Eric Rohmer: L’ange déchu du paradis perdu

sep 6, 2018   //   by Ivo De Kock   //   actueel, Algemeen, portret, regisseur  //  No Comments

ERIC ROHMER

Les Nuits de la pleine lune is om twee redenen een evenement. Ten eerste is het ongetwijfeld een van de sterkste films van Eric Rohmer. En ten tweede is er de indrukwekkende manier waarop de ondertussen overleden Pascale Ogier, door haar vertolking maar ook door de ‘look’ die zij aan het decor gaf, haar aanwezigheid in deze film voelbaar maakt. Het lijkt er wel op alsof Pascale Ogier het begrip ‘présence’ herwaardeerde. Maar het is niet toevallig dat zulks mogelijk is/gebeurt in een film van Eric Rohmer. In dit artikel willen we even een blik werpen op zijn ‘work in progress‘, de ‘Comédies et proverbes’ cyclus.

LA BOULANGERE DE MONCEAU

Le sentiment de la fausseté des plaisirs présents et l’ignorance de la vanité des plaisirs absents causent l’inconstance.

Pascal – Pensées

Le goût de la beauté du discours

Eric Rohmer is een uitermate ‘Franse’ regisseur. Daarmee bedoelen we niet dat hij patriottische cinema zou maken of dat hij een ’typische’ Franse regisseur (representatief voor de ‘Franse cinema’) zou zijn. Daarvoor is hij immers niet ‘doorsnee’ genoeg, Rohmer is meer ‘contre-courant’ dan ‘mainstream‘. Rohmers cinema is ook zowat tijdloos zodat elk contact met de mode van het ogenblik, zoals het geval was met La Collectionneuse (net voor mei ’68), steeds louter toeval is.

Maar Rohmer is Frans in de zin dat hij aansluit bij een typisch frans cultureel fenomeen, nml. de 18° eeuwse literatuur die zich bezighield met de analyse van gevoelens (‘sentiments‘). De films van Rohmer draaien steevast om de confrontatie tussen rede en emotie. Ideeën, strategieën en intenties botsen of vallen samen met gevoelens. Binnen de Franse cinema is Eric Rohmer daarmee een opmerkelijk en belangrijk regisseur omdat hij een voedingsbodem aanspreekt die voordien enkel in literatuur aan bod kwam.

LA CARRIERE DE SUZANNE

Wat schril contrasteert met het overdreven autoreflexieve karakter van de hedendaagse cinema. Deze ‘erfenis van de Nouvelle Vague’ beperkt zich niet tot N.V.-regisseurs of -leerlingen, ook mensen die totaal buiten de stroming stonden of in andere landen filmden zijn er door aangetast. Denken we maar aan Bertrand Tavernier (door Robert Parrish gepast gecounterd in zijn verlangen Ray & Flaherty te imiteren in Mississippi Blues) en Wim Wenders (van Paris, Texas). In plaats van ‘beeldanalfabeten’ zouden ‘beeldverslaafden’ wel eens voor de grootste problemen kunnen zorgen in de toekomst.

Zoals ‘voor zovele belangrijke Franse regisseurs, leidden ook voor de inmiddels 64-jarige Rohmer de wegen naar film via Les Cahiers du Cinéma en .Hitchcock (met Claude Chabrol maakte hij een boek over hem). In 1959 debuteert Rohmer met Le Signe du lion, een indrukwekkende schets van de verpaupering van een (zich van een belangrijke erfenis onbewuste) door Parijs zwervende man. Na deze, van een onopgemerkte guest-appearance van François Truffaut voorziene film begint Rohmer aan een reeks van 6 films die hij in een cyclus inschrijft: Contes Moraux.

LE GENOU DE CLAIRE

Na als overgang Die Marquise von O en Pérceval le Gallois gemaakt te hebben, start Rohmer in 1980 met. een tweede cyclus: Comédies et proverbes. Tussen beide cycli zijn toch wel enkele verschillen op te merken. Een eerste onderscheid is dat waar in de Contes Moraux mannen meestal de centrale personages zijn, vrouwen centraal staan in de Comédies et proverbes, ook al zijn ze (zoals in La femme de L’aviateur) soms niet het meest ‘in beeld’. Qua toon zijn de Comédies et proverbes veel luchtiger en grappiger, al is de tragedie nooit veraf zoals in Les nuits de la pleine lune blijkt.

