William Friedkins The Exorcist: De duivel als superheld

apr 25, 2018   //   by Ivo De Kock   //   actueel, dvd, film, Friedkin, genre, horror, regisseur  //  No Comments

THE EXORCIST

“Het verhaal kan je aanzetten om je waardensysteem, en zelfs je geestelijke gezondheid, in vraag te stellen.” Zo leidt William Friedkin op dvd de oorspronkelijke versie van The Exorcist in. Een uitspraak die je zou kunnen afdoen als promotie retoriek of paranoïd gebazel. Ware het niet dat boek en film begin jaren zeventig behoorlijk wat hysterie teweeg brachten. Voor het publiek werd The Exorcist een verontrustende emotionele ervaring die bleef nawerken. Nazinderen zelfs. Volgens Friedkin omdat de film krachtig en realistisch wijst op het bestaan van, goede en kwade, spirituele krachten in het universum.

THE EXORCIST

William Peter Blatty wou aanvankelijk enkel een verslag schrijven van een in 1949 ‘waar gebeurde’ duiveluitdrijving. Hij stuitte echter op verzet en bedacht daarop in 1971 het fictieve verhaal van een twaalfjarig meisje dat demonisch bezeten geraakt. De symptomen: hysterische uitbarstingen, ongewone kracht, ongecontroleerd schelden, braken en spuwen, verplaatsen van objecten en laten zweven van het eigen lichaam. De poging van Father Merrin om samen met Father Karras de duivel uit de jonge Regan MacNeil te drijven, verandert het verhaal in een dramatische confrontatie tussen goed en kwaad, een bovennatuurlijk conflict met realistische roots. De priesters betalen het succes van hun exorcisme met een aardse prijs: het eigen leven.

THE EXORCIST

Het boek werd een bestseller, de film twee jaar later een heuse box office kraker. Niet geheel toevallig. The Exorcist raakte immers enkele gevoelige snaren. Het probleemkind en het centrale moeder-dochter duo wezen op het uiteenvallen van het gezin, hoeksteen van het normale bestaan. De duivel die een stem dubt en een lichaam als scherm gebruikt staat uiteraard voor het kwaad, maar reveleert ook de angst voor mechanische processen in de menselijke geest. De link tussen een exotische en gewone locatie (respectievelijk een Iraakse archeologische site en een westerse stadswoning) appelleerde aan fascinatie en angst voor het onbekende. De film drijft bovendien op een uitstekende cast, een uitgekiende score met een intelligent gebruik van zowel stilte als geluid, een perfect geritmeerde montage en een juiste dosering van effecten. The Exorcist veroorzaakte ongewild een golf horrorfilms in de jaren zeventig-tachtig en inspireerde tal van cineasten (David Fincher en M. Night Shyamalan zijn de meest recente voorbeelden). En de film bevestigde de reputatie die William Friedkin met The French Connection had opgebouwd.

THE EXORCIST

Er klonken ook heel wat kritische stemmen. Dat sensatiezucht en effectenjagerij onterechte verwijten waren, is overduidelijk voor wie de film nu (her)ontdekt. Maar ambiguïteit is en blijft een terechte beschuldiging. Meer nog, dubbelzinnigheid was essentieel in het bevorderen van de hypnotische charme die van deze duivelse opera uitging. The Exorcist voert de dichotomie wetenschap/geloof op zonder een standpunt in te nemen, laat theologische thema’s onuitgewerkt en sluit af met een open einde dat twijfel laat bestaan over de afloop van de strijd tussen goed en kwaad. De ambiguïteit van de film was eigenlijk een weerspiegeling van het conflict tussen de cynische paranoia van William Friedkin en het religieus moralisme van William Peter Blatty. Dat emotie het haalde op boodschap bij de release van 1973, was eigenlijk een overwinning voor Friedkin. Het commercieel succes bevestigde zijn gelijk. Voor producent Warner konden miljoenen kijkers geen ongelijk hebben.

THE EXORCIST

Daarom leek een gewijzigde versie van The Exorcist ondenkbaar. Ook al omdat een reeks vervolgen en imitaties (The Heretic, The Omen, The Entity) ongeloofwaardig en onovertuigend waren. Blatty bleef wel beweren dat Friedkin het hart uit de film had gelaten door enkele scnes te verwijderen. Maar de regisseur zag het anders. Hij had de scènes niet enkel uit de film gehaald om de speelduur in te korten en het tempo te bewaren. Nee, Friedkin vond dat de verwijderde scènes overbodige herhalingen waren en/of te veel verklaarden. Kortom, scnes die een voorgekauwde conclusie er in ramden i.p.v. subtiel reflectie te bevorderen. Cinema is voor Friedkin eerst en vooral een emotionele ervaring, maar ook iets dat de kijker provoceert, inspireert en aanzet tot nadenken. Het feit dat The Exorcist ook na meer dan 25 jaar nog steeds werkt, houdt volgens de regisseur verband met “hetgeen waarmee je als kijker na de film blijft zitten.” En de ambiguïteit van de film laat toe dat “mensen uit The Exorcist halen wat ze er zelf in steken”.

