Interview Silvio Soldini: Onze blik op de ander moet menselijker
Blindheid is een thema dat vaak tot oerernstig drama leidt. Niet zo bij Silvio Soldini (° 1958). De Italiaanse cineast tovert met ‘Il Colore Nascosto delle Cose’ een wonderlijke romantische komedie op het scherm. Eentje waar de ontmoeting tussen twee heel verschillende mensen de kloof tussen twee andere werelden overbrugt. “Wat mij boeit zijn dingen die ons doen veranderen,” stelde de Milanese cineast in een interview tijdens Film Fest Gent, “eigenlijk opent mijn mannelijke protagonist zijn ogen door een blinde vrouw tegen te komen.”
Silvio Soldini’s Il Colore Nascosto delle Cose is een existentiële romantische komedie, een film met een boodschap ook maar de toon is eerder luchtig dan somber. Ook al leidt de ontmoeting van een blinde vrouw tot een identiteitscrisis bij een voordien schijnbaar zorgeloze en van zelfvertrouwen bulkende macho.
Teo is een reclameman met bindingsangst die uit evenwicht geraakt wanneer hij de blinde Emma ontmoet en daarbij stuit op echte, en dus complexe en verwarrende emoties. Resultaat is een gewetensonderzoek en een identiteitscrisis die Teo via het verleden leiden naar loutering en een hoopvolle toekomst.
Een gesprek met een humanistisch filmmaker, al sinds de jaren tachtig (Paesaggio con figure) en negentig (Le Acrobate) een gereputeerde regisseur en een vaste waarde in de Italiaanse cinema. Bij ons in Soldini vooral bekend omwille van de romantische komedies Pane e Tulipani (2000), Agata e le Tempesta (2004) en de romantische drama’s Giorni e Nuvole (2007) en Cosa voglio di più (2010). Zijn nieuwste, Il Colore Nascosto delle Cose, beleefde zijn première op het filmfestival van Venetië.
Van documentaire naar fictie
Het idee voor Il Colore Nascosto delle Cose ontstond na een documentaire?
Silvio Soldini: “Ja, samen met Giorgio Garini maakte ik Per altri occhi (2013) en die documentaire lag aan de basis van Il Colore Nascosto delle Cose. Zes jaar geleden maakte ik voor eerst kennis met een blinde. De man was fysiotherapeut en telkens ik hem bezocht vertelde hij me over zijn werk, zijn passie voor zeilen en skiën, zijn hobby’s, zijn sociaal leven,…
Het werd me snel duidelijk dat ik dankzij hem een wereld ontdekte die vreemd voor mij was en waarover ik in stereotypen dacht. Mijn idee van wat een blinde is en doet bleek immers niet overeen te stemmen met de realiteit. Dat prikkelde me om andere blinden te leren kennen en uiteindelijk draaide ik een documentaire over tien blinden. Elk van hen had een heel eigen verhaal. Ik volgde hen tijdens hun dagelijks leven, bij hun werk, tijdens sport- vrijetijdsactiviteiten.
Dat leverde erg verschillende portretten op. Zes maanden later vroeg CBM Italia Onlus, een NGO die zich wereldwijd bezighoudt met blinden en slechtzienden, om een documentaire te maken over een van de tien die ik portretteerde. Felice Tagliaferri, een blinde beeldhouwer die in Bologna leeft en werkt werd de protagonist van de opnieuw samen met Garini gemaakte Un albero indiano (2014). Daarin volgde ik Tagliaferri toen die in opdracht van CBM naar Indië trok om er een seminarie te geven voor blinde en gehandicapte kinderen.
Na deze 40-minuten durende documentaire had ik het gevoel dat ik met de verworven kennis een interessante fictiefilm zou kunnen maken over dit onderwerp. De meeste films over blinden zijn overdreven dramatisch en voeren blinden op die de last van heel de wereld lijken te dragen. Of ze zijn kwaad op de wereld omdat ze blind zijn. En af en toe ontwikkelen ze superkrachten waardoor ze kilometers ver geluiden kunnen waarnemen.”
Aan welke films denk je?
“Films zoals Profumo di donna (Dino Risi) en de Al Pacino-remake Scent of a Woman (Martin Brest), het Anne Sullivan verhaal dat Arthur Penn verfilmde in The Miracle Worker, Wait Until Dark van Terence Young, Proof, Dancer in the Dark, Ray, Blindness, Chaplins City Lights,…”
Vergeleken met je eerder sociaal-realistische documentaires, welke toegevoegde waarde kon een fictiefilm opleveren?
