Jacques Audiards De rouille et d’os: Een delicaat en intens huis clos
“Ooit komt de pijn terug” besluit De rouille et d’os, verwijzend naar de gebroken hand én de getormenteerde ziel van Ali. Verleden, heden, toekomst; zoals steeds is alles problematisch bij Jacques Audiard. Reeds in Sur mes lèvres, De battre mon coeur s’est arreté en Un prophète toonde de scenarist-regisseur hoe het menselijk bestaan een constant gevecht is, hoe lichamen hun plaats trachten te vinden in een vijandig universum en hoe een individueel traject uitvergroot wordt door ongevallen en drama, door toeval en onrecht.
In Audiards zesde langspeelfilm speelt (nee, is) Matthias Schoenaerts een wat stuurloze, impulsieve vader die met zijn zoontje Noord-Frankrijk verlaat om bij zijn zus in Antibes een nieuw leven te beginnen. Hij werkt (lees: klust) als buitenwipper, bewakingsagent en straatvechter maar weet vooral met al zijn opgekropte agressie geen blijf. Er is een erfenis uit het verleden, dat is duidelijk al licht Audiard geen tipje van de sluier, maar er lijkt vooral geen toekomst gezien zijn moeilijke relatie met zijn zoon, zus en vriendinnen-zonder-belang. Toch zorgt hij ervoor dat Stéphanie, een orkatrainster die bij een werkongeval beide benen verliest, terug opleeft. Ook al houdt Ali afstand, weert hij emoties en benadert hij seks erg koel (“je suis opé” zegt hij en zijn liefdesleven heeft iets dierlijks én mechanisch).
Een drama (zuslief wordt ontslagen omdat Ali “niet weet aan welke kant hij staat”) leidt naar een ander drama (een ijsongeval kraakt Ali) in dit melodrama met een grote fysieke intensiteit. “We kozen voor een cinematografische vorm die ik expressionistisch zou noemen,” zegt Audiard, “waar de kracht van de beelden het melodrama dient. Het is een brutale en contrastrijke esthetiek die de sfeer van de depressiejaren uitademt, de sfeer van de foorfilms waar de visuele vreemdheid de somberheid van de realiteit sublimeert”. De regisseur verstrengelt twee eenvoudige liefdesverhalen waarin complexe mensen zich in ingewikkelde situaties wurmen.
Audiard zit met zijn camera dicht op beschadigde personages, anti-helden die in een gewelddadige wereld (en vooral het economisch liberalisme blijkt een ramp voor de ‘gewone’ man en vrouw) proberen zichzelf recht te houden. Die trachten niet te wankelen onder klappen die pijnlijker zijn dan wat Ali tijdens de straatgevechten moet verduren. En die heel misschien kunnen ontsnappen uit hun bestaan. Dankzij solidariteit en liefde.
Het op de kortverhalenbundel ‘Rust and Bone’ van de Canadese auteur Craig Davidson gebaseerde De rouille et d’os is niet enkel een in erfzonde, macaber geweld en loutering gedrenkt liefdesverhaal van twee volwassenen maar tevens ook een menswordingsverhaal gezien door de ogen van een kind. De vijfjarige Sam die zijn nest in het hondenhok maakt en met verwondering naar zijn emotioneel gestoorde papa en de brutale, gewelddadige wereld kijkt. Waarbij hij de pijn voelt van niet meetellen, genegeerd of vergeten worden, achter moeten blijven, hondjes te zien afvoeren,.. En toch plezier kunnen maken. Lachen, hopen, lopen, knuffelen, liefhebben.
Twee magistrale beelden tonen tonen hoe scheiding, wanhoop en verlies kunnen leiden tot vertwijfeling, loutering en verzoening. In een eerste beeld zien we hoe Stéphanie voor de glazen wand van het aquarium opnieuw de gebaren doet waarmee ze communiceert met ‘haar’ (uit het niets opduikende) orka. In een tweede zien we van onder het ijs de kracht van vaderliefde. Dwars door alles heen. Een vuist breekt door het ijs en wanneer alles zwart wordt horen we een eerste “je t’aime”. Het zijn beelden die blijven nazinderen. Sublieme, emotionele cinema. Een verstrengeling van actiecinema, melodrama en arthouse cinema. Vol droomachtige tegenlichtopnamen en fysieke confrontaties. Kortom, een delicaat, intens en poëtisch huis clos dat focust op emoties.
IVO DE KOCK
(Artikel verschenen in Filmmagie, n° 626, juli-augustus 2012)
GENRE Drama
REGIE Jacques Audiard
SCENARIO Jacques Audiard en Thomas Bedigain naar Craig Davidson
FOTOGRAFIE Stephane Fontaine
MUZIEK Alexander Desplat
CAST Marion Cotillard (Stéphanie), Matthias Schoenaerts (Ali van Versch), Boulli Lanners (Martial), Céline Sallette (Louise), Corinne Massiero (Anna)
PRODUCTIE F – 2012 – 115’
DISTRIBUTIE Lumière
RELEASE 17 mei