THE EXORCIST

Het is dan ook opmerkelijk dat William Friedkin zich door een aandringende William Peter Blatty uiteindelijk toch heeft laten overhalen <. Na 27 jaar wordt The Exorcist heruitgebracht met een opnieuw gemixte soundtrack én 11 minuten toegevoegd beeldmateriaal, maar zonder nieuwe effecten (de ‘spiderwalk‘ van Regan en enkele subliminale duivelsbeelden werden wel bewerkt). Volgens Friedkin moest hij in 1998 bij het herbekijken van het verdwenen materiaal toegeven dat Blatty gelijk had. Of juister: dat hij geen bezwaren meer had tegen de herintroductie van de scnes in de film. En dat laatste zaait twijfel omtrent de motivatie van Friedkin. Wou hij van het gezeur van Blatty af ? Of zag hij de kans om zijn (na Blue Chips, Jade en Rules of Engagement) slabakkende carrière een nieuwe impuls te geven? Wat er ook van zij, een ‘director’s cut’ is deze 2000-versie van The Exorcist nièt.

THE EXORCIST

Vraag is bovendien of het niet beter zou geweest zijn om het toegevoegde ma $teriaal te gebruiken als extra of alternatieve versie bij een dvd-release. Want een fundamentele verbetering is de heropname van het verwijderde materiaal niet echt. De digitale versterking van het op zich al unieke geluid van de film is wèl efficiënt. Wind, voetstappen en de met een mix van geluiden samengestelde stem van de duivel accentueren de dreiging. Geluidseffecten versterken de spanning. In het eerste deel van de film is er weinig nieuws te bespeuren. Behalve twee pre-credit plans die fungeren als voorbode: een nachtelijk beeld van ‘het’ huis (waar het licht uitgaat) en een close-up van het Maria-beeld dat later getekend zal opduiken.

THE EXORCIST

De eerste toegevoegde scènes zijn meteen belangrijk: Regan wordt medisch onderzocht, dokter Klein moet passen op het vlak van verklaringen en schrijft dan maar medicijnen voor. Opmerkelijk is dat er op dat ogenblik nog weinig mis lijkt met de ‘hyperkinetische’ Regan, wat overmedicatie (en foute geneesmiddelen) tot een mogelijke (deel)verklaring maakt. In ieder geval wordt duidelijk dat Regan vooral een slachtoffer is, een speelbal van zowel medici als bovennatuurlijke krachten. Later zal ook een psycholoog niet in staat blijken de toestand van Regan te vatten.

THE EXORCIST

De sleutel ligt niet in lichaam of geest. Na een reeks verschijningen (subliminale duivelsbeelden die aan de oppervlakte komen) volgt een onnatuurlijke stunt van Regan: omgekeerd, op handen en voeten loopt ze als een spin de trap af en stopt enkel om bloed te spuwen. Ook nieuw: Karras die het taalgebruik van Regan (voor en na) analyseert, de theologische verklaring van Merrin voor het gedrag van de duivel (voorheen zwegen de priesters) en een epiloog waarin Father Dyer (vriend van Karras) politieman Kinderman geruststelt.

THE EXORCIST

Het resultaat is dat onheilspellende stiltes verdwijnen, een eenduidige verklaring opduikt en de verontrustende onzekerheid van een wankel slot vervangen is door een meer harmonisch einde. Het is allemaal wat overduidelijk (herhalingen én verklaringen) en té geruststellend (happy i.p.v. open end). Terwijl enkel de introductie van Dr. Klein iets toevoegt aan de film. William Friedkin bewijst dat hij in 1973 gelijk had. En dat de herwerking van 2000 een vergissing is. Al blijft The Exorcist natuurlijk een sterke film en een mijlpaal in de fantastische cinema.

IVO DE KOCK

(Artikel verschenen in Film & Televisie)

 

THE EXORCIST: reg. William Friedkin. sce. & pro. William Peter Blatty naar zijn eigen roman. fot. Owen Roizman. muz. Jack Nitzsche. mon. Evan Lottman & Norma Gay. act. Ellen Burstyn (Chris MacNeil), Max von Sydow (Father Merrin), Lee J. Cobb (Lt. Kinderman), Regan (Linda Blair), Kitty Winn (Sharon), Jack MacGowran (Burke Dennings), Jason Miller (Father Karras), William O’Malley (Father Dyer), Barton Heyman (Dr. Klein), e.a. / U.S.A., 1973, 131 min. (versie 2000). dis. Warner

THE EXORCIST

Leave a comment