“In Italië bereik je met fictie een veel ruimer publiek dan met documentaires. Wanneer je documentaire op televisie vertoond wordt scoor je beter maar mijn twee documentaires zijn door amper 10.000 mensen bekeken. Daar zat ik na een week release met Il Colore Nascosto delle Cose al ruim over. Maar daarnaast wou ik vooral ook delen met mensen wat ik zelf geleerd had.
Daarom vroeg ik mijn blinde vrienden om me te helpen. Hun steun beperkte zich niet tot research, ze hielpen me ook bij het schrijven van het scenario door commentaar te geven wanneer ik hen stukken voorlas. Iedereen had wel iets over mijn hoofdpersonage te vertellen, daardoor ontstond ook de indruk dat het verhaal uit het leven gegrepen was.”
Op zoek naar authenticiteit
Veranderde er tijdens dit proces veel aan het scenario?
“Eigenlijk ging het vooral om details, op de grote lijnen kwamen er weinig opmerkingen. Maar die details waren wel belangrijk voor de authenticiteit. Het ging om heel praktische zaken zoals hoe een koffielepeltje gebruikt moet horden, hoe blinden hun leefwereld organiseren, hoe mensen tijdens een eerste ontmoeting met blinden altijd een beetje beschaamd reageren en niet weten of ze in hun ogen moeten kijken of niet. Blinden voelen die schroom heel goed aan en dat wilden ze ook duidelijk maken.”
De film draait om twee werelden die elkaar ontmoeten, het universum van de reclameman en dat van de osteopate, en illustreert hoezeer iedereen zich in de eigen wereld opsluit.
“Het was de bedoeling om twee personages te tonen die op het eerste gezicht heel ver van elkaar staan. De ene is blind en de andere werkt met beelden, met de schijn van dingen. Zij leeft aan een trager ritme en neemt meer tijd om dingen te smaken en aan te voelen. Ze gaat naar de essentie van de dingen terwijl hij in een hectische en snelle wereld leeft en in oppervlakkigheid blijft steken.”
Aanvankelijk is Teo arrogant en zelfzeker maar zijn zelfvertrouwen brokkelt af en uiteindelijk blijkt hij fragiel én gekwetst.
“Klopt helemaal. Emma heeft ook meteen door dat achter Teo’s stoer macho-masker een heel andere mens schuilgaat. Dramatisch vind ik het heel interessant om personages op een bepaald punt te laten beginnen om ze naar een heel ander punt te laten evolueren. Teo kent de grootse evolutie, Emma verandert veel minder.
We pikken haar immers op in het verhaal wanneer ze al een zeker evenwicht in haar leven heeft bereikt. Bovendien bevindt ze zich op een speciaal moment: ze heeft net een huwelijk beëindigt en het besluit genomen om ondanks haar blindheid alleen te gaan leven. Ook al speelt er angst bij het begin van een nieuw hoofdstuk. Dat is zo voor elke vrouw maar een blinde vrouw beleeft dit veel intenser.”
Imago en identiteit
Als reclameman moet Teo zelfzekerheid uitstralen om zijn klanten ervan te overtuigen dat hij gelooft dat zijn ideeën gaan werken, ook bestaat die zekerheid niet echt en is publiciteit geen wetenschap. Teo verkoopt zijn macho-imago maar in relaties werkt dit niet.
“Met Emma heeft hij het moeilijk omdat hij bij haar zijn vertrouwde non-verbale communicatie niet kan gebruiken. Hij wordt ook voor het eerst geconfronteerd met een persoon die echt naar hem luistert en niet met iemand die enkel zichzelf ziet en hoort wat ie wil horen. Kunnen zien vergemakkelijkt dingen maar zorgt er ook voor dat we sneller gaan oordelen.
Wanneer we iemand voor het eerst ontmoeten beginnen we hem of haar meteen te scannen. We oordelen op het zicht. Wie niet kan zien moet dieper gaan om iemand te leren kennen en oordeelt dan ook minder snel en oppervlakkig. Daardoor voel je je minder beoordeeld wanneer je een blinde persoon tegenkomt omdat die enkel kijkt naar wie je bent en niet naar wie je lijkt te zijn.”