Een ander onderscheid is dat het in de Comédies minder om ideeën dan wel om reële strategieën handelt. Dit laatste hangt samen met een veranderde benadering van wat de ‘motor’ is voor alle Rohmer-personages: het verlangen. De Contes Moraux handelen over conflicten tussen die verlangens en maatschappelijke, ethische normen. Waarbij Rohmer niet vanuit normen oordeelt over personages, hij onderstreept zelfs meer de kracht en het belang van verlangens van de personages dan weer geconfronteerd met absolute vrijheid (vandaar dat Les nuits de la pleine lune zowat de indruk geeft de rekening te maken van de ’68 generatie, wat eigenlijk slechts onrechtstreeks het geval is).

LE SIGNE DU LION

Resultaat van het wegvallen ven het referentiële van de genotsbeleving is niet automatisch meer geluk (ook niet automatisch het tegenovergestelde, maar wel een meer individuele en fundamentele keuze van de personages. Het spel spelen of niet (opteren voor illusie of ontluistering in La femme de l’aviateur en Pauline à la plage), trouwen of niet (Le Beau Mariage), alleen- of samenleven (Les nuits de la pleine lune): dàt worden de opties.

Om de draagwijdte van dit alles ten volle te vatten moeten we toch even stilstaan bij Rohmers persoonlijk engagement. Tijdens een rondetafelgesprek met de acteurs van Pauline à la plage reageerde Rohmer hevig wanneer de deelnemers de ‘persoon’ Eric Rohmer probeerden te ‘verklaren’: “Vous n’êtes pas qualifié pour parler de moi. Vous aved prticipé à l’oeuvre, et cela ne veut pas dire faire de l’étalage. Je suis un des rares metteurs en scène qui ne va pas dans les festivals et qui est sérieux. (…) Le meteur en scène fait une oeuvre, il n’a pas de rôle public, comme l’acteur. D’ailleurs, il y a des acteurs qui ne veulent paraître que déguisés. Très souvent celui qui cache le plus est celui qui n’a rien à acher. Je vous ai dit hier que je ne vivais pas, est-ce que vours pouvez ajouter que le bonheur n’a pas d’histoire?” (1)

LA MARQUISE D’O

Een uitspraak die in verband gebracht moet worden met zijn reactie op de vraag of hij reële modellen heeft voor zijn personages: “Je crois à l’invention. Je pourrais aussi répondre, comme Flaubert: Madame Bovary, c’est moi.’ Le personage féminin est peut-être autant moi que le personage masculin.” (2)

De meeste films van de Contes Moraux-cyclus waren door Rohmer reeds vroeger in literaire vorm weergegeven en ook zijn andere films zijn naar eigen zeggen afgeleid uit ‘oude’ ideeën (zo zou het basisidee van La femme de l’aviateur  reeds uit 1945 dateren). Wat het literaire en schijnbaar oubollige taalgebruik (“je veux brûler d’amour” zegt Arielle Dombasle in Pauline à la plage) verklaart. Maar het wijst er ook op dat Rohmer zijn onderwerpen en personages vooral uit zijn verbeelding haalt.

MA NUIT CHEZ MAUD

Rohmer ziet zichzelf als een musicus en zijn Contes Moraux-cyclus als zes symfonische variaties op een vast tema: “Je varie le motif initial, le ralentis ou l’accélère, l’allonge ou le rétrécis, l’étoffe ou I’épure“. (3) Telkens bevindt een man zich tussen twee vrouwen en telkens is de reaktie verschillend omdat het individu konventioneel (L’amour l’après-midi), puriteins (Ma Nuit chez Maud), liberteins (La Collectionneuse, Le Genou de Claire), koel, warm, gereserveerd, naïef, jong, oud, ervaren, … is.

