheid. Een meisje ziet haar slapend zusje wegrijden met een bus (Night Comes On). Een vrouw die zich verliest in fantasie sluipt het huis uit wanneer haar sprookje in duigen valt (Nancy). Twee ter dood veroordeelde vrouwen leven op tijdens het kaarten (Dead Women Walking). Een bevrijdde jongen beseft plots dat niemand nog naar zijn gedichten luistert (The Kindergarten Teacher). Een onevenwichtige vader tracht zijn zoon ‘het beste kapsel ooit’ te geven (We The Animals). Een misbruiker ontkent met een pokerface grensoverschrijdend gedrag (The Tale).
Vrouwen achter de camera
In de recente dvd-oogst valt op dat veel ‘indies’ vrouwenverhalen vertellen. Verhalen van vrouwen onder druk: een kansarme serveerster (Katie Says Goodbye), een met de elementen kampende zeilster (Adrift) en een in psychiatrie opgesloten vrouw (Unsane). Of verhalen van vrouwen verwikkeld in mysteries: een Alice in wonderland (Complete Unknown), tussen leven en dood (The Keeping Hours) en in een duivelse tragedie (Hereditary). Achter de camera (de iPhone bij Unsane) staan op Karen Moncrieff (The Keeping Hours) na mannen. Gelukkig wees Deauville op de toenemende impact van vrouwelijke filmmakers.
“Dankzij #MeToo wordt het voor vrouwen iets makkelijker om door te breken in de filmindustrie,” stelt Christina Choe, “de geesten zijn gerijpt in Hollywood maar zeker voor gekleurde vrouwen blijft het moeilijk. Bovendien verkiest men in de VS sympathieke personages waardoor de moreel ambigue protagoniste van Nancy moeilijk lag. Maar het lukte. Al onze producenten waren vrouwen, we trokken vrouwelijke departementshoofden aan en stelden een crew samen met 50% vrouwen en gekleurde mensen.”
Nancy, met een vrouw die haar verbeelding gebruikt om te ontsnappen aan een miserabel leven, was weinig commercieel. The Tale, met het thema seksueel kindermisbruik, ronduit controversieel. “Ik begon er tien jaar geleden aan te werken,” zegt Jennifer Fox “ik had het woord seksueel misbruik nog nooit voor mezelf gebruikt toen ik bij het maken van een documentaire verhalen hoorde die leken op de mijne. Dat was een wake up call.
Toen ik na vijf jaar een script had bleek financiering quasi onmogelijk. De tijd was er nog niet rijp voor. Gelukkig vond ik steun bij het Duitse ZDF Arte, producent Oren Moverman en regisseur Brian DePalma. Brian is een vriend en hij overtuigde Laura Dern om ‘mij’ te spelen. Dat volstond niet, in pre-Harvey Weinstein en Time’s Up tijden wees iedereen de film af. Met beperkte middelen sleepten de opnamen aan. Maar toen The Tale in 2018 vertoond werd sloeg hij in de veranderde tijden wèl aan.”
Ook Jordana Spiro ervoer problemen om “als vrouwelijke filmmaker Night Comes On gemaakt te krijgen, maar ik weigerde om het woord ‘nee’ te horen.” Producent Alvaro Valente somt de obstakels op: “Vrouwelijke personages, regisseur én een debutante. We moesten veel instituten en investeerders aflopen.” Het idee voor de film ontstond toen Spiro “als vrijwilligster werkte in pleegzorg. Het deed me nadenken over dingen in mijn eigen leven, zoals het gevoel verloren te lopen. Wat ook leeft bij jongeren in pleegzorg, alleen veel sterker doordat ze geen veiligheidsnet hebben en tegen veel moeten opboksen.”
Van de kaart af
Met drie films (en een documentaire) in 14 jaar is Debra Granik niet meteen een veelfilmer en zelfs binnen de American Independents blijft ze een outsider. Het is dan ook gepast dat Leave No Trace draait rond personages die off-grid gaan. Vader Will en dochter Tom kiezen voor een geïsoleerd leven in de bossen ten noorden van Portland. Een droom die de autoriteiten graag verstoren.