Wanneer Teo zich niet meer kan verbergen achter de schijn valt met de illusie ook zijn persoonlijkheid in duigen.
“Bovendien voelt Teo dat hij verliefd is aan het worden op een vrouw die blind is en dat brengt hem nog meer aan het wankelen. Het versterkt zijn drang om terug te keren naar zijn moeder én zijn verleden om dingen op punt te zetten. Bovendien beseft hij dat hij door moet gaan op de ingeslagen weg. Terug gaan naar voordien is geen optie.”
Hoe ben je er zo goed in geslaagd om de valkuilen van stereotypen en sentimentalisme te vermijden?
“Ik ben blij dat je het zo ervaart, want dat was inderdaad de bedoeling. Dat ik stereotypen zou weten te vermijden, daar was is ik wel van overtuigd want mijn kennis van de materie is voldoende groot om niet in veralgemeningen te vervallen. Sentimentalisme vermijden was daarentegen minder vanzelfsprekend.
Het volstaat om de verkeerde muziek op het verkeerde moment te spelen en het is gebeurd. Mijn opzet was een romantische komedie te maken, zonder vals sentiment maar ook zonder de zware dramatiek die veel films over blinden typeert.”
Italiaans of universeel
Is Il Colore Nascosto delle Cose een typisch Italiaanse film?
“Het verhaal speelt in Italië en de personages zijn Italiaans maar het thema is volgens mij universeel en de film internationaal. Ik heb telkens problemen gehad met de Italiaanse traditie. Doorgaans worden mijn films in eigen land als te internationaal en te weinig Italiaans omschreven. Die kritiek kreeg ik al te horen bij Pane e tulipani (2000), Giorni e nuvole (2007) en Cosa vogli di più (2010).
Misschien is het omdat ik in Noord-Italië, in Milaan, leef en gedeeltelijk Zwitsers ben dat men me zo vaak als on-Italiaans ziet. Ik moet wel bekennen dat slechts een beperkt deel van de films die ik tijdens mijn jeugd zag Italiaans waren. Ik voel me meer verwant met Europese films dan met Italiaanse cinema.”
Zijn er bepaalde stromingen of periodes in de Italiaanse cinema geweest waarmee je wèl een band voelde?
“Ik zie zie de invloed ervan niet in Il Colore Nascosto delle Cose maar toen ik jong was hield ik wel van de films van Michelangelo Antonioni. Niet van het werk van Federico Fellini of Vittorio De Sica, en slechts van een gedeelte van het oeuvre van Roberto Rossellini. De auteurs die me verliefd deden worden op deze filmkunst waren Franse en Duitse filmmakers zoals Robert Bresson, Jean-Luc Godard, Wim Wenders en Werner Herzog. En uiteraard ook Ingmar Bergman.”
Auteur op de achtergrond
Dit is geen scenario- of auteursfilm, je mise-en-scène staat in dienst van het verhaal en de personages en dient niet om het talent of de inbreng van de filmmaker te benadrukken.
“Voor dit soort film verkies ik een meer verborgen auteur. Ik gebruik een specifieke filmtaal maar vooral om de levens van de personages te beschrijven. Er zijn natuurlijk wel momenten waarop je de hand van de regisseur ziet. Zoals in de supermarktscène waar Teo met Emma aan het winkelen en flirten is wanneer zijn vriendin opduikt.”
Waarom koos je ervoor om grotendeels te werken met het 4:3 beeldformaat en sporadisch over te schakelen naar het normale 16/1 formaat?
“Samen met DOP Matteo Cocco besloot ik om twee realiteiten te evoceren. Die van Teo en die van Emma. Vanuit zijn standpunt krijg je het meer traditionele formaat en opnamen gemaakt met een anamorfische lens waardoor de ruimte breder wordt terwijl we voor haar beroep deden op een lens die alles meer samendrukte en de ruimte meer beperkte.”
Waarom precies?
“Wanneer we zijn wereld tonen willen we die laten zien zoals we die zelf allemaal zien. Vanuit haar standpunt krijgen we dan een wereld te zien die we minder gewoon zijn. Het beeld is dan vager, meer uit focus. Door het meer claustrofobische beeldformaat kruipen we dichter bij haar, worden we ondergedompeld in haar wereld.
