Philip Coxs Betty: They Say I’m Different: De oerkracht van een legendarisch funk icoon

okt 17, 2018   //   by Ivo De Kock   //   actueel, Algemeen, documentaire, dvd, film, genre, muzikale film, regisseur  //  No Comments

BETTY: THEY SAY I’M DIFFERENT

Als ze optreedt, is het alsof je een X-rated film ziet, wanneer je een Disney film verwacht.” Zo omschreven muziekjournalisten de optredens van Funk-Queen Betty Davis in de jaren zeventig. De Brit Philip Cox maakte met Betty: They Say I’m Different een fascinerende korte documentaire over deze rebelse zwarte artieste die met haar muziek en persoonlijkheid haar tijd ver vooruit was.

BETTY: THEY SAY I’M DIFFERENT

“Ze was Madonna voor Madonna en Prince voor Prince”, schreef Betty’s ex-echtgenoot Miles Davis in zijn autobiografie, “she was the first.” Betty Davis bracht tussen 1973 en 1975 amper drie albums vol dampende funk uit (‘Betty Davis’, ‘They Say I’m Different’ en ‘Nasty Girl’) maar die zouden een belangrijke inspiratiebron worden van Prince, Lenny Kravitz en vrouwelijke artiesten als Grace Jones, Madonna, Beyoncé en Rihanna.

Betty was een van de eerste vrouwelijke, zwarte zangeressen die openlijk zong over haar seksuele driften (“If I’m in Luck I Might Get Picked Up”) en haar vrijgevochten imago benadrukte met excentrieke, sensuele kleding. Davis was haar tijd ver vooruit. Te ver vooruit bleek en ontgoocheld liet ze na het opnemen van een vierde album met Herbie Hancock en Alphonse Mouzon (pas in 2009 uitgebracht als Is It Love or Desire?) de conservatieve, mannelijke muziekwereld achter zich.

De Britse documentairemaker Phil Cox raakte dusdanig gefascineerd door Betty Davis dat hij besloot uit te zoeken wat er gebeurd was en hoe het momenteel met haar gesteld is. Cox sprak met familieleden, vrienden en collega-muzikanten en kwam uiteindelijk de nu 72-jarige “mythologische kluizenaar” (dixit auteur en DJ Oliver Wang) op het spoor in Pittsburgh. Het funk icoon bleek bereid om mee te werken maar wel op haar voorwaarden.

In een bonusinterview benadrukt Cox dat “toen een van de producenten me sprak over Betty Davis als mogelijk nieuw project kende ik haar niet. Haar ontdekken was een revelatie, het ging om een vrouw die letterlijk verdwenen was en dat menselijke verhaal sprak me samen met haar muziek enorm aan. De ruwe en authentieke muziek van Betty Davis was die van een artieste met een heel een eigen stemgeluid en persoonlijkheid.”

BETTY: THEY SAY I’M DIFFERENT

Research leerde Cox “dat de bewogen sixties en seventies hun impact hadden op Davis en haar verhaal. Het interessante was dat ze zowel bekritiseerd en gemarginaliseerd was door zowel het blanke establishment als door zwarte activisten en groeperingen. Ze paste in een zeer gepolariseerde tijd immers in geen vakje. Ik begreep dat we te maken hadden met een unieke artieste, een unieke vrouw.”

Concertbeelden en interviewfragmenten zijn er amper van de door Carlos Santana als “black panther woman” omschreven artieste maar met muziekflarden, (psychedelische) foto’s, de voice-over van Davis en gesprekken met verwanten, vrienden en muzikanten weet Cox de koningin van de funk tot leven te brengen. Hij vertelt het (gedeeltelijke) verhaal van deze feministische pionier, de eerste zwarte vrouw die al haar muziek zelf schreef en produceerde.

Om dat verhaal te vertellen ging Cox eerst op zoek naar de teruggetrokken levende artieste. Hij vond haar via een ‘gatekeeper‘ (een contactpersoon die haar afschermde). “Toen we haar ontmoetten merkten we dat ze scherpzinnig is en een goed gevoel voor humor bezit,” aldus Cox, “Betty zei dat de film deel moest uitmaken van haar erfenis en daarom was ze ook bereid om mee te werken. Ze besefte dat anders anderen wel iets zouden maken zonder haar er bij te betrekken. Er ontstond vertrouwen tussen ons. Betty wou haar privacy bewaren maar toch ook meewerken. Het was een beetje trekken en duwen maar zij zei hoe het was en je twist niet met Betty Davis. Ze was vroeger compromisloos en ze is nog altijd niet veranderd. We leerden dat respecteren en vonden manieren om toch samen haar verhaal te vertellen.”

