Interview Koen Mortier: “Ik ben bij ‘Engel’ puur voor de liefde gegaan”

aug 17, 2018   //   by Ivo De Kock   //   actueel, Algemeen, drama, film, genre, interview, regisseur  //  No Comments

ENGEL

Een nieuwe film maken en vaststellen dat hij vertrouwd oogt. Het overkwam Koen Mortier. Met Ex Drummer wou hij de kijker pissed maken, met 22 mei ongerust. ”Ik wou dat toeschouwers zich vragen stelden,” zegt Mortier, “ik wou ze in iets betrekken en wat er woedt in Sams hoofd van tastbaar maken. ENGEL is contemplatief en heeft weinig te maken met mijn andere films maar toch is het dezelfde filmtaal. Dat heeft me altijd gefascineerd. Toen Ex Drummer af was viel me op hoe sterk die leek op mijn kortfilm A Hard Day’s Work terwijl er toch 9 jaar publiciteit tussen zat. Je stijl als filmmaker blijft blijkbaar toch wat hetzelfde.”

KOEN MORTIER

Je schreef telkens het scenario voor je films, maar tweemaal koos je voor een boekverfilming. Brusselmans bij Ex Drummer en Dimitri Verhulst bij ENGEL.

“Ik lees al zeer lang heel graag. Als jonge gast moest ik van mijn ouders elk weekend studeren en omdat ik niet veel te doen had las ik veel. Door dat geniepig lezen ging er een deur voor mij open. Toen ik startte met films te maken begon ik tijdens het lezen na te denken over hoe het boek verfilmd kon worden.”

Als Ex Drummer al een a-filmisch boek was, dan is ‘Monoloog van iemand die het gewoon werd tegen zichzelf te praten’ dat zeker.

“Dat gaf me de creatieve vrijheid er iets mee te doen. De liefdestragedie die erin zit sprak me aan, ik wou iets met een sterke vrouw maken en de Senegalese protagoniste is dat zeker. Ik heb het geluk gehad dat ik naar Senegal ben kunnen gaan toen Stephan Vanfleteren daar bezig was. Dankzij hem en zijn collega-fotograaf Servaas Van Belle, die acht jaar in Senegal woonde, leerde ik het land kennen. Daar kwam ik mijn gazelle tegen. Een meisje van 24, mooi en moslim. Overdag liep ze gesluierd rond maar ’s avonds kwam ze met een pruik en een korte rok als prostituee uit haar kamer. Ze was superintelligent, arrogant, taalvaardig, heel ironisch. Haar dubbele kant sprak me aan, het is geen cliché prostituee en evenmin een slachtoffer, ze is sterk.”

ENGEL

De gazelle van ENGEL is geen bedriegster, ze levert Thierry’s telefoon braafjes in.

“Ik ben puur voor de liefde gegaan. De veronderstelling is mogelijk het totaal tegenovergestelde van de realiteit maar ik vertrok van de vraag: wat als die nu allebei stapelverliefd op elkaar zijn. Diefstal introduceren maakt dat kapot, je moet tot de laatste seconde blijven geloven dat ze verliefd zijn op elkaar. Hij laat haar gaan om haar te sparen. Thierry weet al lang dat hij gaat sterven en beslist ‘ze moet dat hier niet meemaken’. Uit liefde.

Ik wou het reële verhaal van Frank Vandenbroucke niet brengen. Toen ik het boek las dacht ik niet, ‘dat is het verhaal van Vandenbroucke’. Voor mij is Vandenbrouckes verhaal gans zijn leven. Dat is een bijna Shakespeariaanse tragedie, heel interessant maar ik wou die biopic niet maken. In het boek zag ik gewoon een verhaal waar ik als filmer iets mee kon doen. Met name het losweken van de realistische elementen en het in een andere richting sturen. De richting van irrealisme en het idee van waanzinnige liefde.”

ENGEL

De locatie vertelt mee het verhaal.

“Ik wou een tunnel creëren, de personages onderdompelen in een bloederig, zweterig hol. Daardoor verdwijnt ook de lijn tussen haar leven en zijn leven. Er is ook een groot verschil tussen het hotel van de toerist en het hotel waar hij met het meisje belandt. Het plafond, de muren en de themakleur rood zijn belangrijk en heb ik samen met dop Nicolas Karakatsanis en Art Director Geert Paredis gefabriceerd. Ik wou een organisch geheel creëren. Door te werken met heel lange shots maken we de tijd surreëel. We duwen de kijker zo in de film, als een personage.

Vertrekkende van het idee dat acteurs 360° vrijheid krijgen maakten we plannetjes. Voor Nicolas betekende het dat hij geen lampen kon zetten en dat zijn camera in functie van de vrijheid van de acteurs acteerde. Normaal werkt men omgekeerd maar ik vind het interessanter dat acteurs hun ding kunnen doen. De camera volgt en benadrukt bepaalde momenten. Bijvoorbeeld wanneer we beslissen heel dicht te gaan of juist heel ver te gaan. Je maakt plannen met een wirwar van pijltjes die niemand meer snapt al blijft het duidelijk wat het idee is. Op de set laat ik de acteurs wat technisch wandelen, Nicolas begint die wirwar van pijltjes na te bootsen en op een bepaald moment kom je tot wat je wou hebben. De sfeer en de kleur laat ik aan Nicolas. Door de kleurrijke sfeer in Senegal hebben we gekozen voor film, omdat de digitale beeldtechniek deze kleuren niet zo mooi absorbeert. Die vettige sfeer kon enkel met pellicule worden weergegeven.”

IVO DE KOCK

Brussel, 3 juli 2018

(Artikel verschenen in FILMMAGIE, n° 687, september 2018, Mortier)

ENGEL

Leave a comment