Bovendien leek het gepast om bij een film over blindheid en blinden ook reflectie over kijken in de filmstijl te verwerken. Gelukkig is het nu ook vlot mogelijk om het beeldformaat aan te passen binnen een film. Daardoor kunnen we de emoties van de personages volgen, hen en de kijker op een visuele manier meer of minder ademruimte geven.”
Bepaalt de emotie van het moment of we een open of een claustrofobisch beeld krijgen?
“Ja, de emotie van de personages of de emoties die het verhaal op dat specifiek moment oproepen.”
Kijken en zien
Door de film te openen, en te sluiten, met een scène in een verdonkerde kamer creëer je ook empathie met het blinde personage.
“Zonder te veel te willen onthullen over het slot kan ik stellen dat Teo’s finale geste heel belangrijk is. Hij werpt zich in zijn donkerheid, zijn onwetendheid. Hij volgt Emma in haar wereld. In het begin van de film ontmoet hij Emma ook in het donker maar hij leeft dan nog in zijn eigen wereld. Hij beleeft de ’test’ om in de huid van een blinde te kruipen als een afstandelijke ‘ervaring’. Een event. Wanneer afstand tussen Emma en Teo verdwijnt kan hij ook echt in haar wereld binnen treden.”
“Pijn is de enige weg naar genezing” stelt Emma, dat ervaart Teo aan de lijve.
“Het is een grap waarmee ze hem op zijn plaats wil zetten. Hij weet ook niet goed of hij dit ernstig moet nemen of niet en dat destabiliseert hem nog meer. Want hij is het gewend om zelf de spelregels te bepalen.”
Il Colore Nascosto delle Cose oogt niet meteen als politieke cinema. Zegt de film volgens jou iets over de samenleving en de actualiteit?
“Op het eerste zicht is het geen actuele of kritische film maar ik denk dat hij toch iets over de actualiteit zegt. Zoals elke film dat doet. Teo is representatief voor een groot deel van de hedendaagse samenleving. Net als het universum waarin hij evolueert. Door via haar een heel nieuwe wereld te ontdekken begint hij in te zien dat het ook anders kan. Dat het ook anders moet en dat brengt heel wat bij hem teweeg. Wat mij boeit zijn dingen die ons doen veranderen. Eigenlijk opent de mannelijke protagonist uiteindelijk zijn ogen door een blinde vrouw tegen te komen.”
Op weg naar de ander
Misschien is de politieke boodschap wel dat we allemaal in onze eigen, gesloten wereld leven en dat het ontdekken van een andere wereld, een andere visie ons op weg naar verandering kan zetten.
“Inderdaad. Maar in de conservatief politieke wereld en de conformistische samenleving van vandaag stuiten openheid en empathie op heel wat tegenkanting. Er is immers eerder een tendens naar afsluiten, vijandigheid, naar het oprichten van muren en het verstevigen van grenzen dan naar het organiseren en promoten van een ontmoeting met de ander.”
Een ander die staat voor het onbekende en een angst teweegbrengt die vaak omslaat in agressie en haat.
“Klopt en daarom vond ik dit verhaal van een ontmoeting tussen zienden en blinden zo relevant. Doordat we angst hebben voor wat ons scheidt worden we blind voor de zaken die we gemeenschappelijk hebben, die we delen. Dankzij Emma maakt Teo kennis met een andere wereld en alternatieve ervaringen.
Toch ontdekt hij dat ze in de grond niet zo anders is. Emma is immers ook een mens met gevoelens, verlangens, dromen en herinneringen. Ze mag niet herleid worden tot een ‘geval’. Wat ook met vluchtelingen dreigt te gebeuren. Ook daar moeten we onze blik op ‘de ander’ menselijker maken zodat we ons niet langer onmenselijk gedragen.”
Briljante vertolking
Hoofdactrice Valeria Golino is briljant. Hoe heb je haar gevonden en met haar gewerkt?
“Ik ken haar al heel erg lang, sinds ze meespeelde in Le Acrobate (1997). In die film over twee vrouwen, een uit het Noorden van Italië en een uit het Zuiden, vertolkte zij de Zuiderse vrouw. We bleven contact houden, jaarlijks praatten we. Twee jaar geleden werd ze bekroond tijdens het festival van Venetië voor haar rol in Per amor vostro van Giuseppe Gaudino en heb ik haar gefeliciteerd.
