Het hysterisch materialisme van The Marx Brothers
De Marx Brothers waren immens populair in de 20ste eeuw en hun iconische status brokkelde amper af maar toch krijgen hun komedies minder kritische waardering dan die van Chaplin of Keaton. Gelukkig kunnen we nu ook op Blu-ray de hilarische slapstick, de absurde grappen, de onsterfelijke wisecracks en de virtuoze stunts van de broers herontdekken.
Geen carnaval feestje gaat voorbij zonder dat iemand rondloopt met een Groucho snor en bril. Vreemd want The Marx Brothers maakten in het eerste deel van de 20ste eeuw slechts een handvol films en hun laatste, geflopte, Marilyn Monroe komedie Love Happy dateert al uit 1949. Maar Groucho, Chico, Harpo en (in mindere mate) Zeppo geraakten zodanig verstrengeld met populaire cultuur dat zelfs mensen die nooit een Marx Brothers film zagen hen meteen herkennen.
Dankzij de Blu-ray release van de vroege ‘Paramount’ films kan een nieuwe generatie filmliefhebbers de link leggen met hun typetjes en hun door een anarchistische spirit gedreven absurde slapstick. Een combinatie van kwetsende wisecracks, visuele grappen en levendige fysieke actie. De oneerbiedige personages die ze na jarenlang boetseren op de planken loslieten op het filmpubliek waren gekke individuen in een overdreven ernstige wereld. Groucho herinnert er als Otis B. Driftwood in A Night At The Opera aan dat “in een contract van de Marx Brothers niet staat dat je normaal moet zijn”. Hun gags drukken, met acties die pleiten voor leven in totale vrijheid, een radicale levenshouding uit. Terwijl hun nietsontziende anarchistische humor behoorlijk subversief is.
Paradoxaal genoeg grapte de Britse koningin Elizabeth II, toch het soort autoriteitsfiguur waar de broers de draak mee steken, bij haar tachtigste verjaardag in 2006 “Zoals Groucho Marx ooit zei ‘Ouder worden is geen probleem, je moet gewoon lang genoeg leven’.” De houding van de broers _ die de consumptiemaatschappij parodieerden maar ook commercials draaiden en dure villa’s kochten – was natuurlijk ook dubbel.
Maar het nihilisme dat professor Flagstaff in de satire Horse Feathers propageert met “Whatever it is, I’m against it” zet ook bespotte figuren uit de wind. Juist omdat alles en iedereen geviseerd wordt. Toch is de absurde humor van de ongepolijste Paramount films The Cocoanuts, Animal Crackers, Monkey Business, Horse Feathers en Duck Soup ingegeven door een lak aan respect voor traditionele waarden en gezag. De gags zijn gewoon ‘te gek’. Van de “money will never make you happy and happy will never make your money” speech van de hotelbaas in The Cocoanuts over de verstekelingen in Monkey Business die met een gestolen paspoort in de hand via een lied willen bewijzen dat ze Maurice Chevalier zijn tot het zingende oorlogskabinet in Duck Soup.
Vijf, vier, drie broers
Aanvankelijk waren ze met vijf, de Amerikaanse-joodse zonen van Sam en Minnie Marx die hun carrière als komiek startten op de bühne: Groucho (1890-1977), Harpo (1888-1964), Chico (1887-1961), Zeppo (1901-1979) en Gummo (1992-1977). Weinig succesvol tot Groucho, Harpo en Chico een komisch team vormen. Dat levert twee hits op, shows die de eerste films van The Marx Brothers werden. Wanneer de opnamen van The Cocoanuts en Animal Crackers starten is Gummo al gestopt maar neemt Zeppo de rol van romantische aangever op zich. De vier Marx Brothers scoren met Monkey Business en Horse Feathers maar hun beste film uit deze Paramount periode, de satire over dictators en oorlog Duck Soup, sloeg niet aan.