In de Comédies et proverbes-cyclus worden die verschillen binnen de films naar meerdere personen toe vertaald: François en Lucie in La femme de l’aviateur, Sabine en Clarisse in Le beau mariage, Pauline en Marion in Pauline à la plage, Louise en Remy in Les nuits de la pleine lune. Bij dit spel van combinaties en confrontaties ziet Rohmer zich als een soort chemicus die dingen bijeenvoegt en reacties ‘ontdekt’. Hij is de auteur van een ‘oeuvre’ en in die zin er persoonlijk bij betrokken (maar hij ziet dit niet als een vorm van exhibitionisme, wat zijn hoger geciteerde uitspraken verklaart).

PAULINE A LA PLAGE

Het mag misschien allemaal veel drukte om iets futiel lijken maar deze situering van Eric Rohmer als ‘auteur’ laat ons toe twee misverstanden i.v.m. zijn films uit de wereld te helpen. Ten eerste, de personages zijn nooit een spreekbuis van Rohmer (wat van belang is voor de ‘betekenis’ die men aan zijn films’ wil toeschrijven). En ten tweede, Róhmer is niet primordiaal geinteresseerd in het gepraat dat hij toont. Wie wil weten wat Rohmer bezighoudt en bezielt, moet zijn films als een totaliteit zien.

Zoals Rohmer zelf zegt: “Ni le texte du commentaire (n.v.d.a. bij de Contes Moraux), ni celui des dialogues ne sont mon film: ils sont choses que je filme, au même titre que les paysages, les visages, les démarches, les gestes. Et si vous di tes que la parole est un element impur, je vous ne suis plus: elle fait partie, tout comme l’image, de cette vie que je filme. Ce que je ‘dis’, je ne le dis avec des mots. Je ne le dis pas non plus avec des images, n’en déplaise à tous les sectateurs d’un cinéma pur, qui ‘parlerait’ avec ses images comme un sourd-muet le fait avec ses mains. Au fond, je ne dis pas, je montre. Je montre des gens qui agissent en parlent. C’est tout ce que je sais faire; mais là est mon vrai propos. Le reste, je veux bien, est litérature.” (3)

LA FEMME DE L’AVIATEUR

On ne saurait penser à rien – La femme de l’aviateur

Vanaf de eerste ‘aflevering‘ van de Comédies et proverbescyclus, La femme de l’aviateur, confronteert Rohmer de kijker rechtstreeks met de personages en het gebeuren. Er is geen tussenpersoon, geen verteller meer die zichzelf of de anderen analyseert. Het is aan de kijker om zelf te interpreteren.

Rohmer biedt ons het volgende schema: twee mannen worden tussen twee vrouwen geplaatst, student François tussen Anne en de jonge Lucie en Christian tussen Anne en zijn zwangere vrouw; Anne is het contactpunt van de twee driehoeken. La femme de l’aviateur is een briljant spel met structuren waarbij auteur Rohmer zijn pionnen in deze komedie verschuift om het effekt uit te testen. De personages hebben geen gewetensproblemen, hun motivatie is eenvoudig: Anne wil niet huwen omwille van een slechte ervaring, Christian blijft bij zijn vrouw omdat hij van haar houdt. Maar het blijven personages die gemakkelijk uit balans geraken, dat voel je (al gebeurt het niet in het verhaal).

PAULINE A LA PLAGE

Zoals meestal is Rohmer niet geïnteresseerd in de invloed van de respectievelijk maatschappelijke of sociale posities op de emoties of relaties van de personages (4). Het feit dat Frany ’s nachts werkt en Anne overdag wordt wel als basisgegeven aangebracht maar blijkt geen invloed te hebben. Centraal staat de ‘quête de la vérité‘ van François. Het verhaal begint wanneer hij ’s morgens Christian samen met Anne uit haar appartement ziet komen. Hij volgt de man door Parijs en ontmoet daarbij de jonge studente Lucie.

Wanneer ze Christian met een andere vrouw bij een advocaat zien binnenstappen beginnen François en Lucie naar ‘verklaringen’, verhaaltjes, te zoeken. Want François is geobsedeerd door ‘de waarheid’, het allerbelangrijkste voor hem is de overgang van onwetendheid naar kennis te maken (en daarvoor wordt de verbeelding gebruikt, het spel gespeeld). Maar zoals de ‘waargenomen’ feiten bedrieglijk zijn, zo zitten ook de geconstrueerde verhaaltjes vol fouten en leugens. De realiteit is het ’toneel’ van leugens en illusies, de ‘komedie’ benadert misschien nog het dichtst de waarheid.

