Van 1981 tot 2013: The Evil Dead en de ondraaglijke gruwel van het bestaan
Volgens Hollywood maakt elke negen jaar een nieuwe filmgeneratie zijn opwachting. Om te vieren dat nu al een derde generatie Sam Raimi’s The Evil Dead kan ontdekken werd een nieuwe versie van de horrorklassieker uit 1981 gemaakt. De Uruguayaanse regiedebutant Fede Alvarez leverde een reboot af die volgens producent Sony “de meest beangstigende film is die je in je leven zal zien”. Een slogan die even over the top is als de film, maar Evil Dead is in zijn barokke brutaliteit wèl een krachtige weerspiegeling van de huidige angstcultuur.
“Wanhoop is de prijs die men betaalt voor zelfbewustzijn” schreef Friedrich Nietzsche en de donkere romantiek die als onderstroom van horror hevig reageert op het rationele ontkennen van angst en mysterie, legt eigenlijk de ondraaglijke gruwel van het bestaan bloot. Voor alle generaties en in alle tijden maar vooral ook wanneer de maatschappelijke malaise sterk is. Geregeld is er sprake van een (economische en/of creatieve) crisis van de horrorfilm maar anno 2013 is het genre weer alive and kicking.
In het eerste weekend van het jaar verraste Texas Chainsaw 3D (John Luessenhop) door naar de top van de box office te stormen terwijl begin juni de kleine onafhankelijke productie The Purge (James DeMonaco) de blockbuster Fast & Furious 6 achter zich liet. Bovendien zijn er eindelijk weer films om naar uit te kijken. Zoals The Lords of Salem van Rob Zombie, Haunter van Vincenzo Natali en The Green Inferno van Eli Roth.
Opmerkelijk is dat de studio’s lessen getrokken hebben uit voorbije debakels. Het besef is gegroeid dat de houdbaarheid van modieuze subgenres (found footage, torture porn) beperkt is en dat creativiteit rijmt op frisheid. Vandaar dat nieuwkomers hun kans krijgen. De onafhankelijke filmmaker Damien Chazelle mocht het scenario van The Last Exorcism part II pennen en kortfilmer Fede Alvarez kreeg de kans om te debuteren met Evil Dead. Want wie kende Sam Raimi toen de latere regisseur van Spider-Man en Drag me to Hell in 1981 debuteerde met de lowbudget horrorprent The Evil Dead? En had die nobele onbekende niet gezorgd voor een markante film die een generatie filmmakers beïnvloed heeft?
In de jaren 70 en 80 liep voor heel wat cineasten (Cronenberg, Carpenter, Romero,…) de weg naar cinema via horror. “Producent Rob Tapert zei dat onze eerste onafhankelijke film een griezelfilm moest zijn,” stelt Raimi in zijn dvd-commentaar, “want hij had het uitgezocht en dacht dat dergelijke films goedkoop gemaakt konden worden en gewild waren bij een groot publiek”. Bovendien waren er nog enkele gunstige factoren: de VS telde toen veel regionale verdelers, het drive-inn circuit was belangrijk en de filmkeuring liet horror ongemoeid. Pas toen The Evil Dead afgewerkt was zou Raimi verstrikt raken in de ‘video-nasties’ rel in Groot-Brittannië wat aanzette om voor de sequel resoluut de humoristische kaart te trekken.
Volgens Eli Roth, die voor Cabin Fever de mosterd bij Raimi haalde, “werd The Evil Dead gemaakt met liefde voor het horrorgenre en tegenwoordig worden er niet veel van zulke films gemaakt”. De premisse was alleszins simpel – vijf studenten gaan naar een afgelegen vakantiehuisje in het bos en laten ongewild een monsterachtig kwaad los dat uit is op totale vernietiging – en de effecten waren door het beperkte budget rudimentair maar de genadeloze slachting zorgde voor gruwel en walging.
Raimi lapte nochtans alle conventies aan zijn laars: met Bruce Campbell was een man de damsel in distress, vijf minuten intro gevolgd door tachtig minuten gruwel was not done, het ene gekke shot volgde op het andere, het verhaal was verwarrend (met zombies en een levend woud) en de angstaanjagende verkrachting van een meisje door het bos viel uit de toon.
Dat de film niet enkel een succes maar ook een cultklassieker werd heeft te maken met externe factoren (Stephen King die The Evil Dead omschreef als een van de meest walgelijke én originele films ooit) maar ook met de kwaliteiten van de film. Zo is de gore niet enkel sprookjesachtig cartoonesk maar wordt het bloederig geweld ook gecombineerd met dramatische motivering voor de personages.