Sein voor een gefrustreerde Zeppo om op te stappen. Toen waren er nog drie Marx Brothers die voor verschillende studio’s (MGM, Warner) met wisselend succes komedies als A Night at the Opera, A Day at the Races, At the Circus, Go West, The Big Store en A Night in Casablanca maakten. Na het Love Happy debacle volgde enkel inspiratieloos televisiewerk. Wanneer The Marx Brothers in 1977 worden opgenomen in de Motion Picture Hall of Fame is dat te danken aan stokoud materiaal.
Ook het filmfestival van Cannes blikte in 1972 terug. Toen hij een speciale prijs ontving uit de handen van de Franse minister voor Cultuur Robert Favre Le Bret verscheen de 77-jarige Groucho als Marxpersonage op het toneel. Compleet met snor, bril en sigaar. Onbewogen onderging hij een ellenlange speech. Tot hij de minister plotseling onderbrak met een nadrukkelijke handdruk, signaal dat voor hem de ceremonie voorbij was. Een lachsalvo en staande ovatie volgden. Groucho had met succes een gag uit A Night at the Opera hernomen. De als piloten vermomde broers saboteren daarin op identieke wijze een receptie van de New Yorkse burgemeester.
Een hecht komisch team
“De Marx Brothers stonden van jongs af aan op de planken,” zegt criticus Yves Alion in zijn introductie, “de broers vormden een echte ’troep’ en kregen jaren om hun materiaal uit te testen. Stap voor stap ontwikkelden ze hun eigen taal, humor en personages. Hun twee eerste films, The Cocoanuts en Animal Crackers, werden geperfectioneerd op Broadway. Aanvankelijk zijn ze nog niet mee met filmtechniek en werken ze met mindere Hollywood regisseurs. Dat gaf vrijheid.“Men zei niet ‘Harpo kom binnen en doe dit en dat’,” aldus Groucho,”maar gewoon ‘Harpo kom binnen’.’ Harpo was er om zijn ding te doen, de camera om te registreren. Meer niet.”
Een filmcarrière was niet de grote droom van de Marx Brothers. “Hun Broadwaysucces prikkelde filmproducenten,” stelt Alion, “de broers hunkerden niet naar cinema.” Dat blijkt uit hun debuut The Cocoanuts dat draait rond een eenvoudig verhaal (de Marx Brothers runnen een hotel in Florida en dwarsbomen een juwelenroof) en werd opgenomen met een vaste camera. Voor de Marx Brothers was cinema aanvankelijk niet meer dan een theatrale opvoering waar toevallig een camera aanwezig was.
Ook film twee Animal Crackers, over de chaos tijdens het feest voor ontdekkingsreiziger Captain Spaulding, werd niet in Hollywood maar in de New Yorkse wijk Astoria opgenomen. Monkey Business, waar de broers clandestiene passagiers van een schip zijn, was de eerste met Hollywood materiaal en in de studio gedraaide film. De drie eerste, commercieel succesvolle, films waren vingeroefeningen maar bleven volgens Alion in de annalen “omdat de Marx Brothers hun persoonlijkheid op de films drukken.
Vier persoonlijkheden want bij de Paramount films is kleine broer Zeppo nog van de partij. Groucho is de meest taalvaardige, de sluwste en de machtigste. Hij manipuleert iedereen en in het bijzonder Margaret Dumont die er vanaf The Cocoanuts haast altijd bij is. Visueel valt hij met op een sigaar in de mond en een zwartgemaakt snor en wenkbrauwen. De stomme Harpo staat voor het kinderlijke naïviteit, maar hij is ook destructief en snijdt alles wat hij tegenkomt kapot. Chico bemiddelt met zijn Italiaans accent tussen zijn broers terwijl Zeppo de serieuze ‘jeune premier’ is.
