De documentaire als verhaal: De wereld is vreemder dan we kunnen verzinnen
Dag na dag blijkt dat de wereld waarin we leven vreemder is dan we kunnen verzinnen. Vandaar onze fascinatie voor documentaires; non-fictie films die een element van die wereld en het mens-zijn belichten. Documentaires die informeren, verrassen, prikkelen, amuseren en tot nadenken stemmen met een heel eigen blik op de werkelijkheid.
“Alles wat beweegt op een scherm is cinema” zei Jean Renoir. Een uitspraak die sommigen interpreteerden als “alles is fictie” en anderen als “alles is documentaire”. Volgens Jean-Luc Godard ligt de waarheid in het midden: “Alle grote fictiefilms neigen naar de documentaire, alle grote documentaires naar fictie. Wie begint met het ene eindigt noodzakelijk bij het andere”. Het zette Chris Marker aan om n.a.v. zijn documentaire Le Joli Mai te verklaren dat “de realiteit zelden zo verzonnen diende te worden”. Waarmee hij verwees naar het fantaseren van een werkelijkheid om een diepere waarheid te onthullen. Dat is precies wat een hele reeks hybride films, van The Blair Witch Project over PROJECT NIM tot PARANORMAL ACTIVITY 4, trachten te doen.
Hybride realiteitsfictie
Deze fictieverhalen in een documentair jasje doen de grens tussen cinema en realiteit vervagen. In een informatiesamenleving die in het teken staat van beeldcultuur zet hybride realiteitsfictie het problematische karakter van film in de verf. Met ‘Hoe meer we zien, hoe minder we begrijpen’ als onderliggende gedachte. Het helpt dat deze films goedkoop te produceren en makkelijk te marketen zijn, maar hun kracht ligt in het feit dat ze aansluiten bij het gevoel van twijfel, onzekerheid en onmacht dat leeft bij het publiek. Hybride realiteitsfictie voedt zich met de verwarring die ze belicht.
Vaak om te entertainen (PARANORMAL ACTIVITY 4), soms om toeschouwers aan het denken te zetten. Zo maakte Christian Johnston in 2004 (lang voor Bigelows Zero Dark Thirty) September Tapes, een found footage film over de zoektocht naar Osama Bin Laden. “Door het mengen van fictie en realiteit hou je de kijker alert,” stelt hij, “je zorgt ervoor dat ie nadenkt over wat echt is en wat niet, in deze film en bij uitbreiding in àlle nieuws- en filmbeelden. Het is beter zich vragen te stellen dan zich zomaar een ‘waarheid’ te laten opsolferen”.
Ook James Marsh combineert in Man on Wire en PROJECT NIM reconstructies met een waar verhaal. “Er bestaat discussie over maar ik vind als documentairemaker reconstructies verantwoord,” aldus Marsh, “bovendien, zelfs al werk je met materiaal van bewakingscamera’s, bij het monteren grijp je in. Wanneer je een film maakt is het niet meer echt, je vertelt een verhaal. Je plicht als regisseur is trouw te blijven aan dat verhaal en het op de best mogelijke manier te vertellen. Ik maak geen observatiefilms die de echte tijd volgen, ik maak geconstrueerde ficties dus waarom zou ik geen scènes reconstrueren”.
Voor found footage documentaires is het probleem dat ze enkel functioneren dankzij een zeker mysterie en suspension of disbelief. Het gaat om valse documentaires, mockumentaries die bij het verliezen van hun geloofwaardigheid ook hun geladenheid kwijtspelen. Dat humor een perfecte remedie is bewijst Frédéric Sojchers HITLER À HOLLYWOOD, een ludieke fabel over een documentairemaakster die op het spoor komt van een complot via fragmenten van een ‘verloren’ verboden film. Voor Sojcher zet een hybride film een stap in de richting van een nieuw soort cinema: “Een film is interessant wanneer hij bijzonder is. Elke generatie moet een nieuwe manier vinden om films te maken. Dat gebeurde met de Nouvelle Vague en kan nu weer gebeuren dankzij digitalisering. We moeten nieuwe narratieve vormen en mise en scène’s uitvinden, zonder het plezier van de toeschouwer te verminderen”.
