Mark Hermans The Boy in the Striped Pyjamas: Kinderlijke onschuld volstaat niet in een schuldige volwassenenwereld
“Ik die er was begrijp het niet” schreef Elie Wiesel over de gruwel van de concentratiekampen. Dat de Holocaust ‘onvoorstelbaar’ blijft, illustreert Mark Hermans adaptatie van John Boyne’s roman ‘The Boy in the Striped Pyjamas’, waarin een naïeve achtjarige avonturier lang blind blijft voor de horror die zijn verbeelding niet kan vatten.
Door kinderogen ziet de wereld er anders uit. Van dat gegeven vertrekt Mark Herman (Brassed Off, Little Voice) om via een fabel te peilen naar de impact van vooroordelen, haat en geweld op onschuldige kinderen. “Jeugd wordt afgemeten via geluiden, smaken en waarnemingen; voor de donkere tijd van de rede start” stelt John Betjemen in het citaat waarmee de film begint. Wat volgt, is een verhaal verteld vanuit het standpunt van Bruno, een achtjarige Duitse jongen die opgroeit tijdens WO II. Bruno houdt van avonturenverhalen en ziet zichzelf als een ontdekkingsreiziger.
Wanneer hij in het spoor van zijn vader, een gepromoveerde nazi-officier, verhuist naar een grijs en strak huis op ‘het platteland’ (een metaforische gevangenis) ontdekt hij vanuit zijn raam een reële gevangenis, een concentratiekamp dat in zijn ogen een ‘boerderij’ is waar landbouwers ‘gestreepte pyjama’s’ dragen. De aantrekkingskracht van deze mysterieuze plaats vergroot doordat zijn ouders hem verbieden ze te benaderen. Via een donker bos belandt Bruno bij een prikkeldraad. Aan de andere kant bevindt zich een Joodse jongen. Shmuel wordt een vriend terwijl Bruno’s thuiswereld alsmaar vijandiger wordt.
Met een vader wiens sadisme door het geciviliseerd pantser barst, een sinistere luitenant die vleesgeworden haat is, een oudere zus die wordt meegesleurd door nazipropaganda en een moeder die hysterisch reageert wanneer ze de jobinhoud van haar man ontdekt en de betekenis van de opstijgende zwarte rook vermoedt. In die donkere ouderlijke woning maakt Bruno kennis met zaken die hij niet kan plaatsen. Aangezien hij beeld en werkelijkheid niet kan onderscheiden zorgt een propagandafilm over de ‘gezellige kampen’ voor verwarring.
En aangezien de mechanismen van autoritaire machtsuitoefening hem ontgaan, creëert het verraden van Shmuel (en hun vriendschap) alleen maar een schuldgevoel bij Bruno. Om dat goed te maken treedt hij in Shmuels universum, zonder te beseffen hoe gevaarlijk de wereld achter de prikkeldraad wel is.
Wat The Boy in the Striped Pyjamas tegelijk fascinerend en problematisch maakt, is dat de cineast onze suspension of disbelief zowel oproept als ondergraaft. Herman dwingt ons in het point of view van een naïeve jongen die de stap naar “de donkere tijd van de rede” niet kan en wil zetten, die de kwaadaardigheid van zijn vader verdringt en een realiteit gebaseerd op discriminatie en haat inruilt voor een fantasie gestoeld op gelijkheid en vriendschap. Waardoor Bruno de dreiging uitgaande van de haat die zijn leefwereld vervormde mist, en hij in een tragische conclusie de waarheid aan de lijve moet ondervinden.
Maar dit sprookje over de absurditeit van de Holocaust ressorteert ook een melodramatisch effect dat de illusie doorbreekt. Door de kloof tussen besef van het onafwendbare einde en sympathie voor de op de kracht van liefde vertrouwende onschuldige jongen die in de geest van de kijker leeft, treedt zowel betrokkenheid als vervreemding op. Wel even mee met de held die zijn kinderlijke staat bewaart te midden van de gruwel, maar verzetten ons tegelijk tegen de naïeve verblinding die leidt tot een hallucinant slot.
Een einde dat het nachtmerrieachtige karakter van vele sprookjes pijnlijk evident maakt. De emotionele mokerslag plaatst de bedrieglijke ‘normaliteit’ van de nazi’s in een ander licht. Want misschien schuilt het werkmansachtige kwaad waarover Hannah Arendt schreef, ook in onze samenleving. En dient kinderlijke onschuld te worden aangevuld met wijsheid. Fantasie kan immers moeilijk zonder geheugen.
IVO DE KOCK
(Artikel verschenen in FILMMAGIE, n° 595, mei-juni 2009)
THE BOY IN THE STRIPED PYJAMAS: drama / reg. Mark Herman / sce. Mark Herman naar de John Boyne / fot.Benoît Delhomme / mon. Michael Ellis / muz. James Horner / act. Vera Farmiga (Elisa, Bruno’s moeder), David Thewlis (Bruno’s vader), RupertFriend (luitenant Koller), David Hayman (Pavel), Asa Butterfield (Bruno),Jack Scanlon (Shmuel), Amber Beattie (Gretel) / pro. David Heyman
/ USA-UK / 2008 / 94’ / dis. Disney