BETTY: THEY SAY I’M DIFFERENT

Volgens Cox “zowel het verhaal van een vrouw in de muziekbusiness als het verhaal van een spirituele vrouw. De manier om dit te vertellen vond ik pas erg laat. Dat heeft alles te maken met mijn werkwijze. Ik vertrek nooit van vooropgezette concepten, ik start met een open geest en laat het personage zijn verhaal vertellen. Pas na vier jaar ontdekte ik aanwijzingen toen ik terugkeek naar onze gesprekken met Betty. De eerste sleutel was de vogel die ze zag in haar jeugd. Ze sprak over de kraai als spirituele gids en ik zag plots hoe de kraai haar innerlijke ik was. Ik filmde ook fysieke details van haar uiterlijke maar alles draaide om haar stem en het poëtische aspect van haar leven.”

Daardoor kon Cox “zowel haar energieke, fysieke en muzikale uiterlijke leven als haar innerlijke, spirituele en poëtische persoonlijkheid schetsen.” Tegelijk geeft hij aan hoe Betty’s hitsige muziek – “ik zou het rauw noemen” zegt ze in voice-over – aansloeg bij liefhebbers van lowdown dirty ass funk. Helaas waren die fans weinig talrijk en verkochten haar albums amper. Het respect van collega-muzikanten volstond niet, de plotse dood van haar geliefde vader deed Betty de muziekwereld ontvluchten. Haar comeback bleef uit en lijkt er na Betty: They Say I’m Different ook niet te komen. Deze documentaire is een ode aan en een eerherstel voor een vergeten funkicoon, maar het is geen glorieuze terugkeer.

Betty Mabry Davis was een kind van haar tijd. “Iedereen trachtte een muzikaal landschap te creëren dat aansloot bij de heftigheid van de cultureel-politieke actualiteit,” zegt een collega-muzikant, verwijzend naar het woelige politieke klimaat van de sixties met de Vietnamoorlog, de burgerrechten strijd en de politieke moorden en aanslagen. Maar tegelijk lag artistieke expressie moeilijk. Zo kreeg Betty Davis met haar suggestieve songs en uitdagende kledij ook veel kritiek uit zwarte middens. Namelijk van zij die in het kader van de burgerrechtenbeweging vooral een zachtaardig, gepolijst beeld van Afro-Amerikanen wilden presenteren onder het motto “wij zijn beschaafd, wij zijn net als jullie.”

BETTY: THEY SAY I’M DIFFERENT

En Betty Davis was nu eenmaal niet afgeborsteld, zachtaardig of braaf. “Betty Davis zette dat ‘brave’ imago op zijn kop,” zegt een voormalig bandlid, “ze toonde dat we niet bevrijd waren, ze offerde zichzelf op om de weg te bereiden.” Tegelijk bewees ze dat vrouwen zichzelf konden zijn en hun seksualiteit vrij konden beleven. “Betty toonde dat vrouwen ook gevoelens hebben,” klinkt het bij vriendin Connie, “dat vrouwen, ook al hadden ze toen geen stem, gelijkwaardig waren en zijn aan mannen.”

Na mei ’68 was er wereldwijd meer vrijheid en opstandigheid gekomen, maar in de VS bleek een feministe als Betty Davis te onverschrokken en buitensporig. Een zwarte vrouw die hitsig zong over ongecompliceerde geilheid en ongeremde seks was drie stappen te ver: vrouw, zwart en rebels. Davis zong met lage, schorre stem ranzige teksten over vrije lustbeleving en veranderde op het podium in een wellustige nymfomane. Bovendien liet ze zich niet in hokjes plaatsen of afremmen. “I never let my being black interfere with what I wanted to achieve”, benadrukt ze in 2017. Het leverde haar ruim dertig jaar eerder onbegrip en verontwaardiging op.