Alles draaide om ’team Marx’, de broers vormden een hecht team dat werkte omdat iedereen complementair was en besefte dat het geheel meer is dan de som van alle delen. Hun humor was rebels, oneerbiedig en uitdagend. In tegenstelling tot de gecontroleerde Chaplin schuilt er in die humor een zekere waanzin. “Verwoestende waanzin,” preciseert Alion, “in Chaplins onhandigheid zat rancune tegenover de maatschappij, bij Keaton keerde het toeval zich tegen hem maar de Marx Brothers zijn anarchisten die de wereld vernietigen. Daar waar Karl Marx staat voor historisch materialisme staan de Marx Brothers voor hysterisch materialisme. Harpo wil alles opeten, Chico alles vernietigen en Groucho alles op zijn kop zetten. Ze geven kletsen aan iedereen in onze plaats, ze wreken zich en respecteren niets.” Kortom, een surrealistische wervelwind die doet denken aan Tex Avery’s ook al anarchistische animatie.
Marx Brothers spelen Marx Brothers
Horse Feathers is hun meest furieuze film. Op brutale, satirische wijze wordt de draak gestoken met een universiteit die enkel sportieve ambities heeft. Dat leidt tot absurde, visuele scènes zoals die waar heel veel volk zich in een kleedkamer wringt. De Marx Brothers zijn op hun best in een gesloten omgeving waar hun verbale en fysieke humor, hun ironie en agressiviteit optimaal tot hun recht komen. Het unieke aan de Marx Brothers is dat ze enkel de Marx Brothers (kunnen) spelen.
Dat ze veelzijdig zijn blijkt uit Duck Soup waar Groucho als dictator omwille van een rijke weduwe een oorlog ontketent. Regisseur Sam Wood, een specialist van burleske cinema en screwball komedies, bewaart het evenwicht tussen fysieke humor en maatschappijkritiek. Vooral de manier waarop Rufus T. Firefly aan de macht komt is ontluisterend en zorgt ervoor dat Duck Soup even scherp is als Chaplins The Great Dictator.
“Humor is niet enkel grappen maken maar ook met het mes tot op het bot gaan en de absurditeiten van de wereld blootleggen,” onderstreept Alion die “een wrede en stoute film” ziet. “Alle films van de Marx Brothers zijn een collage, maar dit is een coherente collage.” Een briljante spiegelscène waar Groucho eerst door Harpo en dan Chico geïmiteerd wordt, herwerkt een oude circusact die Max Linder al recycleerde. Maar dat stoort de Marx Brothers niet. Ze samplen zonder verpinken klassieke gags omdat komieken volgens hen vaklui zijn en geen auteurs.
Voor Ridicule-regisseur Patrice Leconte zijn de Marx Brothers “een knotsgekke, iconoclastische bende die met alles de draak stak. Niet om te provoceren maar uit vrolijke respectloosheid. Hun personages lagen in de lijn van hun persoonlijkheid, Marx Brothers speelden altijd Marx Brothers, ook in het echte leven. Dat blijkt uit hun correspondentie en memoires.” Leconte vreest dat deze ongeleide projectielen nu geen vrijheid meer zouden krijgen maar betreurt ook dat ze geen regisseurs zijn tegengekomen die hun energie beter hadden gekanaliseerd. Maar “wat inspirerend was aan de Marx Brothers en wat veel energie heeft gegeven aan cineasten is het besef dat niets onmogelijk is en dat alles toegelaten is.”
De filosofie van de Marx Brothers is die van Heraclitus: “alles stroomt, niets is blijvend.” In Monkey Business herinnert immigrant Groucho de kapitein eraan dat “de aandeelhouder van gisteren de verstekeling van vandaag is.” Ook de identiteit van de broers is verwisselbaar. In Duck Soup gebruiken Chico en Harpo een valse snor en sigaar om Groucho te ‘spelen’ en in een spiegelscène moet die laatste heksentoeren uithalen om imitatie van reflectie te onderscheiden.
Dat heeft er alles mee te maken dat men zich in het Marx Brothers universum, met de juiste props, een identiteit kan aanmeten. De kapiteinspet volstaat om kapitein te zijn, de dokterstas om geneesheer te zijn. Logisch aangezien de broers zelf hun persoonlijkheid ontlenen aan een manifest kunstmatige vermomming – een valse snor, een opvallende pruik of een toneeljas – aangevuld met stereotiep, repetitief gedrag.
