Edgar Wrights Baby Driver: Coole popcorn juke-box mèt personages
Deborah: “Sometimes all I want to do is head west on 20 in a car I can’t afford with a plan I don’t have – just me, my music, and the road.” Baby: “I’d like that, too.” Baby Driver is een popcorn actiefilm die er van droomt een road movie te zijn.
Volgens critici grossiert Edgar Wright in parodieën maar zelf ziet de Britse filmmaker het anders. “Hot Fuzz (2007) is géén parodie maar een eerbetoon aan dat soort cinema” benadrukte hij bij de release van de politiekomedie die samen met zombiekomedie Shaun of the Dead (2004) en sciencefictionkomedie The World’s End (2013) zijn Britse ‘Cornetto-trilogie’ (omdat het iconische ijsje de rode draad is) vormt. Zijn compleet oncynische liefde voor genrecinema en popcultuur viel in de smaak van nerdy filmliefhebbers verlekkerd op coole slagroom- en suikercinema. Maar ook regisseurs vonden Wright wel ‘gaaf’. Zombiemeester George A. Romero haalde de loftrompet boven en ook William Friedkin klonk lyrisch. “Ik heb de meest onderhoudende en originele film in jaren gezien: Baby Driver” zei de cineast die uitvergrote versies van zijn The French Connection en To Live and Die in L.A. autoachtervolgingen ontdekte in Wrights jongste popcorn actiefilm.
Het waren de chases in Hot Fuzz die Wright op het spoor van de gangsteractiefilm zette en niet Drive. Al deelt hij een referentiefilm met Nicolas Winding Refn: Walter Hills The Driver (1978), met Ryan O ‘Neal als stille vluchtautochauffeur. Alleen wordt die in existentiële crisis verkerende koele protagonist een warme romantische held, een getraumatiseerde adolescent, en laveert Baby Driver tussen actie en muzikale komedie.
Baby is een aan tinnitus leidende jongeman die de ruis in zijn oren verdringt door continu naar muziek te luisteren. Ook wanneer hij fungeert als wheel man voor een groep overvallers geleid door Kevin Spaceys (uiteraard) diabolisch vertolkte Doc. Baby brengt bij elke meeting koffie mee voor elk bendelid maar houdt zich zwijgzaam op de achtergrond. Het enige wat hij goed (héél goed) kan is het cool en snel besturen van een vluchtauto. Een door zijn tirannieke substituutvader Doc opgedrongen job die hij achter zich wil laten. Om ongestoord voor zijn dove pleegvader te zorgen en een toekomst op te bouwen met een dienster die werkt in een diner verankerd in zijn verleden.
Wrights cinema is problematisch. Aan de minkant zijn er verhalen die dreigen te verzanden in zijn geliefde genreconventies of riskeren gekaapt te worden door filmreferenties. Aan de pluskant is er de outsiderblik van de regisseur en de tijd die hij neemt om personages te ontwikkelen. In Baby Driver worden alle boeven enigszins uitgediept maar vooral het door Ansel Elgort vertolkte Baby krijgt emotionele en existentiële diepgang.
Via muziek doet Wright ons in het hoofd van deze introverte en autistische jongeman duiken. De soundtrack die Baby voor zichzelf (en via de film ook voor ons) samenstelt, en via zijn oordopjes en iPod constant beluistert, beschermt hem tegen een gewelddadige wereld en pijnlijke herinneringen. Songs weerspiegelen zijn gemoed en vertellen het verhaal van het trauma dat zijn coming-of-age afremt: de herinnering aan het dodelijke auto-ongeval dat een einde maakte aan het leven van zijn ouders en aan een gewelddadig gezinsleven dat hij ook al met oortjes afblokte.
Voor het eerst ontwikkelt Wright via een creatief stijlmiddel een protagonist met echte gevoelens. De frenetieke Baby is constant (al dan niet met gierende banden) on the run, hij ontvlucht gevoelens van pijn en angst verbonden met zijn verleden én zijn toekomst. Daardoor neigt Baby Driver naar een existentieel drama over een solitaire jongere die worstelt met de leegheid van zijn bestaan en de oppervlakkigheid van de samenleving.
Maar Wright mist de kans om echte diepgang te creëren. De auditieve kortverhalen die Baby bijeen sampelt op cassettes krijgen geen meta-functie, de muziek levert eerder een popcorn juke-box dan een musical op en het drama zegt niets over de wereld, geweld, liefde en de condition humaine. Baby Driver blijft een Cornetto. Een heerlijk maar al te snel smeltend ijsje.
IVO DE KOCK
(Artikel verschenen in FILMMAGIE, n° 682, februari 2018)
BABY DRIVER: Edgar Wright, GB-USA 2017, 112′; met Ansel Elgort, Kevin Spacey, Lily James, Elza Gonzalez, Jamie Foxx, Jon Hamm; extra’s: verwijderde scènes, documentaires; FILM: *** / EXTRA’S: ***; dis. Sony.