LES NUITS DE LA PLEINE LUNE

Fundamenteel hierbij is dat men de zoektocht naar de waarheid niet moet zien als een door Rohmer naar voor geschoven noodzakelijk iets. Het is gewoon een bestaande ‘drang’ die hij toont. Meestal wordt het ook verbonden met jaloezie, uiting van een onbevredigd verlangen. In Pauline á la plage is de waarheid trouwens wel emanciperend voor Pauline maar blijkt Marions passie even versterkend.

Van gepassioneerde, overtuigde personages gaat overigens steeds een grote kracht uit in films van Rohmer. Denken we maar aan de scène uit L’amour l’après-midi waarin de hoofdpersoon zich verbeeldt dat hij met een talisman alle voorbijgangsters zodanig kan beïnvloeden dat ze stante pede verliefd op hem worden. Wat allemaal lukt tot een niet laat verleiden omdat “haar gevoelens voor haar verloofde te groot zijn.”

LE BEAU MARIAGE

Désir et discours – Le Beau Mariage

In Le Beau Mariage biedt Rohmer ons andermaal geen sociologische of psychologische studie, geen zoektocht naar antecedenten (het enige wat we van de personages weten is wat ze zelf verklaren en zoals gebruikelijk zijn die uitspraken wel waardevol en veelzeggend maar niet noodzakelijk waarheidsgetrouw) of feiten. Alleen de motivatie is van tel, en zowel bij Sabine als Edmon wordt die pas in extremis duidelijk, wanneer we het parcours van de film gevolgd hebben.

Het hoofdpersonage van Le Beau Mariage, Sabine, breekt haar relatie met Simon af omdat ze niet kan verdragen dat hij ook nog een familie heeft. “Je vais me marier” zegt ze en ze gaat op zoek naar een gepaste kandidaat echtgenoot. Of dat nu wel of niet écht haar verlangen is laat Rohmer in het midden. Net zoals hij verbergt dat Sabine eigenlijk geen kans maakt om haar verlangen te realiseren. Rohmer laat de kijker hierdoor twijfelen, hopen: misschien lukt het toch. Het is Eric Rohmer om deze spanning te doen.

LES NUITS DE LA PLEINE LUNE

Niet zozeer om het verhaal en de afloop (want dat ligt eigenlijk allemaal al vast). En het is evenmin het voorgestelde verlangen (in dit geval een verwisselbare noodkreet) dat van belang is, wel de voorstelling van het verlangen (de manier waarop de personages vragen, eisen). En die voorstelling is steevast theatraal, het verlangen wordt gespeeld, is mimetisch. Niet toevallig wijst advocaat Edmond Sabine’s huwelijksvoorstel af omdat zij zo zijn ‘rol’ ingepikt heeft, wat hij kamoefleert met ‘ik wil wel, als het mijn idee is’.

Net zoals in La femme de l’aviateur kan men in Le Beau Mariage een cyclische constructie/evolutie opmerken. De personages veranderen niet, lossen niets op, ze doorlopen een verhaal maar komen weer op hetzelfde punt uit. De ‘moraal van de historie’ wordt geïmpliceerd in de beginsituatie, in de basisgegevens (de manier waarop Sabine zich aan haar “je vais me marier“-uitspraak vastklampt bvb.), in de proverbe. Zoals het débacle van Louise in Les nuits de la pleine lune reeds in de beginspreuk bevat is: “Qui a deux femmes perd son áme, qui a deux maisons perd sa raison.”

LES NUITS DE LA PLEINE LUNE

Une image peut en cacher une autre – Pauline á la plage

Pauline á la plage is Eric Rohmers meest lichtvoetige film en wordt ook bevolkt door zijn meest onbenullige personages. En dat is geenszins een verwijt. Eenvoud is immers pas echt grote kunst en de zgz. oninteressante personages zijn des te interessanter als (film)onder-werpen. Men moet beslist het buskruit niet uitgevonden hebben om door te hebben dat de personages die elkaar op en rond het strand van een badstadje ontmoeten een rol spelen, een masker ophebben. De spontaniteit is daarvoor te gekunsteld, de openhartigheid te geforceerd, de uitspraken te hol. De personages hebben een verleden achter zich (afgebroken relaties), ze zijn beschikbaar en willen verleiden. Ze willen ‘erin vliegen’, al is niet zo duidelijk waarin.