Documentaire waarheid
De geschiedenis van de documentaire is zo oud als die van film. De eerste ‘bewegende beelden’ waren per definitie documentaire beelden. Ze werden in 1895 geprojecteerd in een Parijs café door Auguste en Louis Lumière. De broers vertoonden een korte film waarin de aankomst van een trein in het station van La Ciotat te zien was. Volgens de legende liepen de toeschouwers in paniek de zaal uit. Overtuigd als ze waren dat de aanstormende trein hen zou verpletteren.
Deze anekdote maakt duidelijk dat film aanvankelijk zo ‘nieuw’ was dat het de wetten van de fysica leek te tarten. De naïviteit van een publiek dat niet in staat was realiteit en weergave te onderscheiden, is ondertussen definitief weg. Het hedendaagse publiek is die onschuld al lang kwijt en weet dat het niet alles kan/moet geloven wat het ziet, dat beelden niet noodzakelijk overeenstemmen met de realiteit. Toch leeft ook het verlangen naar een kijkplezier verbonden met “het zich laten vangen door beelden”.
De broers Lumière omschreven hun filmspektakels als films d’actualité, terwijl tijdgenoot Georges Méliès met zijn films fantastiques vooral het imaginaire wou belichten. Zijn fictieverhalen verbeelden een verzonnen werkelijkheid terwijl de Lumières tonen wat er bestaat. Een eeuw later vertoeft fictie in het Méliès-universum terwijl non-fictie teruggrijpt naar de Lumières. De moderne technologie helpt beide strekkingen. Enerzijds zorgen gesofisticeerde speciale effecten ervoor dat de mogelijkheden van fictie onbeperkt zijn; anderzijds maakt de nieuwe technologie (met lichtere en goedkopere camera’s) het veel eenvoudiger om met een camera de realiteit vast te leggen.
Bijna iedereen kan nu documentaires maken – onafhankelijke cineasten draaien zonder veel middelen cinéma vérité docs genre 5 BROKEN CAMERAS, STAND VAN DE STERREN en AI WEIWEI: NEVER SORRY – en een camera gebruiken om dingen te laten zien (terwijl mainstream fictie mensen doet dromen) maar de belangstelling voor deze non-fictie varieert. Zo was de hybride realiteitsfictie een tijdje hot maar de tegenstrijdige krachten twijfel en geloof, ontluistering en mythologisering, deden fascinatie omslaan in onverschilligheid. Tijd voor iets nieuws dus.
De revival van het portret
Nadat de documentaire jarenlang in de ban leek van het uittesten van de grenzen tussen fictie en realiteit, tussen waarneming en verbeelding, tekent zich recent een nieuwe tendens af. Een terugkeer naar documentaires die een verhaal vertellen. Het verhaal van de aarde (DE AARDE VANUIT DE HEMEL) of het leven (DAVID ATTENBOROUGH’S FIRST LIFE) maar vooral ook het verhaal van aardbewoners met een markant leven. Het lang als te didactisch beschouwde documentaire portret is terug van weggeweest.
Modeiconen, dictators, dissidente kunstenaars, auteur-cineasten, boksers, muzikale artiesten, dichteressen, dove en blinde vrouwen, bijenhouders en fotografen worden het onderwerp van documentaires die sterk verschillen van benadering, toon en stijl. Het nerveuze ARMADILLO (het verhaal van een jonge militair in heksenketel Afghanistan) heeft weinig gemeen met de contemplatieve slow cinema-parel PLANET OF SNAIL (een bespiegeling over een bestaan zonder zicht en gehoor).
KLITSCHKO schetst het portret van twee broers, de Oekraïeense zwaargewichten Vitali en Wladimir Klitschko. “Ik wou het verhaal achter de bokskampioenen vertellen,” preciseert regisseur Sebastian Dehhardt, “zonder de donkere kant te vergeten”. Door er vooral ook verhaal van broederliefde van te maken transformeert hij zijn documentaire in een trip door de geest van de broers. “We creëerden tegelijk afstand en nabijheid,” stelt Dehhardt, “ze lieten ons van dichtbij filmen en persoonlijk worden. De emotie vertelt alles over hun relatie”.