“Ik begon te schrijven nog voor een Trump-regime zelfs maar mogelijk leek,” aldus Granik, “maar de take down cultuur, het via sociale media neerhalen van mensen waar Trump een symptoom van is bestond al wel. Ik wou mensen die in de marge van de samenleving leven in hun waarde herstellen. Will kampt met Post-traumatic stress disorder maar blijft solidair met andere outsiders. Terwijl in Trumps narcistisch universum de indruk gewekt wordt dat mensen elkaar slecht zullen behandelen wanneer ze de kans krijgen. Een beeld dat angst, achterdocht en verdeeldheid voedt. Will onderzoekt met hoe weinig je verder kan zonder gek te worden. Hij onderscheidt ‘verlangen’ van ‘nodig hebben’ en tracht daarom zelf te voorzien in wat hij nodig heeft, voedsel en onderdak.”
Granik legt de link naar onze behoeften: “We leven in een tijd waar het constante geraas van de digitale wereld het vermogen om zelfstandig te denken vernietigt terwijl we naar een gladiatoren cultuur evolueren, gedreven door het verlangen naar beelden van gebrutaliseerde mensen en gevoed door films die draaien rond geweld. Toch is er nood aan verhalen die daarbuiten vallen. Want mainstream entertainment schetst niet het volledige wereldbeeld.
Daarom heb ik het moeilijk met streaming, niet met de technologie maar met een massacultuur gedicteerd door een algoritme dat ons verlangen naar het meest gewelddadige spektakel zou bewijzen. Maar we krijgen geen keuze, het is de enige content die Hollywood levert. Andere, sociale films maken is moeilijk in die context maar er blijft nood aan zo’n verhalen. Alleen moeten we er hard voor vechten. Ik maak graag deel uit van de kleine gemeenschap die deze strijd voert.” Granik is niet toevallig fan van Hal Ashby en Bob Rafelson, seventies cineasten die focusten op marginalen in de schaduw van de Amerikaanse droom.
“Streaming verandert de filmwereld,” zegt Granik, “maar terwijl ik twee jaar geleden geen toekomst meer zag voor de fysieke filmzaal merkte ik op mijn reizen dat ze een comeback maakt. In Londen heb je The Picturehouse, een keten kleinschalige bioscopen die ontmoetingsplaatsen worden, en ook in New York blazen initiatieven ‘samen kijken’ nieuw leven in. Het zijn vreemde tijden, er is tegelijk trauma en hoop. Streaming kan het absolute einde van filmprojectie betekenen maar de afgeschreven zalen kunnen evengoed het nieuwe vinyl worden. Daar moeten we samen voor ijveren, als een global community van filmliefhebbers.”
IVO DE KOCK
(Artikel verschenen in FILMMAGIE, n° 690, december 2018)
Interviews Festival du Cinéma Américain de Deauville, 31 augustus – 9 september 2018
ADRIFT: Baltasar Kormákur, USA 2018; 98′; met Shailene Woodley, Sam Claflin; FILM: ** / EXTRA’S: 0, dis The Searchers; COMPLETE UNKNOWN: Joshua Marston, USA 2018; 91′; met Michael Shannon, Rachel Weisz, Kathy Bates, Danny Glover; FILM: *** / EXTRA’S: 0, dis The Searchers; HEREDITARY: Ari Aster, USA 2018, 128′; met Toni Collette, Milly Shapiro, Gabriel Byrne, Alex Wolff; FILM: **** / EXTRA’S: ** (documentaire, verwijderde scènes), dis Splendid Film; ISLE OF DOGS: Wes Anderson, USA 2018; 101′; met Edward Norton, Bryan Canston,Koyu Rankin; FILM: **** / EXTRA’S: ** (documentaires); dis. Fox; KATIE SAYS GOODBYE: Wayne Roberts, USA 2017; 89′; met Olivia Cooke, Christopher Abbott, Jim Belushi; FILM: **** / EXTRA’S: 0 (trailer), dis. Contact Film; THE KEEPING HOURS: Karen Moncrieff, USA 2017; 91′; met Lee Pace, Carrie Coon, Amy Smart; FILM: ** / EXTRA’S: 0; dis. Universal; THE STRANGERS: PREY AT NIGHT: Johannes Roberts, USA 2018; 85′; met Christina Hendricks, Martin Henderson, Bailee Madison; FILM: * / EXTRA’S: 0; dis. The Searchers; UNSANE: Steven Soderbergh, USA 2018; 98′; met Claire Foy, Joshua Leonard, Jay Pharoah; FILM: *** / EXTRA’S: ** (documentaire); dis. Fox.