Net als in La femme de l’aviateur is er in Pauline la plage een jaloers individu dat streeft naar een vatbare en aantoonbare waarheid. Pierre is verliefd op Marion die het eerder voor Henri heeft. Op een middag ziet hij in een raamkader van Henri’s huis een naakte vrouw. Maar Henri ziet hij niet zodat deze Marion een ‘fout’ verhaal kan vertellen. Pierre streeft ernaar ‘de waarheid’ aan het licht te brengen. Hij wil a.h.w. Henri mee in het kader plaatsen, zoals Lucie (voor François) tevergeefs probeerde met Christian en zijn zuster in La femme de l’aviateur.

LES NUITS DE LA PLEINE LUNE

Want jaloerse individuen als Pierre en François (La femme de l’aviateur) weten dat het meest gevreesde beeld dat van een geliefde persoon in de armen van ‘een ander’ is. En via dergelijke schok-terapie willen ze de geliefde terugwinnen. Een zoals Henri (Pauline á la plage) terecht opmerkt hardvochtig opzet waarvan François (La femme de l’aviateur) dan weer moet vaststellen dat het eerder averechts werkt. Henri en Pierre zijn wel elkaars gelijke wat betreft verwaandheid: zowel leugen als waarheid geven hen een gevoel van superioriteit, van macht. Wanneer Pauline uiteindelijk de waarheid verzwijgt aan -Marion ziet ze af van een mogelijke ’triomf’ maar beschermt ze Marion en versterkt ze zichzelf: “qui trop parle, il se mesfait” luidt de spreuk van de film niet toevallig.

Liberté et leurre – Les Nuits de la pleine lune

Net zoals in La femme de l’aviateur en Pauline à la plage is er in Les Nuits de la pleine lune andermaal een problematisch beeld. Maar daar waar in de vorige films een element buiten beeld was, is nu een heel beeld ‘buiten beeld’. Het betreft een plan waarin we Octave iemand zien opmerken zonder dat we het corresponderend tegenshot te zien krijgen. Octave geeft daarbij een foute, of liever onvolledige, ‘gesproken’ weergave (hij kan van de vrouw eigenlijk enkel de kleding schetsen) die pas aan het slot opgehelderd, gecorrigeerd wordt.

LES NUITS DE LA PLEINE LUNE

Les Nuits de la pleine lune verschilt echter wel van de vorige Comédies et proverbes-films door zijn koele grijze look. De monotonie van het modernistische decor is daarbij zowat de weerspiegeling van de grijze liefdesrelatie van een kleinburgerlijk koppel. De allesoverheersende kleur is blauw grijs: de onpersoonlijkheid, banaliteit en het conformisme straalt van kleding, decors en randstedelijke straatbeelden.

Opvallend is ook dat het overdadig gepraat nu tot één personage beperkt blijft: Octave (die zijn eigen ‘puntige uitspraken’ noteert, Rohmer is niet ontbloot van enige zelfironie). Louise praat zonder veel overtuiging over haar ‘vrijheid’ (waardoor men dadelijk merkt dat er stront aan de knikker is), Remy herhaalt steevast zijn monotone liefdesverklaringen, Basten beweegt zich enkel maar, Camille is niet erg entoesiast in haar rol als bemiddelaar in het koppel Remy-Louise. Er wordt dan ook relatief weinig gepraat, men neemt enkel posities in op een nogal verkrampte wijze.

LA FEMME DE L’AVIATEUR

Louise geeft aanvankelijk de indruk dat zij haar leven wel kan regisseren (zoals ze haar flat in Parijs-stad kan decoreren) maar al snel verliest ze de controle en wordt ze gewoon acteur, slachtoffer. Ze beklaagt er zich over dat ze het centrum van haar bestaan niet kan vinden. Net zoals Sabine in Le Beau Mariage is Louise op zoek naar haar ‘eigen’ huis: daar waar Sabine er’ geen heeft, heeft Louise er teveel (twee nl.). Qui a deux maisons, perd sa raison. Want wat ontbreekt is een ankerpunt. Het morele ankerpunt dat de personages in de Contes Moraux hadden.