Getuige het moment waarop Vitali een hartaanval lijkt te gaan krijgen tijdens het gevecht van zijn broer. Intimiteit wil echter niet zeggen kritiekloosheid. Dehhardt beseft dat drama gebaat is met negatieve elementen en focust niet op chronologie: “Een film die de broers ophemelt zou saai zijn. Niemand is geinteresseerd in een opsomming van hun overwinningen. KLITSCHKO is meer het verhaal van een groeiproces met veel hindernissen”.
Om verhelderende en dramatische portretten te schetsen dienen documentairemakers in te grijpen en verder te gaan dan een droog feitenrelaas. Er is geen informatie nodig maar ‘bewerkte’ informatie. Geen informatie die op informatie wordt gelegd maar informatie die de context onthult, die een nieuw licht op dingen werpt. Volgens Hubert Sauper (Darwin’s Nightmare) “kan film als een radiografie werken. Niet enkel iemand laten zien maar ook wat in hem zit”. Dat is wat Alison Klaymon doet met AI WEIWEI: NEVER SORRY, haar portret van de Chinese kunstenaar en dissident Ai Weiwei. Ze toont niet enkel hoe de charismatische kunstenaar mensen mobiliseert via kunst en sociale media, ze focust ook op de repressie van de overheid en de impact daarvan. Tegelijk toont ze hoe familie- en politieke geschiedenis verstrengeld kunnen geraken.
Andrei Ujica pakt het totaal anders aan. Daar waar Klaymon voor verheldering zorgt via interviews en duiding, laat de Roemeense cineast in THE AUTOBIOGRAPHY OF NICOLAE CEAUSESCU de beelden letterlijk voor zich spreken. De film opent met de beroemde procesbeelden uit 1989 van het echtpaar Ceasescu, kort voor hun executie. In een gigantische flash-back, als een soort absurde herinnering van de dictator, zien we dan aan de hand van officiële opnamen en familiebeelden hoe de voormalige boerenzoon zich opwerkt tot absoluut heerser. Zonder commentaar en zonder verduidelijking van de chronologie serveert de cineast ons een tragikomisch fresco dat zowel de tijdsgeest als de propagandamachine blootlegt. Maar tegelijk ook laat zien hoe een heerser als acteur én regisseur vormgeeft aan de werkelijkheid.
Veel conventioneler van opzet zijn WOODY ALLEN: A DOCUMENTARY en DIANA VREELAND: THE EYE HAS TO TRAVEL. In de documentaire van Robert B. Weide worden leven en werk van acteur-regisseur Woody Allen geschetst aan de hand van interviews, filmclips en commentaren. De monotome reeks getuigenissen wordt enkel onderbroken door enkele leuke interventies waarmee Allen zijn imago bevestigt van komiek die doodsbang is voor de dood, van clown wiens zotskap amper tragiek en pessimisme verbergt.
De biografische documentaire van Lisa Immordino Vreeland is dan weer een kritiekloze ode aan Diana Vreeland, die als hoofdredacteur van Haper’s Bazaar en Vogue van mode een kunstvorm maakte. In interviews versterkt Vreeland enkel haar imago van visionaire vrouw met oog voor schoonheid en ontwijkt ze vragen naar haar gevoelsleven (de gespannen relatie met haar moeder). Maar haar lijfspreuk is duidelijk: “Geef de mensen niet wat ze willen, geef ze wat ze niet weten dat ze willen”.
Behoorlijk old school is het portret dat Annette Apon schildert van dichteres Henriette Roland Holst in DROOM EN DAAD. Ze reconstrueert aan de hand van oud filmmateriaal, teksten van Holst en eigen commentaar de periode waarin Holst van compagnon de route van de arbeidersbeweging (na een ontluisterend bezoek aan de Sovjetunie) evolueert tot politiek dakloze. Met de nadruk op het zoeken en de twijfel van een bijzondere vrouw, haar aarzeling tussen droom en daad.