Marx Brother zijn is een attitude (wild, gek, komisch) en een rol. Daardoor kan de kijker meespelen in dit satirisch poppenspel. Een spel gedreven door een anarchistische spirit. Met of zonder kritische blik. Gevraagd naar de profetische politieke boodschap van Duck Soup relativeerde Groucho Marx. “We were just four Jews trying to get a laugh. I don’t think the word art, which happens to be my son’s name, has ever come up in my thoughts or my conversations.” Maar om Groucho te parafraseren: “I still insist dat het marxisme van de broers filmkunst is.”
IVO DE KOCK
(Artikel verschenen in FILMMAGIE, n° 682, februari 2018)
THE 4 MARX BROTHERS AT PARAMOUNT 5-DISC BLU-RAY COLLECTIE: THE COCOANUTS: Robert Florey & Joseph Santley, USA 1929; 96′; met Groucho, Harpo, Chico & Zeppo Marx, Margaret Dumont; FILM: *** / EXTRA’S: *** (interview acteurs-regisseurs Eric Judor et Ramzy Bédia ‘La passion du burlesque’, introductie Yves Alion); ANIMAL CRACKERS: Victor Heerman, USA 1930, 97′; met Groucho, Harpo, Chico & Zeppo Marx, Margaret Dumont; FILM: **** / EXTRA’S: * (introductie Yves Alion)); MONKEY BUSINESS: Norman McLeod, USA 1931; 77′; met Groucho, Harpo, Chico & Zeppo Marx, Harry Woods; FILM: **** / EXTRA’S: ** (‘Sam Marx, figurant d’un jour’, introductie Yves Alion); HORSE FEATHERS: Norman McLeod, USA 1932; 68′; met Groucho, Harpo, Chico & Zeppo Marx, Thelma Todd; FILM: **** / EXTRA’S: * (introductie Yves Alion); DUCK SOUP: Leo McCarey, USA 1933; 68′; met Groucho, Harpo, Chico & Zeppo Marx, Margaret Dumont; FILM: **** / EXTRA’S: *** (interview regisseur Patrice Leconte ‘Souvenirs de gens formidables’, introductie Yves Alion); dis. ESC Editions (4K gerestaureerde originele versies, Franse ondertiteling). Een Britse versie met andere extra’s is beschikbaar bij Arrow.
THE 3 MARX BROTHERS 6-DISC DVD COLLECTIE: A NIGHT AT THE OPERA: Sam Wood, USA 1935; 96′; met Groucho, Harpo & Chico Marx, Margaret Dumont; FILM: **** / EXTRA’S: **** (commentaar Leonard Maltin, documentaire, tv-optreden Groucho, kortfilms); A DAY AT THE RACES: Sam Wood, USA 1937; 111′; met Groucho, Harpo & Chico Marx, Margaret Dumont; FILM: **** / EXTRA’S: **** (commentaar Glenn Mitchel, nieuwe documentaire, kortfilms, muzikaal fragment); AT THE CIRCUS: Edward Buzell, USA 1939; 87′; met Groucho, Harpo & Chico Marx, Margaret Dumont; FILM: *** / EXTRA’S: ** (cartoon, kortfilm); GO WEST: Edward Buzell, USA 1940; 77′; met Groucho, Harpo & Chico Marx, Diana Lewis, John Carroll; FILM: *** / EXTRA’S: ** (cartoons); THE BIG STORE: Charles Kiesner, USA 1941; 80′; met Groucho, Harpo & Chico Marx, Margaret Dumont, Tony Martin; FILM: *** / EXTRA’S: *** (cartoon, kortfilm, audiomusical, verwijderde scènes); A NIGHT IN CASABLANCA: Archie Mayo, USA 1946; 85′; met Groucho, Harpo & Chico Marx, Lois Coiller; FILM: *** / EXTRA’S: ** (cartoon, kortfilm); dis. Warner.