Toen het scenario geschreven was dacht ik meteen dat ze perfect was voor de rol. Niet dat ik met haar in gedachte de rol geschreven had, pas achteraf zag ik dat dit iets voor haar zou zijn. Gelukkig was ze meteen super enthousiast, al besefte ze dat het niet gemakkelijk zou worden.”
Hoe hebben jullie de opnamen voorbereid?
“Valeria heeft in aanloop naar de draaiperiode heel wat blinden ontmoet. Ze stak veel op door hen thuis op te zoeken en te zien hoe ze zich in het dagelijks leven gedragen. Bovendien heeft ze ook cursus ‘oriëntatie en mobiliteit’ gevolgd. Dat liet haar toe om technisch perfect met de blindenstok te werken, te leren hoe je als blinde de weg van je huis naar je werk aflegt, gebruik te maken van openbaar vervoer, op te letten voor de obstakels die je kan ontmoeten op straat en in gebouwen.
Een fundamenteel aspect van het leven van blinden is het organiseren van je huis. Het was daarom cruciaal dat Valeria leerde hoe je leeft zonder te zien. Blind zijn is niet evident: wanneer een blinde een lepel laat vallen en het vergeet dan vind hij die lepel later niet meer terug. Naast die voorbereiding was het ook belangrijk dat Valeria de eerste keer dat ze in het huis van Emma kwam, geblinddoekt was.
Die ruimte heeft ze enkel via de tast ontdekt. Allemaal kleine zaken, maar belangrijk voor de geloofwaardigheid. Wat Valeria ook moest leren, en dat is niet evident voor acteurs, is dat ze zich niet mocht uitdrukken met haar gezicht en ogen. We gaven haar contactlenzen om haar ogen doffer te maken want die waren te licht en te expressief. Dat zou de kijker hebben afgeleid.”
Aanvaarding en zelfvertrouwen
Die voorbereiding gaf Valeria de natuurlijke zelfzekerheid van haar personage, dit heel authentieke ‘hier sta ik’ gevoel.
“Valeria moest erop vertrouwen dat ze goed was als blind personage om iemand te kunnen vertolken die haar evenwicht heeft gevonden in het blind zijn.”
Emma heeft al een heel traject afgelegd dat leidde naar die aanvaarding en zelfzekerheid, een weg die Nadia, het jonge meisje dat les volgt bij Emma, nog moet afleggen.
“Het was belangrijk dat er ook een personage zoals het jonge meisje in de film was. Via haar vertellen we ander verhaal, het is alsof Emma haarzelf weer ziet in Nadia. Het is duidelijk dat ze dat ook heeft doorgemaakt en dat ze haar zelfvertrouwen heeft moeten verwerven. Ze is door een kleine hel gegaan om te overwinnen. Zo wordt ook duidelijk dat onafgezien van de houding van de samenleving en andere mensen, blinden ook hun eigen tocht moeten doormaken.”
Heb je toekomstplannen op filmvlak?
“Niet concreet. Het is helaas niet evident om films gefinancierd te krijgen in Italië, daarom is het ook moeilijk om nieuwe projecten te ontwikkelen. Je wil geen ideeën lanceren die niet te realiseren blijken, maar je wil ook niet de gevangene blijven van de commerciële logica.
Dat maakt het bijzonder moeilijk. Ik volg steeds mijn hart en af en toe verschijnt er iets boeiend op mijn pad. Zoals Il Colore Nascosto delle Cose. Maar telkens er een nieuw politiek schandaal losbarst in mijn land, krijg ik het gevoel dat er weer een stukje van de oude en rijke Italiaanse cultuur afsterft. Wat het weer wat moeilijker werken maakt. Maar me tegelijk nog meer motiveert.”
IVO DE KOCK
(Artikel verschenen bij DeWereldMorgen.be, woensdag 29 november 2017, Silvio Soldini)
IL COLORE NASCOSTO DELLE COSE: Silvio Soldini, It-Zw-F-Chili 2017; 115′; met Valeria Golino, Adriano Gianinni, Arianna Scommegna, Anna Ferzetti, Andrea Pennacchi; sce. Davide Lantieri, Silvio Soldini & Doriana Leondeff; fot. Matteo Cocco; muz. Gianluigi Carlone; dis. Cherry Pickers, release 6 december.