Documentaire speurtochten
Fotograaf Raymond Depardon onderzoekt in JOURNAL DE FRANCE tijdens een road trip de parallel tussen zijn carrière en de geschiedenis van zijn land. Terwijl geluidsvrouw Claudine Nougaret snuffelt in nooit vertoonde beelden speurt een met zijn busje door Frankrijk tuffende Depardon naar treffende landschapsbeelden. Zonder veel commentaar want Depardon is een zwijgzaam man die spreekt met beelden.
Een heel andere tocht is die van Alex Gibney en Alison Ellwood. MAGIC TRIP reconstrueert aan de hand van teruggevonden beeldmateriaal de in LSD gedrenkte roadtrip dwars door Amerika die schrijver Ken Kesey en zijn vrijgevochten beat vrienden (waaronder Jack Kerouacs vriend en icoon van de beat generation Neal Cassidy) in 1964 ondernamen met hun gammele, psychedelisch geschilderde bus (door Tom Wolfe beschreven in ‘The Electric Kool-Aid Acid Test’). Resultaat is een sfeervol tijdsdocument.
De muzikale trip NEIL YOUNG JOURNEYS bewijst dat originaliteit en creativiteit werkwoorden zijn. Volgens regisseur Jonathan Demme is het “een hybride film, een documentaire met geweldige optredens”. Het is het derde deel van een drieluik gestart met Neil Young: Heart of Gold, een gestileerde documentaire gebouwd rond de bestudeerd in beeld gebrachte songs van Neil Young. “We wilden terug naar de oorsprong van countrymuziek,” stelt Young, “een eerbetoon aan hoe dat eruitzag en hoe dat voelde. Het ging om de ziel van muziek”.
Zijn volgende show was volgens Demme “heel emotioneel en filmisch door de manier waarop Neil beweegt en de personages die hij aanneemt als hij zingt, we gingen voor een heel andere benadering, planden helemaal niets, de cameralui filmden hoe ze maar wilden. Neil Young Trunk Show was de antithese van Heart of Gold”. Heel bewust want Young en Demme vallen niet graag in herhaling, elke film moet zijn eigen, unieke identiteit hebben. Toen Young uitpakte met een nieuwe show – solo, met nieuwe songs en een nieuwe technologische benadering – zag Demme “weer een prachtige kans om een film te maken die niet leek op de andere twee. Nu konden we geen andere muzikanten filmen, we konden alleen Neil in beeld brengen”.
In NEIL YOUNG JOURNEYS ligt de nadruk op Neil en zijn songs, zijn verhalen. Volgens Young filmt Demme “iemand die zingt over dingen die belangrijk zijn voor hem en de wereld om hem heen. Op magische wijze zoomt hij in op een live optreden van een band maar je kijkt slechts naar één persoon en je hoort verder niets. Er is geen muziekband, je zit er middenin. Je zit in de tonen en je kunt opgaan in het geluid. Het is een fantastic voyage inside a guitar”. Een tocht die filmisch wordt gecreëerd. DOP Declan Quinn werkt met close-ups van Youngs gezicht wanneer hij zingt.
Waardoor hij aangeeft waar de stem vandaan komt en illustreert hoe Young opgaat in zijn performance en personage. Resultaat is een emotioneel geladen intimiteit. “Op een bepaald moment was Neil zo kwaad dat zijn spuug op de lens terechtkwam,” zegt Demme, “normaal zou dat het shot verzieken maar ik vond het schitterend, het goedkoopste special effect in de filmgeschiedenis maar ook het meest emotionele”. Omdat het iets zegt over Youngs gedrevenheid: “Neil zingt niet zomaar een song, hij gaat op in een personage en vanuit dat perspectief vertelt hij zijn verhaal”. Demme voegde er dan ook graag een experiment aan toe. Hij besloot met Young rond te rijden en zijn reacties vast te leggen. Spannend want “je weet niet wat hij gaat doen of zeggen”.