Bovendien slaagt Raimi erin de empathie van de kijker te doen switchen tussen de slachtoffers (met een accent op de pijn van gruweldaden) en de monsters (de camera toont het standpunt van de demonen via een travelling over water en door het bos richting hut). Van sadistisch voyeurisme is hier geen sprake. “The Evil Dead had geen goed verhaal of goede dialogen,” zegt Tapert, “de film moest het hebben van zijn expliciete kwaliteit, van fantasie, van hoe hij het publiek meeneemt naar iets wat ze niet kennen via een wilde, overdreven rit”.
Evil Dead komt aan het einde van een cyclus remakes die een decennium overspant. Op gang getrokken door The Texas Chainsaw Massacre van Marcus Nispel in 2003 en Dawn of the Dead van Zack Snyder in 2004 en gevolgd door o.m. The Hills Have Eyes, The Last House on the Left, Halloween, When a Stranger Calls, Prom Night, It’s Alive en Piranha 3D. Films van ongelijke kwaliteit die een ding gemeen hebben: gedreven door de ‘wet’ van de 9-jarige generaties gaan ze ervan uit de het publiek de originele versie niet gezien heeft of alleszins vergeten is.
Dat is niet zo bij Evil Dead dat inspeelt op vertrouwdheid met Raimi’s film. Zo is er een scène waar het ‘book of the dead’, het magische boek dat de demonen oproept (“I read a passage from that book and unleashed something evil” zegt de onmachtige intellectueel van dienst), niet in vlammen wil opgaan (het in brand steken van dit boek bood bij Raimi een uitweg). Een andere twist op een vertrouwd gegeven is dat de heldin hier voormalig junkie Mia is en niet haar broer-met-schuldgevoelens (“Ik had er voor jou moeten zijn”) David. Door twijfel te zaaien over Mia’s geestelijke gezondheid (haar moeder belandde in een krankzinnigengesticht) doet Fede Alvarez de gruwel balanceren op de grens tussen waanzin en bezetenheid, tussen permanente en tijdelijke gewelddadigheid. En plaatst hij i.t.t. Raimi de gruwel ook in de mens, met demonen die zich “als bloedzuigers hechten op de ziel”.
Hier sluit de cineast aan bij de huidige angstcultuur, waarbij het kwaad gezien wordt als een virus dat verspreid wordt door fanatici (lees: terroristen tuk op totale verwoesting). Alvarez hergebruikt beelden uit Raimi’s film (de bezeten zuster die de ketting van het kelderluik oplicht om haar vrienden te begluren) maar verzint ook een flinke dosis vieze en geschifte beelden (een bloedhete douche, een besmette arm die geamputeerd wordt met een broodmes).
“The only way is the hard way” zegt David wanneer hij Mia begraaft en dat extremisme vormt de motor van Evil Dead. Geweld is nooit grappig, opwindend of beangstigend; het is gewoon walgelijk en apocalyptisch. Seksualiteit wordt verbonden met macht, vernedering en misbruik (Alvarez herneemt de verkrachting door het woud die Raimi achteraf zag als een vergissing). De “Die, go back to hell bitch” kettingzaag-conclusie is niet louterend maar afmattend.
Het is geen toeval dat ook de blaas van een van de jongeren niet bestand is tegen zoveel kwaad en gruwel. De zelfverminking die volgt doet ons eerder walgen dan lachen. Daar waar Raimi werkte met theatrale grand guignol en metaforen (de Vietnam-oorlog resonneert nog na); legt Alvarez op fysieke, viscerale wijze de vinger op gruwel in griezelige post 9/11-tijden. Tijden waarin beelden van dood en martelingen een viraal leven zijn gaan leiden.
IVO DE KOCK
(Artikel verschenen in FILMMAGIE, n° 636, juli-augustus 2013)
DVD: THE EVIL DEAD; Sam Raimi; USA 1981; 82′; met Bruce Campbell, Ellen Sandweiss, Sarah York; FILM: *** / EXTRA’S: **** (audiocommentaar, making of, verwijderde scènes); dis. Sony
FILM: EVIL DEAD; Fede Alvarez; USA-NZL 2013; 92′; met Jane Levy, Shiloh Fernandez, Lou Taylor Pucci; FILM: *** ; dis. Sony