Billy Wilder: Een brutale én tedere koning van de komedie

nov 19, 2017   //   by Ivo De Kock   //   actueel, Algemeen, portret, regisseur  //  No Comments

BILLY WILDER

De beste komedie aller tijden? Volgens het American Film Institute is dat het uit 1959 daterende Some Like it Hot. De regisseur van deze absurde misdaadkomedie met Marilyn Monroe, Jack Lemmon en Tony Curtis? Billy Wilder (1906-2002), door acteur William Holden omschreven als “een brein vol scheermesjes en een hart vol schaamteloze brutaliteit”. Deze ‘scherpte’ leverde de Oostenrijks-Amerikaanse regisseur-scenarist een reputatie op van een cynicus die flirt met het vulgaire en die met plezier overal tegen aan schopt. Ten onrechte, humor bevat bij deze winnaar van zes Oscars niet enkel provocatie en bitterheid maar ook tederheid en romantiek.

SOME LIKE IT HOT

Is Some Like it Hot (1950) een zwarte komedie? “Nee, gewoon een film”. Voor welk soort cinema sta je? “Ik maak geen cinema, ik maak films”. Moet een regisseur kunnen schrijven? “Nee, maar het helpt wanneer hij kan lezen”. Was je nerveus toen je aan opnamen begon? “Nooit, alleen wanneer ik voor een wit blad zat werd ik zenuwachtig”. Waarom koos je zelden voor een expressief camerastandpunt? “Ik heb er een gloeiende hekel aan als men een scène filmt vanuit een kachel, alsof men Sinterklaas is”.

Dat Billy Wilder een grapjas én een no-nonsense filmmaker was wordt overduidelijk voor wie Cameron Crowe’s interviewboek ‘Conversations with Wilder’ doorneemt. Tegelijk valt op dat hij toeschouwers ernstig nam maar zichzelf veel minder. Het is geen toeval dat zijn films vooral dankzij het publiek tot klassiekers uitgroeiden. Critici volgden veel later en bombardeerden hem postuum tot wat hij bij leven niet wou zijn: een auteur.

THE APARTMENT

Samen met Ernst Lubitsch (To Be or Not to Be), Joseph Manckiewicz (All about Eve), Max Ophüls (Lola Montès), Otto Preminger (Laura) en Erich von Stroheim (Queen Kelly) behoorde Billy Wilder tot de Weense school. Toen hij in 1933 bijna samen met zijn vrienden Robert Siodmak en Fred Zinneman vanuit Europa naar de VS trok was Hollywood voor hem geen droom maar de enige mogelijkheid om aan een nachtmerrie te ontsnappen.

FIVE GRAVES TO CAIRO

Toch voelde hij zich meteen in de droomfabriek thuis. Al bleef hij zijn nieuw vaderland met de ogen van een vreemdeling bekijken. Die outsider-blik kwam hem als scenarist goed van pas en zou hem ook bij het regisseren van komedies geen windeieren leggen. Wie mensen anders kan laten kijken naar het vertrouwde slaagt er ook vlot in een lach op gezichten te toveren. Wilder debuteerde als regisseur met de komedie The Major and the Minor (1942) maar maakte snel naam met een oorlogsprent (Five Graves to Cairo), een film noir (Double Indemnity) en een drama over alcoholisme (The Lost Weekend).

DOUBLE INDEMNITY

Als contractueel regisseur was Wilder een product van Hollywoods studiosysteem maar doordat hij vaak aan de scenario’s van zijn films meewerkte kon hij lang films maken die het publiek uitdaagden én geld opbrachten. Films zoals Ace in the Hole, The Seven Year Itch, Some Like it Hot en The Apartment. Tot midden jaren zestig de komische films Kiss Me, Stupid en The Fortune Cookie flopten omdat ze gedateerd leken. “Wanneer mensen niet naar een film gaan kijken, kan je ze niet tegenhouden” wist Wilder.

SOME LIKE IT HOT

Zijn respect voor de toeschouwer (“Kijkers zijn doorgaans veel intelligenter dan wat ze te zien krijgen”) vertaalde zich in twee basisprincipes: hou het simpel en hou het boeiend. Wilder schrijft niet nadrukkelijk met de camera maar vertelt wel verhalen die doordrenkt zijn van zijn tragikomische visie op de mensheid. Waarbij hij mensen toont zoals ze zijn (niet zoals ze zouden moeten zijn) en de conventionele moraal ondergraaft.

THE FRONT PAGE

Wilders komische films leveren kritiek op de ‘American way of life’. Ze viseren sensatiezucht (The Front Page), seksisme (The Apartment, Buddy Buddy), geweld (Some Like it Hot), puritanisme (Kiss Me, Stupid), kapitalistische logica (One, Two, Three) en mannelijk chauvinisme (The Seven Year Itch). Telkens schopt humor mensen een geweten. Vorm en inhoud overlappen daarbij; flitsende dialogen en een sprankelend tempo bejubelen én bekritiseren de energie die de Amerikaanse samenleving drijft. Terwijl de donkere ondertoon waarschuwt voor de omvorming van de Amerikaanse droom tot Amerikaanse nachtmerrie. Wilder koestert de twee kanten van zijn persoonlijkheid: de Amerikaanse idealist en de Europese romanticus, de hoopvolle dromer en de cynische pessimist.

KISS ME, STUPID

Het wordt een ramp” waarschuwde studiobaas en Gone with the wind-producent David O. Selznick toen hij het Some Like it Hot)-scenario van I.A.L. Diamond en Billy Wilder las, “je kan komedie en moord niet combineren”. Heel reëel gevaar (misdaadgeweld) laten uitmonden in absurde humor (verwarrende vermommingen) was inderdaad ‘not done’. Twee belastende getuigen van een slachtpartij (verwijzing naar Chicago’s St. Valentine’s Day Massacre in 1929) met pruik en jurk laten onderduiken in een reizend vrouwelijk muzikaal gezelschap werkte. Jerry: “Ik ben verloofd!”. Joe: “Felicitaties! Wie is het gelukkig meisje?” Jerry: “Ik!” Het blijft hilarisch, ook na de zoveelste visie.

ACE IN THE HOLE

Deze tegelijk klassieke en moderne (lees: smaakvol vulgaire) komedie, geproduceerd op een moment dat een crisis én een generatiewissel zich aankondigden in Hollywood, bevatte voldoende troeven om populair te worden en te blijven. Het wervelende spel van de extreme identiteitsverwisselingen, virtuoos vertolkt door het duo Lemmon-Curtis. De knotsgekke achtervolgingsscènes vol slapstick en situatiehumor.

THE SEVEN YEAR ITCH

De vlijmscherpe screwballdialogen gevat in een perfect scenario dat plotwissels koppelt aan tedere karakterschetsen. De ontroerende fragiliteit van icoon Marilyn Monroe in de rol van een naïeve zangeres met een zwak voor saxofoonspelers en whisky. Wilders aandacht voor details. Maar vooral ook het einde van deze travestieklucht. Een absurde illustratie van “liefde is blind”. Wanneer Jerry zijn geslacht onthult (“I’m a MAN”) haalt aanbidder Osgood filosofisch de schouders op: “Well, nobody’s perfect”. Een slotzin die tegelijk grappig en moreel is. “We schreven het op zondag en filmden het op maandag” aldus Wilder. Zo eenvoudig kan het zijn. Zo perfect ook.

IVO DE KOCK

JACK LEMMON AND BILLY WILDER

Leave a comment