Demme filmde bewust elk nummer anders: “We willen begrijpen waarover Young praat en de filmische poort van elke song zijn”. Want de tocht draait rond muziek. Wanneer men Young eraan herinnert dat hij niet altijd benaderbaar was om gefilmd te worden, in Woodstock weigerde om gefilmd te worden en zelfs cameralui bedreigde, reageert hij eerst met een kwinkslag: “Ja, ik ben een laatbloeier”. Om snel weer ernstig te worden: “Ze stonden in de weg. Het ging over ons en het publiek de camera verprutste alles. Bovendien speelden Crosby, Stills en Nash voor de camera, niet voor de muziek”.
IVO DE KOCK
(Artikel verschenen in FILMMAGIE, n° 634, april 2013)
DE AARDE VANUIT DE HEMEL; Yann Arthus-Bertrand; F 2008; 480′; FILM: ** / EXTRA’S: 0; dis. Just Entertainment
AI WEIWEI: NEVER SORRY; Alison Klayman; USA 2012; 91′; met Ai Weiwei, Danging Chen; FILM: *** / EXTRA’S: 0; dis. Living Colour
THE AUTOBIOGRAPHY OF NICOLAE CEAUSESCU; Andrei Ujica; Roem 2010; 180′; met Nicolae Ceausescu; FILM: *** / EXTRA’S: 0; dis. Lumière
DAVID ATTENBOROUGH’S FIRST LIFE; Martin Williams; GB 2010; 174′; met David Attenborough; FILM: * / EXTRA’S: 0; dis. BBC Earth
DIANA VREELAND: THE EYE HAS TO TRAVEL; Lidz Immordino Vreeland; USA 2011; 86′; met Diana Vreeland; FILM: * / EXTRA’S: * (documentaires); dis. Homescreen
DROOM EN DAAD; Annette Apon; N 2012; 73′; FILM: *** / EXTRA’S: 0; dis. Filmfreak
HITLER À HOLLYWOOD; Frédéric Sojcher; B 2011; 87′; met Maria de Medeiros, Micheline Presle; FILM: *** / EXTRA’S: *** (kortfilm, interview, documentaire); dis. Cinematek
JOURNAL DE FRANCE; Raymond Depardon & Claudine Nougaret; F 2012; 100′; met Raymond Depardon; FILM: **** / EXTRA’S: 0; dis. Lumière
KLITSCHKO; Sebastian Dehhardt; D 2011; 113′; met Vitali & Wladimir Klitschko; FILM: ** / EXTRA’S: ** (documentaires); dis. Universal
MAGIC TRIP; Alex Gibney & Alison Ellwood; USA 2011; 107′; met Ken Kesey, Jack Kerouac; FILM: *** / EXTRA’S: 0; dis. Filmfreak
NEIL YOUNG JOURNEYS; Jonathan Demme; USA 2012; 84′; met Neil Young; FILM: **** / EXTRA’S: *** (documentaire, interviews); dis. Sony
PARANORMAL ACTIVITY 4; Henry Joost & Ariel Schulman; USA 2012; 97′; met Kathryn Newton, Katie Featherstone; FILM: * / EXTRA’S: * (documentaire, verwijderde scènes); dis. Paramount
PROJECT NIM; James Marsh; GB 2011; 93′; FILM: **** / EXTRA’S: 0; dis. Filmfreak
WOODY ALLEN: A DOCUMENTARY; Robert B. Weide; USA 2011; 192′; met Woody Allen, Diane Keaton; FILM: * / EXTRA’S: * (interview); dis. TwinPics
IDFA BOX: 5 BROKEN CAMERAS; Emad Burnat & Guy Davidi; Pal-F-Israël 2011; 90′; FILM: *** / EXTRA’S: 0 (documentaire); ARMADILLO; Janus Metz; Den 2010; 100′; FILM: ** / EXTRA’S: 0; COLONY; Carter Gunn & Ross McDonnell; USA-Irl 2009; 82′; FILM: *** / EXTRA’S: 0; PLANET OF SNAIL; Seung-Jun Yi; Kor-Fin-Jap 2011; 87′; FILM: ** / EXTRA’S: 0; STAND VAN DE STERREN; Leonard Retel Helmrich; N 2010; 119′; FILM: **** / EXTRA’S: 0; dis. Filmfreak