En daar nauw mee verbonden: de eigen identiteit. Want de fundamentele zoektocht is niet die naar de waarheid, maar wel die naar de individuele identiteit. En die identiteit, dat ‘ik’ is ondeelbaar (vandaar de symboliek van “qui a deux femmes, perd son áme“). Men hoeft er Freud en Lacan niet voor gelezen te hebben om te weten dat dit ‘ik’, deze identiteit, voornamelijk gevormd wordt in de jeugd (nadat het onderscheid ik/de wereld is gemaakt). Rohmer refereert dan ook met allerlei details naar Louise’s jeugd: strips, speelgoed, roze boekjes. Terwijl zowel Remy (die door haar herhaaldelijk terechtgewezen wordt) als Octave (met zijn grote verbeelding) bepaald infantiele karaktertrekken hebben.

LE BEAU MARIAGE

Eric Rohmer heeft schijnbaar weinig sympathie voor het milieu dat hij weergeeft. De leefwereld van de personages is grijs en onpersoonlijk (de openings- en slotbeelden – a.h.w. shot en tegenshot – spreken boekdelen), hun bekrompendheid is tergend. Bastien is beperkt tot moto, saxo, dodo; Octave’s zelfingenomenheid en ‘Parijse’ mentaliteit zijn ergerlijk; Remy straalt een middelmatigheid en vervelende ‘eerlijkheid’ uit. De zucht naar modernisme, de zelfverklaarde vrijheid, het schijnbaar ontspannen gedrag: deze ‘nieuwe’ kleinburgerlijkheid wordt door Rohmer op genadeloze wijze geschetst.

Deze afkeer van wat vaak omschreven wordt als het-modernisme is een uiting van. Rohmers (christelijke) visie op onze maatschappij. Waarbij hij het niet (zoals Bresson bvb.) over een zonde(val) heeft (een metafysisch iets) maar wel over een gebrek, een falen, een fout (en hier komt de ‘moraal’ om de hoek piepen). Traditionele waarden (waarmee het individu ook een moeilijke relatie had, zie de Contes Moraux) zijn verdwenen en vervangen door een louter illusoire vrijheid. Het geluk is zoek. Aan’t eind van Les nuits de la pleine lune wordt Louise eenzaam in het grijze bestaan gestuurd. Maar zij is wel het enige personage dat niet onsympatiek en onbenullig overkomt zodat dit eerder een les en een ontsnapping dan een straf is. Alleen is het paradijs zoek. Paradise Lost.

IVO DE KOCK

(Artikel verschenen in Andere Sinema)

LA FEMME DE L’AVIATEUR

VOETNOTEN

  1. Le Monde, 24/3/83.

  2. Cahiers du Cinéma, n° 346, avril 1983.

  3. Eric Rohmer, Lettre á un critique, La Nouvelle Revue française, mars 1971, opgenomen in: Le goût de la beauté, Cahiers du Cinéma, Editions de l’Etoile, Paris, 1984.

  4. Rohmer zegt hierover (2): “Je l’écoute délibérément parce que je me sens pas capable de la traiter. Les sujets que je prends excluent cette question; si j’avais a aborder la politique, je le ferais peut-être non dans un scénario original, mais par le biais d’une oeuvre déjà existante. I1 y a un peu de politique dans Perceval.”

LES NUITS DE LA PLEINE LUNE van Eric Rohmer. Scenario: Eric Rohmer. Fotografie: Renato Berta. Muziek: Elli et Jacno. Montage: Cécile Decugis. Dekor: Pascale Ogier. Produktie: Margaret Menegoz – Les Films du Losange/Les Films Ariane. Vertolking: Pascale Ogier, Fabrice Luchini, Tchéky Kario, Christian Vadim, e.a. Frankrijk, 1984, kleur, 102 min.

LE BEAU MARIAGE

L

Pascal – Pensees

Leave a comment