In Betty: They Say I’m Different blijkt de mysterieuze verdwijning van de Black Power godin niet enkel een gevolg te zijn geweest van de vijandige gevoelens die voortvloeiden uit het feit dat ze vooruit was op haar tijd. De onverwachte dood van haar vader speelde ook een rol. “Toen verloor ik de muziek”, zegt ze daarover. Dat verlies kwam ze nooit te boven en dreef haar naar een kluizenaarsbestaan. “Ze leek zich te willen verstoppen”, zegt vriendin Connie die haar veelvuldig verhuizen zag als een signaal. “Betty was altijd al graag alleen”, vult haar tante aan.

Bovendien voelde ze zich in New York en de muziekindustrie een vreemde in een vreemd land. Iemand die even mocht komen piepen maar dan genadeloos buitenspel werd gezet. “De deuren van de industrie sloten”, zegt Davis over wat haar overkwam na haar derde album, “altijd witte mannen achter bureaus die me vertelden dat het anders moest. De look, de sound. Verander je muziek, Betty, klonk het. Ik moest me aanpassen, anders kreeg ik geen contract en geen dollars meer. Ik leerde dat sterren in stilte verhongeren.”

BETTY: THEY SAY I’M DIFFERENT

Gedwee in het gelid treden was echter geen optie. “Wanneer je iemand als Betty bent is het helemaal Betty of geen Betty”, stelt vriendin Connie, “en op een zeker moment was het geen Betty meer.” Met de Nasty Girl persona verdween ook het gevoelige, fragiele meisje. De dood van haar vader tastte ook Betty’s mentale stabiliteit aan: “Ik kon Kraai niet meer horen.”

Ze zeggen dat ik een wegbereider was”, klinkt het terugblikkend, “dat ik deel uitmaakte van een strijd. Daar ben ik blij om en ik ben ook blij dat mijn muziek nog leeft. Er is een tijd in mijn leven geweest dat ik hoog vloog en sterk was. Maar de strijd om door te breken heeft pijn gedaan. Iedereen wou dat ik iets was dat ik niet ben.”

Betty Davis leverde een zware strijd om zichzelf te zijn. Een strijd ook om anders te zijn. De verdienste van Betty: They Say I’m Different is dat de documentaire zowel die drang als Betty’s enigma respecteert. De koningin van de funk drukt haar stempel op het verhaal maar komt nooit frontaal en volledig in beeld. We zien één oog tijdens ontboezemingen over de dood van haar vader en sporadisch een klein stukje lichaam maar nooit de ‘kluizenaar 35 jaar later’ volledig.

De artieste wou buiten beeld blijven maar vond het anderzijds “belangrijk om, terwijl ik in leven ben, vorm te geven aan mijn erfenis en mijn verhaal en muziek te brengen naar mensen die het waarderen en er uit leren.” Terwijl ze blijft geloven in “the importance of music and our voices, both inner and outer.” Davis voegt er een boodschap aan toe: “Uiteindelijk ontdekte ik dat ik alleen mezelf kon zijn. Wanneer ik een ding mag achterlaten wil ik zeggen dat anders zijn alles is. Dat is de weg vooruit.”

BETTY: THEY SAY I’M DIFFERENT

Een straf statement van een straffe artieste. Een vrouw die consequent zichzelf – en dus anders – blijft. Dat blijkt uit een sublieme scène. Enthousiaste bandleden houden een kleine reünie en besluiten Davis op te bellen. Het duurt lang voor ze opneemt – de suspense is te snijden – maar zelfs wanneer ze in gesprek gaat met haar oude vrienden bewaart ze de regie. Technologie die toelaat platen te maken in je keuken? De platenindustrie die zijn almacht kwijt is? Het aanstekelijk enthousiasme van de muzikanten? Betty blijft onverstoord, ontwijkend soms ook en onwrikbaar wanneer die typisch Amerikaanse “tijd voor een comeback” op tafel komt. “Ik ben te oud om te reizen”, klinkt het. Misschien is dàt wel de grootste les van Betty: They Say I’m Different: anders zijn is geen pose maar zit verankerd in de mens en verdient respect.

IVO DE KOCK

BETTY: THEY SAY I’M DIFFERENT: regie & scenario: Philip Cox; UK-F, 2017, 54′; met: Betty Davis, Desmond Nakano; extra’s: live footage Le Castellet concert 1976, interview Philip Cox; FILM: **** / EXTRA’S: ***; distributie: Pink Moon

BETTY: THEY SAY I’M DIFFERENT

Leave a comment